Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 18.596

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 1.844

Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting worden, op grond van artikel 2.3 eerste lid van de Comptabiliteitswet 2016, elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Justitiële Uitvoeringsdienst, Toetsing, Integriteit, Screening (Justis), de Justitiële Informatiedienst (Justid) en de Justitiële ICT organisatie (JIO) voor 2026 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
Wetsartikel 3
De rechtspraak is, mede door de instelling van de Raad voor de rechtspraak en het principe van integraal management bij het besturen van de gerechten, verantwoordelijk voor het eigen beheer. Op grond van de bevoegdheidsverdeling is de Minister niet verantwoordelijk voor de doelmatigheid van de rechterlijke organisatie. Wel heeft de Minister een toezichthoudende verantwoordelijkheid. Conform artikel 93 van de Wet op de rechtelijke organisatie kan Onze Minister algemene aanwijzingen geven ten aanzien van de taken zoals genoemd in artikel 91, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op een goede bedrijfsvoering van de rechterlijke organisatie.
In deel B is naast de toelichting op beleidsartikel 32, waarin de beleidsdoelstelling ten aanzien van de rechtspleging wordt toegelicht, een apart hoofdstuk Raad voor de rechtspraak opgenomen. In dit hoofdstuk wordt de feitelijke vertaling van de aan de rechterlijke organisatie ter beschikking gestelde bijdrage in concrete beleidsdoelstellingen en prestaties van de Raad en de gerechten voor het jaar 2026 gegeven.
De Minister van Justitie en Veiligheid,Foort van Oosten
Met ingang van de begroting 2025 is het onderdeel Asiel en Migratie opgenomen in een eigen hoofdstuk van de Rijksbegroting (XX). De directe apparaatskosten voor het DG Migratie zijn lopende het begrotingsjaar 2025 overgeboekt van de begroting van JenV naar de begroting van AenM.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering voor zover deze voor 2 juli 2024 was opgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De taken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) worden dienovereenkomstig gewijzigd, hetgeen inhoudt dat enkel voor het jaar 2025 de Minister van JenV wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering.
Deze leeswijzer gaat onderstaand kort in op de hoofdonderdelen van de begroting.
Hoofdstuk 2: Beleidsagenda
In de beleidsagenda wordt ingegaan op de kernthema’s van JenV. In de beleidsagenda is onder andere opgenomen de veiligheidsagenda, een cijfermatig overzicht van de belangrijkste beleidsmatige mutaties, een overzicht met de meerjarige planning voor de strategische evaluaties en een overzicht van de risicoregelingen die vallen onder dit ministerie. In de openbaarheidsparagraaf wordt weergegeven hoe het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Asiel en Migratie gezamenlijk invulling geven aan de beleidsvoornemens over de uitvoering van de Woo.
Hoofdstuk 3 en 4: Beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen
In de (niet)beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven.Met het Ministerie van Financiën is de afspraak gemaakt dat de apparaatsuitgaven van de Hoge Raad, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming niet in het centrale apparaatsartikel 91 maar apart in beleidsartikel 32 (Hoge Raad), 33 (Openbaar Ministerie) en 34 (Raad voor de Kinderbescherming) worden opgenomen.
Hoofdstuk 5: Begroting agentschappen
De begroting van JenV heeft een aantal baten-lasten-agentschappen, waarbij in de begroting van een aantal van deze agentschappen een afwijkende lastencategorie is opgenomen, namelijk de categorie «(materiële) programmakosten». Onder deze categorie zijn de kosten opgenomen die samenhangen met de primaire taken van deze agentschappen. De betreffende kosten worden niet als apparaatskosten gekwalificeerd.
Hoofdstuk 6: Raad voor de rechtspraak
In het wetslichaam is een apart wetsartikel opgenomen voor de Raad voor de rechtspraak. In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. De Raad kent een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering en het baten-lastenstelsel. In de begroting van JenV is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op artikel 32 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad voor de rechtspraak niet in de begrotingsstaat inzake agentschappen is opgenomen. Voor de Raad is in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen, met daarin de gevolgen van de verstrekte bijdrage op het gebied van de bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 7: Wetgevingsprogramma
Het wetgevingsprogramma geeft een overzicht van de fase waarin de totstandkoming van de wetten zich bevindt. Hierbij worden negen fasen onderscheiden van interne voorbereiding tot bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In paragraaf 2.1 van de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van de volgende landenspecifieke aanbeveling: Uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en het REPowerEU versnellen.
Overzichtsconstructies
Het Ministerie van JenV levert een bijdrage aan de interdepartementale overzichtsconstructies Caribisch Nederland en de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). De coördinatie voor de eerste overzichtsconstructie is in handen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de coördinatie van de HGIS. Deze minister vervult gezien de portefeuilleverdeling van het demissionaire kabinet ook de coördinerende rol omtrent de verdeling van ontwikkelingssamenwerkingsgelden.
Inleiding
In een tijd waarin het kabinet demissionair is, blijft het waarborgen van onze rechtsstaat, onze veiligheid en het vertrouwen in onze instituties onverminderd van groot belang. Burgers moeten erop kunnen rekenen dat de overheid hen beschermt tegen onrecht, onveiligheid en ontwrichting. Ook in deze fase zetten we daarom vol in op het uitvoeren van bestaand beleid en het versterken van de fundamenten waarop onze rechtsstaat, en daarmee onze samenleving, rust. Ook in 2026 blijft het ministerie werken aan een veilig en weerbaarder koninkrijk en staan we voor de rechtsstaat met oog voor stabiliteit, rechtszekerheid en maatschappelijke samenhang.
2.1.1 Een veilig en weerbaarder koninkrijk
Onze nationale veiligheid staat onder druk. Dreigingen zijn urgenter en complexer dan ooit. Geopolitieke spanningen zorgen voor verhoogde hybride en militaire dreigingen. Voor het eerst in lange tijd is de kans reëel dat Nederland via de collectieve verdedigingsclausule in het NAVO-verdrag («artikel-5») direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. (Niet-) Statelijke actoren bedreigen de stabiliteit van onze rechtsstaat, pandemieën en natuurrampen kunnen eveneens leiden tot ontwrichting. Ook onder uitzonderlijke omstandigheden moet onze samenleving blijven functioneren. Daarom zijn nu adequate voorbereiding en versterking van de weerbaarheid in brede zin nodig - ook van burgers en bedrijven. Koersbepalend hierbij blijft de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Onderstaand de prioriteiten voor 2026 op het gebied van nationale veiligheid.
Maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen
Het kabinet onderkent dat een crisis- en conflictscenario veel voorbereiding vraagt van onze samenleving. Om de zelf- en samenredzaamheid van burgers te vergroten starten we, samen met onder andere gemeenten en veiligheidsregio's, een brede publiekscampagne en richten we een landelijk stelsel in van informatie- en noodsteunpunten voor burgers (zie ook beleidsartikel 36).
De overheid moet beter de gevolgen van een crisis- en conflictscenario kunnen beheersen. Daarom verbeteren we de civiel-militaire crisiscoördinatie, besluitvorming en aansturing. Ook onderzoeken we of het staatsnoodrecht en andere wettelijke grondslagen toepasbaar zijn bij een crisis of conflict, maken we het makkelijker om gerubriceerde informatie in de crisisstructuur te delen en zorgen we voor meer kennis en instrumenten om beter te sturen als schaarste zich voordoet. Hierbij onderzoeken we de rol van strategische voorraden. De onderzoeksresultaten van de Algemene Rekenkamer uit 2022 betrekken we hierbij. Samenhangend met het weerbaarheidstraject ontwikkelen we de aanpak van statelijke en hybride dreigingen verder door. In een dreigings- en conflictscenario moet Nederland zich digitaal kunnen verdedigen en interveniëren. Hiertoe is in de eerste helft van 2025 een onderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan onderzoeken we cyberverdedigingsmaatregelen.
Moderniseren Staatsnoodrecht
In 2026 wordt het Staatsnoodrecht verder gemoderniseerd. We bieden de Coördinatiewet Uitzonderingstoestanden aan voor parlementaire behandeling. De Wet verplaatsing bevolking, de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, de Noodwet rechtspleging en de Onteigeningswet brengen we in consultatie. Ook ontwikkelen we visies op rijksheren, rechtsbescherming en nadeelcompensatie in het Staatsnoodrecht.
Implementatie Cyberbeveiligingswet en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten
Uitval, verstoring of manipulatie van vitale processen en diensten heeft grote gevolgen voor het functioneren van onze samenleving. Daarom beschermen we de vitale infrastructuur en versterken we de weerbaarheid ervan. We implementeren twee Europese richtlijnen: de herziening van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (NIS2-richtlijn) en de richtlijn veerkrachtige entiteiten (CER-richtlijn). De Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) zijn de wetsvoorstellen voor het implementeren van deze richtlijnen. JenV coördineert de implementatie.
Implementatie stelsel beveiligen van personen
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het stelsel beveiligen van personen. Binnen het stelsel krijgt de NCTV een rol in het uitvoeren van gezag en dreigingsanalyses. Een substantieel deel van de NCTV gaat zich hiermee bezighouden. In 2025 kwamen de beleidsmatige kaders voor dit nieuwe stelsel gereed en in 2026 ronden we de wettelijke verankering en implementatie ervan af. Dan is onder andere de dreigingsanalysefunctie ingericht en zijn de versterkingstrajecten bij politie en Defensie grotendeels klaar. Met het neerzetten van de fundamenten van dit nieuwe stelsel beogen we het werk efficiënter en effectiever vorm te geven, zodat we de operationele druk op dit domein kunnen verlichten.
Contraterrorisme
In het online domein van (gewelddadig) extremisme en terrorisme gaat specifieke aandacht uit naar jongeren. We gaan door met de Versterkte Aanpak Online waarin we komend jaar inzetten op: pilot(s) met online platforms, het vergroten van de digitale weerbaarheid van jongeren en verdere samenwerking met de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM). Daarnaast zetten we in op (lokale) vroegsignalering van radicaliserende jongeren en investeren we in interventies voor deze doelgroep. Ook hebben we aandacht voor de aansluiting op de zorgketen. Dit voor meer zicht op eventueel achterliggende psychosociale-problematiek.
Terrorisme en gewelddadig extremisme bedreigen onze rechtsorde en veiligheid. In 2026 ligt de beleidsmatige focus op het versterken van het juridisch instrumentarium. We zetten in op wetgeving die het openlijk steunen van terroristische organisaties en verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar stelt. De dreiging van terrorismeveroordeelden die vanaf 2025 vrijkomen uit detentie is hoger dan voorheen. Als zij illegaal in Nederland verblijven raken zij uit beeld van onze instanties en diensten. Deze casuïstiek vraagt om het informeren van, en goede afstemming met de partners in de veiligheids- en migratieketen. Daarom vervult de NCTV ook in 2026 hierbij een centrale, coördinerende rol. Wanneer er voor specifieke taken geen verantwoordelijke partner is, kan de NCTV escaleren of bezien of de taken zelf uitgevoerd moeten worden, wanneer de situatie daarom vraagt.
Versterken crisisbeheersing en brandweerzorg
In 2026 treedt de Wet crisisbeheersing en brandweerzorg in werking. In lijn met adviezen van de evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio's (Wvr) is de nationale crisisstructuur wettelijk verankerd. De wet richt zich op het versterken van de bovenregionale en landelijke crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg.In het kader van de Landelijke Agenda Crisisbeheersing intensiveren we de inzet op voorbereiding, paraatheid en weerbaarheid van de samenleving. Dit doen we in nauwe samenwerking met de veiligheidsregio's. We ontwikkelen en actualiseren landelijke crisisplannen. Het verder te ontwikkelen Knooppunt Coördinatie Regio’s Rijk (KCR2) versterkt de samenwerking tussen Rijk en veiligheidsregio’s.
Alerteren bevolking bij rampen en crises
In 2026 zetten we in op het doorontwikkelen van het alerteren van de bevolking ter voorbereiding op rampen en crises van de toekomst, waaronder (hybride) militaire dreiging.
Noodcommunicatie
Recente incidenten bij reguliere telecommunicatienetwerken in binnen- en buitenland tonen het belang aan van een goede noodcommunicatievoorziening, waarmee de overheid en andere (private) partijen bij uitval toch met elkaar kunnen communiceren. Daarom kijken we in 2026 naar mogelijkheden om de robuustheid van de huidige noodcommunicatievoorziening (NCV) verder te verbeteren, onder meer bij stroomuitval. Daarnaast investeren we in nieuwe mogelijkheden zoals videobellen.
Noodsteunpunten
Zelfredzaamheid is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Voor kwetsbare doelgroepen is het noodzakelijk dat lokaal ondersteuning beschikbaar is. Om hierin te kunnen voorzien werken we samen met de veiligheidsregio’s en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de inrichting van een netwerk van noodsteunpunten. Bij langdurige uitval in geval van rampen en crises zal de behoefte aan diverse basisvoorzieningen, waaronder informatie, snel toenemen. Dan kan een noodsteunpunt inwoners voorzien van informatie. Daarnaast zal de aard van mogelijke rampen en crises in grote mate leidend zijn bij de invulling van de behoefte waarin het noodsteunpunt voorziet en de faciliteiten die daarvoor nodig zijn (all hazard approach).
Als de duur van de ramp of de crisis dit noodzakelijk maakt, kan een noodsteunpunt een functie hebben in het verdelen van schaarse goederen (basisvoorzieningen) zoals bijvoorbeeld drinkwater. Een robuuste regionale hoofdstructuur is hierbij belangrijk om te zorgen voor coördinatie en aansluiting op de bestaande regionale crisisorganisatie. In de tweede helft van 2025 en in 2026 vinden pilots plaats en gaan veiligheidsregio’s met gemeenten aan de slag met eenvoudig te realiseren uitkomsten. Daarna geven zij vanuit hun bestaande verantwoordelijkheden gefaseerd vorm aan een netwerk van noodsteunpunten. Wij ondersteunen de landelijke aanpak hiervan.
2.1.2 Brede aanpak ondermijnende criminaliteit
Ondermijning bedreigt onze rechtsstaat en veiligheid. Drugscriminelen voelen zich onaantastbaar en schuwen dodelijk geweld niet. Kwetsbare jongeren worden via sociale media geronseld en ingezet als uithaler of drugskoerier. In het landelijke gebied dumpen criminelen giftig drugsafval en worden agrariërs onder druk gezet voor hun diensten. Criminelen zetten corruptie en inmenging in voor toegang tot systemen binnen overheden en bedrijven. De huidige geopolitieke instabiliteit zorgt voor meer bewegingsruimte voor de internationale georganiseerde criminaliteit, die zelfs wordt ingezet door buitenlandse mogendheden, soms in ruil voor een veilige haven. Dit vraagt om een krachtige, brede en duurzame aanpak. Daarbij richten we ons zowel op verdienmodellen van (drugs)criminaliteit als op andere vormen, zoals zorg- en milieucriminaliteit. Ook verschijnt in 2026 het Dreigingsbeeld Ondermijning Nederland (DON). Hiermee kunnen we prioriteiten stellen om de samenleving weerbaarder te maken. Onderstaand onze speerpunten.
Voorkomen
Corruptie tast het vertrouwen aan in onze democratische rechtsstaat en beïnvloedt onze economie negatief. Daarom werken JenV en BZK samen aan een brede aanpak van corruptie en criminele inmenging. Daarover hebben we de TK op 20 juni jl. geïnformeerd1. Begin 2026 verwachten we de resultaten van de National Risk Assessment (WODC). Hiermee versterken we de anti - corruptieaanpak.
In 2026 gaat Preventie met Gezag (PmG) een nieuwe periode in, tot en met 2029. Na vaststelling door de Ministerrraad werken we aan een juridische grondslag voor de SPUK van PmG (zie ook 2.1.6). Hierdoor kunnen 27 gemeenten samen met (justitie)partners werken aan een integrale aanpak, met als basis: kansen bieden en grenzen stellen. Door te investeren in het lokale gezag bestrijden we de rekruteringskracht van criminelen in de wijk. Deze combinatie van repressie en preventie ontneemt de georganiseerde criminaliteit haar uitvoeringskracht. De komende tijd bouwen we voort op dat wat we inmiddels hebben geleerd mét aandacht voor lokale behoeften en het delen van best practices. En we gaan door met het terugdringen van de vraag naar en het gebruik en aanbod van drugs. Hierbij kiezen we voor meer samenhang tussen volksgezondheid (VWS) en criminaliteitsbestrijding (JenV). Door de capaciteit voor digitale opsporing uit te breiden, krijgt het opsporen en bestrijden van online verkoop van onder andere drugs een flinke impuls.
Doorbreken
Financieel gewin drijft drugscriminelen. Met geld vergaren zij macht, kopen zij wapens en betalen zij handlangers. Ze wassen het crimineel verdiende geld wit en investeren het in de legale wereld. Ondermijnende effecten nemen af als we het criminele verdienmodel doorbreken en criminele geldstromen verstoren en terugdringen. We werpen barrières op om witwassen te voorkomen en ondergronds bankieren te verstoren en gaan door met beslagleggen. Zo voorkomen we dat criminelen kunnen beschikken over hun geld. De implementatiewet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering en de Wet ter implementatie van de Europese Confiscatierichtlijn die beiden kort voor de zomer van 2025 in consultatie zijn gegaan, versterken die aanpak in 2026 en daarna.
Het hoofddoel van de internationale samenwerking van Nederland op het gebied van ondermijning is het verstoren en ontmantelen van de bij uitstek wereldwijd vertakte criminele netwerken en verdienmodellen. In 2026 zetten wij daarom de versterkte onderlinge samenwerking tussen ministeries en uitvoeringspartners door. Dit om in internationaal verband krachten te bundelen en capaciteit doelmatiger in te zetten. Daarbij richten we ons op drie geografische gebieden: de Europese landen, de bron- en transitlanden in Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC) en West-Afrika, en landen die een rol spelen bij de aanpak van crimineel vermogen.
Bestraffen
Naast de preventieve aanpak en het doorbreken en verstoren van criminele netwerken en verdienmodellen moet een stevig normerende en repressieve aanpak staan: we vergroten de pakkans en verhogen de effectiviteit van straffen. Zo maken nieuwe instrumenten doelgerichte opsporing mogelijk, zoals het opsporen van verborgen ruimten in voertuigen. We sturen het wettelijke kader voor de inzet van kroongetuigen en getuigenbescherming in 2026 naar de Tweede Kamer.
