Gepubliceerd: 28 november 2025
Indiener(s): David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36850-V-2.html
ID: 36850-V-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2025‒2026

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,D.M. van Weel

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2025 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Aangezien in de suppletoire begroting september 2025 de HGIS mutaties niet zijn toegelicht worden de mutaties vanaf de 1e suppletoire begroting 2025 toegelicht.

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikel niveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt beschreven welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS. De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening. In de volgende tabellen worden de mutaties en de standen nader toegelicht:

  • 1. De 1e suppletoire begroting 2025 en de suppletoire begroting september 2025;

  • 2. De suppletoire begroting september 2025 en de 2e suppletoire begroting 2025.

Omdat onderstaande tabellen de wijzigingen in miljoenen euro weergeven kunnen er afrondingsverschillen ontstaan.

Tabel 2 Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf 1e suppletoire begroting 2025 tot september suppletoire begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Stand uitgaven 1e suppletoire begroting 2025 (zoals opgenomen in 1e suppletoire begroting 2025)

13.089

7.052

6.037

Correctie i.v.m. dubbeltelling overboekingen van en naar de HGIS

‒ 25

0

‒ 25

Stand uitgaven 1e suppletoire begroting 2025

13.064

7.052

6.012

Totaal mutaties 1e suppletoire begroting 2025 - suppletoire begroting september 2025

‒ 308

‒ 286

‒ 22

Stand uitgaven bij suppletoire begroting september 2025

12.755

6.766

5.989

In de 1e suppletoire begroting 2025 van BZ stond per abuis een bedrag van EUR 13.089 miljoen benoemd als zijnde de totale uitgaven binnen de HGIS. Dit had EUR 13.064 miljoen moeten zijn. Per abuis werd EUR 25 miljoen dubbel geteld waardoor de uitgaven EUR 25 miljoen hoger werden gerapporteerd dan dat deze daadwerkelijk geraamd werden. De per saldo neerwaartse bijstelling in 2025 van de HGIS tussen de 1e suppletoire begroting (voorjaarsnota 2025) en de suppletoire begroting september (miljoenennota) bedraagt EUR 308 miljoen, waarvan EUR 286 miljoen ODA en EUR 22 miljoen non-ODA.

Tabel 3 Oorzaken uitgavenmutaties HGIS vanaf 1e suppletoire begroting 2025 tot september suppletorie begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Macrobijstelling non-ODA agv prijsBBP

6

0

6

Kasschuif asiel

‒ 250

‒ 250

0

Kasschuif huisvesting agressietribunaal

‒ 33

0

‒ 33

Kasschuif steun aan Oekraïne

‒ 26

‒ 26

0

Saldo overige non-ODA kasschuiven

‒ 8

0

‒ 8

Per saldo effect van overboekingen van/naar de HGIS

2

0

2

Omlabeling migratiepartnerschappen

0

‒ 10

10

Totaal

‒ 308

‒ 286

‒ 22

Toelichting uitgaven:

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo af met EUR 308 miljoen ten opzichte van de stand bij de eerste suppletoire begroting 2025. Dit kent de volgende oorzaken:

  • 1. Als gevolg van de macrobijstelling volgend uit de MEV2026 stijgt het HGIS non-ODA budget met EUR 6 miljoen. Het ODA-budget blijft gelijk, omdat het kabinet het ODA-budget een keer per jaar bijstelt.

  • 2. In de september suppletoire begroting 2025 is EUR 250 miljoen van de begroting van Asiel en Migratie overgeheveld naar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Dit budget is vervolgens verschoven uit 2025.

  • 3. Het non-ODA budget daalt in 2025 met EUR 33 miljoen als gevolg van een kasschuif van het budget voor de verbouwing van het in Nederland te vestigen agressietribunaal voor Oekraïne.

  • 4. De middelen voor de niet-militaire steun aan Oekraïne zijn in het juiste ritme gezet middels een kasschuif. Hierdoor daalt het budget in 2025 met EUR 26 miljoen, dit budget komt beschikbaar in 2026 en 2027.

  • 5. De mutatie van EUR -8 miljoen is het per saldo effect van diverse kleinere kasschuiven op het non-ODA budget.

  • 6. De mutatie is van EUR 2 miljoen is het per saldo effect van diverse kleinere overboekingen van en naar de HGIS.

  • 7. Er is EUR 10 miljoen omgelabeld van ODA naar non-ODA in het kader van migratiepartnerschappen.

