Kamerstuk 36812-6

Aanbieding pakket Belastingplan 2026

Dossier: Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

Gepubliceerd: 17 september 2025
Indiener(s): Heijnen
Onderwerpen: belasting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36812-6.html
ID: 36812-6

Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2025

Vandaag is het pakket Belastingplan 2026 door de Koning ingediend bij uw Kamer. In deze brief ga ik in op de inhoud van het pakket Belastingplan 2026, de behandeling en de uitvoerbaarheid van het pakket. Daarnaast blik ik vooruit op het box 3-dossier, waar ik mij als Staatssecretaris de komende periode voor zal inzetten. Verder wil ik samen met de uitvoering verder werken aan uitstekend functionerende uitvoeringsdiensten die goed in staat zijn om deze wettelijke taken uit te voeren. Zo zorgen we samen voor eerlijke en begrijpelijke belastingregels voor iedereen.

Graag wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om mijn ambtsvoorganger, de heer Van Oostenbruggen, te bedanken voor zijn inzet en behaalde resultaten als Staatssecretaris van Financiën. Zo heeft mijn ambtsvoorganger gezorgd voor een goede voorbereiding en totstandkoming van het pakket Belastingplan 2026 en is al veel belangrijk werk gedaan voor het box 3-dossier.

Prioriteiten voor de komende periode: Belastingplan en box 3

Fiscaliteit gaat constant door. Er zijn uiteenlopende doelen en doelgroepen waarvoor aanpassingen in het fiscale stelsel noodzakelijk zijn. Als Staatssecretaris ben ik in de unieke positie om aan de ene kant verantwoordelijk te zijn voor belastingwetten- en regels en aan de andere kant de uitvoering hiervan. Dit komt in het Belastingplan allemaal samen: met voorstellen voor nieuwe wetten en duidelijkheid over hoe dit kan worden uitgevoerd. Fiscaal beleid kan immers alleen slagen als het ook succesvol kan worden uitgevoerd.

Ik realiseer mij goed dat, gezien de demissionaire status van het kabinet, steun in het parlement geen vanzelfsprekendheid is. Tegelijkertijd hoop ik dat met het pakket Belastingplan dat nu voorligt, u zult zien dat wij openstaan voor geluiden in uw Kamer. Ik hoop de komende periode in een constructieve en open dialoog het pakket Belastingplan in uw Kamer te behandelen.

Amendementen

Het is belangrijk om op gepaste wijze rekening te houden met de wensen en meerderheden in uw Kamer. Het staat uw Kamer uiteraard vrij om amendementen in te dienen op de wetsvoorstellen in het pakket Belastingplan 2026. Tegelijkertijd brengt het recht op indienen van amendementen een verantwoordelijkheid met zich mee om op zorgvuldige wijze met het indienen van amendementen om te gaan. Amendementen zijn geen vrijblijvende toevoegingen. Deze kunnen, wanneer aangenomen, daadwerkelijke en verstrekkende gevolgen hebben voor de uitvoering door de Belastingdienst en in bredere zin voor de samenleving. Het is van groot belang dat de potentiële gevolgen, dekking en effecten van amendementen vooraf goed worden gewogen. Ik roep daarom de leden van uw Kamer dan ook op om de nodige terughoudendheid en zorgvuldigheid te betrachten bij het indienen van en het stemmen over amendementen.

De amendementenservice van het Ministerie van Financiën is beschikbaar om Kamerleden hulp te bieden bij het opstellen van een juridisch en technisch juist amendement. Daarnaast stellen de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen korte uitvoeringsanalyses in de vorm van quickscans op de ingediende amendementen op.

Wet werkelijk rendement box 3

Naast het pakket Belastingplan is box 3 een fiscaal dossier dat niet kan wachten. Mijn voorgangers hebben op dit dossier al veel belangrijk werk gedaan, maar we zijn nog niet klaar. Er is een grote maatschappelijke en politieke wens om in box 3 het werkelijke rendement te belasten. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is een rechtvaardige manier van het belasten van inkomsten uit vermogen. Daarnaast worden hiermee de bezwaren tegen het huidige stelsel weggenomen. Het is mijn streven om per 1 januari 2028 een stelsel op basis van werkelijk rendement in te voeren. Inmiddels is het wetsvoorstel ingediend bij uw Kamer en is recent ook de nota naar aanleiding van het verslag met uw Kamer gedeeld. Om 1 januari 2028 te halen, is het noodzakelijk dat het wetsvoorstel op korte termijn behandeld wordt en uiterlijk 15 maart 2026 is aangenomen in de Tweede Kamer. Dit is noodzakelijk om zowel de Belastingdienst als banken en verzekeraars voldoende tijd te geven om hun systemen en software aan te passen voor het nieuwe stelsel. Hier zal ik mij voor inzetten, want niemand is namelijk gebaat bij verder uitstel van het nieuwe stelsel.