Straf moet effectief, zeker snel en persoonsgericht zijn en niet enkel voor vergelding dienen. Het benadrukt dat straffen moeten bijdragen aan rehabilitatie en preventie van recidive.Wettelijke strafmaxima moeten ook meebewegen met actuele ontwikkelingen. Om de rechter meer ruimte te geven om passend te straffen verhogen we de strafmaten van grootschalige drugsdelicten. Ook krijgt de rechter meer mogelijkheden om personen te verbieden bepaalde beroepen uit te oefenen. We investeren in het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie (VCHD). DJI treft extra maatregelen om dreigingen van buiten de Penitentiaire Inrichting (PI) tegen te gaan, zoals apparatuur om contrabande en drones te detecteren en onschadelijk te maken. Daarnaast versterken we de internationale samenwerking, onder andere doordat het Landelijk Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) de samenwerking naar het buitenland uitbreidt. En we breiden de EBI uit met 12 plaatsen (conform motie Ellian/ Wilders).
Beschermen
Het stelsel beveiligen van personen zorgt ervoor dat ernstig bedreigde personen intensief bewaakt en beveiligd worden. We verwijzen hiervoor naar 2.1.1.
2.1.3 Staan voor onze rechtsstaat: herstel van vertrouwen
We zijn in Nederland gezegend met een beproefde democratische rechtsstaat. In internationale vergelijkingen eindigt Nederland in de top 5 als het gaat om de staat van de rechtsstaat. Toch slijt het vertrouwen van de samenleving in de instituties van de rechtsstaat, o.a. door de toeslagenaffaire en ‘het Groningse gas'2.We willen het vertrouwen terugwinnen door eerlijk te zijn over onze tekortkomingen en fouten, die te corrigeren en aan te geven wat de overheid wel en niet kan doen. Wij moedigen een dialoog aan tussen tegenpolen en benadrukken dat de instituties van de rechtsstaat neutraal te werk gaan op basis van wetten die we samen maakten en maken. Onderstaand onze belangrijkste maatregelen om het vertrouwen in de rechtsstaat te versterken.
Een versterkte strafrechtketen
Door de strafrechtketen te versterken krijgen burgers sneller zekerheid over hun zaak. Dat draagt bij aan het vertrouwen in het strafrecht en daarmee aan vertrouwen in de rechtsstaat. We treffen samen met de ketenorganisaties maatregelen om de prestaties te verbeteren. Daarbij ligt de focus op het wegwerken van voorraden, het versnellen van doorlooptijden en verdere digitalisering van de keten. Voor het versnellen van de doorlooptijden werken de ketenorganisaties een concrete meerjarenagenda uit. Daarbij geven zij prioriteit aan de zaakstromen jeugd en zeden en veel voorkomende criminaliteit. Bij deze verbeteringen betrekken we het Verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Op 1 april 2025 stemde de TK in met wetsvoorstellen voor een nieuw Wetboek van Strafvordering. In 2026 dienen we wetsvoorstellen in om het nieuwe wetboek aan te vullen en in te voeren. Ondertussen werkt de keten verder aan het implementeren van het nieuwe wetboek zodat bij het inwerkingtreden ervan – in 2029 – de processen en systemen voor informatievoorziening en de (keten)werkprocessen zijn aangepast en professionals in de hele keten zijn bijgeschoold.
Toegang tot het recht voor iedereen
We versterken de toegang tot het recht, zodat burgers en bedrijven sneller, eenvoudiger en beter een oplossing kunnen vinden voor hun juridisch probleem. Dit doen we langs drie pijlers:
1. informatie,
2. advies en ondersteuning
3. beslissing door een neutrale instantie.
We zorgen ervoor dat mensen snel de juiste hulp kunnen krijgen. Belangrijk onderdeel hiervan is het vernieuwen van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook versterken we de samenwerking tussen het sociale en juridische domein, evenals de toegang tot het recht voor arbeidsmigranten. En samen met het ministerie van BZK richten we een stichting op die (rechts-) hulp en ondersteuning biedt bij discriminatie in Caribisch Nederland.
Het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand is in 2025 afgerond. Als sluitstuk werken we aan een voorstel om de wet op de rechtsbijstand en de onderliggende besluiten aan te passen. Dit wetsvoorstel regelt o.a. de taken van het Juridisch Loket, de inning van de eigen bijdrage door de Raad voor Rechtsbijstand en een aangepast zelfredzaamheidscriterium. In 2026 krijgt het wetgevingstraject verder beslag. Ook werken we voorstellen uit voor een landelijk dekkend netwerk van sociaaljuridische dienstverlening en zetten we ons onverminderd in voor een versterkte sociale advocatuur. Er is structureel 30 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de sociale advocatuur. Daarmee volgen we een groot deel van de aanbevelingen van de commissie Van der Meer II op. Samen met o.a. de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand bouwen we verder aan het borgen van de continuïteit van de gesubsidieerde rechtsbijstand in Nederland. En we ontwikkelen initiatieven zodat rechtzoekenden kunnen blijven rekenen op hoogwaardige rechtsbijstand.
Recht doen aan slachtoffers
Slachtoffers verdienen erkenning en ondersteuning bij het te boven komen van de gevolgen van een strafbaar feit. Om de rechten van slachtoffers te verstevigen voeren we de maatregelen uit uit de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2025-2028. We zetten in op het vergroten van het slachtofferbewustzijn door o.a. samen met de wetenschap een leerstoel Slachtofferrechten in te stellen. Ook verduidelijken we de rechtspositie van slachtoffers. Dit doen we onder andere door de ongemaximeerde voorschotregeling te verruimen en de vergoeding van affectieschade naar broers en zussen uit te breiden. Deze voorstellen gaan in 2026 in consultatie. Met het oog op het beschermen van slachtoffers werken we de mogelijkheid van een zelfstandig gebiedsverbod verder uit. Ook verbeteren we de toegang tot ondersteuning. Dit doen we door een nieuwe werkwijze die – doordat partijen optimaal samenwerken (één entree gedachte) - ervoor zorgt dat slachtoffers snel en zonder dat zij onnodig hun verhaal meermalen moeten vertellen, op de juiste plek terecht komen voor hulp.
Toezicht advocatuur
In 2026 werken we verder aan een nieuw, toekomstbestendig en robuust toezichtmodel voor de advocatuur. We streven ernaar het wetgevingsproces te starten. Er komt één landelijk onafhankelijke toezichthouder advocatuur (de OTA). Het doel hiervan is een verdere professionalisering en een betere aanpak van misstanden binnen de advocatuur. Sterk toezicht is essentieel voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit en weerbaarheid van de advocatuur. Samen met de Nederlandse orde van advocaten geven we dit nieuwe toezichtsmodel verder vorm.
Gegevensbescherming
Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun persoonsgegevens op een juiste manier worden verwerkt en dat we hun rechten beschermen en toezicht voldoende waarborgen. Naleving van de AVG door iedereen is van fundamenteel belang. Daarom zetten wij o.a. verder in op:
– versterken van de positie van de functionaris voor gegevensbescherming,
– ontwikkelen van Rijksbrede richtlijnen voor online monitoring,
– creëren van meer grip op internationale gegevensstromen,
– beperkt en streng gereguleerd inzetten van gezichtsherkenning en geautomatiseerde besluitvorming door de overheid,
– een geharmoniseerd niveau van gegevensbescherming voor het (structureel) uitwisselen van persoonsgegevens binnen het Koninkrijk.
Ook zorgen we hierbij voor passende en moderne wet- en regelgeving, vooral de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensbescherming draagt daaraan bij. Aansluitend verkennen we een bredere revisie van de UAVG. Daarbij betrekken we eerdere adviezen, evenals uitvoeringswetgeving in andere Europese lidstaten. Gegevensbeschermingsvraagstukken raken iedereen – ook de overheid. Daarom volgen we ontwikkelingen hieromtrent op de voet en hebben we contact hierover met o.a. het bedrijfsleven, overheden en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Hierbij zorgen we voor draagvlak en brengen we beleid en wetgeving tot stand. Tegelijk is in bepaalde gevallen het delen van (persoons-)gegevens noodzakelijk voor het goed functioneren van de overheid en de samenleving. Bijvoorbeeld wanneer bepaalde gegevens noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een wettelijke taak. We stimuleren onderdelen van JenV om in die gevallen – binnen de grenzen van de wet – gegevens met elkaar te delen. Waar de wet knelt onderzoeken we of een wetswijziging noodzakelijk is en doen daar in dat geval een voorstel voor. Zo geven we gevolg aan de brede oproep om te onderzoeken wanneer gegevensdeling noodzakelijk is, maar nu niet kan plaatsvinden. Om gegevensdeling te versnellen en toekomstbestendig te maken, heeft JenV een tijdelijke ‘Taskforce Gegevensdeling’ opgericht. Deze taskforce richt zich op het aanpakken van knelpunten in gegevensdeling op gebieden zoals de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, maar ook op problemen bij gegevensuitwisseling met instanties zoals het UWV en de Belastingdienst. En we zetten in op EU-initiatieven ter vermindering van de regeldruk waar het de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) betreft.
Goede wetgeving
In 2026 geven we samen met parlement en betrokkenen uitvoering aan de kabinetsbrede agenda voor het versterken van wetgevingskwaliteit met drie speerpunten: effectiviteit, rechtsstatelijkheid en vereenvoudiging. Omdat goed beleid de basis is voor goede wetgeving zetten wij in op:
– het vergroten van de bekendheid van het Beleidskompas bij beleidsambtenaren,
– het versterken van de aandacht voor doenvermogen,
– het vergroten van de begrijpelijkheid en toegankelijkheid van wetgeving (o.a. door verruimen van de informatieverstrekking via de website wetgevingskalender),
– het verder ontwikkelen van de website voor internetconsultatie en
– het bevorderen van bekendheid en gebruik van de invoeringstoets.
Ook werken we de motie uit van het lid Mutluer3over het standaard uitvoeren van een uitvoeringstoets. Een ander belangrijk instrument dat we in 2026 verder doorontwikkelen is het (portfolio-) management van beleidsinitiatieven en wetgeving. Dit instrument moet helpen bij het krijgen van overzicht wat er op de strafrechtketen afkomt, en moet ook helpen bij het maken van keuzes in de toekomst.
Eind 2026 verschijnt de tweede editie van de Staat van de wetgevingskwaliteit. Dat is de basis voor de dialoog over wetgevingskwaliteit en dilemma’s hierbij, gericht op het verder versterken van de kwaliteit van wetgeving.
Digitalisering
Een sterke ‘digitale rechtsstaat’
Onze rechtsstaat moet waarborgen bieden voor een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving, zowel offline als online, ook in Caribisch Nederland. Om zaken tijdiger, sneller en effectiever te behandelen digitaliseren de juridische beroepen, de rechterlijke macht, organisaties in de strafrechtketen en vele anderen hun dienstverlening, werkprocessen en zaakstromen.Rechtsbescherming en gegevensbescherming zijn twee belangrijke pijlers onder onze rechtsstaat. We evalueren regelmatig of het juridisch kader nog goed is toegesneden op nieuwe technologieën en digitale ontwikkelingen, en of het nodig is aanvullend te reguleren of bestaande normen te verhelderen. Daarnaast initiëren we een strategische visie op internationale gegevensstromen en -uitwisseling. Ook werken we verder aan een visie op toekomstbestendige digitalisering van de civiele- en bestuursrechtelijke ketens. Digitalisering leidt immers regelmatig tot nieuwe beleidsvragen, bijvoorbeeld over hoe om te gaan met gegevens van burgers in openbare registers.
Aanpak cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit
Criminaliteit in de digitale wereld is inmiddels wijdverbreid. Dit geldt zowel voor cybercrime in enge zin, zoals ransomware en hacken, als gedigitaliseerde criminaliteit, zoals online fraude. Om slachtofferschap te voorkómen werken we aan bewustwording, o.a. met campagnes over social engineering en tweefactorauthenticatie. In 2026 stellen we voor de strafbedreiging van enkele cyberdelicten te verhogen. Dit weerspiegelt de ernst van deze feiten én biedt de opsporing meer mogelijkheden om daders op te sporen en criminele activiteiten te verstoren. In 2025 besloten we extra te investeren in politie, OM en NFI. Dit zorgde voor een impuls in de opsporing, maar het voorkwam niet dat het OM in de zomer van 2025 zelf slachtoffer werd van hacken. In 2026 spreken we onze ambities af in de nieuwe Veiligheidsagenda 2027-2030. We verbeteren de (vaak grensoverschrijdende) toegang tot digitale gegevens voor opsporing. We sluiten de implementatie af van de E-evidence verordening en de bijbehorende richtlijn. Deze verordening maakt het krijgen van digitaal bewijs in opsporingsonderzoeken uit andere EU-lidstaten een stuk efficiënter. Daarnaast bereiden we de ratificatie voor van het nieuwe VN-verdrag tegen cybercrime. Ook werken we oplossingsrichtingen uit gericht op het effectiever aanpakken van bad hosting, zoals know your customer beleid, meer Europese samenwerking en het verder stimuleren van het Cleannetworksproject. En we bezien hoe in Nederland een Anti Phishing Shield (APS) structureel kan worden opgezet voor alle internetgebruikers.
Implementeren van richtlijnen en wetgeving gericht op digitalisering
Ook in 2026 gaan we verder met het implementeren van een aantal Europese verordeningen en richtlijnen voor digitalisering. De toegankelijkheid van de rechtsstaat versterken we verder door het implementeren van de e-Justice verordening en richtlijn en de Europese AI-verordening. Voor betere toegang tot het recht zetten we ook in op nationale digitalisering, bijvoorbeeld door het notarissen mogelijk te maken meer ambtshandelingen digitaal te verrichten. In het kader van een effectieve en efficiënte rechtspleging maakt de rechtspraak het in steeds meer zaakstromen mogelijk om digitaal te procederen. We werken aan het beleidsmatig voorbereiden van een wettelijke regeling rond de publicatie van rechterlijke uitspraken. Die regeling gaat een kader bieden voor de openbaarheid en controleerbaarheid van de rechtspraak in het digitale tijdperk.Technologische ontwikkelingen op veiligheid gaan sneller dan ooit. In 2026 ondersteunen we gemeenten bij relatief nieuwe uitdagingen op dit terrein, zoals online aangejaagde openbare-ordeverstoringen. Het Midden- en Kleinbedrijf willen we digitaal weerbaarder maken. Ook opsporing in het digitale domein brengt uitdagingen met zich mee, zoals het krijgen van digitaal bewijs uit andere landen. Daarvoor nam de EU een verordening en een richtlijn aan, en is het 2e protocol bij het Verdrag van Boedapest getekend. In 2026 werken we aan de implementatie hiervan, waaronder de noodzakelijke nationale wetgeving.
Ondernemen, insolventie en financiering
We treffen maatregelen waarmee we ondernemers een passende juridische infrastructuur bieden voor het maximaal ontplooien van hun activiteiten. Bij het ondernemingsrecht gaat het dan bijvoorbeeld om de mogelijkheid tot een digitale algemene ledenvergadering. Daarnaast voeren we adviezen uit van de Expertgroep modernisering NV-recht. In EU-kader blijven we ons inzetten voor lastenluwe regelgeving, eenvoud en transparantie. Lopende implementatie van de EU-regelgeving over de duurzaamheidsrapportage (de CSRD-richtlijn), zoals over het meervoudig stemrecht op aandelen, zetten we onverminderd voort.
Om het Nederlandse ondernemings- en investeringsklimaat te verbeteren werken we verder aan het insolventie-en zekerhedenrecht. We moderniseren het pandrecht om eenvoudiger en laagdrempeliger krediet te kunnen aantrekken. En we vereenvoudigen herstructurering en afwikkeling van ondernemingen in financiële nood door te inventariseren wat in de praktijk wenselijk is als het gaat om de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa), zoals bijvoorbeeld aanpassingen waarmee het midden-en kleinbedrijf eenvoudiger en goedkoper via de Whoa kunnen herstructureren. De maatschappelijke schade van faillissementen willen we beperken door in te zetten op stille voorbereiding van faillissementen, door het verder brengen van het in de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel Wet continuïteit ondernemingen I (WCO I). Met de Wet overgang van onderneming in faillissement (WOVOF) verbeteren we de positie van werknemers in faillissementen, o.a. door objectieve selectiecriteria te hanteren bij een doorstart. Voor een snelle afwikkeling van faillissementen is adequate financiering van de taken van de curator van groot belang. Met inachtneming van resultaten van het in 2025 opgeleverde WODC-onderzoek over de taakuitoefening door faillissementscuratoren, bekijken we hoe we dit beter kunnen waarborgen. In 2026 verwachten we te werken aan de implementatie van de Europese richtlijn materieel insolventierecht en hebben we aandacht voor de internationale dimensie van faillissementen.
Auteursrecht
Op nationaal niveau koersen we aan op het spoedig invoeren van de Wet versterking auteurscontractenrecht. Deze wet beoogt de positie te versterken van makers ten opzichte van andere partijen. Naar aanleiding van een evaluatie van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) werken we o.a. met hen verder aan hun aanbevelingen. We dienen een wetsvoorstel in dat ziet op het oplossen van knelpunten zoals het CvTA noemt in hun evaluatie.
In EU-verband maken we ons er hard voor dat de Europese Unie reciprociteit gaat regelen ten aanzien van vergoedingen voor het gebruik van beschermde werken en prestaties in landen buiten de Europese Unie en Europese Economische Ruimte.
Handhavingstekort
De afgelopen jaren zijn gemeentelijke handhavers meer bestuursrechtelijke en strafrechtelijke taken gaan uitvoeren, ondersteunend aan de politie. Inmiddels zijn er signalen over een groeiend handhavingstekort en mogelijke gevolgen daarvan. Waar toezicht en handhaving ontbreken, lijken burgers minder geneigd om regels na te leven of verliezen ze het vertrouwen in de overheid. Alleen inzetten op meer capaciteit is onvoldoende. We verkennen hoe gemeenten te ondersteunen dit probleem op te lossen, bijvoorbeeld door technologie in te zetten. En aan de hand van een omgevingsanalyse brengen we in kaart welke factoren van invloed zijn op dit vraagstuk.