Tabel 4 Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf 1e suppletoire begroting 2025 tot september suppletoire begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Ontvangsten

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Stand ontvangsten VJN 2025

387

31

356

Mutaties

0

0

0

Stand ontvangsten SBS 2025

387

31

356

Tussen de 1e suppletoire begroting 2025 en de september suppletoire begroting 2025 zijn de ontvangsten binnen de HGIS niet gewijzigd. Daarom blijven de totale ontvangsten geraamd op EUR 387 miljoen.

Ten tweede worden de wijzigingen in de HGIS tussen de september suppletoire begroting 2025 en de 2e suppletoire begroting 2025 toegelicht.

Tabel 5 Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf september suppletoire begroting 2025 tot 2e suppletoire begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Stand uitgaven bij suppletoire begroting september 2025

12.755

6.766

5.989

Totaal mutaties suppletoire begroting september 2025 ‒ 2e suppletoire begroting 2025

22

34

‒ 11

Stand uitgaven bij 2e begroting september 2025

12.778

6.800

5.978

De HGIS is opwaarts bijgesteld tussen de suppletoire begroting september 2025 en de 2e suppletoire begroting 2025. Het betreft een opwaartse bijstelling van EUR 22 miljoen.

Tabel 6 Oorzaken uitgavenmutaties HGIS vanaf suppletoire begroting september 2025 tot tweede suppletorie begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Desalderingen

34

8

26

Saldo van overboekingen van en naar de HGIS

30

26

4

Geraamde onderuitputting binnen de HGIS

‒ 41

0

‒ 41

Totaal

22

34

‒ 11

  • 1. Bij de 2e suppletoire begroting worden ontvangsten gedesaldeerd met uitgaven. Hierdoor stijgen de uitgaven met EUR 34 miljoen. Het betreft een desaldering van EUR 8 miljoen op de ODA-ontvangsten en verschillende desalderingen van in totaal EUR 26 miljoen op de non-ODA-ontvangsten.

  • 2. Dit is het per saldo effect van diverse overboekingen van en naar de HGIS in 2025. De voornaamste mutatie binnen ODA ziet op een ophoging van het ODA-budget op de FIN-begroting van EUR 26 miljoen. Deze ophoging is het resultaat van een kapitaalbijdrage aan de Wereldbank - IBRD. Binnen non-ODA is de grootste mutatie EUR 2 miljoen, deze is het resultaat van een omlabeling op de IenW-begroting naar HGIS-budget vanwege uitgaven in het kader van de NAVO-top.

  • 3. Bij de 2e suppletoire begroting is zoals gebruikelijk de stand van de uitvoering binnen de HGIS bezien. Op enkele thema's wordt verwacht dat de kasuitgaven in 2025 niet volledig worden gerealiseerd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van EUR 41 miljoen.

Tabel 7 Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf september suppletoire begroting 2025 tot 2e suppletoire begroting 2025 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Ontvangsten

Totaal

w.v. ODA

w.v. non-ODA

Stand ontvangsten SBS 2025

387

31

356

Desalderingen

34

8

26

Stand ontvangsten NJN 2025

421

39

382

Toelichting ontvangsten:

  • De ontvangsten komen uit op EUR 421 miljoen, waarvan EUR 39 miljoen ODA en EUR 382 miljoen non-ODA.

  • De ontvangsten stijgen per saldo met EUR 34 miljoen, het betreft een stijging van EUR 8 miljoen op de ODA-ontvangsten en een stijging van EUR 26 miljoen op de non-ODA-ontvangsten.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een stijging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 13,4 miljoen in 2025. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2025 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende artikelen.

Tabel 8 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2025

Vastgestelde begroting 2025

 

12.254.727

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

13.070.676

Stand suppletoire begroting september 2025

 

13.396.412

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) NAVO Top

2.1

12.976

2) Bijdrage VN Crisisbeheersingsoperaties

2.4

‒ 12.500

3) Raad van Europa

3.3

‒ 1.280

4) Invoerrechten aan de Europese Unie

3.6

‒ 214.682

5) Consulaire systemen voor Nederlanders

4.1

3.300

6) Consulaire informatiesystemen voor vreemdelingen

4.2

4.700

7) HGIS-onverdeeld

6.1

‒ 10.408

8) Personele uitgaven

7.1.13

35.805

9) Materiële uitgaven

7.1.14

‒ 7.608

10) Overige mutaties

 

2.957

   

Stand 2e suppletoire begroting 2025

 

13.209.672

Toelichting

Artikel 2.1Het budget voor bondgenootschappelijke veiligheid stijgt met bijna EUR 13 miljoen in 2025. Dit is met name het gevolg van hogere kosten voor de NAVO-top. Ook stijgt de bijdrage aan de NAVO door een hogere indexatie van de pensioenen van NAVO-personeel.

