Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het tarief voor de vliegbelasting te differentiëren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 72 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
luchthaven waar de vliegreis van de passagier eindigt ingevolge de vervoersovereenkomst.
B
Artikel 77 komt te luiden:
1. Het tarief per passagier bedraagt:
a. € 29,40 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied die, onderscheidenlijk dat, is opgenomen in bijlage A;
b. € 47,24 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied die, onderscheidenlijk dat, is opgenomen in bijlage B;
c. € 70,86 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied die, onderscheidenlijk dat, niet is opgenomen in bijlage A of bijlage B.
2. Het tarief per passagier bedraagt € 70,86 indien de eindbestemming van de passagier niet kan worden vastgesteld.
C
In artikel 79, eerste lid, tweede zin, wordt na «vindt plaats» ingevoegd «op een door de exploitant van de luchthaven voorgeschreven wijze en».
D
Bij de wet worden twee bijlagen gevoegd, luidende:
– Albanië;
– Andorra;
– Belarus;
– België;
– Bosnië en Herzegovina;
– Bulgarije;
– Cyprus;
– Denemarken, met inbegrip van de Faeröer, maar met uitzondering van Groenland;
– Duitsland;
– Estland;
– Finland;
– Frankrijk, met uitzondering van Frans Polynesië, Frans Guyana, Franse Zuidelijke en Antarctische Gebieden, Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Nieuw-Caledonië, Réunion, Saint Barthélemy, Saint-Pierre en Miquelon, Sint Maarten (Franse deel) en Wallis en Futuna;
– Griekenland;
– Hongarije;
– Ierland;
– IJsland;
– Italië;
– Kosovo;
– Kroatië;
– Letland;
– Liechtenstein;
– Litouwen;
– Luxemburg;
– Malta;
– Moldavië;
– Monaco;
– Montenegro;
– Noord-Macedonië;
– Noorwegen, met uitzondering van Svalbard (Spitsbergen), Jan Mayen en de van Noorwegen afhankelijke gebieden («biland»);
– Nederland, met inbegrip van Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten;
– Oekraïne;
– Oostenrijk;
– Polen;
– Portugal, met inbegrip van de autonome regio’s Madeira en de Azoren;
– Roemenië;
– San Marino;
– Servië;
– Slovenië;
– Slowakije;
– Spanje, met inbegrip van de autonome regio de Canarische Eilanden;
– Tsjechië;
– Vaticaanstad;
– het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van het Brits Kroonbezit, Akrotiri en Dhekelia en Gibraltar, maar met uitzondering van Anguilla, Bermuda, het Brits Antarctisch Territorium, het Brits Indische Oceaanterritorium, de Britse Maagdeneilanden, de Falklandeilanden, de Kaaimaneilanden, Montserrat, de Pitcairneilanden, Sint-Helena, Ascension en Tristan de Cunha, de Turks- en Caicoseilanden en Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden;
– Zweden;
– Zwitserland.
– Afghanistan;
– Algerije;
– Armenië;
– Azerbeidzjan;
– Bahrein;
– Benin;
– Burkina Faso;
– Centraal-Afrikaanse Republiek;
– Egypte;
– Eritrea;
– Gambia;
– Georgië;
– Ghana;
– Groenland (Denemarken);
– Guinee;
– Guinee-Bissau;
– Irak;
– Iran;
– Israël;
– Jan Mayen (Noorwegen)
– Jemen;
– Jordanië;
– Ivoorkust;
– Kaapverdië;
– Kameroen;
– Kazachstan;
– Koeweit;
– Kirgizië;
– Libanon;
– Liberia;
– Libië;
– Mali;
– Marokko;
– Mauritanië;
– Niger;
– Nigeria;
– Oezbekistan;
– Oman;
– Palestijnse Gebieden;
– Qatar;
– Rusland;
– Saint-Pierre en Miquelon (Frankrijk);
– Saoedi-Arabië;
– Senegal;
– Sierra Leone;
– Sudan;
– Svalbard (Spitsbergen) (Noorwegen);
– Syrië;
– Tadzjikistan;
– Togo;
– Tunesië;
– Turkije;
– Turkmenistan;
– Tsjaad;
– Verenigde Arabische Emiraten.
Voor zover artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2026 wordt toegepast op het in artikel 77 van de Wet belastingen op milieugrondslag vermelde bedrag, worden de in artikel I, onderdeel B, vermelde bedragen met overeenkomstige toepassing van dat artikel gewijzigd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,