2.1.4 Politie, missiekritische communicatie en criminaliteitsbestrijding
Keuzes in de politietaak
De vraag naar politiecapaciteit nam de afgelopen jaren significant toe. Tegelijkertijd was het de afgelopen jaren een uitdaging om de capaciteit op peil te houden door pensioenuitstroom en een krappe arbeidsmarkt. Het is van groot belang dat de politie zichtbaar en bereikbaar blijft voor eenieder die dit dat nodig heeft. Deze zichtbaarheid en nabijheid moeten toekomstbestendig vorm krijgen. Hierbij zetten we in 2026 in op de juiste combinatie van fysiek contact op straat, contact vanuit permanente fysieke locaties, mobiele vormen van fysiek contact, innovatieve loketten, digitale kanalen en andere manieren om in contact te komen met de politie. Ook de financiële kaders vragen om keuzes. In aansluiting op het eerste halfjaarbericht politie4 heeft de minister van JenV alleen de politiebegroting voor 2026 vastgesteld en niet de door politie ingediende meerjarenraming 2027-2030. Het komende jaar moeten in het licht van toegenomen kosten (o.a. informatievoorziening en kosten voor de zorg van politiepersoneel), mede op basis van de ontwikkelagenda politiefunctie, keuzes worden gemaakt in wat de politie wel en niet kan doen, en welke bezetting en technische ontwikkelingen daarbij het beste passen. De keuzes die gemaakt moeten worden zijn gericht op een betaalbaar en toekomstbestendig politiekorps en moeten leiden tot een meerjarig sluitende politiebegroting.
EU-regelgeving met belangen voor de politie
Het implementeren van de door de Europese Commissie voorgestelde EU wet- en regelgeving brengt grote opgaven (en financiële gevolgen) met zich mee. Zo vragen het integreren van politiesystemen met Europese informatiesystemen, het (technisch) aanpassen van applicaties van de politie en het wijzigen van werkprocessen en inrichting veel aandacht van de politie. Dit betreft in ieder geval de Prüm II-verordening en de AI Verordening. Ook zijn er tal van Europese implementatieopgaven (o.a. milieucriminaliteit, ontneming en confiscatie vermogensbestanddelen, bestrijding online seksueel kindermisbruik) die de politie gaan raken. Gezien de druk op de politieorganisatie zal implementatie keuzes vragen.
Optimaliseren en vernieuwen missiekritische communicatie
Politie, brandweer, ambulancezorg en Koninklijke Marechaussee moeten kunnen blijven rekenen op een goede communicatievoorziening. Voor het optimaliseren van C2000 verbeteren we de radiodekking, stellen we de gebruiker centraal en zoeken we innovatieve manieren om het huidige C2000 robuust en betrouwbaar te houden tot de opvolger in gebruik is genomen. De contracten van C2000 lopen af. We werken aan nieuwe contracten zodat de dienstverlening voor C2000 is geborgd. Ook zorgen we voor een goede overgang naar nieuwe contracten en de nieuwe missiekritische communicatievoorziening. Voorgaande jaren zorgde de kwartiermakersorganisatie voor het fundament, de governance en een gemeenschappelijk beeld. In 2026 werken we toe naar de realisatiefase.
Doorontwikkelen meldkamerdomein
Veiligheid vereist dat hulpverleners burgers snel helpen en snel ter plaatse zijn en hun werk veilig kunnen uitvoeren. Dat vereist borging van de continuïteit van de 112-keten en de meldkamervoorzieningen. In 2025 voltooiden we het landelijk netwerk van 10 meldkamers. Ondertussen neemt de omvang en complexiteit van veiligheidsrisico’s en dreigingen toe. Dit dwingt ons om samen te verkennen hoe we het netwerk van de 10 meldkamers en de 112-keten nog veiliger en robuuster kunnen organiseren, mét aandacht voor de meldkamervoorzieningen, alsook voor de samenwerking en uitvoering van de meldkamerfunctie. Nieuwe ontwikkelingen plaatsen het meldkamerdomein in een nieuwe fase, waarbij partijen telkens moeten bepalen wat zij individueel of gezamenlijk oppakken. Daarom geven we in 2026 verder invulling aan de werkagenda van de toekomst. Daarmee kan het meldkamerdomein gerichter inspelen op ontwikkelingen en risico’s.
Criminaliteitsbestrijding
JenV bevordert en draagt bij aan een rechtvaardige, effectieve en integrale rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding. We stellen het opsporings- en vervolgingsapparaat zo goed mogelijk in staat om hun taak uit te oefenen. Doel is een veiliger Nederland, met structureel dalende criminaliteitscijfers. Onderstaand de prioritaire activiteiten die we daarvoor in 2026 ondernemen.
Aanpak van mensenhandel
In 2026 gaan we verder met het Actieplan van het programma Samen tegen mensenhandel en sturen we aan op het in werking laten treden van de gemoderniseerde strafbaarstelling van mensenhandel (WvSr). Doel van het programma is: minder slachtoffers van mensenhandel. Dit realiseren we door slachtofferschap te voorkomen en snel en adequaat slachtofferschap te signaleren, door slachtoffers uit de situatie te halen en zorg en ondersteuning te bieden, en door daders zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk aan te pakken.
Aanpak van seksuele misdrijven
Ook gaan we door met het versterken van de aanpak van seksuele misdrijven. Die aanpak kreeg een impuls met het in werking treden van de Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024. Samen met de betrokken organisaties blijven we de voortgang van deze wet volgen, waaronder de instroom van meldingen en aangiftes en de capaciteit binnen de zedenteams van de politie en het OM. Ook evalueren we de wet en het proces. In 2026 verwachten we de evaluatie af te ronden naar de effectiviteit van handhaving van de strafbaarstelling van seksuele intimidatie door boa’ s en politie. Op basis hiervan richten we de handhaving verder in.
Aanpak van antisemitisme
Antisemitisme is een blijvend en een onverminderd groot probleem in Nederland. Conflicten elders, zoals in het Midden-Oosten, werken hier door. In 2024 is de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 opgesteld. JenV coördineert dit en bewaakt de voortgang. Jaarlijks bezien we of aanvullende acties nodig zijn en informeren we de Kamer.
De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) heeft een belangrijke adviserende rol bij de strategie. Daarnaast is een Taskforce Antisemitismebestrijding opgericht onder voorzitterschap van Jaap Smit. De taskforce heeft tot taak voorstellen te doen om de veiligheid van Joden te bevorderen, in het bijzonder gericht op de veiligheid van Joodse studenten, het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten en veiligheidsconsequenties van sit-ins op OV-stations.
2.1.5 Gevangeniswezen en Forensische Zorg
Het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) raamt dat er komende jaren fors meer (jeugd)capaciteitsplaatsen nodig zijn. Zonder maatregelen nemen de bestaande tekorten toe5. Samen met DJI en andere ketenorganisaties werken we aan maatregelen om het tekort terug te dringen. DJI benut cellen optimaal en waar dat verantwoord kan, plaatsen we gedetineerden op een meerpersoonscel (MPC). Ook zetten we in op sobere detentie¬concepten voor kortgestrafte zelfmelders (beperkt dagprogramma, minder arbeid) om zo de voorraad zelfmelders af te remmen. Daarnaast creëren we extra celcapaciteit door gebruik van tijdelijke plekken met een lager beveiligingsniveau. Om de huidige gebouwen in stand te houden moeten we renoveren. Doen we dat niet dan vallen op termijn plekken uit. Het risico van sluiting geldt voor 3.100 plaatsen. Het streven is dat er zo min mogelijk plekken uitvallen6.
Ook in tbs-klinieken zijn capaciteitsproblemen. Hierdoor wachten ca. 225 personen in de gevangenis op het tenuitvoerleggen in de gevangenis op het tenuitvoerleggen van de tbs-maatregel. Om dit aan te pakken verkennen we, naast de geplande uitbreidingen, de vormgeving van een beschikbaarheidsfinanciering. Of dit aanbieders stimuleert te investeren in extra plaatsen en onder welke voorwaarden. Een nieuwe garantieregeling maakt het al mogelijk dat JenV garant staat voor maximaal € 300 mln. aan leningen voor particuliere FPC’s. Hierdoor kunnen particuliere FPC’s tegen een lagere rente leningen afsluiten om capaciteit uit te breiden of in stand te houden. En we gaan verder met het implementeren van de meerjarenagenda forensische zorg. Technologische innovatie en flexibel op- en afschalen moet de capaciteitsdruk verder ontlasten.
Daarnaast zorgt de gezamenlijke Werkagenda Aansluiting reguliere en forensische zorg ervoor dat we de reguliere ggz beter toerusten voor zorgverlening aan patiënten met een hoog veiligheidsrisico. De Werkagenda is een onderdeel van de brede aanpak voor personen met verward en/of onbegrepen gedrag, maar richt zich specifiek op de doelgroep met een hoog veiligheidsrisico (± 1500 personen). Het gehele pakket aan maatregelen onder de Werkagenda moet ervoor zorgen dat personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico niet tussen wal een schip vallen.
2.1.6 Preventie: jeugd, femicide, geweld, kansspelen en vuurwerk
Aanpak van jeugdcriminaliteit
Jeugdcriminaliteit vergt een integrale aanpak van preventie en repressie. Voorkomen moet worden dat jongeren met politie en justitie in aanraking komen, in de criminaliteit belanden of daarin doorgroeien en/of recidiveren. Daarom continueren we de bestaande aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag (PmG, zie ook 2.1.2).
We investeren in de meest kwetsbare gebieden. Voor de langere termijn en samen met partners ontwikkelen we een aanpak waarin we preventie en repressie combineren. We combineren kansrijke en bewezen effectieve interventies passend bij de levensloopbenadering, van secundaire preventie tot en met re-integratie. De partners uit de (jeugd)strafrechtketen, het zorg-, sociaal- en veiligheidsdomein én het onderwijs slaan hiertoe de handen ineen. Zo leren we steeds beter wat werkt om de weerbaarheid van deze jongeren te vergroten. Deze aanpak hanteren we ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Ook repressie speelt een rol in de aanpak van jeugdcriminaliteit. De straf moet passend zijn. Dit betekent: licht waar het kan en zwaar waar het moet. Daarom scherpen we het jeugdstrafrecht aan en verhogen we voor 14- en 15-jarigen de maximale straffen voor ernstige misdrijven. Ook verankeren we in de wet een uitgebreide motiveringsplicht, die geldt wanneer rechters het adolescentenstrafrecht bij meerderjarigen toepassen. En we werken aan extra mogelijkheden om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid als hun kinderen delicten plegen.
De Inspectie Justitie en Veiligheid constateerde (d.d. 10-9-2024) dat het functioneren van de jeugdstrafrechtketen onder druk staat door o.a. arbeidsmarktkrapte en complexere zaken, waardoor de tijd tussen aanhouding en afdoening te lang is. Samen met de keten verbeteren we dit door o.a. nieuwe streefnormen bij doorlooptijden en behoud van het jeugdspecialisme.
Jeugd: betere bescherming
In 2026 werken we verder aan de aanpak van problemen in de jeugdbescherming en de veiligheidsproblematiek bij kinderen en volwassenen door lokale teams, Veilig Thuis, gecertificeerde instellingen, Raad voor de Kinderbescherming en andere organisaties. Dat doen we door de uitgangspunten van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming verder uit te werken en voorstellen te doen voor het aanpassen van het stelsel van jeugd- en gezinsbescherming. Dit in samenhang met de Hervormingsagenda Jeugd. We verwachten in 2026 het wetsvoorstel Verbetering rechtsbescherming in de jeugdbescherming naar de Kamer te kunnen sturen.
Femicide, huiselijk geweld en kindermishandeling
in Nederland zijn het hoofdzakelijk partners, ex-partners of familieleden die femicide7 plegen. Om femicide te voorkomen is het daarom belangrijk om tijdig in te grijpen bij (dreigend) huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarom verbeteren we in 2026 interventies die cruciaal zijn in de samenwerking tussen o.a. politie en justitieorganisaties, Veilig Thuis en gemeenten (Veiligheid voorop): inzet van het tijdelijk huisverbod, strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld, bredere inzet van het slachtoffer-device en het versterken van de aandacht voor de veiligheid van partner en kind(eren) in het familierecht. Samen met andere departementen en ketenpartners werken we aan de implementatie van de EU-Richtlijn om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden en aan het aanvaarden van de Verdragen van Istanbul voor Caribisch Nederland.
Aanpak van geweld, waaronder explosies
De recente toename van slachtofferschap van geweld is een zorgelijke ontwikkeling. Nederlandse burgers moeten kunnen leven zonder angst voor geweldsincidenten. Samen met lokale overheden, publieke instanties en private partijen zetten we in op de preventieve en repressieve aanpak van geweld. Daarbij heeft vooral het voorkomen van aanslagen met explosieven en online geweld onze aandacht. Met expertise, middelen en samenwerking ondersteunen we gemeenten bij het waarborgen van de openbare orde en veiligheid.
Kansspelen
Met de visie op kansspelen legden we in 2025 een nieuwe basis voor het kansspelbeleid. Het belangrijkste doel daarbij is het beschermen van alle burgers tegen de risico’s van kansspelen. Dus ook mensen die (nog) niet gokken. Hierbij hebben we vooral aandacht voor minderjarigen en jongvolwassenen. Ook formuleerden we als doel het verhinderen van deelname aan illegaal spel en het bestrijden van illegaal aanbod. Op basis van de nieuwe visie werken we aan een nieuw wetsontwerp voor kansspelen op afstand. Dat ontwerp brengen we in de tweede helft van 2026 in consultatie en periodiek brengen we een rapportage uit over het gehele kansspelbeleid.
Vuurwerk
Het parlement stemde op 8 april en 1 juli 2025 in met de Wet veilige jaarwisseling. Op het moment dat deze wet in werking treedt, is het afsteken van F2, F3 en F4 vuurwerk door consumenten verboden. Daarnaast heeft het parlement de mogelijkheid gecreëerd om, door een ontheffing van de burgemeester, F2-vuurwerk door georganiseerde groepen burgers te laten ontbranden tijdens de jaarwisseling. Om invulling te geven aan de handhaving van de wet en de onderliggende AmvB stellen we - zoals gevraagd in de eerste voorwaarde in het amendement Michon-Derkzen - een handhavingsplan op (inclusief communicatie). Dit doen we in nauwe samenwerking met diverse partners zoals gemeenten, politie en OM. Het plan dient als handreiking voor het lokale gezag om op lokaal niveau concreet invulling aan te geven.
2.1.7 Herstel- en Veerkrachtplan
Het HVP, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk, bestaat uit 131 mijlpalen en doelstellingen die zijn vastgelegd in het raadsuitvoeringsbesluit. Op 12 mei jl. is het gewijzigde raaduitvoeringsbesluit aangenomen door de Ecofinraad.8De implementatie van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) is in volle gang. Nederland kan in totaal € 5,4 miljard aan Europese middelen ontvangen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) voor belangrijke investeringen en hervormingen. Inmiddels zijn er twee betaalverzoeken succesvol ingediend ter waarde van € 2,5 miljard. Over de voortgang van de implementatie van het HVP wordt de Kamer minimaal tweejaarlijks geïnformeerd. Het kabinet werkt nu hard aan de resterende betaalverzoeken. Voor deze betaalverzoeken geeft het ministerie van Justitie en Veiligheid uitvoering aan de volgende maatregel hervorming anti-witwasmaatregelen door vergroten van de beschikbare capaciteit bij de FIU. Nederland is voornemens om eind 2025 het derde betalingsverzoek bij de Europese Commissie in te dienen. Over de indiening en beoordeling van dit betalingsverzoek wordt de Kamer te zijner tijd geïnformeerd.
In de Veiligheidsagenda staan de landelijke beleidsdoelstellingen voor politie voor de periode 2023 t/m 2026. Volgens de Politiewet 2012 stelt de Minister, gehoord het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, minstens eens per vier jaar landelijke beleidsdoelstellingen vast voor de taakuitvoering van de politie. De afspraken uit de Veiligheidsagenda zijn complementair aan de lokale veiligheidsagenda’s en laten ruimte aan het gezag om lokaal, en daar waar het gezag landelijk ligt, landelijk, keuzes te maken en prioriteiten te kunnen stellen ten aanzien van de taakuitvoering van de politie.
Er is gekozen voor een set kwantitatieve en kwalitatieve afspraken met een realistisch ambitieniveau. Zij zijn gemaakt in de overtuiging dat het van belang is om een meerjarige koers uit te zetten, maar tevens in het bewustzijn dat een vierjarig kader de nodige wendbaarheid en flexibiliteit behoeft. In onderstaande tabel worden de prestatie-indicatoren voor de kwantitatieve afspraken uit de Veiligheidsagenda gepresenteerd. Een toelichting, ook op de gemaakte kwalitatieve afspraken, is te vinden in de Veiligheidsagenda 2023-2026.
Landelijke beleidsdoelstellingen | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Norm 2025 | Norm 2026 |
|---|---|---|---|---|
Ondermijning en georganiseerde criminaliteit | ||||
Aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden | 1.800 | 1.748 | 1.530 | 1.530 |
Waarde beslag (* € 1 mln.) | 229 | 234 | 210 | 220 |
Mensenhandel | ||||
Aantal verdachten van mensenhandel | 210 | 196 | 220 | 220 |
Cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, waaronder online seksueel kindermisbruik | ||||
Cybercrime | ||||
Aantal verdachten cybercrime regulier | 336 | 351 | 400 | 450 |
- Waarvan criminele samenwerkingsverbanden | 50 | 61 | 80 | 90 |
- Waarvan alternatieve interventies | 36 | 22 | 100 | 112 |
Aantal fenomeenonderzoeken cybercrime | 36 | 46 | 43 | 45 |
- Waarvan alternatieve interventies | 14 | 18 | 21 | 23 |
Aantal high tech crime onderzoeken (incl. alternatieve interventies) | 17 | 20 | 20 | 20 |
Gedigitaliseerde criminaliteit | ||||
Aantal verdachten gedigitaliseerde criminaliteit regulier | 3.302 | 2.450 | 2.700 | 2.950 |
- Waarvan alternatieve interventies | 1.425 | 4.649 | 675 | 738 |
Aantal fenomeenonderzoeken gedigitaliseerde criminaliteit | 4 | 5 | 5 | 5 |
Online seksueel kindermisbruik | ||||
A: Vervaardigers en misbruikers | 116 | 86 | 130 | 130 |
B: Keyplayers en netwerken | 68 | 24 | 20 | 20 |
C: Overige interventies (bezitters/verspreiders/downloaders) | 444 | 524 | ||
Totaal aantal interventies1 | 628 | 634 | 600 | 600 |
De cijfers in de tabel staan voor het aantal voorgenomen interventies. Het uitgangspunt is dat jaarlijks 600 interventies worden gedaan, waarvan minimaal 130 in categorie A en minimaal 20 in categorie B. Het streven is er vanwege het maatschappelijk effect telkens op gericht om in de sturing op een zo hoog mogelijk aantal interventies uit te komen in de categorieën A en B. Om die reden is voor categorie C geen kwantitatieve afspraak opgenomen.