Artikel 2.4Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde daalt met EUR 12,5 miljoen in 2025. Dit komt met name door het naar beneden bijstellen van de bijdrage voor VN crisisbeheersingsoperaties door de beëindiging van een VN vredesmissie.

Artikel 3.3Dit betreft een technische bijstelling van de contributie die Nederland betaalt aan de Raad van Europa.

Artikel 3.6De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie worden naar beneden bijgesteld met EUR 214,7 miljoen. Dit wordt primair veroorzaakt door het saldo-effect correctie invoerrechten.

Artikel 4.1Dit betreft een overboeking van artikel 7 naar artikel 4.1. Doordat de inschatting van het budget voor externe inhuur op artikel 7 hoger was dan de realisatie is het overschot overgeheveld naar artikel 4.1 om een tegenvaller t.a.v. de consulaire informatiesystemen te dekken.

Artikel 4.2Dit betreft een verzameling van mutaties. Het grootste deel van deze mutatie heeft betrekking op de vertraagde uitrol van een nieuw visumsysteem waardoor het huidige visumsysteem gelijktijdig ook langer moet worden aangehouden.

Artikel 6.1Het budget op artikel 6.1 wordt ingezet om hogere uitgaven op het apparaatsartikel van BZ te bekostigen.

Artikel 7.1.13De personele uitgaven stijgen met EUR 35,8 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een technische mutatie met betrekking tot externe inhuur (EUR 15 miljoen) en loonontwikkeling uit hoofde van de CAO Rijk (EUR 12,2 miljoen).

Artikel 7.1.14De materiële uitgaven laten per saldo een daling zien van EUR 7,6 miljoen. Dit komt onder meer door een hogere uitgave voor diverse informatiesystemen (EUR 9,2 miljoen) en een overheveling van uitgaven externe inhuur (EUR 16 miljoen) naar personele uitgaven.

Overige mutatiesDit betreft de som van overige kleine mutaties.

Ontvangsten

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 2,6 miljoen in 2025. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2025 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende artikelen.

Tabel 9 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2025

Vastgestelde begroting 2025

 

3.653.619

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

2.507.228

Stand suppletoire begroting september 2025

 

2.571.016

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's

2.40

9.500

2) Diverse ontvangsten EU

3.10

‒ 53.688

2) Consulaire diensten aan Nederlanders

4.10

1.500

3) Consulaire diensten aan vreemdelingen

4.20

3.000

4) Diverse ontvangsten

7.10

5.700

5) Overige mutaties

 

148

   

Stand 2e suppletoire begroting 2025

 

2.537.176

Toelichting

Artikel 2.40De ontvangsten stijgen met EUR 9,5 miljoen in 2025 door restituties vanuit andere overheidsorganen voor de NAVO-Top.

Artikel 3.10De raming van de perceptiekostenvergoeding daalt met EUR 53,7 miljoen. Dit wordt primair veroorzaakt door het saldo-effect correctie invoerrechten.

Artikel 4.10Op dit artikel is een meevaller van EUR 1,5 miljoen door hogere ontvangsten voor paspoortuitgiften. In 2014 is de geldigheidsduur van het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart voor personen die 18 jaar en ouder zijn verlengd van vijf naar tien jaar. Hierdoor zijn er nu veel paspoorten die weer verlengd moeten worden en is er een zogeheten 'paspoorten piek', waardoor de ontvangsten dit jaar hoger uitvallen.

Artikel 4.20Op artikel 4.20 is er een meevaller van EUR 3 miljoen door onverwacht hogere ontvangsten voor visa uitgiften.

Artikel 7.10De ontvangsten stijgen met EUR 5,7 miljoen door incidentele meerontvangsten op de in 2024 ingediende vorderingen van loonkosten lokaal personeel bij andere vakdepartementen.

