Ontvangen 17 september 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 16 Openbaar vervoer en spoor van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).
Goed en betaalbaar openbaar vervoer is van cruciaal belang voor de mobiliteit van mensen die naar hun werk, opleiding of bijvoorbeeld naar familie of vrienden reizen. De tickets van treinkaartjes stijgen in 2026 tussen de 6 en 9 procent. Eerdere afspraken tussen NS Reizigers en de rijksoverheid zijn in de begroting voor 2026 helaas niet opnieuw opgenomen. Hierdoor dreigt treinreizen voor een deel van de reizigers onbetaalbaar te worden. Dit vergroot het sociale isolement en kan er ook toe leiden dat mensen minder eenvoudig naar werk of opleiding kunnen reizen en beperkt ook in die zin de mobiliteit. Ook zullen mensen hierdoor mogelijk eerder kiezen voor het gebruik van de auto en dat heeft negatieve effecten op de drukte op de weg.
Ondanks dat het Rijk in de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2026 dus geen afspraken heeft willen maken over de beperking van de stijging van de tarieven heeft NS Reizigers inmiddels aangekondigd zelf wel kritisch naar de eigen bedrijfsvoering te kijken en hierdoor de tariefstijging deels te dempen. Dit zal er echter nog steeds voor zorgen dat de tarieven met tussen de 6 en 9 procent stijgen. Indiener vindt dit zeer onverstandig en daarom wordt met dit amendement voorgesteld om € 50 miljoen toe te voegen aan de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en dan specifiek bedoeld als voortzetting van de subsidie voor NS Reizigers. Met deze middelen wordt de extra verhoging van de tarieven bij NS Reizigers verder voorkomen.
De dekking van dit amendement wordt gevonden bij amendementen op het Belastingplan 2026. Indiener verwijst hierbij naar de voorstellen uit de moties van Jetten, Timmermans, Bontenbal, Dijk, Ouwehand, Dassen, Van Baarle, Bikker ingediend bij de Algemene Politieke Beschouwingen 2024 (Kamerstukken II 2024/25, 36 600, nrs. 12 en 13), zoals het in loondienst laten treden van medisch specialisten, ondoelmatige en ineffectieve fiscale regelingen en de instelling van de digitale dienstenbelasting.
De Hoop