De onderstaande tabellen bevatten de belangrijkste mutaties voor respectievelijk de uitgaven en ontvangsten sinds de begroting 2025. De mutaties die groter zijn dan € 10 mln. worden toegelicht en, indien politiek relevant, worden ook kleinere mutaties toegelicht.
Artikel Uitgaven | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2025 (inclusief NvW, AW) | 18.405.866 | 18.420.285 | 18.420.940 | 18.340.219 | 18.343.235 | 92.412 | ||
Belangrijkste mutaties | ||||||||
Voorjaarsnota 2025/ eerste suppletoire begroting 2025 | ||||||||
1 | Identificatie en Registratie | 31 | ‒ 16.800 | ‒ 16.800 | ‒ 16.800 | ‒ 16.800 | ‒ 16.800 | ‒ 16.800 |
2 | Recherche Samenwerkingsteam (RST) | 31 | 15.312 | 950 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Inzet arbeidsvoorwaardenmiddelen | 31 | 95.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4 | Ramingsbijstelling | 31,32,33,34,36,91 | ‒ 78.200 | ‒ 73.200 | ‒ 63.200 | ‒ 58.201 | ‒ 48.200 | ‒ 48.200 |
5 | Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) | 32, 33, 34, 91 | 35.927 | 81.044 | 85.449 | 86.149 | 86.449 | 86.449 |
6 | Meerjaren Productie Prognose (MPP) | 32 | 9.629 | 12.727 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | CAO rechterlijke macht OM | 33 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8 | Kasschuif DG-ondermijning | 33 | ‒ 30.500 | 0 | 27.500 | 3.000 | 0 | 0 |
9 | Aanpak problematische schulden | 34 | 0 | 7.000 | 18.000 | 0 | 0 | 0 |
10 | Garantieregeling forensische zorg | 34 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11 | Vervroegde invrijheidsstelling en zelfmelders | 34 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 0 | 0 | 0 |
12 | Ramingsbijstelling inburgering | 38 | 0 | ‒ 68.477 | 2.866 | 41.391 | 24.117 | 103 |
13 | Herverkaveling apparaatsuitgaven | 91 | ‒ 120.734 | ‒ 111.804 | ‒ 104.405 | ‒ 103.705 | ‒ 103.425 | ‒ 103.425 |
14 | Dekking interne problematiek | 92 | ‒ 6.680 | ‒ 10.009 | ‒ 33.665 | ‒ 33.883 | ‒ 38.547 | ‒ 42.947 |
15 | Boeten en transacties | 92 | ‒ 20.045 | ‒ 23.745 | ‒ 24.819 | ‒ 24.993 | ‒ 24.993 | ‒ 24.993 |
16 | Nationale Veiligheid HLA | 92 | ‒ 8.270 | ‒ 41.990 | ‒ 103.390 | ‒ 103.390 | ‒ 103.390 | ‒ 103.990 |
17 | Sociale advocatuur | 92 | 0 | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
18 | Weerbaarheid | 92 | 0 | 0 | 70.000 | 70.000 | 70.000 | 70.000 |
19 | Eindejaarsmarge 2024 | alle | 159.770 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
20 | Loonbijstelling 2025 | 92 | 679.844 | 683.161 | 686.739 | 686.048 | 686.948 | 678.064 |
21 | Prijsbijstelling 2025 | 92 | 64.723 | 64.876 | 63.640 | 62.815 | 62.620 | 61.940 |
22 | Dekking uit eindejaarsmarge | alle | ‒ 159.770 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
23 | Extrapolatie | alle | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.026.920 |
Overige mutaties | 44.499 | 83.405 | 67.307 | 51.376 | 41.817 | 42.081 | ||
Miljoenennota 2026/ Ontwerpbegroting 2026 | ||||||||
24 | Terugvordering bijzondere bijdragen | 31, 33 | 31.869 | |||||
25 | Asielmaatregelen regeerprogramma | 31, 32,33, 91 | 3.912 | 9.129 | 28.147 | 46.662 | 46.678 | 43.077 |
26 | Herstelregeling Kinderopvangtoeslag | 32 | 18.503 | |||||
27 | Institutionele vernieuwing rechtspraak | 32 | 13.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
28 | Prijsafspraak Raad voor de rechtspraak | 32 | 0 | 25.339 | 35.926 | 39.145 | 35.143 | 35.143 |
29 | Schadeloosstellingen | 33 | 32.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
30 | Kasschuif middelen amendement-Ellian | 34 | ‒ 16.050 | 0 | 11.600 | 3.750 | 700 | 0 |
31 | Kasschuif amdendement Sneller | 34 | ‒ 25.000 | ‒ 25.000 | 0 | 25.000 | 25.000 | 0 |
32 | Bewaken en Beveiligen | 36 | ‒ 6.210 | ‒ 12.680 | ‒ 12.680 | ‒ 12.680 | ‒ 12.680 | ‒ 12.680 |
33 | Weerbaarheid | 36, 91, 92 | 12.000 | 25.000 | 67.500 | 67.000 | 68.500 | 70.000 |
34 | Herverkaveling inburgering | 38 | 0 | ‒ 421.392 | ‒ 353.211 | ‒ 345.366 | ‒ 312.181 | ‒ 271.472 |
35 | Verdeling Loon- en prijsbijstelling | alle | 734.814 | 736.376 | 735.585 | 735.001 | 735.900 | 726.335 |
36 | Kasschuif ondermijning justitiële jeugdinrichting (JJI) Harreveld | 33 | ‒ 25.000 | 0 | 0 | 10.000 | 5.000 | 10.000 |
37 | Verlaging middelen ondermijning | 33 | 0 | 0 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | |
38 | Huisvestingsproblematiek Dienst Justitiële Inrichtingen | 34 | 0 | 0 | 0 | 35.000 | 35.000 | 35.000 |
39 | Overige mutaties | ‒ 776.992 | ‒ 772.848 | ‒ 823.470 | ‒ 830.559 | ‒ 826.861 | ‒ 822.596 | |
Stand ontwerpbegroting 2026 | 19.126.117 | 18.596.347 | 18.840.559 | 18.792.979 | 18.800.030 | 18.550.421 |
Toelichting Voorjaarsnota 2025 / eerste suppletoire begroting 2025
1. Identificatie en registratie Per 1 januari 2025 is de politie gestopt met het uitvoeren van de Identificatie en Registratiewerkzaamheden (I&R) ten behoeve van asielaanvragers. De hierbij behorende taken en activiteiten zijn overgedragen aan de nieuw opgerichte Dienst Identificatie en Screening Asielzoekers (DISA). Met deze overboeking worden de I&R middelen bij de politie structureel overgeheveld naar het hoofdstuk Asiel en Migratie waaronder DISA valt.
2. Recherche Samenwerkingsteam (RST)Op basis van het Convenant Financieringssystematiek recherchesamenwerkingsteam d.d. 4 juli 2019 worden de voor het Recherchesamenwerkingsteam beschikbare ondermijningsmiddelen overgeheveld van begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties naar begrotingshoofdstuk 6 Justitie en Veiligheid. Voor 2025 is dit € 15,3 mln. inclusief loonen prijsbijstelling.
3. Inzet arbeidsvoorwaardenmiddelenHet betreft incidentele vrijval uit arbeidsvoorwaardenmiddelen die voor 2025 via de eindejaarsmarge beschikbaar wordt gesteld.
4. Ramingsbijstelling Ter dekking van problematiek op de JenV-begroting en de ontwikkeling van de PMJ wordt op een aantal budgetten, waar zich de afgelopen jaren onderuitputting heeft voorgedaan, een ramingsbijstelling ingeboekt.
5. Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) 9Het Prognosemodel Justitiële Ketens raamt de capaciteitsbehoefte van de justitiële keten. De grootste mutaties zijn onder andere verwerkt bij de onderstaande posten
• Op basis van de meest recente prognose van het aantal toevoe gingen in asielzaken wordt de geraamde uitgaven aan gesubsidi eerde rechtsbijstand bijgesteld. Het budget wordt in 2025 verlaagd met € -10 mln. en in 2026 verlaagd met € -5,6 mln.
• Volumeontwikkeling rechtspraak: op basis van de meest recente uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens zijn de geraamde uitgaven aan de rechtspraak bijgesteld. Met name bij belasting- en handelszaken bij de rechtbanken en bij kantonzaken is de geraamde instroom hoger. Het budget in 2026 wordt verhoogd met € 8,1 mln. en vanaf 2027 met 16 mln.
• Het PMJ-budget OM wordt in 2026 met € 11,9 mln. verhoogd. De stijging wordt met name veroorzaakt door de stijging van het aantal feitgecodeerde overtredingszaken en zaken waarbij in beroep wordt gegaan bij de OvJ tegen een verkeersboete.
• De PMJ raamt een toenemende capaciteitsbehoefte in de Justitiële Jeugd Inrichtingen. Om aan deze behoefte te kunnen voldoen wordt het budget aangepast met € 9,5 mln. in 2025 oplopend naar € 28,3 mln. vanaf 2027.
• De PMJ raamt een toenemende capaciteitsbehoefte bij Klinische plaatsen overige Forensische zorg. Om aan deze behoefte te kunnen voldoen wordt het budget meerjarig aangepast met € 20,8 mln.
• Naar aanleiding van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de NZa herziene Zorgprestatiemodel-tarieven voor de jaren 2022 t/m 2025 gepubliceerd. DJI heeft contractueel vastgelegd dat aanpassingen op de NZa tarieven worden doorgevoerd. Dit verhoogt de gemiddelde dagprijs voor de overige forensische zorg (OFZ) en tbs. Het beschikbare financieelfinancieelkader wordt in 2025 verhoogd met € 16,9 mln. in 2025 oplopend naar € 18,8 mln. vanaf 2029 om de benodigde klinische OFZ en tbs tegen de verhoogde tarieven te kunnen realiseren.
12. Meerjaren Productie Prognose (MPP) De raming van de Meerjaren Productie Prognose leidt tot een budgetverhoging bij de Raad voor de Rechtspraak. In 2025 € 9,6 mln. en in 2026 € 12,7 mln.
13. Cao rechterlijke macht OM Doordat de cao rechterlijke macht pas in 2025 is afgesloten, vallen daarmee samenhangende kosten in 2025 in plaats van 2024 voor het Openbaar Ministerie.
14. Kasschuif DG-ondermijning Als gevolg van verwachte incidentele kosten wetswijziging Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) in verband met uitkomsten evaluatie, 1 jaar na inwerkingtreding van de wet, implementatiekosten van het vertraagde wetsvoorstel NCBC (Non conviction based confiscation) en kosten bouw Beslag Informatie systeem is een kasschuif van de middelen noodzakelijk om de verschuiving van kosten van 2025 naar de jaren 2027 en 2028 te dekken.
15. Aanpak problematische schulden Het kabinet voert een pakket aan maatregelen in om problematische schulden fundamenteel aan te pakken, hieronder vallen de invoering van de kosteloze betalingsherinnering, de invoering van een discretionaire bevoegdheid en één overheidsincasso. Dit pakket is gebaseerd op het basispakket uit het IBO Problematische schulden. Hiervoor wordt € 7 mln. in 2026 en € 18 mln. in 2027 van SZW overgeboekt naar JenV.
16. Garantieregeling forensische zorgTen behoeve van de garantieregeling Forensische Zorg (Forzo) wordt € 24 mln. via de eindejaarsmarge meegenomen naar 2025 teneinde te storten in de begrotingsreserve horende bij de garantieregeling Forzo.
Voor deze mutatie heeft uw Kamer voor het zomerreces de onderbouwing ontvangen, conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1)10.
17. Vervroegde invrijheidsstelling en zelfmeldersBij de behandeling van de Voorjaarsnota 2025 is via een amendement van het lid Sneller € 25 miljoen aan financiële middelen beschikbaar gesteld voor het gevangeniswezen in de jaren 2025 tot en met 2027, oplopend tot in totaal € 75 miljoen. Met dit amendement wordt beoogd verdere vervroegde invrijheidsstelling te voorkomen en het aantal zelfmelders terug te dringen.
18. Ramingsbijstelling inburgering Op basis van de MPP-raming voor te huisvesten statushouders wordt ieder jaar de raming bijgesteld van de SPUK Inburgeringsvoorzieningen. Daarnaast is ervoor gekozen om de 10% korting op de SPUK inburgeringsvoorzieningen voor de jaren 2026 en 2027 niet door te voeren, hetgeen leidt tot een tegenvaller. Mede op basis van de evaluatie van de Wet Inburgering 2021 werkt JenV de komende tijd aan wetsaanpassingen om tot een structurele invulling van de korting te komen.
19. Herverkaveling apparaatsbudgetMet ingang van de begroting 2025 heeft het onderdeel Asiel en Migratie een eigen begrotingshoofdstuk (XX). Het budget directe apparaatsuitgaven Asiel en Migratie stond nog op de begroting van Justitie en Veiligheid en wordt nu bij de eerste suppletoire begroting structureel overgeboekt naar de begroting van Asiel en Migratie.
20. Dekking interne problematiek.Meerjarig nog onverdeelde middelen zijn ingezet om de JenV-begroting sluitend te maken.
21. Boeten en transacties Ter compensatie voor de derving van de boete-ontvangsten als gevolg van een lagere indexering in 2024 dan benodigd voor dekking van rijksbrede problematiek wordt een bedrag oplopend tot 25 miljoen euro afgeboekt ten behoeve van het generale beeld.
22. Nationale Veiligheid HLA Voor versterking van de nationale veiligheid wordt in het hoofdlijnenakkoord in 2025 € 200 mln.; in 2026 € 250 mln. en vanaf 2027 € 300 mln. structureel beschikbaar gesteld voor meer slagkracht bij de politie, justitie en veiligheidsdiensten. Bij de eerste suppletoire begroting wordt hiervoor aan Defensie in 2025 € 0,8 mln.; in 2026 € 9,7 mln. en vanaf 2027 € 25,8 mln. beschikbaar gesteld. En aan BZK wordt voor 2025 € 7,5 mln; in 2026 € 32,3 mln. en vanaf 2027 structureel € 77,6 mln. aan budget overgeboekt. Voor deze mutatie heeft uw Kamer voor het zomerreces de onderbouwing ontvangen, conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1)11.
23. Sociale advocatuurEr worden extra middelen beschikbaar gesteld om de sociale advocatuur te versterken. Het betreft € 30 mln. vanaf het jaar 202712. Voor deze mutatie heeft uw Kamer voor het zomerreces de onderbouwing ontvangen, conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1)13.
24. WeerbaarheidEr zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de weerbaarheid van Nederland tegen militaire en hybride dreigingen te versterken. Het betreft structureel een bedrag van € 70 mln. vanaf 2027, waarover de Tweede Kamer per brief14 is geïnformeerd. Voor deze mutatie ontvangt uw Kamer in september nadere onderbouwing, conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1).
25. Eindejaarsmarge 2024De eindejaarsmarge 2024 is met deze mutatie aan de begroting van JenV toegevoegd.
26. Loonbijstelling 2025De tranche loonbijstelling 2025 is na aftrek van de loonbijstelling externe inhuur met deze mutatie aan de begroting van JenV toegevoegd.
27. Prijsbijstelling 2025De jaarlijkse prijsbijstelling is bij Voorjaarsnota met 50% gekort en de toekenning van deze prijsbijstelling wordt met deze mutatie toegevoegd aan de JenV-begroting.
28. Dekking uit eindejaarsmargeDe eindejaarsmarge 2024 is ingezet ter dekking van de overlopende verplichtingen uit 2024.
29. Extrapolatie Dit zijn de standen van het jaar 2029 die nu ook voor 2030 zijn opgenomen (ook wel extrapolatiestanden genoemd).Toelichting Miljoenennota 2026 / Ontwerpbegroting 2026
30. Terugvordering bijzondere bijdragen
Een terugvordering van € 31,9 mln. na afrekening van diverse bijzondere bijdragen aan de politie uit het jaar 2024 die niet volledig tot besteding zijn gekomen, met name in verband met arbeidsmarktproblematiek. Deze middelen worden via desaldering toegevoegd aan het uitgavenbudget en voor een deel teruggestort naar het artikelonderdeel 'Aanpak ondermijning’.
31. Asielmaatregelen regeerprogrammaVoor de uitvoering van asielmaatregelen uit het Regeerprogramma worden middelen vanuit het ministerie van Asiel en Migratie overgeheveld naar het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het betreft de onder andere volgende budgetmutaties:
• EU-migratiepact (inclusief de wetsvoorstellen invoering tweestatusstelsel en asielnoodmaatregelenwet). Aan de Raad voor de rechtspraak wordt € 4,6 mln. toegekend in 2026, € 22,6 mln in 2027, € 27,6 mln in 2028 en 2029 en € 25,2 mln in 2030. Voor de voorbereiding en uitvoering van de wetsvoorstellen worden voor 2028 en 2029 € 13,5 mln. en voor 2030 € 12,3 mln. beschikbaar gesteld voor toevoegingen rechtsbijstand.Daarnaast worden er, in verband met de extra werkzaamheden als gevolg van de wetsvoorstellen, structurele middelen toegevoegd op het onderdeel 'eigen personeel: € 0,2 mln. in 2025, € 1,1 mln. in 2026 en vanaf 2027 structureel € 2,5 mln.