Het is mij uiteraard niet ontgaan dat er, bij onder andere uw Kamer, discussie bestaat over wat de beste wijze is van het belasten van werkelijk rendement. Het kabinet heeft gekozen voor een combinatie van een vermogensaanwas- en vermogenswinstsystematiek. Het is onze plicht om er samen voor te zorgen dat belastingheffing aansluit bij ontwikkelingen in de maatschappij. Wat mij betreft betekent dat nu in de eerste plaats dat de belasting in box 3 geheven kan worden op basis van het werkelijke rendement. Dat neemt niet weg dat er na invoering, op het moment dat een nieuw kabinet en een nieuwe Kamer dat te zijner tijd opportuun acht, nog ruimte blijft voor verbetering en doorontwikkeling van het nieuwe stelsel.

Uitvoerbaarheid

Het pakket Belastingplan 2026 is uitvoerbaar. Het overgrote deel van de maatregelen in het pakket Belastingplan 2026 heeft beperkte impact op de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen. Een goede en nauwe samenwerking tussen beleid en uitvoering heeft daaraan bijgedragen.

Zo zijn bij de vormgeving van de wetgeving en het moment van inwerkingtreding keuzes gemaakt om de maatregelen goed uitvoerbaar te maken. Dit geldt onder andere voor het wetsvoorstel Wet differentiatie tarief vliegbelasting en bij de aanpassingen groen beleggen. Ook is de moderniseringsopgave van de Belastingdienst in deze afwegingen betrokken. Zodoende zijn waar mogelijk maatregelen beperkt tot parameterwijzigingen. Met een aantal maatregelen wordt bovendien een verbetering voor burgers en tegelijkertijd verlichting van (toekomstige) uitvoeringslasten voorgesteld. Dit is het geval bij onder andere de maatregel met betrekking tot de verruiming van de ingangsdatum van de belastingrente en aangiftetermijn in de erfbelasting in het wetsvoorstel Belastingplan 2026.

Eerder is uw Kamer over de uitvoering van het amendement Omtzigt c.s.1 over inzage in het fiscaal dossier geïnformeerd.2 Het inzagerecht is op grond van de huidige wettekst niet uitvoerbaar. Met het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht wordt een aanpassing voorgesteld zodat inzage kan worden gegeven in het fiscale dossier op een manier die per 2032 wel uitvoerbaar is. Hierbij bestaat, gezien de omvang en complexiteit van het inzagerecht, de verwachting dat de uitvoeringskosten en personele gevolgen omvangrijk kunnen zijn. In de uitvoering wordt gekeken naar oplossingsrichtingen om de uitvoeringsgevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Ook met andere uitvoerders is goed samengewerkt. Zo is het Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens in nauwe samenwerking met de NEa vormgegeven.

Tegelijkertijd is het pakket als geheel geen vereenvoudiging. Zo vragen de maatregelen ter reparatie box 3-tegenbewijsregeling en de fiscale normering zakelijke markt voor voertuigen gericht op personenvervoer in het wetsvoorstel Belastingplan 2026 om IV-capaciteit binnen middelketens waar die capaciteit zeer beperkt is. Zo is om de fiscale normering van de zakelijke markt voor voertuigen gericht op personenvervoer per 1 januari 2027 inpasbaar te maken herprioritering nodig. Dit betekent een vertraging van drie tot zes maanden voor de planning van de modernisering voor de keten loonheffingen (uitfasering Cool:Gen).

Naast IV-capaciteit blijft ook de personele inzet een aandachtspunt. Het pakket Belastingplan 2026 vraagt vrijwel geen extra personele inzet van de Belastingdienst. Tegelijkertijd zijn er nieuwe werkzaamheden die de komende jaren door de Belastingdienst uitgevoerd moeten worden waar veel extra personele inzet voor nodig is. Dit is aan de orde bij onder andere de wet tegenbewijsregeling box 3 en wet werkelijk rendement box 3. Ook toezicht blijft van belang. Zo zien we dat voor een groot deel van de maatregelen in het pakket Belastingplan 2026 geen risico’s voor handhaafbaarheid en fraudebestendigheid worden voorzien. Waar dit wel het geval is moeten deze risico’s geaccepteerd worden. Het is van belang om te blijven doorwerken aan een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel en aandacht te blijven houden voor de uitvoeringsgevolgen. Nieuw beleid vraagt om een bewuste afweging en prioritering tussen beleidsdoelen, verbetering in de dienstverlening en het toezicht en modernisering van de ICT.

