Gepubliceerd: 16 september 2025
Indiener(s): Eelco Heinen (minister financiën, minister economische zaken) (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36820-IX-2.html
ID: 36820-IX-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën, E. Heinen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2025 van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Miljoenennota opgenomen.

2. Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

4.124.446

190.196

4.314.642

       

Uitgaven (1) + (2)

3.798.777

190.196

3.988.973

       

Apparaatsuitgaven (1)

3.615.865

116.895

3.732.760

       

Personele uitgaven

3.073.988

165.632

3.239.620

Eigen personeel

2.613.938

172.086

2.786.024

Inhuur externen

418.390

– 1.454

416.936

Overig personeel

41.660

– 5.000

36.660

       

Materiële uitgaven

541.877

– 48.737

493.140

ICT

49.894

– 5.000

44.894

Bijdrage aan SSO's

375.978

– 53.873

322.105

Overig materieel

116.005

10.136

126.141

       

Programma-uitgaven (2)

182.912

73.301

256.213

       

Garanties

181

0

181

Garantie procesrisico's

181

0

181

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.447

17

15.464

Waarderingskamer

2.489

17

2.506

Kadaster

2.933

0

2.933

Kamer van Koophandel

341

0

341

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

9.684

0

9.684

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.435

0

3.435

Internationale Douaneraad

0

0

0

Overige internationale organisaties

3.435

0

3.435

       

Opdrachten

413.542

88.164

501.706

ICT opdrachten

353.166

77.233

430.399

Overige opdrachten

60.376

10.931

71.307

       

Bijdrage aan agentschappen

14.059

0

14.059

Bijdrage Logius

4.287

3.000

7.287

Bijdrage overige agentschappen

9.772

– 3.000

6.772

       

(Schade)vergoeding

27.950

– 12.000

15.950

(Schade)vergoedingen

24.558

– 12.000

12.558

Vergoeding proceskosten

3.392

0

3.392

       

Rente

175.269

– 2.880

172.389

Belasting- en invorderingsrente

175.269

– 2.880

172.389

       

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

– 466.971

0

– 466.971

Toerekening uitgaven aan Douane

– 219.419

0

– 219.419

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

– 247.552

0

– 247.552

       

Ontvangsten (3) + (4)

207.765.782

1.815.080

209.580.861

       

Programma-ontvangsten (3)

207.654.333

1.778.880

209.433.212

       

waarvan: Belastingontvangsten

206.049.988

1.772.448

207.822.435

       

Bekostiging

230.864

0

230.864

Doorbelasten kosten vervolging

230.864

0

230.864

       

Rente

1.119.840

– 13.568

1.106.272

Belasting- en invorderingsrente

1.119.840

– 13.568

1.106.272

       

Boetes en schikkingen

253.641

20.000

273.641

Ontvangsten boetes en schikkingen

253.641

20.000

273.641

       

Apparaatsontvangsten (4)

111.449

36.200

147.649

Tabel 3 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

4.124.446

190.196

4.314.642

waarvan garantieverplichtingen

336

0

336

Garantie procesrisico's

336

0

336

waarvan overige verplichtingen

4.124.110

190.196

4.314.306

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven van de Belastingdienst worden in 2025 € 165,6 mln. hoger geraamd. Dit is met name het gevolg van stijgende loonkosten waarvoor de departementale begrotingen loonbijstelling ontvangen (€ 133 mln. in 2025 voor de Belastingdienst). Daarnaast wordt er vanaf de Aanvullende Post van de Rijksbegroting € 10 mln. voor 2025 overgeheveld ten behoeve van uitvoeringskosten van het aanvullend herstel box 3. Dit is aanvullend op de overheveling die bij 1e suppletoire begroting reeds heeft plaatsgevonden. Het gaat hierbij om uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3. Ook zijn de uitgaven hoger vanwege extra werkzaamheden voor andere ministeries (€ 9 mln.). Hier staan hogere ontvangsten tegenover (zie ontvangsten). De Belastingdienst ontvangt tevens een bijdrage van SZW voor de uitvoeringskosten die met het opheffen van het handhavingsmoratorium (in relatie tot de wet DBA) per 1 januari 2025 met zich meebrengt (€ 7,9 mln. in 2025).

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven worden in 2025 € 48,7 mln. lager geraamd. Dit betreft met name een herschikking van € 40 mln. van het budget voor overheadkosten wat onder dat instrument is geraamd naar ICT opdrachten (zie ook kopje hieronder) vanwege de stijgende ICT-uitgaven.

Opdrachten

De uitgaven onder opdrachten worden € 88,2 mln. hoger geraamd, waarvan € 77 mln. ICT opdrachten betreft. DG Belastingdienst kent stijgende ICT-uitgaven (programma). De stijging wordt veroorzaakt door i) sterke prijsstijgingen en ii) groei in politiek-bestuurlijke ICT-opdrachten, zoals de modernisering van het omzetbelasting en vervanging van het SAP-systeem.