• Voor de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het Migratiepact wordt € 1,2 mln. beschikbaar gesteld in 2025 , € 0,9 mln. in 2026 en vanaf 2027 structureel 0,6 mln.
• Voor de meerkosten van het oprichten van een nieuw ministerie wordt structureel € 2,5 mln. aan middelen beschikbaar gesteld.
Voor deze mutatie ontvangt uw Kamer voor de ontwerpbegrotingsbehandeling de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) van de minister van Asiel en Migratie.
35. Herstelregeling KinderopvangtoeslagVanaf 1 maart 2021 kunnen gedupeerde ouders van de Kinderopvangtoeslagaffaire, bij verzoeken in het kader van de Herstelregelingen Kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen, via de Raad voor Rechtsbijstand adequate en kosteloze rechtsbijstand ontvangen. Het ministerie van Financiën voorziet in de voor meerdere jaren benodigde middelen en draagt daarmee de daadwerkelijke kosten van deze regeling.
36. Institutionele vernieuwing rechtspraakDe Regeerprogrammagelden waarmee het kabinet investeert in de versterking van de familie- en jeugdrechtspraak en institutionele vernieuwing van de Rechtspraak worden in 2025 ter beschikking gesteld aan de Raad voor de rechtspraak voor een bedrag van € 13,6 mln.
37. Prijsafspraak Raad voor de rechtspraakDe prijsafspraken voor de komende prijsperiode 2026-2028 zijn vastgesteld met de Raad voor de rechtspraak. De hiervoor binnen de JenV-begroting gereserveerde middelen worden met deze mutatie toegevoegd aan het beleidsartikelonderdeel van de Raad voor de rechtspraak. Hiermee worden de prijsgevolgen (onder andere voor het versterken van de rechtspraak en voor wet- en regelgeving) gefinancierd. Voor deze mutatie ontvangt uw Kamer voor de ontwerpbegrotingsbehandeling de onderbouwing, conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1).
38. SchadeloosstellingenBij de begrotingsbehandeling 2025 heeft een amendement plaatsgevonden op het budget voor schadeloosstellingen waardoor dit budget met € 10 miljoen is verlaagd. De huidige raming, gebaseerd op de uitputting tot en met juni, laat een tekort zien, dat meer is dan de neerwaartse bijstelling. Met deze mutatie wordt het budget aangevuld.
39. Kasschuif middelen amendement-EllianBij de begrotingsbehandeling 2025 is via het amendement-Ellian € 20 mln. beschikbaar gesteld voor het inrichten van licht beveiligde plekken, met als doel de voorraad zelfmelders te verlagen. Het kasritme wordt aangepast via een kasschuif, zodat de beschikbare dekking aansluit op de jaren waarin de uitgaven naar verwachting worden gedaan. Hiervoor wordt € 16,1 mln. van 2025 doorgeschoven naar 2027 (€ 11,6 mln.), 2028 (€ 3,8 mln.) en 2029 (€ 0,7 mln.).
40. Kasschuif amendement SnellerMet het amendement «Sneller» zijn voor de jaren 2025 tot en met 2027 extra middelen van in totaal 3 x € 25 mln. beschikbaar gesteld voor het gevangeniswezen om vervroegde invrijheidsstelling te voorkomen en het aantal zelfmelders terug te brengen. Middels een kasschuif worden de middelen voor de jaren 2025 en 2026 doorgeschoven naar de jaren 2028 en 2029. De kasschuif is nodig zodat DJI in staat is om extra celcapaciteit te realiseren inclusief de daarbij behorende personeelskosten. Deze capaciteit is momenteel nog niet beschikbaar en om deze te verwerven moeten er kosten worden gemaakt in 2027 en de daaropvolgende jaren.
41. Bewaken en BeveiligenVoor het versterken en vernieuwen van het stelsel Bewaken en Beveiligen worden middelen overgeheveld naar het ministerie van Defensie. Het gaat om € 6,2 mln. in 2025 en vanaf 2026 structureel € 12,7 mln.
42. WeerbaarheidHet kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2025 structureel € 70 mln. vrijgemaakt voor weerbaarheid. Deze middelen worden aangewend voor de versterking van lokale en regionale weerbaarheid, waaronder lokale noodsteunpunten en communicatie-uitingen richting de samenleving, zoals de publiekscampagne en een huis-aan-huispublicatie. Aanvullend hierop heeft de Minister van Justitie en Veiligheid € 10 mln. in 2025 en € 20 mln. in 2026 vrijgemaakt. Dit is tijdens het commissiedebat over Nationale Veiligheid en Weerbaarheid op 15 mei 2025 aan de kamer gecommuniceerd. Daarnaast is via een kasschuif extra middelen beschikbaar gesteld in 2025 (€ 2 mln.) en in 2026 (€ 5 mln.). Deze middelen zijn doorgeschoven vanuit de jaren 2027 (-€ 2.5 mln), 2028 (-€ 3 mln.) en 2029 (-€ 1,5 mln.). Met deze mutatie worden de middelen overgeheveld van artikel 92 naar artikelen 91 en 36 voor uitvoering.
43. Herverkaveling InburgeringDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijft belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering, voor zover deze taak op 2 juli 2024 al aan hem was opgedragen.
De taken van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) worden dienovereenkomstig aangepast. Dit houdt in dat uitsluitend voor het jaar 2025 de Minister van JenV wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering. Het budget voor inburgering wordt daarom met ingang van 2026 structureel overgeheveld naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
44. Verdeling Loon- en prijsbijstelling
De toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2025 wordt met deze mutatie doorverdeeld naar de desbetreffende artikelen.
45. Kasschuif ondermijning justitiële jeugdinrichting (JJI) Harreveld
Er wordt € 25 mln. uit het ondermijningsbudget in 2025 middels een kasschuif naar 2028 tot en met 2030 ingezet voor de dekking van de JJI Harreveld.
46. Verlaging middelen ondermijning
Deze mutatie betreft de dekking voor de JJI Harreveld en komt uit het ondermijningsbudget van 2025 die middels een kasschuif in het juiste kasritme wordt gezet. Daarnaast wordt € 5 mln. in 2029 uit het ondermijningsbudget hiervoor ingezet.
47. Huisvestingsproblematiek Dienst Justitiële Inrichtingen
Voor huisvestingsproblematiek bij Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) wordt vanaf 2028 € 25 mln. beschikbaar gesteld en vanaf 2031 structureel € 50 mln. uit de middelen voor het Constitutioneel Hof en hervorming Raad van State (RvS). Deze middelen worden ingezet voor de huisvestingsproblematiek van DJI, waaronder de opening van de justitiële jeugdinrichting (JJI) Harreveld. Hiervan wordt incidenteel € 30 mln. in de periode 2028 tot en met 2030 gedekt binnen de JenV-begroting.
48. Overige mutatiesDe post ‘overige mutaties’ bestaat voornamelijk uit technische mutaties en mutaties van minder dan € 10 mln. De grootste mutatie betreft de tegenboeking van de mutatie ‘verdeling loon- en prijsbijstelling’ op artikel 92.
Artikel | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2025 (inclusief NvW) | 1.687.690 | 1.750.948 | 1.781.366 | 1.806.295 | 1.837.322 | 0 | ||
Belangrijkste mutaties | ||||||||
Voorjaarsnota 2025/ eerste suppletoire begroting 2025 | ||||||||
1 | Prognosemodel Justitiële Keten (PMJ) | 32, 34 | 18.462 | 24.640 | 24.975 | 24.975 | 24.975 | 24.975 |
2 | Boeten en transacties | 33 | 61.985 | 64.345 | 66.019 | 71.025 | 77.285 | 112.982 |
3 | Afroming eigen vermogen DJI | 34 | 22.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 | Specifieke uitkering (SPUK) Inburgering | 38 | 31.200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 | Extrapolatie | alle | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.837.322 |
Overige mutaties | 17.709 | 6.593 | 2.093 | 10.315 | 10.403 | 10.403 | ||
Miljoenennota 2026/ Ontwerpbegroting 2026 | ||||||||
6 | Terugvordering bijzondere bijdragen | 31 | 31.869 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | Raad voor Rechtsbijstand | 32 | 70.810 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8 | Overige mutaties | 2.155 | ‒ 3.000 | ‒ 3.000 | ‒ 3.000 | ‒ 3.000 | ‒ 3.000 | |
Stand ontwerpbegroting 2026 | 1.944.680 | 1.843.526 | 1.871.453 | 1.909.610 | 1.946.985 | 1.982.682 |
Toelichting voorjaarsnota 2025 / eerste suppletoire begroting 2025
1. Prognosemodel Justitiële Keten (PMJ)Het Prognosemodel Justitiële Ketens raamt de capaciteitsbehoefte van de justitiële keten. Deze mutatie bevat de volgende twee posten:
• Bij de griffierechten is de raming van de ontvangsten naar boven bijgesteld op basis van de jaarlijkse herijking van de raming (aan de hand van de gerealiseerde ontvangsten, gerealiseerde instroom en de meest recente uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens). Het betreft € 24,2 mln. in 2025 met een oploop naar € 32 mln. vanaf 2027.
• De nieuwe ramingen voor het aantal WAHV boetes laten voor de jaren 2025 t/m 2030 een minder sterk stijgende trend zien in vergelijking met de raming van vorig jaar. Naast een autonome daling, wordt er een negatief effect als gevolg van vervanging vaste flitspalen en enkele trajectcontroles geraamd en een positief effect voor extra flitspalen, focusflitsers en flexflitspalen. Als gevolg van de minder sterke stijging in aantallen boetes, is het ontvangstenbudget verhaal administratiekosten ook naar beneden bijgesteld. Het betreft € -5,8 mln. in 2025 met een afloop naar € -7 mln. vanaf 2027.
4. Boeten en Transacties De nieuwe raming voor de boetes en transacties laat een stijgende trend zien voor de periode 2025 tot en met 2030. Hierbij is rekening gehouden met de benodigde vervangingen van flitspalen en het gegeven dat enkele trajectcontroles aan het eind van hun levensduur komen in de komende jaren. De inzet van focusflitsers en flexflitspalen leidt tot een gemiddeld hoger tarief per boete. Daarnaast is het aantal opgelegde transacties gestegen.
5. Afroming eigen vermogen DJIHet eigen vermogen van DJI komt boven de grens van 5% uit en wordt voor dat deel afgeroomd.
6. Specifieke uitkering (Spuk) inburgering Het afgelopen jaar was het aantal statushouders dat door de gemeenten wordt ingeburgerd lager dan eerder geraamd waardoor de gemeenten een bedrag van 31,2 mln. terugboeken naar JenV.
7. Extrapolatie Dit zijn de standen van het jaar 2029 die nu ook voor 2030 zijn opgenomen (ook wel extrapolatiestanden genoemd).Toelichting miljoenennota 2026 / Ontwerpbegroting 2026
8. Terugvordering bijzondere bijdragenEen terugvordering van € 31,9 mln. na afrekening van diverse bijzondere bijdragen aan de politie uit het jaar 2024 die niet volledig tot besteding zijn gekomen, met name in verband met arbeidsmarktproblematiek. Deze middelen worden via desaldering toegevoegd aan het uitgavenbudget en voor een deel teruggestort naar het artikelonderdeel 'Aanpak ondermijning’.
9. Raad voor RechtsbijstandDe liquiditeitspositie van de Raad voor Rechtsbijstand is hoger dan de toegestane omvang. De overschrijding wordt conform de gemaakte afspraken teruggestort naar het ministerie.
10. Overige mutaties
De post ‘overige mutaties’ bestaat voornamelijk uit technische mutaties en mutaties van minder dan 10 miljoen euro.
Met de Wet open overheid (hierna: Woo) is sinds 2022 een belangrijke stap gezet naar een open en transparantere overheid. Hoofdonderdelen van de Woo zijn: openbaarmaking op verzoek, openbaarmaking uit eigen beweging en het op orde brengen van de informatiehuishouding. Openbaarmaking op verzoek wordt ook wel ‘passieve’ openbaarmaking genoemd: de documenten waar om is gevraagd, worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking uit eigen beweging, of wel ‘actieve’ openbaarmaking, houdt in dat het ministerie zelf proactief informatie openbaar maakt - ook als daar (nog) niet om is gevraagd.
Om dit te kunnen doen, is een adequate en toegankelijke informatievoorziening nodig; en die leunt op zijn beurt op een gezonde informatiehuishouding. Het in de begroting aandacht schenken aan de beleidsvoornemens over de uitvoering van de Woo is ook één van de verplichtingen. In deze paragraaf wordt weergegeven hoe het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Asiel en Migratie (hierna JenV/AenM) hier invulling aan geven.
Openbaarmaking
Sinds 2024 zorgt de centrale directie Openbaarmaking voor een tijdige en kwalitatief hoogwaardige afhandeling van Woo-verzoeken. Deze directie adviseert ook de taakorganisaties van JenV/AenM op het gebied van de Woo, zowel op het gebied van openbaarmaking op verzoek als openbaarmaking uit eigen beweging. Hiervoor worden er verschillende beleidsproducten ontwikkeld. Zo is er een start gemaakt met het ontwikkelen van een JenV/AenM-brede visie op openbaarmaking en wordt er toe gewerkt naar het leggen van een solide fundering voor kwalitatief hoogwaardige openbaarmaking; nu nog voor het Bestuursdepartement en in de toekomst ook voor de taakorganisaties.
De afhandeling van Woo-verzoeken, het implementeren van de verplichte informatiecategorieën als ook het vormgeven aan de inspanningsverplichting én de ondersteuning van de Parlementaire Enquête Corona (ook ondergebracht bij de directie Openbaarmaking), worden uitgevoerd met de huidige capaciteit op het Bestuursdepartement. Omdat de vraag om (actieve) openbaarmaking toeneemt, is het belangrijk om voldoende te investeren in digitale hulpmiddelen en mogelijk ook AI-toepassingen. Advisering over technische kanten van publicatie en over de informatiehuishouding (zoals archivering), ligt bij de directie Informatievoorziening en Inkoop.
JenV/AenM zet hiermee niet alleen in op een adequate uitvoering van de Woo maar wil zo ook de transparantie van de organisaties in het JenV/AenM-domein verder bevorderen. Tenslotte participeert JenV/AenM vanuit haar Woo-deskundigheid in de interdepartementale overleggen, waaronder het onderzoek naar de uitvoerbaarheid, kosten en (benodigde) capaciteit van de Wet open overheid.
Verbetering informatiehuishouding
Het JenV/AenM-programma Open op Orde startte in 2021, met als scope het (inmiddels) JenV/AenM-brede concern en de opdracht om gestructureerd te werken aan een verbetering van de informatiehuishouding (hierna: IHH). Daarbij hebben de Politie en Rechtspraak op basis van hun rechtstatelijke positie een eigen programma. Sindsdien zijn flinke stappen gezet met het oplossen van een aantal generieke uitdagingen bij de JenV/AenM-organisaties. Het volwassenheidsniveau steeg in 2024 naar 2,4 op een vierpuntschaal en daarmee groeide wederom het inzicht in de stand van de informatiehuishouding.
Het voor de nog resterende looptijd van het programma opgestelde transitieplan wordt geactualiseerd. Het transitieplan richt zich enerzijds op de herbelegging binnen het bestuursdepartement van taken en structurele middelen en anderzijds de meer beleidsmatige aspecten die ingaan op hoe we in de volle breedte blijven groeien qua volwassenheid op informatiehuishouding. Het streven blijft om eind 2026 volwassenheidsniveau 3 te bereiken.
Meerjarig portfolio met vier actielijnen
Het programma werkt aan een meerjarig portfolio dat is opgebouwd langs de vier rijksbrede actielijnen ‘Professionals’, ‘Volume en aard van informatie’, ‘Systemen’ en ‘Sturing en naleving’:
– Actielijn 1 ProfessionalsJenV/AenM geeft invulling aan de structurele uitbreiding van capaciteit en het vergroten van het ambtelijk vakmanschap. De pilot voor een strategisch ontwikkelplan voor de bevordering van de IHH-deskundigheid is succesvol gebleken en wordt opgeschaald. In lijn hiermee wordt ook in 2026 begeleiding aangeboden bij het opzetten van Strategische Personeelsplanningen voor IHH.
Om op termijn functies op gebied van data en gegevenshuishouding te kunnen invullen, is JenV/AenM in september 2024 gestart met het eigen ontwikkelde Traineeship Gegevensmanagement. In dit traineeship worden per jaar 25 trainees opgeleid tot de toekomstige CDO’s van JenV/AenM. In september 2025 start de tweede lichting, nieuw daarbij is dat ook andere ministeries een trainee zullen afnemen. De laatste lichting van het driejarige traineeship start in 2026, waarbij de derde lichting in 2029 afzwaait en zal landen in het veiligheidsdomein.
– Actielijn 2 Volume en aard van de informatieJenV/AenM zet de inspanningen voort op het digitaliseren van de papieren archieven en breidt de inspanningen om het inzichtelijk krijgen van de data op netwerkschijven verder uit. Om de data structureel beter en sneller toegankelijk te maken voor een grotere groep medewerkers wordt gebruik gemaakt van een digitale archivaris die op basis van AI grote verzamelingen van data voorziet van de juiste metadata. Door het toevoegen van metadata is de informatie duurzaam toegankelijk en is JenV/AenM beter in staat om te voldoen aan de eisen van het selectiebeleid.
Voor het verder wegwerken van de papieren achterstanden voorziet het programma in middelen om onder andere de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te continueren bij de scanstraten van de Justitiële Informatiedienst en het Nederlands Forensisch Instituut.
– Actielijn 3 InformatiesystemenAan de door JenV/AenM zelf ontwikkelde gegevensboekhouding worden functionaliteiten toegevoegd en bij meerdere organisatieonderdelen geïmplementeerd.
Voor de overheidsbrede Woo-voorziening - een publicatieplatform voor actieve openbaarmaking - wordt met de quick scan in kaart gebracht wat JenV/AenM-organisaties technisch moeten doen om aan te kunnen sluiten.
In het kader van rationalisatie en uniformiteit bij de JenV/AenM-organisaties stimuleert het programma (financieel) de aansluiting op bestaande documentmanagement- en recordmanagementsystemen.