Overige mutatiesDit betreft de som van overige kleine mutaties.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

131.937

4.984

136.921

     
 

Uitgaven

128.491

1.522

130.013

     

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

59.613

‒ 2.178

57.435

 

Subsidies (regelingen)

1.550

‒ 325

1.225

 

Internationaal recht

1.550

‒ 325

1.225

 

Opdrachten

0

45

45

 

Internationaal recht

0

45

45

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

58.063

‒ 1.898

56.165

 

Verenigde Naties

40.150

‒ 558

39.592

 

OESO

9.673

‒ 890

8.783

 

Internationaal Strafhof

5.240

0

5.240

 

Internationaal recht

3.000

‒ 450

2.550

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

51.911

4.000

55.911

 

Subsidies (regelingen)

16.722

317

17.039

 

Mensenrechtenfonds

16.722

317

17.039

 

Opdrachten

0

27

27

 

Mensenrechtenfonds

0

27

27

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

35.189

3.656

38.845

 

Mensenrechtenfonds

27.689

2.156

29.845

 

Mensenrechten multilateraal

7.500

1.500

9.000

1.3

Gastandbeleid internationale organisaties

16.967

‒ 300

16.667

 

Subsidies (regelingen)

15.052

‒ 300

14.752

 

Carnegiestichting

7.130

0

7.130

 

Vredespaleis

7.922

‒ 300

7.622

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.915

0

1.915

 

Internationaal Strafhof

725

0

725

 

Nederland Gastland

1.190

0

1.190

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Toelichting

Verplichtingen

Het het totale verplichtingenbudget van artikel 1 stijgt in 2025 met bijna EUR 5 miljoen. Het verplichtingenbudget is onder andere gestegen vanwege het Meerjarig Onderhouds Plan voor het Vredespaleis. Tegelijkertijd zijn er ook verplichtingen onder dit artikel verlaagd, omdat er voor strategische redenen is gekozen om het contract met OHCHR te verlengen met maar 1 jaar in plaats van meerjarig. Ook is het verplichtingenbudget van het mensenrechtenfonds van een aantal posten omlaag bijgesteld.

Uitgaven

De uitgaven voor 2025 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 89% juridisch verplicht (stand 27 oktober 2025).

Artikelonderdeel 1.1De bijdrage aan internationale organisaties valt in 2025 met ongeveer EUR 1,9 miljoen lager uit dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat de bijdrage aan de OESO lager uitvalt dan verwacht. Hiernaast valt de verplichte VN-contributie ook lager uit door een voordelige wisselkoers. Daarnaast heeft er ook een overheveling plaatsgevonden binnen het eigen artikel tussen internationaal recht en mensenrechten multilateraal ten behoeve van de OHCHR Accountability Branch.

Artikelonderdeel 1.2Op artikelonderdeel 1.2 is er een ophoging van het budget van in totaal EUR 4 miljoen. Een groot aandeel van deze ophoging, namelijk EUR 1 miljoen, komt door een toezegging van de minister in de Tweede Kamer, vastgelegd op 14 februari 2025, voor een extra bijdrage aan OHCHR in de Palestijnse Gebieden. Hiernaast heeft er een overboeking plaatsgevonden van EUR 2,1 miljoen vanuit de asiel middelen van de BHO begroting naar de BZ begroting voor het mensenrechtenfonds. Deze overboeking is nodig om de ODA bezuiniging op het mensenrechtenfonds te beperken en draagt ook bij aan de BHO doelstellingen.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

333.827

59.956

393.783

     
 

Uitgaven

372.747

3.225

375.972

     

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

63.100

14.426

77.526

 

Subsidies (regelingen)

964

4.613

5.577

 

Atlantische Commissie

964

0

964

 

Veiligheidsfonds

0

4.613

4.613

 

Opdrachten

38.900

12.976

51.876

 

NAVO-top Nederland 2025

38.900

12.976

51.876

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

23.236

‒ 3.163

20.073

 

NAVO

15.593

600

16.193

 

WEU

830

0

830

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2.428

‒ 1.293

1.135

 

Veiligheidsfonds

4.385

‒ 2.470

1.915

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

7.431

‒ 900

6.531

 

Subsidies (regelingen)

5.779

‒ 300

5.479

 

Anti-terrorisme instituut

500

0

500

 

Contra-terrorisme

1.997

300

2.297

 

Cyber security

3.032

‒ 1.290

1.742

 

Global Forum on Cyber Expertise

250

690

940

 

Bijdrage aan agentschappen

0

100

100

 

Cyber security

0

100

100

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.652

‒ 700

952

 

Contra-terrorisme

180

0

180

 

Cyber security

1.472

‒ 700

772

2.3

Wapenbeheersing

11.775

0

11.775

 

Opdrachten

623

0

623

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

547

0

547

 

Conferentie REAIM en follow up

76

0

76

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

11.152

0

11.152

 

IAEA

7.592

0

7.592

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1.560

0

1.560

 

