Kamervraag 2011Z18824

De relaties tussen Nederland en de Islamitische Republiek Iran

Ingediend 28 september 2011
Beantwoord 4 oktober 2011 (na 6 dagen)
Indieners Wim Kortenoeven (PVV), Geert Wilders (PVV)
Beantwoord door
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z18824.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-204.html
1. http://english.farsnews.com/newstext.php?nn=9006300256
  • Vraag 1
    Kent u het door het Islamic Republic of Iran News Agency (IRNA) gepubliceerde verslag van de ontmoeting die u vorige week in New York had met uw Iraanse ambtgenoot Ali Salehi, met de titel «Iran's FM Blasts Anti-Islamic Moves in Europe»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Over welke «provocatieve acties» door welke «personen en groepen in Europa» heeft Salehi met u gesproken? Hoe heeft u op deze démarche van minister Salehi gereageerd?

    Minister Salehi heeft in zijn gesprek met mij het woord «provocatieve acties» niet gebruikt. Hij geeft tegen mij opgemerkt dat hij afstand nam van de standpunten over de Islam die door de Partij voor de Vrijheid worden uitgedragen. Ik heb gewezen op de te onderscheiden standpunten van de regering en van de PVV. Tevens heb ik het belang benadrukt van de in Nederland geldende vrijheid van meningsuiting. Ik heb ook gezegd dat in Nederland iedereen vrij is om zijn of haar eigen godsdienst te belijden, inclusief het veranderen van godsdienst en het opgeven van een godsdienst. Ik heb onderstreept dat dit een belangrijk kenmerk is van een democratische rechtsstaat.

  • Vraag 3
    Welke positieve ontwikkelingen ontwaart minister Salehi in de relatie tussen Teheran en «Amsterdam», en het weghalen van welke barrières kan volgens hem de weg plaveien voor de uitbreiding van die relaties? Hoe beoordeelt u deze opmerking van minister Salehi?

    De conclusies die minister Salehi volgens het artikel van het Iraanse persbureau heeft getrokken uit ons gesprek, laat ik voor rekening van hemzelf en van het persbureau. Voor zover deze opmerkingen betrekking zouden hebben op de consulaire dialoog die in mei jl. is gestart, en de medewerking die de Iraanse autoriteiten hebben verleend om de heer Abramian en zijn echtgenote veilig naar Nederland te laten terugkeren, verwijs ik naar het antwoord op vraag zeven.

  • Vraag 4
    Hoe verhoudt de door minister Salehi geconstateerde toename van het (bilaterale) handelsvolume en de economische samenwerking tussen Iran en Nederland zich met het sanctieregime en met uw beleid, dat erop gericht is de relaties met Iran te minimaliseren?

    Het handelsvolume en de economische samenwerking tussen Iran en Nederland zijn niet aan de orde geweest in het gesprek. Zie verder het antwoord op vraag zes.

  • Vraag 5
    Heeft u in uw gesprek met minister Salehi «the growing trend in the two countries relations» toegejuicht?

    Ik heb tijdens mijn gesprek geconstateerd dat er in het specifieke kader van de informatievoorziening over gedetineerde bipatride Nederlanders in Iran, sprake was van vooruitgang. Zie verder het antwoord op vraag zeven.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het ongewenst zou zijn als de omvang en de kwaliteit van de relaties tussen Iran en Nederland zouden toenemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen teneinde minimalisering te bevorderen?

    De regering is onverkort uitermate bezorgd over het nucleaire programma van Iran en de dreiging die daarvan uitgaat. In dit verband spant de regering zich in voor een strikte handhaving en aanscherping van de (internationale) sancties die ingesteld zijn om deze proliferatie tegen te gaan. Ook is de regering ernstig bezorgd over de mensenrechtensituatie in Iran. De regering spant zich in voor samenwerking in EU-verband ten behoeve van nadere aanvullende maatregelen, zodat een sterk gezamenlijk signaal wordt afgegeven aan de Iraanse autoriteiten. De regering spant zich op dit moment in Brussel in voor een uitbreiding van de lijst van mensenrechtenschenders waartegen sancties zijn ingesteld.
    Om de juiste informatie over en toegang tot bipatride Nederlandse gedetineerden in Iran te verkrijgen heeft de regering besloten tot het instellen van een bilaterale consulaire dialoog.

  • Vraag 7
    Heeft u inderdaad de noodzaak onderstreept voor voortgezette dialoog en het door partijen zetten van stappen? Zo ja, welke dialoog wordt hier bedoeld en over welke stappen gaat het?

    De dialoog die aan de orde is geweest in mijn gesprek met minister Salehi is de consulaire dialoog die Nederland in mei 2011 is gestart. Zoals vermeld in mijn brief van vandaag met kenmerk DAM-814/2011, heeft deze dialoog tot doel om betere informatie over en toegang tot bipatride Nederlandse gedetineerden in Iran te verkrijgen. In het geval van Vahik Abramian heeft de samenwerking met de Iraanse autoriteiten ertoe geleid dat de heer en mevrouw Abramian veilig naar Nederland hebben kunnen terugkeren. Dat heb ik «een stap in de goede richting» genoemd. De getoonde medewerking heeft mij bovendien doen besluiten om een deel van de unilaterale sancties die tegen Iran waren ingesteld, op te heffen. Ik heb tijdens mijn gesprek met minister Salehi in dit kader onderstreept dat het van belang is verdere stappen in de consulaire dialoog te zetten.

  • Vraag 8
    Welke boodschap heeft u in New York aan uw ambtsgenoot Salehi overgebracht met betrekking tot.:

    Minister Salehi kent mijn ernstige zorgen over deze onderwerpen. Het korte gesprek in de wandelgangen van de AVVN heeft zich vrijwel uitsluitend beperkt tot consulaire aangelegenheden.

  • Vraag 9
    Hoe typeert u de relaties tussen Nederland en de Islamitische Republiek Iran?

    Deze relaties worden gedomineerd door ernstige zorgen over het Iraanse nucleaire programma, de rol van Iran in de regio, de mensenrechtenschendingen in Iran en het welzijn van aldaar gedetineerde bipatride landgenoten.

  • Vraag 10
    Wilt u deze (deel)vragen vanwege de gewenste duidelijkheid ieder afzonderlijk beantwoorden en de Kamer uw antwoordbrief uiterlijk vrijdag 30 september doen toekomen?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z18824
Volledige titel: Vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de relaties tussen Nederland en de Islamitische Republiek Iran (ingezonden 28 september 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-204
Volledige titel: Vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de relaties tussen Nederland en de Islamitische Republiek Iran (ingezonden 28 september 2011).