– Actielijn 4 Sturing en nalevingDe overdracht naar en inbedding van het programma en de programmaresultaten in de staande organisatie heeft voortdurend aandacht. In 2026 - het laatste jaar van het programma - wordt de programmaorganisatie verder afgebouwd. Het overdragen van het selectiebeleid vanuit het programma naar het IHH Office van JenV/AenM is hier een voorbeeld van.
Rijksbrede en JenV/AenM-brede prioriteiten
Vanuit de Regeringscommissaris Informatiehuishouding zijn prioriteiten meegegeven aan alle departementen. JenV/AenM werkt hier aan door onder andere door zoveel als mogelijk aan te sluiten op de rijksbreed ontwikkelde voorzieningen, zoals voor de archivering van websites en chatberichten. Jaarlijks wordt de IHH-volwassenheidsmeting uitgevoerd en wordt daarover gerapporteerd. De volwassenheidsmetingen worden gebruikt om prioritering aan te brengen bij de uitvoering van de verbeteracties en de actualisatie van het al eerder genoemde JenV/AenM-eigen transitieplan.
Naast de Rijksbrede prioriteiten heeft JenV/AenM eigen prioriteiten: het verwerken van papieren en digitale achterstanden, de ontwikkeling van selectiebeleid en het toepassen van de selectielijst, en het verbeteren van de gegevenskwaliteit in nauwe samenwerking met het CDO Office.
Financiën
Het budget voor het JenV/AenM-brede Open op Orde-programma bestaat uit een basisbedrag van € 9,9 mln. Daarnaast wordt vanuit het BZK-programma Open Overheid een bedrag van € 1,449 mln. additionele middelen beschikbaar gesteld, opgeteld € 11,349 mln. Dit bedrag staat tot en met 2032 vast en wordt ingezet voor onder meer de uitbreiding van structurele capaciteit en materiële kosten, zoals licentiekosten voor nieuwe systemen. De verdeling van het beschikbare budget over 2026 over de verschillende actielijnen ziet er als volgt uit:
actielijn | 2026 |
|---|---|
Actielijn 1 Profesionals | 6.200.000 |
Actielijn 2 Volume en aard van informatie | 3.600.000 |
Actielijn 3 Informatiesystemen | 100.000 |
Actielijn 4 Sturing en naleving | 549.000 |
Totaal | 11.349.000 |
De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is in 2021 geïntroduceerd als één van de instrumenten van het herziene Rijksbrede evaluatiestelsel. Sindsdien heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) aanzienlijke vooruitgang geboekt in de kwaliteit ervan. Vorig jaar heeft JenV de thema-indeling van de SEA herijkt door het aantal hoofdthema’s te reduceren. Voor de SEA in de begroting 2026 is de focus verlegd naar een betere onderbouwing van de benodigde inzichten. Om deze inzichtsbehoeften zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, is het essentieel om de beleidstheorie in kaart te brengen. Dit is een intensief proces waarvoor JenV een groeimodel hanteert.
Afgelopen jaar zijn diverse beleidsdirecties gestart met het opstellen van deze beleidstheoriën. Hierdoor is het mogelijk om beter te onderbouwen welke inzichten noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de thema's. Ook voor de thema's waarvoor nog geen beleidstheorie is opgesteld is extra aandacht gevraagd voor de onderbouwing van de evaluatieprogrammering. De komende jaren zal het reconstrueren van de beleidstheoriën verder worden doorgezet, wat de verdere onderbouwing van de evaluatieagenda zal verbeteren.
De SEA is een meerjarig evaluatie-instrument dat zich richt op lopend beleid. Wijzigingen in de onderzoeksprogrammering kunnen plaatsvinden op basis van de prioriteiten uit het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma van een nieuw kabinet.
Thema/Periodieke rapportage | Eerstvolgende Periodieke rapportage | Begrotingsartikelen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
31 | 32 | 33 | 34 | 36 | ||
Kritische communicatie en veiligheidprocessen | 2029 | 31.3 | 36.2 | |||
Beleid t.o.v. de continuïteit van de politieorganisatie | 2030 | 31.2 | ||||
Politiestelsel (wetten) | 2028 | 31.2 | ||||
Rechtsbestel | 2028 | 32.2, 32.3 | ||||
Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding | 2027 | 33.3 | ||||
Veiligheid en lokaal bestuur | 2027 | 33.2 | ||||
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit | 2027 | 33.3 | ||||
Genoegdoening aan slachtoffers en samenleving | 2028 | 34.3, 34.4 | ||||
Voorkomen van (herhaald) crimineel gedrag | 2026 | 34.1, 34.2, 34.3, 34.5 | ||||
Beschermen van kinderen | 2027 | 34.1, 34.5 | ||||
Nationale Veiligheid (Contraterrorisme) | 2025 | 36.2 | ||||
Nationale Veiligheid (Bewaken en beveiligen; Crisisbeheersing; Cybersecurity; Statelijke Dreigingen) | 2027 | 36.2 | ||||
Voor het meest recente overzicht van de realisatie van periodieke rapportages (voorheen beleidsdoorlichtingen) klik op deze link: Status periodieke rapportages. In «Bijlage 3: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda»zijn alle geplande onderzoeken en evaluaties per beleidsthema nader uitgewerkt. De thema's op de Strategische Evaluatie Agenda worden onderstaand nader toegelicht.
Met ingang van het Kabinet-Schoof is de SEA op het gebied van Toegang, toelating en opvang vreemdelingen (artikel 37.4), Terugkeerbeleid (artikel 37.5) en Opvang ontheemden uit Oekraïne (artikel 37.7) overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Asiel en Migratie.
Artikel 31 en 36 - Politie en veiligheidregio's
DGPenV staat voor het creëren van de randvoorwaarden waarbinnen bestuurders, gezagen en uitvoerende organisaties – binnen rechtstatelijke waarborgen – veiligheid optimaal vorm kunnen geven voor de inwoners van Nederland. Hierbij kent zij een stelselverantwoordelijkheid voor een aantal belangrijke stelsels in het veiligheidsdomein: politie, brandweer, rampenbestrijding en risico- en crisisbeheersing. Dit betekent dat zij zorg draagt voor heldere rollen, verantwoordelijkheden en taken voor de diverse organisaties en dat de stelsels toekomstbestendig zijn. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de kwaliteit, legitimiteit en continuïteit van uitvoerende organisaties zoals de politie, veiligheidsregio's, maar ook het brandweerkorps en de politiekorpsen in Caribisch Nederland. Dit betekent dat DGPenV zorgt voor passend beleid, de juiste bevoegdheden en heldere kaders voor deze uitvoeringsorganisaties.
Ook andere DG-en maken beleid dat de politie uitvoert, bijvoorbeeld op het terrein van crisisbeheersing, rechtshandhaving, migratie, en dergelijke. Dit begrotingsonderdeel ziet louter op het beleid waar DGPenV verantwoordelijk voor is.
Kritische communicatie en veiligheidsprocessen
DGPenV draagt als stelselverantwoordelijke zorg voor de rampenbestrijding, crisisbeheersing, brandweerzorg, missiekritische communicatievoorzieningen en alerteringssystemen. Vanuit de begroting worden bijdragen verstrekt aan de veiligheidsregio’s (de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding) en de Landelijke Meldkamer Samenwerking voor hun taken op dat gebied. Ook wordt een bijdrage verstrekt aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen. In die hoedanigheid heeft DGPenV een kader- en normzettende rol in de governance, maar is zij ook systeemeigenaar van een aantal belangrijke (vitale) communicatiesystemen.
Beleid gericht op de continuïteit van de politieorganisatie en politiestelsel (wetten)
Eén van de centrale opgaven is er toe bij te dragen dat de politieorganisatie, nu en in de toekomst, berekend is op haar taak. Het gaat hier onder meer om aspecten die onder de verantwoordelijkheid van DGPenV vallen. Hierbij valt te denken aan de kaders die worden gesteld voor politiepersoneel (passende arbeidsvoorwaarden en goede personeelszorg voor actief dienend en gewezen politiepersoneel), maar ook aan samenwerkingen op internationaal terrein (t.b.v. effectieve opsporing in binnen en buitenland) en de wisselwerking tussen politie en de samenleving. Welke maatschappelijke ontwikkelingen zien we op de politie afkomen en wat betekent dit voor de organisatie? Hoe kunnen we het politiebestel effectief en efficiënt inrichten, zijn de bevoegdheden toekomstbestendig? Het doel van het beleid met betrekking tot het politiebestel is het zorgen voor een goed werkend politiebestel met de juiste balans in de sturing op de politie, en in de verhouding lokaal regionaal en landelijk. Op de planning staat de vervolgevaluatie van de Politiewet 2012, hierin worden de aanbevelingen vanuit de eerste evaluatie meegenomen.
Om de politietaak goed te kunnen uitvoeren, beschikken verschillende onderdelen van de politie over bevoegdheden, waaronder de politiële geweldbevoegdheid. Het doel van het beleid is het in kaart brengen, het toekennen en het afbakenen van bevoegdheden en het bewaken van een juiste inbedding ervan in de organisatie. Ook worden de kaders voor de politieorganisatie op het terrein van informatievergaring, -verwerking, -deling en -opslag opgesteld en/of bewaakt.
Artikel 32 - Rechtspleging en rechtsbijstand
DGRR schept de voorwaarden voor het in standhouden en verbeteren van een slagvaardig, toegankelijk en doelmatig rechtsbestel. Het thema Rechtsbestel is geclusterd in twee subthema’s: Toegang tot het recht en Strafrechtelijk bestel.
Toegang tot het recht
Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat. Het is één van de taken binnen DGRR om te zorgen dat rechtszoekenden toegang tot het recht vinden. Iedereen in Nederland moet een passende en duurzame uitkomst kunnen vinden voor zijn of haar (juridische) probleem. Daar wordt aan gewerkt door ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot informatie, advies en ondersteuning, en een beslissing door een neutrale instantie. Daarbij wordt de rechtzoekende centraal gesteld. Zo is er aandacht voor herstelrecht, wordt de geschilbeslechtingsdelta geëvalueerd en is er aandacht voor de continuïteit in en vernieuwing van de juridische beroepen zoals notariaat en gerechtsdeurwaarders.
Strafrechtelijk bestel
Het strafrechtelijk bestel is een andere belangrijke pijler van het rechtsbestel. Het strafrechtelijk bestel verdient continue aandacht, onderhoud en vernieuwing. De beleidsdossiers zijn uiteenlopend en strafrechtelijk dan wel strafvorderlijk van aard. Op dit moment vinden belangrijke beleidsontwikkelingen plaats op drie beleidsdossiers, te weten klassenjustitie; zorgvuldig, snel en maatwerk in de rechtsbijstand (ZSM-rechtsbijstand); doorloop in de strafrechtketen. Daarnaast wordt een monitor opgezet op de ontwikkeling van mediation in strafzaken.
Toelichting planning periodieke rapportage
De laatste beleidsdoorlichting van artikel 32 is gepubliceerd in 2022. De eerstvolgende periodieke rapportage voor Rechtsbestel staat In 2028 gepland. De invulling daarvan zal in 2026 worden bepaald en aan de Kamer worden gecommuniceerd.
Artikel 33 - Veiligheid en criminaliteitsbestrijding (exclusief ondermijning)
DGRR werkt aan een veiligere samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijk aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.
Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding
Het beleid inzake rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding is gericht op het bewerkstelligen van een veiliger samenleving, het verminderen van schade aan samenleving, economie en milieu door criminaliteit, het zorgen voor een veilige publieke taak, rechtsherstel voor slachtoffers, incapacitatie van daders, het stellen en handhaven van normen en daarmee het verkrijgen van een sterkere rechtsstaat/instituties. Die doelen worden bereikt door te zorgen voor betrouwbare informatie uit sporenonderzoek ten behoeve van het opsporen van verdachten en vrijpleiten van onschuldigen, de inrichting van de rechtspraak en het openbaar ministerie, zorgvuldige rechtsgang, herstel van bij de rechtsgang gemaakte fouten, burgerbetrokkenheid c.q. -participatie, kennisvermeerdering over criminaliteitsfenomenen en specifiek beleid op afzonderlijke beleidsthema’s. Deze worden in bijlage 3 nader uitgewerkt.
Veiligheid en lokaal bestuur
DGRR zorgt voor de (wettelijke) toerusting van de burgemeester ten aanzien van haar openbare-ordetaak en voor het ondersteunen van publieke en private partners bij het tegengaan van criminaliteit. Dit vindt plaats met menskracht, financiering, beleid en wetgeving, agendering, kennis, onderzoek, gedragsbeïnvloeding en het verstevigen en bestendigen van het bestuurlijke netwerk. Dit doet DGRR nadrukkelijk nooit alleen, maar in goede samenwerking met onder andere haar partners: gemeenten, VNG, CCV, PVO’s, de RIEC’s, politie en brancheorganisaties, maar natuurlijk ook de individuele burger en individuele particuliere partners, zoals ondernemers en overige (maatschappelijke) organisaties. Hiervoor voorziet DGRR binnen het thema veiligheid en lokaal bestuur onder andere ook in een infrastructuur tussen lokaal bestuur, ondernemers en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit zijn de RIEC's, LIEC, PVO's en PVO-NL, accounthouders, en overleggen met G4, G40 en M50. Daarnaast voert DGRR het secretariaat van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing en het Strategisch Beraad Veiligheid. Tot slot financiert DGRR het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Toelichting planning periodieke rapportage
De laatste beleidsdoorlichting van artikel 33 is gepubliceerd in 2021. De eerstvolgende periodieke rapportage voor Veiligheid en Lokaal Bestuur was eerder aangekondigd voor 2026. Besloten is echter om dit uit te stellen naar 2027. Dit geeft de tijd om voor de drie prioritaire subthema's de beleidstheorie gedegen te reconstrueren en aanvullend onderzoek uit te laten voeren. Op die manier is de verwachting dat voor deze drie subthema's beter onderbouwde uitspraken gedaan kunnen worden in de periodieke rapportage. Daarnaast biedt uitstel de tijd om ook voor de niet-prioritaire subthema's in ieder geval de beleidstheorie uit te werken, zodat hier ook enige aandacht aan besteed kan worden in de periodieke rapportage.
Artikel 33 - Veiligheid en criminaliteitsbestrijding (Ondermijning)
De aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit staat al jaren hoog op de politieke agenda. In de afgelopen jaren is de aanpak geïntensiveerd en is er meer geld beschikbaar gekomen om het fenomeen zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden. Daarmee is er binnen DGO ook veel aandacht voor de resultaten en effecten van de aanpak. De komende jaren wordt in toenemende mate gewerkt aan het verkrijgen van beter inzicht in de behaalde resultaten van de gezamenlijke aanpak. Bij dit proces worden inzichten uit onderzoek en uitvoeringspraktijk betrokken en worden werkwijzen ontwikkeld om kennis, geleerde lessen en succesvolle voorbeelden te benutten.
Het overkoepelende thema van de SEA van DGO is ‘georganiseerde, ondermijnende criminaliteit’. De onderzoeken zijn op de SEA geplaatst langs drie verschillende pijlers.
1. De eerste pijler betreft ‘voorkomen’: we streven ernaar om zoveel mogelijk te voorkomen dat georganiseerde, ondermijnende criminaliteit plaatsvindt. Binnen de SEA vallen hieronder twee subthema’s: Preventie met Gezag en het Terugdringen van de vraag naar en het aanbod van illegale drugs.
2. De tweede pijler betreft ‘doorbreken’: als criminelen eenmaal actief zijn in de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, zetten we in op het doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen. Binnen de SEA vallen de volgende subthema’s onder deze pijler: PPS/Veilig ondernemen, Aanpak drugssmokkel via mainports, Criminele geldstromen en de Aanpak van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).
3. De derde pijler betreft ‘bestraffen’: voor een impactvolle aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is het belangrijk het strafrecht op een adequate manier in te zetten: hierbij is het vooral van belang de pakkans te vergroten en effectief te straffen.
De subthema's worden in bijlage 3 per pijler nader toegelicht. Binnen DGO wordt er vanuit deelopgaven ook gewerkt aan aspecten van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit die nog niet terugkomen op de SEA 2026. Het betreft de volgende onderwerpen: aanpak corruptie en criminele inmenging, bestuurlijke aanpak, internationaal offensief en regionale integrale aanpak. Binnen deze deelopgaven vinden er allerlei activiteiten plaats die uiteindelijk moeten bijdragen aan het versterken van de aanpak, maar hiervoor staan momenteel nog geen evaluatieonderzoeken gepland. Daarom ontbreken deze thema’s momenteel nog op de SEA en zijn ze nog geen onderwerp van een Periodieke Rapportage tot 2030. Naar verwachting zullen vanuit deze onderwerpen wel onderzoeken geprogrammeerd gaan worden bij volgende rondes van de SEA.
Toelichting planning periodieke rapportage
DGO zal in 2027 de eerste Periodieke rapportage opleveren. Uiterlijk in 2030 volgt een tweede. De onderwerpen die onder de subthema’s voorkomen, doorbreken en bestraffen vallen, zullen op een logisch samenhangende manier verdeeld worden over de twee rapportages. De eerste rapportage zal als thema ‘voorkomen/weerbaarheid van de samenleving’ en de tweede ‘doorbreken van criminele verdienmodellen/criminele machtsstructuren’. Het derde subthema dat in de SEA wordt aangehouden, namelijk ‘bestraffen’, zal onderverdeeld worden bij de andere twee subthema’s in de Periodieke Rapportages. In de Harbersbrief voorafgaand aan de eerste Periodieke rapportage wordt de verdeling van de beleidsthema’s over beide rapportages in de onderzoeksvraag gepreciseerd.
Artikel 34 - Straffen en beschermen
Gezien de grote inhoudelijke variëteit aan beleidsterreinen is er bij DGSenB voor gekozen om voor de SEA op inhoud een onderverdeling te maken in thema’s om de begroting te dekken. Daartoe heeft DGSenB de drie hoofddoelen van haar beleid als uitgangspunt genomen:
– Bewerkstelligen dat met een straf of op andere wijze genoegdoening wordt geboden aan het slachtoffer en aan de samenleving als geheel.
– Voorkomen dat burgers (opnieuw) dader of slachtoffer worden van criminaliteit.