(Schade)vergoedingen

De mutatie betreft een kasschuif van € 12 mln. naar 2027. Het betreft budget voor het tegemoetkomingsbeleid voor personen die nadelige gevolgen hebben ondervonden aan de Fraude Signalering Voorziening (FSV) of onterecht zijn afgewezen voor het traject Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Dit budget wordt in 2025 niet uitgegeven. De totale kasschuif in relatie tot FSV/MSNP is € 15,3 mln., waarvan € 3,3 mln. op externe inhuur.

Ontvangsten

Rente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit de Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB).

Boetes en schikkingen

De maandelijkse realisaties van de boeteontvangsten zijn hoger dan verwacht. De raming wordt daarom met € 20 mln. naar boven bijgesteld.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsontvangsten worden € 36,2 mln. hoger geraamd. Dit heeft te maken met hoger dan geraamde ontvangsten van het UWV voor de vangnetregeling (ziekteverzuim) en vanwege rijksbrede dienstverlening (O&P en ICT gerelateerd) onder beheer van de Belastingdienst waar ook uitgaven tegenover staan.

Belastingontvangsten

In de Miljoenennota 2026 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2025 toegelicht (zie hoofdstuk 2.6 – Horizontale ontwikkeling inkomsten en lasten en bijlage 4 – De belasting- en premieontvangsten. De aansluiting met de Miljoenennota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit.

Tabel 4 Belastingontvangsten (bedragen x 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Totaal belastingontvangsten

279.069.959

3.152.290

282.222.249

-/- Afdracht Gemeentefonds

46.255.633

1.356.077

47.611.710

-/- Afdracht Provinciefonds

3.778.949

200.013

3.978.962

-/- Afdracht BES-fonds

97.376

623

97.999

-/- Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

4.264.673

216.975

4.481.648

-/- Belastingontvangsten artikel 9 Douane

18.623.340

– 393.846

18.229.495

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

206.049.988

1.772.448

207.822.435

Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

(incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

30.964

2.948

33.912

       

Uitgaven

31.117

2.948

34.065

       

Bekostiging

7.910

– 1.118

6.792

Accountantskamer

1.460

21

1.481

Muntcirculatie

5.115

69

5.184

IMVO convenanten

32

2

34

Overig

1.303

– 1.210

93

       

Opdrachten

9.346

3.053

12.399

Wijzer in geldzaken

1.634

254

1.888

Vakbekwaamheid

4.660

0

4.660

Uitvoeringskosten SRH

0

0

0

Schadeloosstelling SRH

0

1.500

1.500

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

Overig

3.052

1.299

4.351

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

12.570

998

13.568

Bijdrage AFM BES-toezicht

737

32

769

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.112

90

2.202

Bijdrage toezicht en handhaving MIF

158

25

183

Bijdrage PSD II

397

31

428

Bijdrage FEC

4.532

684

5.216

Overig

4.634

136

4.770

       

Storting/onttrekking begrotingsreserve

625

0

625

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

0

0

0

Dotatie begrotingsreserve NHT

625

0

625

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

666

15

681

IASB

441

6

447

(Caribean) Financial Action Task Force

225

9

234

       

Ontvangsten

9.905

1.388

11.293

       

Bekostiging

2.000

0

2.000

Ontvangsten muntwezen

2.000

0

2.000

Toename munten in circulatie

0

0

0

       

Opdrachten

1.455

0

1.455

Wijzer in geldzaken

1.455

0

1.455

Convertabiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

       

Ontvangsten

6.450

1.388

7.838

Overig

6.450

1.388

7.838

Tabel 6 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

(incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

30.964

2.948

33.912

waarvan garantieverplichtingen

– 153

0

– 153

Garantie DGS BES

– 153

0

– 153

       

waarvan overige verplichtingen

31.117

2.948

34.065

Muntcirculatie

5.115

69

5.184

Vakbekwaamheid

4.660

0

4.660

Schadeloosstelling SRH

0

1.500

1.500

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.112

90

2.202

Bijdrage FEC

4.532

684

5.216

Overige betalingsverplichtingen

14.698

605

15.303

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Bekostiging

Overig

Voor 2025 is de post overig onder bekostiging met € 1,2 mln. naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling ziet op een overboeking naar de Belastingdienst. Het gaat hier om kosten die door de Belastingdienst gemaakt worden in het kader van het verbod op contante betalingen van boven de 3.000 euro.

Opdrachten

Schadeloosstelling SRH

De post schadeloosstelling SRH is met € 1,5 mln. omhoog bijgesteld voor 2025. Vanwege mogelijke uitbetalingen na afloop van het beroep en de juridische ondersteuning worden in 2025 al kosten gemaakt. Zodoende is € 1,5 mln. van het budget uit 2026 naar 2025 gehaald.

