Kamervraag 2011Z16093

Over toepassing van zogenaamde ‘glijdende schaal’ bij de bijverdiengrens in de studiefinanciering

Ingediend 15 augustus 2011
Beantwoord 21 september 2011 (na 37 dagen)
Indiener Tanja Jadnanansing (PvdA)
Beantwoord door Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16093.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-23.html
1. www.rechtspraak.nl, LJN: BQ8893.
2. Wet op de studiefinanciering 2000.
3. Zie de discussies op diverse studentenfora, zoals http://forum.fok.nl/topic/1654025/6/25
4. Ter motivering van haar uitspraak baseert de rechtbank zich (mede) op Aanwijzing 116 van de «Aanwijzingen voor de regelgeving» van 18 november 1992, Strct. 230, erop neerkomende dat voornoemd artikel niet slechts van toepassing is op hetgeen na haar inwerking (in casu 1 januari 2010) voorvalt, maar ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat (in casu alle jaren voor 2010).
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van rechtbank ’s-Gravenhage van 21 juni 20111, waarin de rechter de student in het gelijk heeft gesteld door te oordelen, kort gezegd, dat het bedrag dat de student wegens bijverdiensten moet terugbetalen, wordt berekend op basis van de nieuwe regels die gelden met ingang van 1 januari 2010, ook al betreft het bijverdiensten die betrekking hebben op de jaren vóór 2010? Hoe beoordeelt u deze uitspraak?

    Ja. DUO is daartegen in hoger beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechterlijke instantie in dit soort zaken. Hierbij speelt een rol dat verschillende rechtbanken DUO in het gelijk hebben gesteld in andere «bijverdien»-zaken, overigens zonder dat de overweging van de rechtbank Dordrecht daarbij expliciet aan de orde kwam. Ook is van belang dat de Centrale Raad van Beroep in 2003 in een soortgelijke zaak over het meerinkomen tot een andere uitspraak is gekomen (LJN: AN9752). En bovendien moet opgemerkt worden dat in de parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel ter invoering van de «glijdende schaal» bij de bijverdiengrens expliciet is gemaakt dat de nieuwe regels van toepassing zijn vanaf het inkomensjaar 2010 en geen terugwerkende kracht hebben naar eerdere inkomensjaren. Daarmee wordt in casu bedoeld dat voor de bijverdiensten uit 2007 de regels gelden waarmee de student in 2007 rekening had moeten houden. Met het hoger beroep krijgt DUO een definitieve uitspraak over de correcte uitvoering van de wet.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat alle studenten die in een soortgelijke situatie verkeerden en verkeren als bovengenoemde student dezelfde behandeling van uw ministerie dienen te krijgen met betrekking tot de toepassing van het met ingang van 1 januari 2010 gewijzigde artikel 3.17, lid 7 van de Wsf 20002, zoals thans door de rechter geoordeeld?

    Nee. Er zijn meerdere lezingen mogelijk (zie antwoord 1). Ik wacht de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep af.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat de thans bij vele studenten ontstane onduidelijkheid3 zo spoedig mogelijk moet worden omgezet in duidelijkheid?

    Ja. Ik kan u melden dat de rechter dit ook onderkent. Voorzien is dat deze zaak al begin oktober ter zitting komt.

  • Vraag 4
    Waarom heeft uw ministerie zich niet aan de door de rechtbank genoemde duidelijke aanwijzing(en)4 gehouden en is zij ondanks die aanwijzing(en) gaan procederen?

    Zoals hierboven is aangegeven zijn op dit terrein verschillende lezingen mogelijk.

  • Vraag 5
    Hoe gaat u ervoor zorgdragen dat studenten die zich geconfronteerd zien met toepassing van onderhavig artikel van de Wsf juist worden behandeld door uw ministerie en niet onnodig tijd en moeite moeten steken in gerechtelijke procedures? Hoe gaat u daar voor zorgen indien uw ministerie in hoger beroep en mogelijk in cassatie gaat en uiteindelijk in het ongelijk wordt gesteld door de hoogste rechter?

    Zodra de Centrale Raad van Beroep in deze zaak een uitspraak heeft gedaan, zal ik deze uitvoeren ten aanzien van alle studenten, die een dergelijke vordering opgelegd hebben gekregen. Hiertoe hoeven zij zelf geen procedure te starten.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z16093
Volledige titel: Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over toepassing van zogenaamde «glijdende schaal» bij de bijverdiengrens in de studiefinanciering (ingezonden 15 augustus 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-23
Volledige titel: Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over toepassing van zogenaamde «glijdende schaal» bij de bijverdiengrens in de studiefinanciering (ingezonden 15 augustus 2011).