– Volwassenen en kinderen beschermen die vanwege de kwetsbare positie waarin zij verkeren bedreigd of verleid worden door (herhaalde) criminaliteit of die bedreigd worden in hun ontwikkeling.
Genoegdoening
Binnen het thema genoegdoening staat de zorg aan slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit, de uitvoering van het slachtofferbeleid en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke en geldelijke sancties centraal. De meerjarenagenda is hierbij leidend. Belangrijke vragen op dit thema zijn onder andere in welke mate slachtoffers gebruikmaken van de rechten die zij hebben en welk percentage van de slachtoffers DGSenB bereikt voor hulp en ondersteuning. Voor het sanctiebeleid wordt nog een inzichtsbehoefte opgesteld aan de hand van de beleidstheorie.
Voorkomen
Het beleid met betrekking tot het thema voorkomen omvat het voorkomen van daderschap en herhaald daderschap. DGSenB is verantwoordelijk voor het kansspelbeleid en het beschikbaar stellen van integriteitsinstrumenten (screenen, de forensische zorg, aanpak criminaliteitsfenomenen en aanpak jeugdcriminaliteit). In het kader van het kansspelbeleid werkt DGSenB aan de doorontwikkeling van de wet kansspelen op afstand. In 2024 is de Wet kansspelen op afstand geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie en de gewijzigde beleidsvisie op kansspelen van 14 februari 2025 geven aanleiding tot een herziening van de Wet op de kansspelen. Met betrekking tot de forensische zorg werkt DGSenB aan een voldoende en passend forensisch aanbod en detentiecapaciteit. Voor de subthema’s Forensische zorg en Kansspelen wordt in 2026 een periodieke rapportage opgeleverd. De overige subthema's screenen, aanpak criminaliteitsfenomenen en aanpak jeugdcriminaliteit komen in de opvolgende jaren aan de orde in de periodieke rapportage. De subthema’s worden nader uitgewerkt in bijlage 5.
Beschermen
Het thema beschermen richt zich met name op de jeugdbescherming. Belangrijk doel is het verbeteren van de rechtsbescherming van het kind en het gezin. Tevens werkt DGSenB aan een effectiever jeugdbeschermingsstelsel en structurele workloadverlaging in de jeugdbescherming. Aan de beleidstheorie en inzichtsbehoefte op dit thema is het afgelopen jaar gewerkt. Andere beleidsterreinen waar DGSenB zich op richt die onder het thema beschermen vallen zijn adoptie, gezinsvorming en huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor deze subthema’s wordt nog een inzichtsbehoefte opgesteld.
Toelichting planning periodieke rapportage
De periodieke rapportages zijn gepland op basis van eerdere beleidsdoorlichtingen en de stand van de beleidsontwikkeling. In 2026 is de periodieke rapportage voorkomen aan de orde. Binnen dat thema is gekozen voor de subthema’s kansspelen en forensische zorg. Gezien de verschillen in onderwerp is gekozen om hier twee aparte rapportages van te maken. De keuze voor die twee onderwerpen is ingegeven door het feit dat op deze subthema’s al enige tijd wordt gewerkt met een beleidstheorie en een inzichtsbehoefte.
Artikel 36 - Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid
Het is de taak van de overheid om te zorgen voor nationale veiligheid, om te voorkomen dat de samenleving ernstig wordt geschaad. De Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029 vormt de basis voor de aanpak. Veel partijen werken hieraan mee, waaronder politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook andere organisaties zoals vakdepartementen, gemeenten en aanbieders van vitale processen spelen een belangrijke rol. De NCTV is binnen dit netwerk de verbinder die de inspanningen van betrokken partners coördineert. Zij brengt de fenomenen in beeld en zoekt naar de juiste balans tussen de belangen die dienen te worden beschermd, de dreigingen die op Nederland afkomen en de manier waarop we onze weerbaarheid tegen deze dreigingen kunnen versterken.
Zoals gezegd werken meerdere partijen aan de bescherming van de nationale veiligheid. Dit overzicht heeft enkel betrekking op de activiteiten van de NCTV en omvat het begrotingsartikel 36.2.
Nationale Veiligheid
Het beleidsthema nationale veiligheid kent vijf subthema's: bewaken en beveiligen; contraterrorisme; crisisbeheersing; cybersecurity en statelijke dreigingen (zie verdere toelichting in bijlage 3). De inzichtsbehoeften die op deze beleidsterreinen spelen, hebben betrekking op de te beschermen belangen; de aard, omvang en ernst van bestaande en nieuwe dreigingen voor deze belangen; en de wijzen waarop de weerbaarheid tegen die dreigingen effectief en efficiënt kan worden verbeterd. Daarbij gaat tevens aandacht uit naar nieuwe concepten, methoden en technieken om het zicht op de belangen, de dreiging en de stand van de weerbaarheid te verbeteren; de randvoorwaarden waaronder de inzet van beleidsinstrumenten kan plaatsvinden; en de kosten en baten (inclusief eventuele neven- en averechtse effecten) die een toepassing ervan met zich mee brengen.
Toelichting planning periodieke rapportage
De periodieke rapportage die op het thema Nationale Veiligheid voor 2025 staat gepland, richt zich op het subthema contraterrorisme.De overige subthema's zullen in 2027 in een periodieke rapportage worden geadresseerd.
Art. | Omschrijving | Uitstaand garanties 2024 | Geraamd te verlenen 2025 | Geraamd te vervallen 2025 | Uitstaand garanties 2025 | Geraamd te verlenen 2026 | Geraamd te vervallen 2026 | Uitstaande garanties 2026 | Totaal plafond |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
33 | Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst Justis | 15.515 | 5.300 | 3.985 | 16.830 | 5.300 | 3.985 | 18.145 | 18.145 |
34 | Garantstelling Hypothecaire leningen aan JJI's | 16.020 | 877 | 15.143 | 910 | 14.233 | 16.020 | ||
34 | Garantieregeling Forensische Zorg | 0 | 0 | 0 | 0 | 70.000 | 0 | 70.000 | 300.000 |
totaal | 31.535 | 5.300 | 4.862 | 31.973 | 75.300 | 4.895 | 102.378 | 334.165 |
` | Omschrijving | Uitgaven 2024 | Ontvang- sten 2024 | Stand risico- voorziening 2024 | Saldo 2024 | Uitgaven 2025 | Ontvang- sten 2025 | Stand risico- voorziening 2025 | Saldo 2025 | Uitgaven 2026 | Ontvang- sten 2026 | Stand risico- voorziening 2026 | Saldo 2026 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
33 | Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst Justis | 2.216 | 0 | 0 | ‒ 2.216 | 2.400 | 0 | 0 | ‒ 2.400 | 2.600 | 0 | 0 | ‒ 2.600 |
34 | Garantieregeling Forensische Zorg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | 24.000 | 0 |
Faillissementscuratoren
De garantstellingsregeling faillissementscuratoren (GSR) biedt curatoren de mogelijkheid om in faillissementen waarin sprake lijkt te zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur, maar in de boedel onvoldoende middelen aanwezig zijn, toch onderzoek te kunnen doen of een procedure te starten om onrechtmatig aan de boedel onttrokken gelden en goederen terug te halen. Bij de uitgaven in het «overzicht uitgaven en ontvangsten garanties» betreft het de opdrachten tot betaling.
Hypothecaire leningen aan JJI's
Het feitelijk risico van de verleende garanties aan particuliere jeugdinrichtingen betreft borgstellingen ten behoeve van het restantbedrag van leningen die particuliere inrichtingen zijn aangegaan ter financiering van de gebouwen. Zonder garantieverlening was het niet mogelijk tegen gunstige condities dergelijke leningen bij externe financiers af te sluiten. Omdat DJI de kapitaallasten van de betreffende leningen bovennormatief vergoedt aan de inrichtingen was het uit efficiencyoverwegingen van belang dat de leningen tegen een zo gunstig mogelijk rentepercentage konden worden afgesloten.
Garantieregeling Forensische Zorg
Om tbs-klinieken te stimuleren om capaciteit uit te breiden, wordt een garantieregeling ingericht. De garantieregeling voor FPC’s is bedoeld voor leningen die particuliere FPC’s nodig hebben om capaciteit uit te breiden, dan wel in stand te houden. Door als overheid garant te staan voor een deel van de lening, kunnen deze FPC’s naar verwachting tegen een lagere rente een lening afsluiten voor de beoogde uitbreiding. Dat maakt het voor particuliere FPC’s aantrekkelijker om te investeren in uitbreiding en/of renovatie. Ten behoeve van de garantieregeling wordt in 2025 ten laste van artikel 34 een bedrag van € 24 mln. gestort in een begrotingsreserve bij het ministerie van Financien.Als de garantieregeling gereed is (schatting medio 2026) kan een realistische inschatting van het jaarlijkse te verlenen en te vervallen garantiebedrag worden gemaakt. Tevens kan dan ook een samenhangende raming van de provisie-inkomsten/disagio in de begroting worden opgenomen.

Een veilige samenleving met behulp van een goed functionerende politie.
De Minister heeft een financierende en regisserende rol ten aanzien van de politie en de politieacademie. Hierbij zijn drie verantwoordelijkheden te onderscheiden:
– De eerste verantwoordelijkheid betreft de inrichting, werking en ontwikkeling van het politiebestel en van het opleidingsstelsel voor de politie.
– De tweede verantwoordelijkheid betreft de bevoegdheden en het beheer ten aanzien van de politie. Onder deze beheersverantwoordelijkheid van de Minister15 valt het vaststellen van de begroting, de meerjarenraming, de jaarrekening, het beheersplan, het jaarverslag en de formatie. De korpschef is belast met de leiding en het beheer van de politie. De korpschef opereert binnen de kaders die de Minister stelt en legt verantwoording af aan de Minister. Die verantwoording betreft tevens de mensen en middelen die de korpschef om niet ter beschikking stelt aan de Politieacademie. De Minister kan de korpschef te allen tijde over alle beheeraangelegenheden algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
– Tot slot stelt de Minister vanuit zijn beleidsverantwoordelijkheid, gehoord het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, ten minste eens in de vier jaar de landelijke beleidsdoelstellingen van de politie vast.
De Minister heeft ten aanzien van het politiekorps en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) een financierende en regisserende rol. De beheersverantwoordelijkheid voor het politie- en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, berust bij hem.16
Doorontwikkeling politiefunctie
Voor de toekomst van de politiefunctie is nodig dat meer (en tijdiger) expliciete keuzes worden gemaakt met inachtneming van maatschappelijke ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de politiefunctie en het werk van de politie. Het gaat om keuzes over de taakverdeling binnen de overheid en ook de verdeling van verantwoordelijkheid tussen de overheid en anderen zoals het bedrijfsleven en de samenleving als geheel. Uitgangspunt is dat het borgen van veiligheid in de maatschappij niet alleen een taak en verantwoordelijkheid is van de overheid (zoals politie). Hierover vindt o.a. het gesprek plaats in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP), waar zowel de politie als de vertegenwoordigers van het gezag (burgemeesters en openbaar ministerie) aan deelnemen. In het LOVP wordt het gesprek gevoerd over maatschappelijke ontwikkelingen, het veranderende veiligheidsvraagstuk en hoe hiermee om te gaan.
Daarnaast zal de opbrengst van de boa-beschouwing, met een duidelijk en gedeeld beeld van de rol en taak van de buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), worden benut om keuzes te maken in de handhaving binnen de publieke ruimte. Voorts zien we dat het aantal meldingen bij de politie over incidenten met personen met verward/onbegrepen gedrag blijft stijgen. Deze mensen krijgen vervolgens vaak niet de hulp en ondersteuning die ze écht nodig hebben en de politie is er veel tijd mee kwijt. Om de politie te ontlasten wordt onder andere ingezet op scherpere triage op de 112-meldkamer, inzet van het Meldpunt Zorgwekkend gedrag en verbeterde samenwerking tussen politie en zorgprofessionals op straat.
Verder is het nieuwe stelsel voor beroepsgerelateerde gezondheids-klachten (dienstongevallen en beroepsziekten waaronder PTSS) per 1 april 2025 in werking getreden. Het accent komt te liggen op preventie, re-integratie en herstel. De resultaten zullen periodiek worden gemonitord en geëvalueerd. In 2026 wordt een invoeringstoets gedaan. Daarbij zal worden getoetst of het stelsel is geïmplementeerd zoals afgesproken en of er in de uitvoering nog aandachtspunten zijn om de werking van het stelsel te bevorderen. In 2028 zal een tussenevaluatie worden gedaan om te beoordelen of er zich onvoorziene situaties voordoen waarvoor een aanpassing van regelgeving en/of uitvoering noodzakelijk is. Ook de eerste financiële effecten zullen bij deze tussenevaluatie in beeld gebracht worden. In 2031 volgt een formele evaluatie waarbij de doeltreffendheid en effecten van het nieuwe stelsel centraal zullen staan.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 8.258.772 | 8.915.355 | 8.836.010 | 8.813.709 | 8.782.449 | 8.780.438 | 8.776.270 |
Uitgaven | 8.318.627 | 8.923.193 | 8.843.848 | 8.821.547 | 8.782.449 | 8.780.438 | 8.776.270 | |
31.2 | Bekostiging politie | 8.050.998 | 8.607.512 | 8.519.555 | 8.497.964 | 8.458.780 | 8.457.159 | 8.452.991 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 8.017.810 | 8.571.874 | 8.483.971 | 8.462.286 | 8.423.065 | 8.421.444 | 8.417.276 | |
Politie | 8.014.578 | 8.567.640 | 8.480.305 | 8.458.622 | 8.419.402 | 8.417.782 | 8.413.614 | |
Politieacademie | 3.232 | 4.234 | 3.666 | 3.664 | 3.663 | 3.662 | 3.662 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 33.188 | 35.638 | 35.584 | 35.678 | 35.715 | 35.715 | 35.715 | |
Brandweer- en politiekorps (BES) | 33.188 | 35.638 | 35.584 | 35.678 | 35.715 | 35.715 | 35.715 | |
31.3 | Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en beheer meldkamers | 267.629 | 315.681 | 324.293 | 323.583 | 323.669 | 323.279 | 323.279 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 241.597 | 288.293 | 304.109 | 303.105 | 304.015 | 304.327 | 304.327 | |
Internationale Samenwerkingsoperaties | 27.076 | 27.814 | 29.904 | 29.900 | 29.900 | 29.900 | 29.900 | |
Beheer meldkamers | 213.170 | 241.342 | 244.447 | 243.447 | 244.358 | 244.670 | 244.670 | |
Programma Nieuwe Missie Kritische Communicatiesysteem | 0 | 18.155 | 28.776 | 28.776 | 28.776 | 28.776 | 28.776 | |
Overige Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.351 | 982 | 982 | 982 | 981 | 981 | 981 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.245 | 998 | 462 | 978 | 978 | 978 | 978 | |
Bijdrage in het kader van de kwaliteit van de politiezorg | 1.245 | 998 | 462 | 978 | 978 | 978 | 978 | |
Subsidies (regelingen) | 14.969 | 14.072 | 7.820 | 7.525 | 7.220 | 6.404 | 6.404 | |
Opsporing | 2.726 | 2.817 | 2.803 | 2.791 | 2.798 | 2.770 | 2.770 | |
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie | 3.424 | 3.873 | 3.519 | 3.512 | 3.242 | 3.136 | 3.136 | |
Overige Subsidies | 8.819 | 7.382 | 1.498 | 1.222 | 1.180 | 498 | 498 | |
Opdrachten | 9.818 | 12.318 | 11.902 | 11.975 | 11.456 | 11.570 | 11.570 | |
Providers | 7.903 | 8.972 | 9.085 | 9.158 | 8.920 | 9.013 | 9.013 | |
Overige Opdrachten | 1.915 | 3.346 | 2.817 | 2.817 | 2.536 | 2.557 | 2.557 | |
Ontvangsten | 61.862 | 38.369 | 6.500 | 6.500 | 500 | 500 | 500 | |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
|---|---|
Juridisch verplicht | 99% |
bestuurlijk gebonden | 1% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
Het juridisch verplichte deel van de bijdragen aan ZBO’s/RWT’s heeft betrekking op uitgaven voor de politie en de Politieacademie op grond van wetgeving, de beheersovereenkomst met de politie voor de jaarlijkse exploitatiekosten van C2000 en de uitgaven voor internationale samenwerking. De juridisch verplichte opdrachten omvatten onder andere de meerjarige contracten met de telecomaanbieders in verband met tapkosten.
31.2 Bekostiging politie
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Politie
De politie levert een belangrijk aandeel aan het handhaven en vergroten van de veiligheid in Nederland. De politie ontvangt daartoe, op basis van artikel 33 van de Politiewet 2012, algemene- en bijzondere bijdragen. De doelstelling is het beschikbaar stellen van personeel en materieel ten behoeve van een effectieve taakuitvoering en adequaat beheer van de politie.
De algemene bijdrage wordt jaarlijks als lumpsumbedrag ter beschikking gesteld aan de politie en komt volledig ten gunste van de reguliere politietaken. Het beleid is erop gericht de politie de nodige flexibiliteit te geven om de middelen zo doelmatig en doeltreffend als mogelijk in te zetten en de afgesproken doelstellingen te realiseren.
Realisatie | Begroting | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Bijdrage | 8.151 | 8.137 | 8.556 | 8.492 | 8.464 | 8.462 | 8.461 |
Bijzondere bijdragen worden toegekend voor specifiek omschreven doelen, bijvoorbeeld het versterken van het stelsel bewaken en beveiligen, de digitalisering en cybercrime.
Daarnaast heeft de politie nog andere taken zoals het uitzenden van politiefunctionarissen naar crisisgebieden of het beheer van de meldkamerorganisatie. Deze en verdere taken worden apart begroot en verantwoord als onderdeel van het artikelonderdeel 31.3 «Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en beheer meldkamers».
Besteding bijdragen
De bijdragen vanuit de JenV-begroting worden door de politie aangewend voor de in de Politiewet opgenomen taken. Tabel 11 geeft op hoofdlijnen inzicht in de bestedingsrichting van de aan de politie ter beschikking gestelde middelen voor de jaren 2024, 2025 en 2026. De meerjarenraming voor de jaren 2027-2030 in de politiebegroting is gebaseerd op een aantal indicatieve hoofdrichtingen en vereist nog nadere uitwerking door de politie, afstemming met de gezagen en definitieve besluitvorming. De uitkomsten hiervan zullen worden verwerkt in de politiebegroting 2027-2031 en zullen inzichtelijk worden gemaakt in de JenV-begroting 2027.