Overig

De post overig is met circa € 1,3 mln. omhoog bijgesteld voor 2025. Dit komt met name doordat kosten inzake de bijstand aan vitale sectoren door het Nationale Cybersecurity Centrum (NCSC) die eerst in 2026 verwacht werden al in 2025 benodigd zijn.

Ontvangsten

Overige ontvangsten

De overige ontvangsten zijn circa € 1,4 mln. omhoog bijgesteld. Dit ziet op hogere ontvangsten van het aan de staat toekomende deel van de boeteontvangsten en dwangsommen van DNB.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

(incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

74.942.021

– 1.400.256

73.541.765

       

Uitgaven

17.783.593

– 1.400.256

16.383.337

       

Garanties

20

0

20

Regeling Bijzondere Financieringen

20

0

20

       

Leningen

14.200.000

– 1.400.000

12.800.000

Lening TenneT

14.200.000

– 1.400.000

12.800.000

       

Opdrachten

4.704

– 341

4.363

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4.704

– 341

4.363

Opstart Invest International

0

0

0

       

Vermogensverschaffing/-onttrekking

3.574.000

0

3.574.000

Kapitaalinjectie TenneT

3.000.000

0

3.000.000

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

Kapitaalinjectie Invest International

144.000

0

144.000

Kapitaalinjectie regionale netbeheerders

0

0

0

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.869

85

4.954

NLFI

4.869

85

4.954

       

Ontvangsten

1.911.555

730.575

2.642.130

       

Garanties

4.000

0

4.000

Premieontvangsten garantie TenneT

3.000

0

3.000

Premieontvangsten garantie FMO

1.000

0

1.000

       

Leningen

628.118

– 43.892

584.226

Renteontvangsten lening KLM

0

0

0

Renteontvangsten lening TenneT

628.118

– 43.892

584.226

       

Vermogensverschaffing/-onttrekking

1.274.937

774.467

2.049.404

Aan-/verkoop vermogenstitels

409.737

901.338

1.311.075

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

Dividenden staatsdeelnemingen

765.200

– 126.871

638.329

Winstafdracht DNB

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

0

0

0

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.500

0

4.500

NLFI

4.500

0

4.500

Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

74.942.021

– 1.400.256

73.541.765

waarvan garantieverplichtingen

51.966.760

0

51.966.760

Garantie FMO

– 33.240

0

– 33.240

Garantie TenneT

52.000.000

0

52.000.000

       

waarvan overige verplichtingen

22.975.261

– 1.400.256

21.575.005

Lening SRH

– 8.332

0

– 8.332

Lening TenneT

19.400.000

– 1.400.000

18.000.000

Kapitaalinjectie TenneT

3.000.000

0

3.000.000

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

Kapitaalinjectie Invest International

144.000

0

144.000

Overige betalingsverplichtingen

9.593

– 256

9.337

Verplichtingen en uitgaven

Leningen

De lening aan TenneT is in 2025 met € 1,4 mld. naar beneden bijgesteld. Dit deel van de leningsfaciliteit wordt van 2025 naar 2026 doorgeschoven, omdat een aantal investeringsuitgaven is verschoven in de tijd.

Ontvangsten

Leningen

Renteontvangsten lening TenneT

De raming van de rente-ontvangsten op de TenneT-lening wordt naar beneden bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten en de hoogte van de rente. Doordat de lening in 2025 € 1,4 mld. lager is dan begroot, worden de geraamde renteontvangsten daarop bijgesteld.

Vermogensverschaffing/ -onttrekking

Aan-/-verkoop vermogenstitels

De verwachte ontvangsten worden in 2025 met circa € 901 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door de verkoop van aandelen ABN AMRO. Dit betreft de stand tot en met 31 juli 2025. In de Kamerbrief van 25 juli 2025 is hierover geïnformeerd.

Dividenden staatsdeelnemingen

De totale dividenden voor de financiële en niet-financiële deelnemingen worden naar beneden bijgesteld. Ten aanzien van de financiële deelnemingen komt dit met name doordat ASN Bank1 geen dividend uitkeert over 2025 en doordat de dividendontvangsten afnemen door de verdere verkoop van de aandelen ABN AMRO. Voor de niet-financiële deelnemingen betreft het een beperkte positieve bijstelling als gevolg van de meest recente inzichten in de bedrijfsresultaten van verschillende staatsdeelnemingen.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

2.591.476

18.721.855

21.313.331

       

Uitgaven

992.282

– 252.900

739.382

       

Garanties

41.400

0

41.400

EIB pan-Europees garantiefonds

41.400

0

41.400

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

948.373

– 252.900

695.473

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

1.519

0

1.519

Wereldbank

652.518

0

652.518

EBRD

0

0

0

Kapitaalinleg ESM

252.900

– 252.900

0

Bijdrage EU voor rente Oekraïne

41.436

0

41.436

       

Leningen

0

0

0

Lening aan Oekraïne

0

0

0

       

Opdrachten

2.509

0

2.509

Technische assistentie

2.361

0

2.361

Overige opdrachten

148

0

148

       

