Kamervraag 2011Z15736

Klokkenluiders bij de politie

Ingediend 22 juli 2011
Beantwoord 9 augustus 2011 (na 18 dagen)
Indiener Ronald van Raak (SP)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15736.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3266.html
1. www.acp.nl/de-acp/actueel/nieuws/single-item/artikel/2011/07/18/acp-positie-klokkenluiders-bij-politie-enorm-onder-druk/
  • Vraag 1
    Waarom deelt u het oordeel van politiebond ACP dat de bescherming van klokkenluiders bij de politie tekortschiet niet?1

    In de tijd dat de casus speelde (2008) werd al gewerkt aan een uniforme regeling voor klokkenluiders bij de sectoren Rijk, Politie en Defensie, waarin een verbeterde bescherming is opgenomen. Dit heeft geleid tot het besluit van 15 december 2009, houdende een regeling voor het melden van een vermoeden van een misstand bij de sectoren Rijk en Politie (Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie).
    Dit besluit had de instemming van de politievakorganisaties, waaronder de politiebond ACP.
    In dit besluit is de procedure voor het melden van een misstand door een ambtenaar en de bescherming tegen een eventuele rechtspositionele benadeling, alsmede de tegemoetkoming in de kosten in verband met eventuele procedurekosten nader uitgewerkt.

  • Vraag 2
    Waarom hebt u ervoor gekozen de conclusie van de Commissie Integriteit Overheid, dat de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken ten onrechte heeft nagelaten een disciplinair of strafrechtelijk onderzoek te starten naar het handelen van politietopman Goudswaard, naast neer te leggen?

    In mijn reactie aan de voorzitter van de Commissie van 17 juni jl. heb ik toegelicht dat er geen aanwijzingen waren die een disciplinair en of strafrechtelijk onderzoek zouden rechtvaardigen. Zie hiervoor verder ook het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 3
    Deelt u de opvatting dat noch de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), noch de commissie Staal onderzoek hebben gedaan naar strafrechtelijke overtredingen?

    Het onderzoek van de AIVD is op grond van de Wet op de veiligheidsonderzoeken (Wvo) uitgevoerd om te bezien of de voormalige korpschef van Zeeland, uit een oogpunt van nationale veiligheid, een vertrouwensfunctie mocht uitoefenen. Het onderzoek van de commissie Staal bestond uit drie onderdelen: onderzoek naar mogelijke misstanden en de integriteitscultuur binnen het korps, onderzoek naar de rol en besluitvorming van eindverantwoordelijken en het doen van aanbevelingen voor herstel van vertrouwen tussen de korpsleiding en de ondernemingsraad en de korpsleiding en de rest van het korps. Beide onderzoeken hebben geen feiten opgeleverd waaruit ernstig plichtverzuim dan wel van strafrechtelijk relevant handelen zou kunnen worden afgeleid.

  • Vraag 4
    Waarom deelt u de kritiek van de Commissie Integriteit Overheid over de manier waarop de commissie Staal is omgegaan met de identiteit van de klokkenluiders niet? Waarom deelt u niet de conclusie van zowel de Commissie Integriteit Overheid als de politiebond ACP dat agenten door deze ontwikkelingen minder geneigd zullen zijn misstanden binnen de politie te melden?

    Zoals in de reactie aan de Voorzitter van de Commissie Integriteit Overheid is aangegeven betreur ik het dat de naam van betrokkene in de openbaarheid is gekomen. Ik ben van mening dat dergelijke rapportages geanonimiseerd naar buiten moeten worden gebracht, zodat medewerkers die misstanden willen melden, zich niet geremd hoeven te voelen door de vrees dat hun identiteit eventueel in de openbaarheid zal komen.
    Het onder vraag 1 genoemde besluit, regelt dat de identiteit van de melder niet bekend gemaakt mag worden zonder instemming van de melder.

  • Vraag 5
    Bent u bereid de mogelijkheid te onderzoeken om agenten anoniem misstanden te laten melden en bij dit onderzoek de politievakbonden te betrekken?

    Het onder vraag 1 genoemde besluit, dat betrekking heeft op de ambtelijke dienst, voorziet niet in anonieme meldingen door ambtenaren, omdat daarmee de transparantie van ambtelijke organisaties en daarmee de integriteit niet wordt vergroot.
    Artikel 36 van het besluit bevat een evaluatiebepaling dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Staten-Generaal een verslag zendt over de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk. Ik acht het op dit moment niet nodig om onderzoek te verrichten om te bezien of agenten anoniem misstanden kunnen melden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z15736
Volledige titel: Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over klokkenluiders bij de politie (ingezonden 22 juli 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3266
Volledige titel: Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over klokkenluiders bij de politie (ingezonden 22 juli 2011).