CTBTO

2.000

0

2.000

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

153.319

‒ 12.778

140.541

 

Subsidies (regelingen)

28.353

1.557

29.910

 

Nederland Helsinki Comité

28

‒ 28

0

 

Stabiliteitsfonds

25.000

0

25.000

 

Training buitenlandse diplomaten

3.325

0

3.325

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

0

1.585

1.585

 

Opdrachten

4.083

‒ 291

3.792

 

Makandra

4.083

‒ 291

3.792

 

Bijdrage aan agentschappen

162

20

182

 

Makandra

162

20

182

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

119.607

‒ 12.950

106.657

 

OVSE

6.250

‒ 125

6.125

 

Stabiliteitsfonds

40.173

1.291

41.464

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

72.553

‒ 14.085

58.468

 

Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit

631

‒ 31

600

 

Nog te verdelen

1.114

‒ 1.114

0

 

Nog te verdelen

1.114

‒ 1.114

0

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

29.622

2.477

32.099

 

Subsidies (regelingen)

17.042

‒ 1.364

15.678

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

13.040

0

13.040

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4.002

‒ 1.364

2.638

 

Opdrachten

4.305

2.274

6.579

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4.305

2.274

6.579

 

Bijdrage aan agentschappen

1.055

‒ 131

924

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

681

‒ 131

550

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

374

0

374

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

7.220

1.698

8.918

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

7.220

364

7.584

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

0

1.334

1.334

2.6

Oekraine (V)

107.500

0

107.500

 

Subsidies (regelingen)

2.064

371

2.435

 

Nederland gastlandzaken t.b.v. Oekraine

1.000

0

1.000

 

Accountability Oekraïne

1.064

371

1.435

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

105.436

‒ 371

105.065

 

Accountability Oekraine

10.436

‒ 371

10.065

 

Humanitaire ontmijning

10.000

0

10.000

 

NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) TF

75.000

0

75.000

 

Versterken cyberweerbaarheid Oekraïne

10.000

0

10.000

 

Nog te verdelen

0

0

0

     
 

Ontvangsten

1.000

9.500

10.500

     

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van artikel 2 stijgt in 2025 met bijna EUR 60 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een wijziging van EUR 76,2 miljoen in verplichtingen voor het Stabiliteitsfonds ODA door een ontmijningstender die is verplaatst van 2024 naar 2025. De uitgavenmutaties van de NAVO-Top en het beëindigen van een VN vredesmissie leiden tevens tot significante verplichtingenmutaties. Daarnaast zijn er binnen artikel 2 verplichtingenmutaties vanwege het versimpelen van de budgetstructuur van de veiligheidsbudgetten.

Uitgaven

De uitgaven voor 2025 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 97% juridisch verplicht (stand 27 oktober 2025).

Artikelonderdeel 2.1Het budget voor bondgenootschappelijke veiligheid stijgt in 2025. Dit is met name het gevolg van hogere kosten voor de NAVO-top. Ook stijgt de bijdrage aan de NAVO door een hogere indexatie van de pensioenen van NAVO-personeel. Er zijn verschuivingen van budgetten tussen instrumenten op het veiligheidsfonds met als doel het versimpelen van de budgetstructuur.

Artikelonderdeel 2.4Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde daalt in 2025. Dit komt met name door het naar beneden bijstellen van de bijdrage voor VN crisisbeheersingsoperaties door de beëindiging van een VN vredesmissie. De bijdrage aan het ODA-deel van het Stabiliteitsfonds wordt naar boven bijgesteld met EUR 2,3 miljoen voor aanvullende projecten in de doellanden. Tot slot wordt er EUR 1 miljoen overgeheveld van het Stabiliteitsfonds naar de Civiele Missiepool (artikel 7) waardoor het totale budget voor bijdragen vanuit het Stabiliteitsfonds stijgt met EUR 1,3 miljoen.