Ontvangsten

58.427

0

58.427

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.733

0

3.733

Ontvangsten IFI's

3.733

0

3.733

       

Leningen

54.694

0

54.694

Aflossing lening Griekenland

0

0

0

Renteontvangsten lening Griekenland

54.694

0

54.694

Aflossing lening Oekraïne

0

0

0

Renteontvangsten lening Oekraïne

0

0

0

Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

2.591.476

18.721.855

21.313.331

waarvan garantieverplichtingen

1.407.067

18.974.755

20.381.822

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

0

203.981

203.981

Garantie aan DNB inzake IMF

57.124

0

57.124

ESM

1.364.000

0

1.364.000

EFSM

0

118.868

118.868

AIIB

– 1.678

0

– 1.678

Wereldbank

– 12.379

0

– 12.379

SURE

0

0

0

NGEU

0

3.127.190

3.127.190

MFA+

0

57.263

57.263

MFB-ULCM

0

78.045

78.045

Oekraïne faciliteit

0

102.624

102.624

SAFE – garantie

0

15.286.784

15.286.784

       

waarvan overige verplichtingen

1.184.409

– 252.900

931.509

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

0

0

0

Wereldbank

929.000

0

929.000

EBRD

0

0

0

Kapitaalinleg ESM

252.900

– 252.900

0

Bijdrage EU voor rente Oekraïne

0

0

0

Technische assistentie

2.361

0

2.361

Overige betalingsverplichtingen

148

0

148

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Voor een aantal garantieverplichtingen geldt dat Nederland garant staat voor haar aandeel in het EU-bni. De garanties kredieten EU-betalingsbalanssteun, EFSM, MFA+, MFB-ULCM en de Oekraïne faciliteit worden positief bijgesteld als gevolg van een actualisatie van het bni-aandeel op basis van de cijfers van de Europese Commissie.

NGEU

Next Generation EU (NGEU) is ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om het herstel van de gevolgen ervan te ondersteunen. Nederland Staat voor haar aandeel in het EU-bni garant voor NGEU. De bijstelling van € 3,1 mld. is het gevolg van een actualisatie van het bni-aandeel, de (verwachte) renteontwikkeling en de data over uitgegeven bonds en verstrekte leningen aan lidstaten onder NGEU.

SAFE garantie

Het «Security Action for Europe»-instrument (SAFE) is bedoeld om financiële steun te verlenen aan lidstaten om te voorzien in de toegenomen behoefte aan overheidsuitgaven voor de productie van defensiemateriaal en gezamenlijke aanschaf van defensieproducten en diensten te bevorderen. Lidstaten kunnen bij de Commissie leningen aangaan tot een maximum van in totaal € 150 mld. De bijstelling van € 15,3 mld. is het gevolg van een nieuwe nationale garantie gebaseerd op het Nederlandse bni-aandeel in het EU-bni en een inschatting van de rentekosten.

Overige verplichtingen

Kapitaalinleg ESM

De toetreding van Kroatië tot het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) startte het proces om de ESM-kapitaalsleutel (uit 2009) te herzien. Hieruit volgt dat Nederland een groter aandeel in de Europese economie en bevolking had dan voorheen. Nederland heeft toentertijd de aanvullende kapitaalstorting voor 2025 begroot om, indien nodig, voorafgaand aan de uiterlijke wijziging van de kapitaalsleutel op 1 januari 2026 de storting te kunnen doen. De verwachting is dat betaling van de aanvullende storting pas in 2026 nodig zal zijn, daarom wordt de reservering van 2025 naar 2026 geschoven.

Uitgaven

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Kapitaalinleg ESM

Zie: Overige verplichtingen – kapitaalinleg ESM

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

10.098.744

34.606

10.133.350

       

Uitgaven

155.744

85.106

240.850

       

Opdrachten

21.972

350

22.322

Kostenvergoeding Atradius DSB

21.119

350

21.469

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

750

0

750

Overige uitgaven

103

0

103

       

Garanties

63.000

52.900

115.900

Schade-uitkering ekv

57.000

50.500

107.500

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

6.000

0

6.000

Herverzekerde schades ekv – premies

0

2.000

2.000

Herverzekerde schades ekv – restituties na 2019

0

200

200

Herverzekerde schades ekv – restituties 1999–2019

0

100

100

Herverzekerde schades ekv – restituties voor 1999

0

100

100

       

Storting/onttrekking begrotingsreserve

70.772

31.856

102.628

Mutatie begrotingsreserve ekv

70.772

31.856

102.628

       

Ontvangsten

135.294

42.106

177.400

       

Garanties

109.175

39.656

148.831

Premies ekv

70.244

31.756

102.000

Premies herverzekering leverancierskredieten

7.000

0

7.000

Schaderestituties ekv voor 1999

26.743

100

26.843

Schaderestituties ekv vanaf 1999 tot 2019

528

100

628

Schaderestituties ekv na 2019

3.660

200

3.860

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

1.000

0

1.000

Herverzekerde schades ekv – schadeuitkeringen

0

7.500

7.500

       

