Kamervraag 2011Z04065

Het bericht 'belastinggeld voor bendeleden'

Ingediend 1 maart 2011
Beantwoord 13 april 2011 (na 43 dagen)
Indiener Lilian Helder (PVV)
Beantwoord door
Onderwerpen recht rechtspraak strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04065.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2202.html
1. De Telegraaf, «belastinggeld voor bendeleden», 24 februari 2011.
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het bericht: «Belastinggeld voor bendeleden»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat negen leden van een Brabantse drugsbende 150 000 euro schadevergoeding krijgen omdat justitie de zaak tegen hen uiteindelijk niet rond kreeg?

    De rechtbank te Breda heeft naar aanleiding van verzoekschriften op basis van de artikelen 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) bij beschikking van 24 februari 2011 aan negen personen een schadevergoeding uitgekeerd van in totaal € 150 000.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat wanneer duidelijk is dat verdachten alleen vrijspraak hebben gekregen omdat de politie het onderzoek verknoeide, zij geen recht zouden moeten hebben op een schadevergoeding? Zo nee, waarom niet?

    In dit geval is sprake van niet-ontvankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie. Over de schuld of onschuld van de verdachten is niets vast komen te staan. Indien een zaak eindigt zonder oplegging van straf, zoals hier aan de orde, bestaat een mogelijkheid tot schadevergoeding. Op grond van artikel 90 WvSv beoordeelt de rechter of het in het betreffende geval billijk is dat geleden schade voor rekening van de burger blijft. Schadevergoeding kan achterwege blijven als een gegronde verdenking bestond. Het Openbaar Ministerie heeft zich op het standpunt gesteld dat daar in deze zaak sprake van was. De rechtbank heeft evenwel geoordeeld dat in dit bijzondere geval, gelet op de overwegingen van de rechtbank in de vonnissen van 27 januari 2010, een mogelijk gegronde verdenking op zichzelf niet in weg mag staan aan een naar gronden van billijkheid toe te kennen schadevergoeding.

  • Vraag 4
    Wat is er misgegaan bij justitie of politie waardoor de zaak is geresulteerd in een vrijspraak?

    Er is geen sprake van vrijspraak, maar van niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.
    Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat de hoofdverdachte in deze zaak eind 2008 is gehoord door de politie. Daarvan is een proces-verbaal opgemaakt. Daarbij is de oorspronkelijke verklaring aangevuld, zijn bepaalde zinnen uitgebreider op papier gekomen en zijn er wijzigingen aangebracht in de volgorde van de verklaring. De rechtbank te Breda heeft op 27 januari 2010 geoordeeld dat de oorspronkelijke verklaring van deze verdachte dusdanig is aangepast, gewijzigd en aangevuld, dat er van deze oorspronkelijke verklaring weinig meer is overgebleven. De rechtbank spreekt in het vonnis vervolgens van een bekentenis tussen aanhalingstekens, die naar het oordeel van de rechtbank een essentieel onderdeel vormde van het gehele onderzoek. Door de gang van zaken is deze verklaring en daarmee ook het gehele onderzoek volgens de rechtbank dermate besmet, dat daaraan verregaande consequenties moesten worden verbonden, ook ten aanzien van de overige verdachten. Vanwege de fundamentele inbreuk op de procesorde waardoor tekort is gedaan aan het recht op een eerlijk proces, is het Openbaar Ministerie vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van alle verdachten.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het schandalig is dat de belastingbetaler opdraait voor fouten die door justitie of politie worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?

    Vanzelfsprekend betreur ik de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de zaken tegen de verdachten, hetgeen uiteindelijk tot deze uitkomst heeft geleid.

  • Vraag 6
    Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat deze fouten nogmaals worden gemaakt?

    Op 16 juli 2010 heeft de toenmalige Minister van Justitie de eindrapportage van het programma Versterking Opsporing en Vervolging aan uw Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2009–2010, 32 123 VI, nr. 117). Daarbij heeft hij onder meer aangegeven dat bij de politie de ervaringen met het programma hebben geleid tot de instelling van het Centrum Versterking Opsporing. Deze voorziening draagt bij aan structurele aandacht binnen de korpsen voor kwaliteitsverbetering.
    Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat op het niveau van het politiekorps Midden en West Brabant een Masterplan Versterking Opsporing is gestart. Het plan heeft tot doel om door middel van verschillende projecten het vakmanschap in de opsporing te vergroten, fouten te voorkomen en risico’s te minimaliseren. Het Openbaar Ministerie is nauw betrokken bij de uitvoering van het Masterplan. Onvolkomenheden in de opsporing worden geregeld geïnventariseerd en er wordt actie ondernomen om deze in de toekomst te voorkomen.
    Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie mij meegedeeld dat in de onderhavige zaak het politiekorps Midden en West Brabant zijn verantwoordelijkheid heeft genomen door de betreffende medewerkers uit het operationele opsporingsproces te halen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z04065
Volledige titel: Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «belastinggeld voor bendeleden» (ingezonden 1 maart 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2202
Volledige titel: Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «belastinggeld voor bendeleden» (ingezonden 1 maart 2011).