Vastgesteld 29 september 2025
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 september 2025 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 26 september 2025 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, O. van Dijk
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Vragen en antwoorden
1
Met het oog op welke investeringen zijn de leningen aan Curaçao en Sint Maarten verstrekt?
Voor Curaçao betreft het investeringen in de infrastructuur, digitalisering, de kustwacht en brandweer, het aansluiten op de CELIA-datazeekabel, onderwijs, gezondheid, milieu en natuur.
Voor Sint Maarten betreft het de aanschaf en installatie van noodstroom generatoren, investeringen in het gevangeniswezen, de aanschaf van ICT-apparatuur en de aankoop van grond voor woningen en gemeenschapscentra.
2
Is de Kamer al eerder ingelicht over de verstrekking van deze leningen door de toezending van het Toetsingskader Risicoregelingen rijksoverheid? Zo nee, wanneer kan de Kamer dit toetsingskader tegemoet zien?
De Kamer is nog niet eerder ingelicht. Het College Financieel Toezicht heeft in augustus positief geadviseerd op de leenverzoeken van zowel Curaçao als Sint Maarten. Conform artikel 16 van de Rijkswet financieel toezicht is Nederland vervolgens verplicht om in te schrijven op de lening. In de Suppletoire Begroting September zijn de middelen opgenomen, zodat Nederland in het najaar kan inschrijven op deze leenverzoeken. Na het verstrekken van de leningen worden de toetsingskaders gedeeld met de Kamer, conform de Procesbeschrijving Risicoregelingen.1