Storting/onttrekking begrotingsreserve

26.119

2.450

28.569

Mutatie begrotingsreserve ekv

26.119

2.450

28.569

Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

(incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

10.098.744

34.606

10.133.350

waarvan garantieverplichtingen

10.000.000

0

10.000.000

Herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

Exportkrediet-verzekeringen

10.000.000

0

10.000.000

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

10.000.000

0

10.000.000

waarvan: vervallen garantieverplichtingen

0

0

0

       

waarvan overige verplichtingen

98.744

34.606

133.350

Kostenvergoeding Atradius DSB

21.119

350

21.469

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

750

0

750

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

6.000

0

6.000

Herverzekerde schades ekv – premies

0

2.000

2.000

Herverzekerde schades ekv – restituties na 2019

0

200

200

Herverzekerde schades ekv – restituties 1999–2019

0

100

100

Herverzekerde schades ekv – restituties voor 1999

0

100

100

Storting begrotingsreserve ekv

70.772

31.856

102.628

Overige betalingsverplichtingen

103

0

103

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Garanties

Schade-uitkering ekv

Vanwege de realisatie op dit moment wordt de raming van de niet-definitieve schades voor 2025 met € 43 mln. opgehoogd. Omdat de ekv een vraaggestuurd instrument is, kan de uiteindelijke stand van de niet-definitieve schades afwijken van de ramingen. Tevens vindt een (technische) correctie van € 7,5 mln. plaats voor de ontvangsten uit hoofde van herverzekeren, waardoor deze ontvangsten niet langer worden gesaldeerd onder deze post, maar apart inzichtelijk worden gemaakt onder de ontvangsten.

Herverzekerde schades ekv- premies

Voor de ekv kan ADSB een deel van het risico voor de Staat herverzekeren bij een andere (buitenlandse) Export Credit Agency (ECA). Er vindt nu een (technische) correctie plaats, waardoor de uitgaven en ontvangsten uit hoofde van herverzekeren voortaan apart inzichtelijk zijn.

Storting/onttrekking begrotingsreserves

De raming van de premies ekv wordt met € 31,8 mln. naar boven bijgesteld (zie toelichting bij belangrijkste mutaties ontvangsten). Aangezien de premieontvangsten in de begrotingsreserve worden gestort (uitgave voor de Financiënbegroting), wordt ook de raming van de storting naar boven bijgesteld. Daarnaast is sprake van een kleine bijstelling vanwege de (technische) correctie uit hoofde van herverzekeren.

Ontvangsten

Garanties

Premies ekv

Als een ekv-polis wordt afgegeven, is de verzekerde premie verschuldigd. De gerealiseerde premies zijn op dit moment hoger dan begroot en er worden nog premies verwacht. Mede daarom wordt de raming met € 31,8 mln. naar boven bijgesteld.

Herverzekerde schades ekv- schadeuitkeringen

Zie: Uitgaven – Schade-uitkering ekv

Storting/onttrekking begrotingsreserves

Deze bijstelling bestaat hoofdzakelijk uit een bijstelling vanwege de (technische) correctie uit hoofde van herverzekeren (€ 2,1 mln.).

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

4.264.673

216.975

4.481.648

       

Uitgaven

4.264.673

216.975

4.481.648

       

Bijdrage aan medeoverheden

4.264.673

216.975

4.481.648

Bijdragen aan gemeenten

3.815.100

226.900

4.042.000

Bijdragen aan provincies

449.573

– 9.925

439.648

       

Ontvangsten

4.264.673

216.975

4.481.648

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt er een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort (circa € 12 mln. in 2025). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw in verband met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. Deze uitgaven worden gedekt vanuit de belastingontvangsten. Daarnaast vindt er een jaarlijkse bijstelling van de raming van het BCF plaats (€ 205 mln. in 2025) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, betalingen van het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

833.964

60.078

894.042

       

Uitgaven (1) + (2)

833.964

60.078

894.042

       

Apparaatsuitgaven (1)

570.145

33.368

603.513

       

Personele uitgaven

565.149

25.843

590.992

Eigen personeel

544.803

611

545.414

Inhuur externen

19.676

21.200

40.876

Overig personeel

670

4.032

4.702

       

Materiële uitgaven

4.996

7.525

12.521

ICT

1.261

2.021

3.282

Bijdrage aan SSO's

0

1.000

1.000

Overig materieel

3.735

4.504

8.239

       

Programma-uitgaven (2)

263.819

26.710

290.529

       

Bekostiging

0

0

0

Overige bekostiging

0

0

0

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.488

25

1.513

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

1.488

25

1.513

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.281

28.163

29.444

Wereld Douane Organisatie

196

3

199

Bijdragen vertragingsrente EU

1.085

28.160

29.245

Bijdrage aan overige (inter)nationale organisaties

0

0

0

       