Artikelonderdeel 2.5Het budget voor de bevordering van transitie in prioritaire gebieden stijgt in 2025. Dit is met name het gevolg van een tegenvaller van EUR 1,1 miljoen bij het Shiraka-programma door een nabetaling aan de RVO. Er wordt EUR 1,3 miljoen overgeheveld van de Defensie-begroting voor een project in Moldavië dat door het BIV gefinancierd wordt.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 2.40De ontvangsten stijgen met EUR 9,5 miljoen in 2025 door restituties vanuit andere overheidsorganen voor de NAVO-Top. Deze bedragen zijn door het Ministerie van Buitenlandse Zaken voorgeschoten.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

11.492.265

‒ 218.857

11.273.408

     
 

Uitgaven

11.763.695

‒ 218.857

11.544.838

     

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

6.744.332

‒ 2.989

6.741.343

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

6.744.332

‒ 2.989

6.741.343

 

BNI-afdrachten

5.009.030

‒ 2.989

5.006.041

 

BTW-afdrachten

1.499.293

0

1.499.293

 

Plastic-grondslag

236.009

0

236.009

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

38.644

0

38.644

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

38.644

0

38.644

 

Europees Ontwikkelingsfonds

38.644

0

38.644

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

23.984

‒ 1.280

22.704

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

23.984

‒ 1.280

22.704

 

Raad van Europa

16.723

‒ 1.280

15.443

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank

7.261

0

7.261

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

7.023

94

7.117

 

Subsidies (regelingen)

348

0

348

 

EIPA

348

0

348

 

Opdrachten

1.625

0

1.625

 

Europa College beurzenprogramma

190

0

190

 

EU-sanctiebeleid

1.435

0

1.435

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.050

94

5.144

 

Benelux bijdrage

5.050

94

5.144

3.5

Europese Vredesfaciliteit

267.046

0

267.046

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

267.046

0

267.046

 

Europese Vredesfaciliteit

267.046

0

267.046

3.6

Invoerrechten aan de Europese Unie

4.682.666

‒ 214.682

4.467.984

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.682.666

‒ 214.682

4.467.984

 

Invoerrechten

4.682.666

‒ 214.682

4.467.984

     
 

Ontvangsten

2.390.180

‒ 53.540

2.336.640

     
Tabel 13 Extracomptabel overzicht van de mutaties nationale afdrachten, invoerrechten, ontvangsten EU en vertragingsrente (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

2.390.180

‒ 53.540

2.336.640

     

3.10

Diverse ontvangsten EU

1.204.829

‒ 53.688

1.151.141

 

Diverse ontvangsten EU

1.204.829

‒ 53.688

1.151.141

 

Invoerrechten

1.170.371

‒ 53.688

1.116.683

 

Overige ontvangsten EU

34.458

0

34.458

3.11

Europees herstelfonds

1.185.101

0

1.185.101

 

Europees herstelfonds

1.185.101

0

1.185.101

 

Europees herstelfonds

1.185.101

0

1.185.101

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

148

398

 

Restitutie Raad van Europa

250

148

398

 

Restitutie Raad van Europa

250

148

398

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven voor 2025 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 99% juridisch verplicht (stand 31 oktober 2025).

Artikelonderdeel 3.1De BNI-afdrachten aan de Europese Unie nemen af met EUR 3 miljoen vanwege twee oorzaken:

  • 1. Actualisatie invoerrechten en overige ontvangsten n.a.v. DAB3/2025 (EUR -158,29 miljoen). De verlaging van de bni-afdracht is het gevolg van hogere ontvangsten uit invoerrechten en boete-inkomsten op EU-niveau.

  • 2. Aanpassing van het betalingenniveau voor 2025 (EUR 155,3 miljoen) naar aanleiding van DAB3/2025, waarin de Europese Commissie een hoger betalingenniveau voorstelt dan eerder voorzien. Hiervoor wordt nu een correctie doorgevoerd in de NL-raming van de EU-afdrachten.

Artikelonderdeel 3.63Dit betreft een technische bijstelling van de contributie die Nederland betaalt aan de Raad van Europa. Dit bedrag is ten laste gegaan van de de Begroting van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in plaats van die van Buitenlandse Zaken en derhalve op deze begroting naar beneden bijgesteld.

Artikelonderdeel 3.6De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie worden naar beneden bijgesteld met EUR 214,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

  • 1. TEM-nabetalingen: Er zijn meerdere nabetalingen voor Traditionele Eigen Middelen (TEM) aan de Europese Unie gedaan, totale som is EUR 550.000. Deze middelen zijn na aftrek van perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting.

  • 2. Saldo-effect correctie invoerrechten: Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten (TEM) om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze correctie leidt tot een daling in invoerrechten van 215 miljoen euro.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 3.10De raming van de perceptiekostenvergoeding daalt met EUR 53,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

  • 1. TEM-nabetalingen: Nederland ontvangt 25 procent van de bruto af te dragen invoerrechten (TEM) als perceptiekostenvergoeding. De TEM-nabetaling (EUR 550.000) zoals toegelicht bij artikelonderdeel 3.6 zorgt voor een verhoging van de perceptiekosten van EUR 120.000.

