Kamervraag 2010Z18440

Publicaties van Wikileaks

Ingediend 3 december 2010
Beantwoord 12 januari 2011 (na 40 dagen)
Indieners Ard van der Steur (VVD), Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD), Atzo Nicolaï (VVD)
Beantwoord door
Onderwerpen openbare orde en veiligheid staatsveiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z18440.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1038.html
1. Webwereld, «Iedereen» heeft toegang tot «geheim» netwerk VS’, 29 november 2010.
  • Vraag 1
    Is het waar dat veel van de informatie die door Wikileaks is gepubliceerd afkomstig is van SIPRNET?1

    Navraag bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken leert dat het ministerie informatie uitwisselt via een geclassificeerd systeem. Over de vragen hoe het systeem wordt beheerd en wie daartoe toegang heeft worden gezien de classificatie van het systeem geen mededelingen gedaan.

  • Vraag 2
    Is het waar dat SIPRNET een netwerk is dat wordt beheerd door zowel de NSA, DIA als de Joint Staff J-6?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Is het waar dat bijna 3 miljoen mensen toegang hebben tot dit systeem, terwijl alle informatie geheim of hoger geclassificeerd zou zijn (of moeten zijn)?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Op welke wijze inventariseert de Nederlandse regering hoe bondgenoten van Nederland gevoelige informatie opslaan?

    Binnen het NAVO-bondgenootschap geldt een systeem van informatie-uitwisseling dat strikte procedures en protocollen kent ter beveiliging. Er zijn strenge voorschriften voor zowel de fysieke beveiliging als de toegang tot de informatiesystemen. Toegang tot de informatie is afhankelijk van de rubricering van de betreffende informatie. Deze regels zijn voor alle bondgenoten gelijk, en worden op dezelfde wijze geïmplementeerd. Elke twee jaar worden NAVO-inspecties uitgevoerd ter controle van de systemen en ter controle van de mate van naleving van de toegangsregelingen. Indien er tijdens deze controles onvolkomenheden worden waargenomen, kan het ertoe leiden dat het betreffende land – tijdelijk – wordt afgesloten van het systeem. Voor EU-gerubriceerde informatie gelden soortgelijke regelingen.
    De Nederlandse regering heeft geen inzage hoe bondgenoten en andere landen verder (afgezien van wat betreft NAVO/EU-data) hun systemen t.b.v. veiligstellen gevoelige informatie hebben ingericht. Wel vindt er in algemene zin informatie-uitwisseling plaats over de technische mogelijkheden van beveiliging van informatie, maar uiteindelijk blijft de beveiliging en de vaststelling van de voorwaarden voor uitwisseling van informatie de verantwoordelijkheid van het betreffende land zelf.

  • Vraag 5
    Op welke wijze inventariseert de Nederlandse regering wie daar vervolgens allemaal toegang toe heeft?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven of de toegang tot (andere) gegevens die uitgewisseld worden (bijvoorbeeld passagiersgegevens) duidelijk begrensd is? Kunt u dat ook concreet uiteenzetten?

    Passagiersgegevens worden niet door de Nederlandse overheid aan de Amerikaanse overheid verstrekt. Luchtvaartmaatschappijen zijn krachtens Amerikaans recht verplicht om deze gegevens te verstrekken aan het Bureau of Customs and Border Protection. De beveiliging van de aldus verstrekte gegevens is primair een zaak van Amerikaans recht. In de PNR-Overeenkomst 2007 – die nog niet door het Europees Parlement is goedgekeurd, maar wel voorlopig wordt toegepast – wordt in het kader van regeling van de toegang en verdere verwerking van die gegevens verwezen naar een aantal van die voorschriften van Amerikaans recht (punt V van de bijlage bij de PNR-Overeenkomst 2007, Trb. 2008, nr. 75).
    In punt VII van de bijlage bij de PNR-Overeenkomst 2007 is geregeld onder welke voorwaarden de gegevens bij het Bureau of Customs en Border Protection blijven bewaard en hoe de toegang daartoe is geregeld. Verder is in punt II van de bijlage bij de PNR-Overeenkomst 2007 geregeld onder welke voorwaarden deze gegevens door het Bureau of Customs and Border Protection mogen worden verstrekt aan andere instanties binnen en buiten de Verenigde Staten. In zijn brief van 20 juli 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 31 735, nr. 7) heeft de toenmalige Minister van Justitie verslag gedaan van de evaluatie van de PNR-Overeenkomst 2007. Daarin zijn geen specifieke tekortkomingen op het gebied van de beveiligingsmaatregelen geconstateerd.

  • Vraag 7
    Gaat de Nederlandse regering om opheldering vragen inzake de publicaties van Wikileaks?

    Nederland is vooraf door de Amerikaanse ambassade in Den Haag geïnformeerd dat Nederland in de aankomende publicaties genoemd zou kunnen worden. Met de ambassade is afgesproken dat deze ons op de hoogte stelt zodra men aanwijzingen heeft dat er publicaties die Nederland betreffen naar buiten zouden komen. De Nederlandse regering gaat er van uit dat de Verenigde Staten maatregelen neemt om dergelijke lekken in de toekomst te voorkomen.

  • Vraag 8
    Bent u voornemens om in overleg te treden met bondgenoten als het gaat om hoe gegevens worden opgeslagen en wie daar toegang tot heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, zal dit in de Nederlandse wet geborgd worden?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening dat (naar aanleiding van dit soort publicaties) goed gekeken moet worden met wie bepaalde gegevens worden gedeeld, wat voor garanties er zijn qua informatiebeveiliging en in hoeverre dit soort zaken voorkomen hadn kunnen worden? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te nemen? Zo nee, waarom niet?

    De affaire Wikileaks toont hoe belangrijk het inderdaad is met wie en welke landen bepaalde informatie wordt gedeeld. Daarnaast is het van belang dat er in het internationale verkeer ruimte blijft voor landen om onderling op vertrouwelijke basis te communiceren, ook al bestaat er nooit een volledige garantie op absolute vertrouwelijkheid.
    In hoeverre er extra maatregelen moeten worden genomen wordt thans bezien, zoals ook door mij is toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken in reactie op een motie terzake van het lid Nicolai (VVD). De noodzaak en mogelijkheid van extra maatregelen zijn thans in onderzoek.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z18440
Volledige titel: Vragen van de leden Nicolaï, Van der Steur en Hennis-Plasschaert (VVD) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie over publicaties van Wikileaks (ingezonden 3 december 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1038
Volledige titel: Vragen van de leden Nicolaï, Van der Steur en Hennis-Plasschaert (VVD) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie over publicaties van Wikileaks (ingezonden 3 december 2010).