Opdrachten

24.977

– 3.137

21.840

ICT opdrachten

13.705

– 8.717

4.988

Overige opdrachten

11.272

5.580

16.852

       

Bijdrage aan agentschappen

3.514

1.658

5.172

Bijdrage overige agentschappen

3.514

1.658

5.172

       

Rente

13.000

0

13.000

Belasting- en invorderingsrente

13.000

0

13.000

       

(Schade)vergoeding

140

1

141

(Schade)vergoedingen

0

0

0

Vergoeding proceskosten

140

1

141

       

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

219.419

0

219.419

Toegerekende uitgaven van Belastingen

219.419

0

219.419

       

Ontvangsten (3) + (4)

18.646.045

– 393.846

18.252.200

       

Programmaontvangsten (3)

18.645.440

– 393.846

18.251.595

       

waarvan: Belastingontvangsten

18.623.340

– 393.846

18.229.495

       

Bekostiging

500

0

500

Doorbelasten kosten vervolging

500

0

500

       

Rente

17.600

0

17.600

Belasting- en invorderingsrente

17.600

0

17.600

       

Boetes en schikkingen

4.000

0

4.000

Ontvangsten boetes en schikkingen

4.000

0

4.000

       

Apparaatontvangsten (4)

605

0

605

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting zijn:

  • De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). Deze loon- en prijsbijstelling is nu naar rato doorgezet naar de begroting van Douane (€ 27,1 mln.).

  • Er is budget toegevoegd op eigen personeel vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor € 4,1 mln. voor het versterken van de grenstoezicht.

  • Binnen de Personele uitgaven heeft een budgetherschikking plaatsgevonden van eigen personeel naar externe inhuur (€ 21,2 mln.), voor onder andere het realiseren van de digitale transformatie. Met de digitale transformatie zet douane in op slimme handhaving door data gedreven te werk te gaan. Ook wordt er externe inhuur ingezet voor de operaties van de Douane. Hiermee worden achterstanden weggewerkt.

  • Hiernaast is er budget overgeheveld van eigen personeel naar materiële uitgaven en (€ 7,5 mln.). Zie toelichting onder «Materiële uitgaven».

Materiële uitgaven

Er is budget overgeheveld van eigen personeel naar materiële uitgaven (€ 7,5 mln.). voor onder andere hogere uitgaven voor end-user services en licenties en de rijksroosterapplicatie.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Vertragingsrente: er zijn nabetalingen gedaan over de Traditionele Eigen Middelen (TEM) aan de Europese Commissie. De Nederlandse douaneautoriteiten voeren een zelfanalyse uit op casussen waarvan de invoerrechten nog niet met zekerheid zijn vastgesteld of nog niet door de lidstaat zijn geïnd. Als gevolg van de zelfanalyses heeft Nederland de aansprakelijkheid op een aantal dossiers geaccepteerd. Dit heeft geleid tot circa € 10,2 mln. aan TEM nabetalingen via de begroting van Buitenlandse Zaken. De vertragingsrente op de nabetalingen bedraagt circa € 28,2 mln. en wordt door Douane verantwoord op Artikel 9 van de begroting Financiën.

Ontvangsten

Belastingontvangsten

Op artikel 9 Douane worden de belastingontvangsten begroot die geheven en geïnd worden via de Douanesystemen. Het gaat om invoerrechten, accijnzen, verbruiksbelasting, een deel van de omzetbelasting.

In de Miljoenennota 2026 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2025 toegelicht (zie hoofdstuk 2.6 – Horizontale ontwikkeling inkomsten en lasten en bijlage 4 – De belasting- en premieontvangsten). De aansluiting van de belastingontvangsten met de Miljoenennota is te vinden onder tabel 4.

Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

2.042.004

– 174.307

1.867.697

       

Uitgaven (1) + (2)

2.202.573

– 174.307

2.028.266

       

Apparaatsuitgaven (1)

646.353

– 29.397

616.956

       

Personele uitgaven

622.398

– 32.005

590.393

Eigen personeel

274.669

5.794

280.463

Inhuur externen

346.574

– 37.859

308.715

Overig personeel

1.155

60

1.215

       

Materiële uitgaven

23.955

2.608

26.563

ICT

275

5

280

Bijdrage aan SSO's

0

0

0

Overige materiële uitgaven

23.680

2.603

26.283

       

Programma-uitgaven (2)

1.556.220

– 144.910

1.411.310

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

106

2

108

Bijdrage overige ZBO's/RWT's

106

2

108

       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.130

0

4.130

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

4.130

0

4.130

       

Opdrachten

82.545

– 4.029

78.516

ICT opdrachten

27

500

527

Overige opdrachten

82.518

– 4.529

77.989

       

Bijdrage aan agentschappen

0

567

567

Bijdrage overige agentschappen

0

567

567

       