De inzichten van de Belastingdienst ten aanzien van de uitvoerbaarheid van het totaalpakket aan wijzigingen sinds Prinsjesdag 2025 worden nader toegelicht in de bijlage «Overzicht Uitvoerbaarheid Belastingdienst 2025». Hierin is onder meer de beleidsruimte per keten voor de komende jaren weergegeven. Ook is een overzicht opgenomen van de data waarop het nog mogelijk is aanpassingen in de systemen van de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen dit jaar door te voeren.

Overig

Samenstelling Belastingplan 2026

Voorgaande uit zich in de samenstelling van het pakket Belastingplan 2026, waarbij het kabinet ervoor heeft gekozen om maatregelen zoveel mogelijk als zelfstandig wetsvoorstel in te dienen of thematisch te bundelen in een verzamelwetsvoorstel. Het pakket Belastingplan 2026 bestaat uit de volgende wetsvoorstellen:

  • Wetsvoorstel Belastingplan 2026;

  • Wetsvoorstel Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport;

  • Wetsvoorstel Wet differentiatie tarief vliegbelasting;

  • Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht;

  • Wetsvoorstel Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024;

  • Wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting;

  • Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens; en

  • Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026.

Een nadere toelichting op de inhoud van het pakket Belastingplan 2026 en de wijze waarop dit pakket Belastingplan 2026 voorziet in noodzakelijke fiscale aanpassingen voor verschillende doelen en doelgroepen, is als bijlage bij deze brief opgenomen.

Tabellen marginale druk en fiscale sleuteltabel

Conform een toezegging aan de Eerste Kamer vindt u wederom de tabellen met de marginale druk voor verschillende werkende huishoudtypes bijgevoegd.3 Daarnaast ontvangt u de fiscale sleuteltabel voor 2026.

Certificering ramingstoelichtingen

De budgettaire ramingen van de belastingmaatregelen in het pakket Belastingplan 2026 worden nader toegelicht in de bijlage Ramingstoelichtingen. Het CPB beziet de ramingen van de budgettaire effecten van de belastingmaatregelen uit het pakket Belastingplan 2026. Met deze certificering wordt de kwaliteit en objectiviteit van de ramingen van belastingmaatregelen zo veel mogelijk geborgd, in navolging van het 15e advies van de studiegroep Begrotingsruimte 2016. Het CPB heeft het voorlopige resultaat van de certificering op zijn website geplaatst.

Uitgevoerde onderzoeken ten behoeve van het Belastingplan 2026

Ten behoeve van het Belastingplan 2026 zijn een aantal (externe) onderzoeken uitgevoerd, die onlangs zijn opgeleverd. Ten eerste is onderzoek gedaan naar mogelijke uitwijkeffecten onder de voorgestelde fiscale normering zakelijke markt voor voertuigen gericht op personenvervoer. Het gaat om een vragenlijst onder werkgevers (uitgevoerd door Ipsos, bijgevoegd), een vragenlijst onder werknemers (uitgevoerd door MuConsult, bijgevoegd) en een kwantitatieve analyse van mogelijke uitwijkopties (uitgevoerd door Revnext, bijgevoegd). Ten tweede is onderzoek gedaan naar de beprijzingsmaatregelen in het afvaldomein (uitgevoerd door Trinomics, bijgevoegd). Tot slot zijn de consequenties van het opschorten van de CO2-heffing industrie nader in kaart gebracht. Uw Kamer wordt hierover in een separatie brief van de Minister van Klimaat en Groene Groei nader geïnformeerd. Hiermee voldoet het kabinet ook aan een verzoek van de vaste commissie voor Financiën van 3 juli jl. om de consequenties van het opschorten van de CO2-heffing in relatie tot het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan te schetsen.

Afsluiting

In deze brief heb ik een toelichting gegeven op het pakket Belastingplan 2026 en het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3; een ander belangrijk dossier dat, ook in de komende periode, niet kan wachten. Ik hoop u hiermee inzichten te hebben gegeven die ook van pas zullen komen bij de behandeling van het pakket in uw Kamer. Ik kijk hier zeer naar uit en hoop op een goed debat met uw Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën, E.H.J. Heijnen