  • 2. Saldo-effect correctie invoerrechten: Nederland ontvangt 25 procent van de bruto af te dragen invoerrechten (TEM) als perceptiekostenvergoeding. Vanwege de lager dan verwachte invoerrechten, nemen ook de ontvangsten van de perceptiekostenvergoeding af met 53,8 miljoen euro.

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

50.881

20.643

71.524

     
 

Uitgaven

52.856

9.581

62.437

     

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

13.594

3.968

17.562

 

Subsidies (regelingen)

1.550

0

1.550

 

Gedetineerdenbegeleiding

1.550

0

1.550

 

Inkomensoverdrachten

540

0

540

 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

 

Opdrachten

11.504

3.968

15.472

 

Consulaire bijstand

384

700

1.084

 

Reisdocumenten en verkiezingen

4.629

0

4.629

 

Consulaire opleidingen

400

0

400

 

Consulaire informatiesystemen

6.091

3.268

9.359

4.2

Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

11.918

4.654

16.572

 

Opdrachten

10.218

4.700

14.918

 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

 

Visumverlening

1.850

0

1.850

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

 

Consulaire informatiesystemen

8.138

4.700

12.838

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.700

‒ 46

1.654

 

Bijdragen asiel en migratie

1.700

‒ 46

1.654

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

6.069

173

6.242

 

Subsidies (regelingen)

3.002

36

3.038

 

Internationaal cultuurbeleid

3.002

36

3.038

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.067

137

3.204

 

Internationaal cultuurbeleid

3.067

137

3.204

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

21.275

786

22.061

 

Subsidies (regelingen)

5.833

593

6.426

 

Instituut Clingendael

250

70

320

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

3.045

0

3.045

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

71

0

71

 

Publieksdiplomatie

2.147

115

2.262

 

Onderzoeksprogramma

100

‒ 70

30

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

220

18

238

 

Kennisplatform Oost-Europa

0

460

460

 

Opdrachten

13.264

‒ 132

13.132

 

Adviesraad Internationale Vraagstukken

628

60

688

 

Instituut Clingendael

2.250

1.276

3.526

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1.000

0

1.000

 

Algemene voorlichting

2.790

‒ 648

2.142

 

Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten

2.500

500

3.000

 

Onderzoeksprogramma

3.921

‒ 1.250

2.671

 

Kennisplatform Oost-Europa

175

‒ 155

20

 

Publieksdiplomatie

0

85

85

 

Bijdrage aan agentschappen

400

350

750

 

Verkeersnotificaties

400

350

750

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.778

‒ 25

1.753

 

Europese bewustwording

250

0

250

 

Publieksdiplomatie

1.528

‒ 25

1.503

     
 

Ontvangsten

91.465

4.500

95.965

     
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

91.465

4.500

95.965

     

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

20.500

1.500

22.000

 

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

20.500

1.500

22.000

 

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

20.500

1.500

22.000

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

70.765

3.000

73.765

 

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

70.765

3.000

73.765

 

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

70.765

3.000

73.765

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

0

200

 

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

0

200

 

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

0

200

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van artikel 4 stijgt in 2025 met EUR 20,6 miljoen. Circa EUR 9 miljoen hiervan is het resultaat van het aflopende subsidiekader gedetineerdenbegeleiding waarvoor een nieuw subsidiebeleidskader is uitgezet. Daarnaast wordt er EUR 7,1 miljoen additioneel verplichtingenbudget beschikbaar gesteld voor consulaire informatiesystemen. De resterende ophoging van het verplichtingenbudget bestaat uit diverse kleinere mutaties.

Uitgaven

De uitgaven voor 2025 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 81% juridisch verplicht (stand oktober 2025).

Artikelonderdeel 4.1Het kasbudget ten behoeve van consulaire systemen is opwaarts bijgesteld met EUR 3,3 miljoen omdat de verwachte kosten hoger uitvallen dan geraamd.

Artikelonderdeel 4.2Op artikelonderdeel 4.2 vinden diverse kleinere mutaties plaats. De voornaamste mutatie heeft betrekking op de vertraagde uitrol van een nieuw visumsysteem. Daarnaast vielen de kosten van een ICT-applicatie hoger uit.

Artikelonderdeel 4.4Door technische wijzigingen zijn er een aantal overhevelingen binnen het artikelonderdeel.