Bijdrage aan medeoverheden

130.658

115.240

245.898

Bijdrage aan medeoverheden

130.658

115.240

245.898

       

(Schade)vergoeding

1.089.229

– 256.690

832.539

Compensatie toeslagengedupeerden

269.603

– 18.447

251.156

Kwijtschelden private schulden

54.100

– 12.000

42.100

Herstelprogramma voor kinderen

113.518

– 10.818

102.700

Herstelregeling voor ex-partners

35.000

– 3.000

32.000

Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen

17.280

0

17.280

Aanvullende schade

522.548

– 212.428

310.120

Overige (schade)vergoedingen

77.180

3

77.183

       

Subsidies

2.000

0

2.000

Subsidie toeslagen herstel

2.000

0

2.000

       

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

247.552

0

247.552

Toegerekende uitgaven van Belastingen

247.552

0

247.552

       

Ontvangsten

0

320

320

Apparaatsontvangsten

0

320

320

Programma-ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er vinden verschillende mutaties op het personeelsbudget plaats, de belangrijkste zijn:

  • Er wordt circa € 25 mln. herstelbudget vanuit 2025 naar 2026 en 2027 geschoven om het budget aan te laten sluiten bij de uitvoering van de bezwaarbehandelingen.

  • Binnen het reguliere budget van Dienst Toeslagen vinden er enkele kasschuiven naar latere jaren plaats, met name voor de voortzetting van het verkenningsonderzoek alternatieve financiering kinderopvang (€ 1,7 mln.), voortzetting van ICT-uitvoeringswerkzaamheden (€ 2,2 mln.) en de uitvoering van de definitieve toekenning van de Kinderopvangtoeslag (€ 8 mln.).

Bijdrage aan medeoverheden

Om de verwachte declaraties vanuit gemeenten ten behoeve van de brede hulp aan toeslagengedupeerden te kunnen voldoen, wordt er in 2025 € 57,7 mln. herschikt naar de post bijdrage aan medeoverheden. Deze middelen zijn voornamelijk afkomstig uit de ontvangen prijsbijstelling en de ruimte die is ontstaan op de regelingen voor private schulden, ex-partners en de kindregeling als gevolg van het bijstellen van het verwachte aantal gedupeerden. Ook wordt er benodigd budget (€ 58 mln.) naar 2025 geschoven vanuit latere jaren.

(Schade)vergoeding

Er vinden verschillende mutaties op het budget (schade)vergoeding plaats, de belangrijkste zijn:

  • Er is in 2025 € 25,8 mln. ruimte ontstaan op de regelingen voor private schulden, ex-partners en de kindregeling als gevolg van het bijstellen van het verwachte aantal gedupeerden. Deze middelen worden herschikt naar de post bijdrage aan medeoverheden ten behoeve van de brede hulp aan toeslagengedupeerden en de verwachte declaraties van gemeenten.

  • Er wordt € 18,5 mln. overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de kosten die de Raad voor Rechtsbijstand in 2024 heeft gemaakt ten behoeve van de rechtsbijstandregeling voor toeslagengedupeerden.

  • Tot slot wordt er circa € 212 mln. aan compensatiemiddelen vanuit 2025 naar 2026 en 2027 verschoven in lijn met het verwachte moment van uitvoering van het nieuwe stelsel van aanvullende schaderoutes.

3. Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

27.129

– 442

26.687

       

Uitgaven

27.129

– 442

26.687

       

Opdrachten

21

1

22

Overige kosten

21

1

22

       

Rente

7.157

– 441

6.716

Rente vaste schuld

5.928

– 135

5.793

Rente vlottende schuld

1.229

– 306

923

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

Rente derivaten lang

0

0

0

Rente derivaten kort

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

0

       

Leningen

19.951

– 2

19.949

Aflossing vaste schuld

19.951

– 2

19.949

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

       

Ontvangsten

68.233

– 7.340

60.893

       

Rente

30

0

30

Rente vlottende schuld

30

0

30

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

Rente derivaten lang

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

0

       

Leningen

68.203

– 7.340

60.863

Uitgifte vaste schuld

40.000

0

40.000

Mutatie vlottende schuld

28.203

– 7.340

20.863

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De raming van de rentelasten vaste schuld neemt in 2025 af met € 135 mln. Het Ministerie van Financiën houdt op basis van de MEV-raming van het Centraal Planbureau (CPB) rekening met een hogere rente op de kapitaalmarkt in 2025. Echter, doordat een groter deel van de geraamde schulduitgifte op de kapitaalmarkt op een later moment in het jaar plaatsvindt dan eerder geraamd, nemen de verwachte rentelasten per saldo af.

Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld in 2025 is met € 306 mln. naar beneden bijgesteld met name als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld. Daarnaast houdt het Ministerie van Financiën rekening met een lagere rente op de geldmarkt op basis van de MEV-raming van het CPB.

