Kamervraag 2011Z00202

De inzet van alfahulpen in de thuiszorg door gemeenten

Ingediend 10 januari 2011
Beantwoord 9 februari 2011 (na 30 dagen)
Indiener Renske Leijten
Beantwoord door
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00202.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1369.html
1. Zorgvisie.nl, «Breda stapt over op alfahulpen in de Wmo», 22 oktober 2010.
2. 31 795
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat de gemeente Breda streeft naar het contracteren van zoveel mogelijk alfahulpen en zo min mogelijk reguliere zorginstellingen?1
  • Vraag 2
    Wat is uw oordeel over de keuzevrijheid van inwoners van Breda die aangewezen zijn op huishoudelijke verzorging?
  • Vraag 3
    Deelt u de observatie dat de gemeente Breda de keuzevrijheid inperkt door een taakstelling van drie miljoen euro te verbinden aan het streven naar een zo groot mogelijk aandeel van alfahulpen in de thuiszorg? Kunt u uw antwoord toelichten?
  • Vraag 4
    Bent u van oordeel, conform de «Wet Bussemaker», dat een gemeente haar inwoners die aangewezen zijn op zorg eerlijk moet voorlichten over de mogelijkheden van zorg in natura, via een zorginstelling, en de optie van een alfahulp, waarbij de zorgbehoevende werkgever wordt?2 Zo ja, doet Breda dit op gepaste wijze? Zo nee, waarom niet?

    De gemeente dient haar burgers adequaat en zorgvuldig te informeren over de keuzemogelijkheden van de verschillende vormen van huishoudelijke hulp die zij biedt. Met de wetswijziging van de Wmo per 1 januari 2010 is onder andere de «informed consent» in de wet opgenomen. Ik vind het belangrijk dat gemeenten deze «informed consent» zorgvuldig invullen.
    De gemeente Breda legt bij alle nieuwe verzoeken tot huishoudelijke hulp, zo geeft men aan, huisbezoek af door klantmanagers op HBO-niveau. Daarbij wordt zowel mondeling als schriftelijk informatie gegeven over de mogelijkheden die er zijn om huishoudelijke hulp te krijgen. Als een burger voor een alfahulp kiest, wordt daarna verwezen naar een speciale website (www.alfachequebreda.nl) met nog meer informatie over deze optie.
    Vervolgens is het aan de burger om te bepalen welke vorm van huishoudelijke hulp het best bij hem of haar past: in natura, in de vorm van een pgb via een overeenkomst van opdracht of als volledig werkgever, of in de vorm van een financiële tegemoetkoming en gebruikmakend van de regeling dienstverlening aan huis.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat het gepast en wenselijk is om zorgbehoevende mensen in de rol van werkgever te dwingen? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot een taakstellende bezuiniging door uit te gaan van de overstap van vele zorgbehoevenden naar de alfaconstructie?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u bereid de gemeente Breda te wijzen op de plicht dat zij haar inwoners die aangewezen zijn op huishoudelijke zorg een eerlijke keuze moet bieden met eerlijke informatieverstrekking en dat zij hen niet mag dwingen te kiezen voor een alfahulp? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer een afschrift sturen?

    Zoals aangegeven, is de gemeente Breda op geen enkele wijze van plan om sturend te willen optreden in de keuze die de burger uiteindelijk maakt ten aanzien van de vorm waarin deze de huishoudelijk hulp wil ontvangen.

  • Vraag 7
    Bent u van mening dat een gemeente altijd dient te zorgen voor gecontracteerde zorginstellingen voor het uitvoeren van de huishoudelijke verzorging, juist in het kader van de keuzevrijheid van de inwoners? Zo ja, hoe beoordeelt u de wens van Breda om op termijn geen zorginstellingen meer te contracteren? Zo nee, kunt u dat toelichten?

    In artikel 6 van de Wmo is opgenomen dat een gemeente bij een individuele voorziening de keuze moet bieden tussen een voorziening in natura en een hiermee vergelijkbaar en toereikend pgb. Een gemeente zal een individuele voorziening dus altijd in de vorm van een natura-verstrekking dienen aan te bieden.
    De tarieven voor de verschillende vormen van huishoudelijke hulp lopen uiteen. Over het algemeen kent de in natura variant het hoogste tarief. De voorkeuren van de cliënten bepalen in welke verhouding de verschillende vormen van huishoudelijke hulp worden afgenomen.
    Uit navraag bij de gemeente Breda blijkt dat zij niet de wens heeft om op termijn geen zorginstellingen meer te contracteren.

  • Vraag 8
    Kunt u uiteenzetten of u het realistisch vindt dat de gemeente Breda verwacht dat zorginstellingen in staat zullen zijn om voor minder dan het uurbedrag van alfahulpen verantwoorde zorg te bieden? Wilt u uw antwoord toelichten?1

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Is uw oordeel dat het beroep van thuishulp een volwaardige baan moet kunnen zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Ja. Een thuiszorgmedewerker kan op verschillende manieren werkzaam zijn, bijvoorbeeld in loondienst van een zorginstelling (waarbij de CAO van toepassing is), in loondienst van een cliënt, al dan niet via de «regeling dienstverlening aan huis», of als zelfstandige zonder personeel. Aan iedere relatievorm zitten voor- en nadelen, onder meer op het gebied van salaris, sociale zekerheid, pensioen en in de vrijheid om de eigen werktijden in te delen. Bij elke relatievorm behoren dus verschillende arbeidsvoorwaarden. Bij de huishoudelijke hulp in loondienst zijn het de werkgevers en de werknemers die samen het arbeidsvoorwaardenpakket bepalen.

  • Vraag 10
    Bent u bereid, desnoods via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), te onderzoeken welke gemeenten ook taakstellingen hebben op de inzet van alfahulpen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer de uitkomst van dit onderzoek tegemoet zien?

    Nee, ik zie onvoldoende aanleiding voor en meerwaarde in een dergelijk onderzoek.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z00202
Volledige titel: Vragen van het lid Leijten (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inzet van alfahulpen in de thuiszorg door gemeenten (ingezonden 10 januari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1369
Volledige titel: Vragen van het lid Leijten (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inzet van alfahulpen in de thuiszorg door gemeenten (ingezonden 10 januari 2011).