Gepubliceerd: 16 september 2025
Indiener(s): Heijnen
Onderwerpen: belasting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36816-2.html
ID: 36816-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de bepaling met betrekking tot het inzagerecht in het fiscale dossier zo wordt aangepast dat inzage kan worden verleend op een wijze die uitvoerbaar is voor de Belastingdienst en de Douane;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 66a komt te luiden:

Artikel 66a

  • 1. De inspecteur verleent ter zake van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen rijksbelastingen uiterlijk bij de bekendmaking van een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking jegens een belastingplichtige of inhoudingsplichtige inzage in de op de zaak betrekking hebbende stukken.

  • 2. De inspecteur stelt de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de belastingplichtige of inhoudingsplichtige beschikbaar via een digitaal portaal. De stukken blijven beschikbaar tot het moment dat de stukken zijn of worden vernietigd op grond van artikel 3 van de Archiefwet 1995.

  • 3. De inspecteur kan toepassing van het eerste en tweede lid achterwege laten voor zover geheimhouding om gewichtige redenen als bedoeld in artikel 7:4 van de Algemene wet bestuursrecht is geboden. Van de toepassing van deze bepaling wordt melding gemaakt in het digitale portaal.

  • 4. De voldoening of afdracht op aangifte, dan wel de inhouding door een inhoudingsplichtige, van een bedrag als belasting wordt voor de toepassing van het eerste lid aangemerkt als een voor bezwaar vatbare beschikking. In afwijking van het eerste lid verleent de inspecteur uiterlijk binnen een maand na de ontvangst van de betaling van de belasting door de ontvanger inzage in de op de zaak betrekking hebbende stukken.

B

Na artikel 66a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 66b

  • 1. Voorafgaand aan de aanwijzing van de rijksbelastingen bij algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 66a, eerste lid, kan de inspecteur ter zake van die rijksbelastingen, jegens een belastingplichtige of inhoudingsplichtige inzage verlenen in stukken die betrekking hebben op een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 2. Artikel 66a, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 67, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 66a» vervangen door «de artikelen 66a en 66b».

ARTIKEL II

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt met ingang van 1 januari 2032 als volgt gewijzigd:

A

In artikel 66a, eerste lid, vervalt «ter zake van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen rijksbelastingen».

B

Artikel 66b vervalt.

C

In artikel 67, tweede lid, onderdeel c, wordt «de artikelen 66a en 66b» vervangen door «artikel 66a».

ARTIKEL III

In de Gemeentewet wordt in artikel 236, eerste lid, na «62,» ingevoegd «66a, 66b,».

ARTIKEL IV

In de Gemeentewet vervalt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 236, eerste lid, «66b,».

ARTIKEL V

In de Provinciewet wordt in artikel 228 na «62,» ingevoegd «66a, 66b,».

ARTIKEL VI

In de Provinciewet vervalt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 228 «66b,».

ARTIKEL VII

In de Waterschapswet wordt in artikel 126 na «62,» ingevoegd «66a, 66b,».

ARTIKEL VIII

In de Waterschapswet vervalt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 126, eerste lid, «66b,».

ARTIKEL IX

In de Waterwet wordt in artikel 7.10, tweede lid, na «54,» ingevoegd «66a, 66b,».

ARTIKEL X

In de Waterwet vervalt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 7.10, tweede lid, «66b,».

ARTIKEL XI

In de Wet luchtvaart wordt in artikel 8a.39, tweede lid, «en 54» vervangen door «, 54, 66a en 66b».

ARTIKEL XII

In de Wet luchtvaart wordt met ingang van 1 januari 2032 in artikel 8a.39, tweede lid, «, 66a en 66b» vervangen door «en 66a».

ARTIKEL XIII

Artikel 66a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot belastingaanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen die zijn bekendgemaakt op of na de datum van aanwijzing van de desbetreffende rijksbelasting bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 66a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

ARTIKEL XIV

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 17 november 2021 ingediende voorstel van wet tot intrekking van de Archiefwet 1995 en vervanging door een nieuwe Archiefwet (Archiefwet 20..) (Kamerstukken 35 968) tot wet is of wordt verheven en artikel 12.12 van die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt in het in artikel I, onderdeel A, van deze wet opgenomen artikel 66a, tweede lid, «artikel 3 van de Archiefwet 1995» vervangen door «artikel 5.3 van de Archiefwet 20..»;

b. later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt na artikel 11.1 van die wet een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.1a Algemene wet inzake rijksbelastingen

In artikel 66a, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt «artikel 3 van de Archiefwet 1995» vervangen door «artikel 5.3 van de Archiefwet 20..».

2. Hetzij op het moment dat artikel 12.13 van de wet, bedoeld in het eerste lid, aanhef, in werking treedt, hetzij, indien artikel I, onderdeel A, van deze wet op een later moment in werking treedt, op dat moment, wordt de aanduiding «20..» in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, vervangen door het jaartal van het Staatsblad waarin de wet, bedoeld in het eerste lid, aanhef, wordt geplaatst.

ARTIKEL XV

Deze wet treedt in werking met ingang van 31 december 2025.

ARTIKEL XVI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,