Ontvangsten

Leningen

Mutatie vlottende schuld

De mutatie vlottende schuld betreft de toe- of afname van de uitstaande schuld op de geldmarkt. De geraamde mutatie van de vlottende schuld in 2025 is naar beneden bijgesteld met circa € 7,3 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

5.114

– 163

4.951

       

Uitgaven

5.114

– 163

4.951

       

Rente

2.414

– 163

2.251

Rente kasbeheer

2.414

– 163

2.251

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

       

Leningen

2.700

0

2.700

Verstrekte leningen

2.700

0

2.700

       

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

Mutaties in rekening courant en deposito

0

0

0

       

Ontvangsten

13.282

– 1.181

12.102

       

Rente

163

6

169

Rente kasbeheer

163

6

169

Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer

0

0

0

       

Leningen

1.363

21

1.384

Ontvangen aflossingen

1.363

21

1.384

       

Mutaties in rekening-courant en deposito's

11.756

– 1.207

10.549

Mutaties in rekening courant en deposito

11.756

– 1.207

10.549

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten uit hoofde van het kasbeheer neemt in 2025 af met € 163 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisaties. Ook zijn de nieuwe (lagere) rentestanden die volgen uit de MEV-raming van het Centraal Planbureau (CPB) verwerkt.

Ontvangsten

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten uit hoofde van het kasbeheer is € 6 mln. hoger dan bij de 1e suppletoire begroting 2025. Dit is met name het gevolg van een correctie voor de rentevergoeding op de betaalrekeningen die door de staat bij ING Bank worden aangehouden voor het betalingsverkeer van het Rijk. Door een technische onvolkomenheid bij ING Bank is er van het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2024 te weinig rente ontvangen. Dit is met een eenmalige betaling van circa € 3,5 mln. in 2025 gecorrigeerd.

Leningen

Ontvangen aflossingen

Binnen het kader van schatkistbankieren kunnen agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden een lening afsluiten. Op basis van de actuele inzichten is het de verwachting dat de aflossingen op de leningen met € 21 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

Mutaties rekening-courant en deposito

De raming van de mutaties van de standen van de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren wijzigt als gevolg van een nieuwe raming van deze mutaties voor de sociale fondsen. Mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

Tabel 18 Apparaatsuitgaven (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

457.375

17.536

474.911

       

Uitgaven

457.370

17.536

474.906

       

Personele uitgaven

292.933

6.505

299.438

Eigen personeel

271.813

5.645

277.458

Inhuur externen

20.208

724

20.932

Overig personeel

912

136

1.048

       

Materiële uitgaven

164.437

11.031

175.468

ICT

19.988

3.285

23.273

Bijdrage aan SSO's

51.606

1.971

53.577

Overig materieel

92.843

5.775

98.618

       

Ontvangsten

59.403

4.863

64.266

Apparaatsontvangsten

59.403

4.863

64.266

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De mutatie op personele uitgaven van € 6,5 mln. zijn met name het resultaat van:

  • Toevoeging van de loonbijstelling voor stijgende personeelsuitgaven uit hoofde van de cao Rijk (€ 13,9 mln. in 2025).

  • Een correctie van de HLA-taakstelling van materiële uitgaven naar personeel (- € 3,8 mln.).

  • Interne budgetherschikkingen naar materiële uitgaven (- € 2,3 mln.).

  • Een kasschuif voor de fiscale eerstelijnshulp bij de Belangenbehartiger Belastingplichtigen en Toeslaggerechtigden (BBT) (- € 1,4mln.).

Materiële uitgaven

De mutatie op materiële uitgaven zijn € 11 mln. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht:

  • Er is € 2,2 mln. toegevoegd aan de begroting voor de prijsbijstelling.

  • Er zijn budgetten herschikt vanuit personele uitgaven naar materiële uitgaven (€ 2,3 mln.).

  • De apparaatstaakstelling is herschikt vanuit materiële uitgaven (€ 6,6 mln.) naar personele uitgaven en ontvangsten.

Ontvangsten

Apparaatsontvangsten

  • Er zijn extra ontvangsten door verkoop van gouden munten door Dienst Roerende Zaken (€ 2,3 mln.).

  • De apparaatstaakstelling HLA is voor € 2,8 mln. gecorrigeerd van materiële uitgaven naar ontvangsten.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 19 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

(incl. suppletoire begrotingen) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

256.077

– 233.468

22.609

       

Uitgaven

256.077

– 233.468

22.609

       

Nog te verdelen

256.077

– 233.468

22.609

Loonbijstelling

188.121

– 188.121

0

Prijsbijstelling

47.487

– 47.487

0

Nog te verdelen

20.469

2.140

22.609

       

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

Het budget is met € 233,5 mln. verlaagd ten opzichte van de laatst vastgestelde begroting. De loon- en prijsbijstelling, die bij de 1e suppletoire begroting is ontvangen, is naar rato doorverdeeld over de beleidsartikelen en het apparaatsartikel.