Ontvangsten

Artikel 4.10Op artikel 4.10 is een meevaller van EUR 1,5 miljoen door hogere ontvangsten voor paspoortuitgiften. In 2014 is de geldigheidsduur van het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart voor personen die 18 jaar en ouder zijn verlengd van vijf naar tien jaar. Hierdoor zijn er nu veel paspoorten die weer verlengd moeten worden en is er een zogeheten 'paspoorten piek', waardoor de ontvangsten dit jaar hoger uitvallen.

Artikel 4.20Op artikel 4.20 is er een meevaller van EUR 3 miljoen door hogere ontvangsten voor visa uitgiften.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Tabel 16 Niet-beleidsartikel 5 Geheim (Bedragen x €1000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

0

0

0

     
 

Uitgaven

0

0

0

     

5.10

Geheim

0

0

0

     
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld

Tabel 17 Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld (Bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

11.002

‒ 10.408

594

     
 

Uitgaven

11.002

‒ 10.408

594

     

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

11.002

‒ 10.408

594

 

Nog onverdeeld (HGIS)

11.002

‒ 10.408

594

 

Nog onverdeeld (HGIS)

11.002

‒ 10.408

594

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Toelichting

Nog niet gealloceerd budget binnen het non-ODA deel van de HGIS staat begroot op artikel 6.1 van de BZ-begroting. Dit budget is met name bedoeld voor het uitkeren van loon- en prijsbijstelling en het bekostigen van incidentele initiatieven binnen het non-ODA deel van de HGIS. Dit budget wordt bij de 2e suppletoire begroting met EUR 10,4 miljoen neerwaarts bijgesteld. Dat komt met name omdat er additioneel budget beschikbaar is gesteld voor apparaatsuitgaven die gestegen zijn.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Tabel 18 Apparaatsuitgaven (Bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.067.621

28.197

1.095.818

     
 

Uitgaven

1.067.621

28.197

1.095.818

     

7.1.13

Personele uitgaven

740.309

35.805

776.114

7.1.13.1

Eigen personeel

590.997

34.713

625.710

7.1.13.2

Inhuur externen

60.000

2.177

62.177

7.1.13.3

Overige personele uitgaven

89.312

‒ 1.085

88.227

     

7.1.14

Materiële uitgaven

327.312

‒ 7.608

319.704

7.1.14.1

ICT

72.807

‒ 6.940

65.867

7.1.14.2

Bijdrage aan SSO's

64.661

0

64.661

7.1.14.3

Overige materiële uitgaven

189.844

‒ 668

189.176

     
 

Ontvangsten

88.371

5.700

94.071

     

7.10

Diverse ontvangsten

88.371

5.700

94.071

7.11

Koersverschillen

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Bij de mutaties binnen het begrotingsartikel Apparaat zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven

Artikelonderdeel 7.1.13De uitgaven voor Eigen Personeel stijgen met EUR 34,7 miljoen. De belangrijkste mutaties die hieraan ten grondslag liggen zijn o.a.:

  • Een technische mutatie van EUR 15 miljoen met betrekking tot externe inhuur. Bij de eerste suppletoire begroting is EUR 39 miljoen overgeheveld van Eigen personeel naar Inhuur externen. Dit had EUR 24 miljoen moeten zijn en wordt daarom bij deze Tweede suppletoire begroting gecorrigeerd. Bij de mutatie in de eerste suppletoire begroting is per abuis aangenomen dat alle externe inhuur onder Eigen personeel (artikel 7.1.13.1) was begroot, terwijl ook een deel daarvan onder ICT (artikel 7.1.14.1) was opgenomen.

  • Loonontwikkeling voortvloeiende uit de CAO Rijk welke EUR 12,2 miljoen hoger uitvalt dan eerder begroot. De hogere loonkosten hangen samen met de afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 in werking zijn getreden. Deze kosten waren nog niet in de begroting opgenomen.

  • Personele inzet Oekraïne welke is verhoogd met EUR 3 miljoen.

Artikelonderdeel 7.1.14De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 7,6 miljoen. De belangrijkste mutaties die hieraan ten grondslag liggen zijn o.a.:

  • Overheveling van uitgaven voor externe inhuur begroot onder ICT (EUR 16 miljoen) naar artikel 7.1.13 Personele uitgaven.

  • Uitgaven voor informatiesystemen vallen hoger uit (EUR 9,2 miljoen) door diverse tegenvallers.

Ontvangsten

De ontvangsten stijgen met EUR 5,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door incidentele meerontvangsten op de in 2024 ingediende vorderingen van loonkosten lokaal personeel bij andere vakdepartementen.