De financiële opgave is verwerkt in de begroting van de politie 2026-2030. De politie neemt hiervoor in 2026 de volgende maatregelen c.q. randvoorwaarden:
– Afbouw van de overbezetting bij de Niet Operationele Sterkte
– Ontzien van de basisteams (Gebiedsgebonden Politie (GGP) en Opsporing)
– Instroom van aspiranten op peil houden
– Beperking van de bezetting bij overige werksoorten.
De voorziene middelen voor innovatie17 worden in de periode 2025-2027 getemporiseerd en incidenteel ingezet voor de financiële opgave bij de politie.
Conform de lijn in het eerste halfjaarbericht politie18 heeft de minister van JenV alleen de politiebegroting voor 2026 vastgesteld en niet de door politie ingediende meerjarenraming 2027-2030.
Realisatie | Begroting | ||
|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | |
Personeel | 5.982 | 6.188 | 6.180 |
Rente en soortgelijke kosten | ‒ 34 | ‒ 6 | 17 |
Huisvesting | 473 | 453 | 476 |
Vervoer | 257 | 240 | 257 |
Informatievoorziening | 802 | 668 | 918 |
Overige operationele en beheerkosten | 633 | 595 | 733 |
Totaal exploitatiekosten | 8.114 | 8.137 | 8.581 |
Resultaat uit normale bedrijfsvoering | 37 | ‒ | ‒ 25 |
Inzet Eigen Vermogen | ‒ | ‒ | 25 |
Exploitatie resultaat | 37 | ‒ | ‒ |
Bron: Begroting en beheerplan politie 2026-2030
De volledige begroting van de politie is als separate bijlage met de JenV-begroting meegezonden. In de begroting van de politie wordt per post nader ingegaan op de wijze waarop de aan de politie beschikbaar gestelde middelen worden ingezet.
Besluitvorming over nog te nemen maatregelen in lijn met de meerjarenraming van de politie moet nog plaatsvinden. In dat kader is in onderstaande tabellen informatie opgenomen over de meerjarige formatie en over de lasten voor 2026 (tabel 12), de bezetting voor 2026 (tabel 13) en de meerjarige formatie per werksoort (tabel 14) die in algemene zin te relateren is aan de beleidsdoelstellingen. De bezetting en formatie van de politie en de opleidingen zijn belangrijke onderwerpen. Deze zijn onder de tabel kort toegelicht.
Realisatie Bezetting | PrognoseFormatie | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Formatie (fte)1 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
OS Regionale eenheden (incl. RST) | 41.364 | 43.966 | 44.106 | 44.177 | 44.215 | 44.215 | 44.215 |
OS landelijke eenheden | 5.119 | 5.714 | 5.983 | 5.991 | 5.997 | 5.997 | 5.997 |
OS korpsleiding, LMS, NSOC en ondersteunende diensten | 294 | 168 | 102 | 102 | 101 | 101 | 101 |
TOTAAL OS excl. asp | 46.777 | 49.848 | 50.192 | 50.271 | 50.313 | 50.313 | 50.313 |
Aspiranten | 4.833 | 4.681 | 4.680 | 4.680 | 4.680 | 4.680 | 4.680 |
TOTAAL OS incl. asp | 51.611 | 54.529 | 54.872 | 54.951 | 54.993 | 54.993 | 54.993 |
NOS excl. LMS | 12.787 | 11.783 | 12.633 | 12.627 | 12.609 | 12.605 | 12.605 |
NOS LMS | 491 | 491 | 491 | 491 | 491 | 491 | 491 |
TOTAAL Niet OS | 13.278 | 12.274 | 13.124 | 13.118 | 13.100 | 13.096 | 13.096 |
Lasten (in %) | |||||||
Personeel | 74% | 76% | 72% | ||||
Rente en soortgelijke kosten | 0% | 0% | 0% | ||||
Huisvesting | 6% | 6% | 6% | ||||
Vervoer | 3% | 3% | 3% | ||||
Informatievoorziening | 10% | 8% | 11% | ||||
Overige operationele en beheerkosten | 8% | 7% | 9% | ||||
Bron: Begroting en beheerplan politie 2026-2030
Realisatie | Prognose | ||
|---|---|---|---|
Bezetting (fte) | 2024 | 2025 | 2026 |
Operationele sterkte excl. Aspiranten | 46.426 | 46.011 | 47.070 |
Aspiranten | 4.848 | 4.935 | 4.815 |
Niet-operationele sterkte | 12.858 | 12.680 | 13.071 |
Formatie per werksoort (fte) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
|---|---|---|---|---|---|
Beveiliging | 2.986 | 2.986 | 2.986 | 2.986 | 2.986 |
GGP | 22.226 | 22.226 | 22.226 | 22.226 | 22.226 |
I&S Meldkamer | 5.707 | 5.708 | 5.709 | 5.709 | 5.709 |
Informatiefunctie | 4.318 | 4.322 | 4.351 | 4.351 | 4.351 |
Leiding | 819 | 818 | 818 | 818 | 818 |
Opsporing | 11.615 | 11.649 | 11.651 | 11.651 | 11.651 |
Overige operationele functies | 2.518 | 2.559 | 2.570 | 2.570 | 2.570 |
Aspirant | 4.680 | 4.680 | 4.680 | 4.680 | 4.680 |
NOS | 12.633 | 12.627 | 12.609 | 12.605 | 12.605 |
De verstrekte bijdragen vanuit de JenV-begroting zijn primair ter financiering van de formatie. De formatie is binnen de politie conform het Inrichtingsplan en 'Besluit verdeling sterkte en middelen politie' verdeeld over de regionale eenheden, landelijke eenheid, de ondersteunende dienst Politieacademie, Politie Dienstencentrum en staf korpsleiding. Het is de verantwoordelijkheid van de korpschef om de bezetting van de formatie te realiseren.
Politieacademie - Politieonderwijs
Het zelfstandig bestuursorgaan Politieacademie is verantwoordelijk voor het verzorgen van het politieonderwijs, de examinering daarvan en de uitvoering van wetenschappelijk onderwijs waarmee invulling wordt gegeven aan de kennisfunctie. De ZBO Politieacademie ontvangt een eigen budget waarmee onder andere de personele kosten van de directeur en zijn plaatsvervanger worden betaald en de kosten voor extern wetenschappelijk onderzoek. De bekostiging van het personeel en de middelen die door de korpschef om niet ter beschikking worden gesteld aan de Politieacademie, voor de uitvoering van haar wettelijke taken, vindt plaats via een bijzondere bijdrage politieacademie waarmee voor de Politieacademie een bedrag binnen de begroting van de politie voor de Politieacademie wordt gealloceerd. De aanwending van de bijzondere bijdrage legt de Minister van JenV jaarlijks vast in een brief Sterkte en Middelen.
Bijdragen medeoverheden
Brandweerkorps en Politiekorps Caribisch Nederland
De Minister is korpsbeheerder van het brandweer- en politiekorps Caribisch Nederland. Ter bekostiging van de personele en materiële uitgaven van deze korpsen wordt een bijdrage verstrekt. De jaarlijks vastgestelde begroting vormt de wettelijke grondslag voor de bekostiging van de beide korpsen van Caribisch Nederland.
31.3 Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en beheer meldkamers
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Internationale samenwerkingsoperaties
In opdracht van de Minister voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda.
Beheer meldkamers
Voor het beheer van de meldkamers ten behoeve van de hulpdiensten van politie, brandweer, ambulance en KMar, wordt jaarlijks een bijzondere bijdrage aan de politie verstrekt. Dit is een multidisciplinaire financiële bijdrage die tot stand is gekomen uit een bijdrage van alle hulpdiensten. Het beheer is ondergebracht bij het organisatieonderdeel Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) van de politie. Het beheer heeft betrekking op facilitaire dienstverlening, huisvesting en het beheer van de ICT voorzieningen voor de meldkamers, waaronder het C2000 netwerk en het gemeenschappelijk meldkamersysteem. In de regeling hoofdlijnen van beleid en beheer meldkamers is de multidisciplinaire governance en de beleids- en beheercyclus beschreven. Binnen deze multidisciplinaire governance vinden aan de hand van het jaarlijks vast te stellen beleids- en bestedingsplan voor het beheer van de meldkamers integrale afwegingen plaats over de inzet van het beschikbare budget.
Programma Nieuw Missiekritisch Communicatiesysteem
Het C2000-systeem is aan vervanging toe. Hiervoor wordt een nieuw missiekritisch communicatiesysteem ontwikkeld. Om het budget inzichtelijk te maken, te monitoren en over te verantwoorden zijn deze middelen gerealloceerd naar de nieuwe regeling apart van C2000.
Bijdragen medeoverheden
Bijdragen in het kader van de inrichting, werking en ontwikkeling van het politiebestel
Dit budget wordt gebruikt voor de ondersteuning van de regioburge meesters bij de uitvoering van hun taken op grond van de Politiewet 2012, zoals (de voorbereiding van) het overleg met en de advisering aan de Minister over de taakuitvoering door en het beheer ten aanzien van de politie. Het budget voor de regioburgemeesters is meerjarig overgedragen van JenV naar het Gemeentefonds.
Subsidies
Opsporing
Deze subsidie wordt verstrekt aan de onafhankelijke Stichting Meld Misdaad Anoniem voor de exploitatie van de meldlijn Meld Misdaad Anoniem, zodat burgers makkelijker een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland.
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie (SAOP)
De Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie, het A&O fonds voor de sector politie, subsidieert, adviseert en registreert scholings-, arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsprojecten. Het primaire doel van de SAOP is het bevorderen van het goed functioneren van de arbeidsmarkt van de politie en het stimuleren van opleidingsactiviteiten. Dit doet de SAOP met behulp van een financiële bijdrage die zij op basis van arbeidsvoorwaardelijke afspraken ontvangt van de Minister.
Opdrachten
Providers
De Staat heeft, op grond van de Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking, een overeenkomst gesloten met de grote telecomaanbieders. Deze overeenkomst wordt periodiek vernieuwd.
Op grond van hoofdstuk 13 Telecommunicatiewet zijn telecomaanbieders verplicht om hun netwerken en diensten aftapbaar te maken en mee te werken aan aftappen en gegevensverstrekkingen over hun klanten. De Staat vergoedt bepaalde kosten die aanbieders in dit verband maken.

Een doeltreffend en doelmatig rechtsbestel.
Als stelselverantwoordelijke schept de Minister optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel. De Minister heeft:
– Een financierende rol voor de rechtspraak en houdt toezicht op het beheer en is de werkgever voor de rechterlijke macht.
– Een financierende rol voor de Raad voor Rechtsbijstand en het Bureau Financieel Toezicht.19 Hij is verantwoordelijk voor het wettelijk kader waar binnen advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en andere zelfstandige professionals binnen het justitiële domein opereren.
– Een stimulerende rol voor alternatieve geschillenbeslechting en schuldsanering. Ten aanzien van de schuldsanering is hij verantwoordelijk voor het wettelijke traject van de schuldsaneringsregeling, de faillissementsrechters en de bewindvoerders.20
In 2026 zijn geen beleidswijzigingen voorzien anders dan wijzigingen genoemd in de beleidsagenda. In de beleidsagenda worden de volgende onderwerpen genoemd:
– Een versterkte justitiële strafrechtketen.
– Een sterke digitale rechtsstaat.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 2.373.012 | 2.492.406 | 2.460.635 | 2.457.558 | 2.457.985 | 2.448.586 | 2.427.795 |
Uitgaven | 2.320.130 | 2.492.406 | 2.460.635 | 2.457.558 | 2.457.985 | 2.448.586 | 2.427.795 | |
Apparaatsuitgaven | 41.878 | 43.683 | 40.346 | 40.110 | 39.825 | 39.806 | 39.806 | |
32.1 | Apparaat Hoge Raad | 41.878 | 43.683 | 40.346 | 40.110 | 39.825 | 39.806 | 39.806 |
Personele uitgaven | 37.311 | 39.731 | 36.361 | 36.125 | 35.842 | 35.823 | 35.823 | |
Eigen personeel | 34.513 | 37.061 | 35.541 | 35.307 | 35.025 | 35.006 | 35.006 | |
Externe inhuur | 2.798 | 2.670 | 820 | 818 | 817 | 817 | 817 | |
Materiële uitgaven | 4.567 | 3.952 | 3.985 | 3.985 | 3.983 | 3.983 | 3.983 | |
ICT | 1.989 | 1.222 | 1.222 | 1.222 | 1.222 | 1.222 | 1.222 | |
SSO's | 513 | 605 | 638 | 638 | 638 | 638 | 638 | |
Overig materieel | 2.065 | 2.125 | 2.125 | 2.125 | 2.123 | 2.123 | 2.123 | |
Programmauitgaven | 2.278.252 | 2.448.723 | 2.420.289 | 2.417.448 | 2.418.160 | 2.408.780 | 2.387.989 | |
32.2 | Adequate toegang tot het rechtsbestel | 704.321 | 766.161 | 752.409 | 735.253 | 725.420 | 718.831 | 712.313 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 42.664 | 45.177 | 47.704 | 47.616 | 47.599 | 47.593 | 47.593 | |
Raad voor Rechtsbijstand | 32.152 | 34.583 | 36.808 | 36.789 | 36.776 | 36.771 | 36.771 | |
Bureau Financieel Toezicht | 10.512 | 10.594 | 10.896 | 10.827 | 10.823 | 10.822 | 10.822 | |
Subsidies (regelingen) | 59.848 | 52.597 | 61.646 | 57.806 | 55.330 | 54.575 | 54.575 | |
Stichting de Geschillencommissie | 616 | 1.298 | 1.193 | 1.190 | 1.187 | 1.186 | 1.186 | |
Juridisch Loket | 59.107 | 48.095 | 57.635 | 55.984 | 53.610 | 52.770 | 52.770 | |
Overige Subsidies | 125 | 3.204 | 2.818 | 632 | 533 | 619 | 619 | |
Opdrachten | 601.809 | 668.387 | 643.059 | 629.831 | 622.491 | 616.663 | 610.145 | |
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen | 7.289 | 11.579 | 11.589 | 11.586 | 11.597 | 11.607 | 11.607 | |
Toevoegingen rechtsbijstand | 592.458 | 651.683 | 624.289 | 607.105 | 607.429 | 594.792 | 593.574 | |
Mediation in Strafrecht | 2.062 | 2.503 | 2.153 | 2.153 | 2.153 | 2.028 | 2.028 | |
Overige Opdrachten | 0 | 2.622 | 5.028 | 8.987 | 1.312 | 8.236 | 2.936 | |
32.3 | Optimale randvoorwaarden doelmatig en doeltreffend rechtsbestel | 1.573.931 | 1.682.562 | 1.667.880 | 1.682.195 | 1.692.740 | 1.689.949 | 1.675.676 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 67.531 | 79.157 | 75.940 | 74.457 | 74.105 | 72.950 | 71.913 | |
Autoriteit Persoonsgegevens | 45.538 | 55.892 | 53.519 | 53.056 | 53.037 | 51.993 | 50.956 | |
College voor de Rechten van de Mens | 11.921 | 13.096 | 12.337 | 11.345 | 11.018 | 10.910 | 10.910 | |
Nationaal Register Gerechtelijke Deskundigen | 2.338 | 2.408 | 2.347 | 2.325 | 2.322 | 2.320 | 2.320 | |
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak | 6.199 | 5.927 | 5.923 | 5.918 | 5.916 | 5.915 | 5.915 | |
Overige Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.535 | 1.834 | 1.814 | 1.813 | 1.812 | 1.812 | 1.812 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.494.275 | 1.588.488 | 1.576.884 | 1.593.624 | 1.605.986 | 1.602.059 | 1.588.823 | |
Bijdragen Rechtspleging | 0 | 2 | 51 | 51 | 51 | 51 | 51 | |
Caribisch Nederland (BES) | 13.955 | 15.513 | 7.933 | 7.880 | 7.373 | 7.373 | 7.373 | |
Raad voor de rechtspraak | 1.480.084 | 1.565.955 | 1.565.010 | 1.581.803 | 1.594.672 | 1.590.745 | 1.577.509 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 236 | 7.018 | 3.890 | 3.890 | 3.890 | 3.890 | 3.890 | |
Subsidies (regelingen) | 10.830 | 9.732 | 10.772 | 10.056 | 9.256 | 8.947 | 8.947 | |
Rechtspleging | 638 | 666 | 665 | 663 | 660 | 659 | 659 | |
Wetgeving | 1.172 | 1.476 | 1.385 | 1.301 | 1.203 | 1.165 | 1.165 | |
Perspectief herstelbemiddeling | 118 | 3.266 | 3.601 | 3.563 | 3.554 | 3.554 | 3.554 | |
Overige Subsidies | 8.902 | 4.324 | 5.121 | 4.529 | 3.839 | 3.569 | 3.569 | |
Opdrachten | 1.295 | 5.185 | 4.284 | 4.058 | 3.393 | 5.993 | 5.993 | |
Opdrachten en onderzoeken rechtspleging | 488 | 1.055 | 1.656 | 1.430 | 765 | 3.365 | 3.365 | |
Caribisch Nederland (BES) | 807 | 343 | 418 | 418 | 418 | 418 | 418 | |
Overige Opdrachten | 0 | 3.787 | 2.210 | 2.210 | 2.210 | 2.210 | 2.210 | |
Ontvangsten | 209.560 | 267.919 | 205.764 | 208.622 | 210.578 | 211.908 | 211.908 |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
|---|---|
Juridisch verplicht | 72% |
bestuurlijk gebonden | 28% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s. Dat geldt ook voor de bijdrage voor de kosten voor de rechtsbijstand en de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak. Ook de opdrachten in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) zijn volledig juridisch verplicht.
De subsidies die op dit artikel worden verantwoord zijn geheel juridisch verplicht. Dit heeft in hoofdzaak betrekking op de subsidierelaties met Stichting de Geschillencommissie (SdG), het Juridisch Loket (hJL), de Nederlandse Vereniging voor de rechtspraak (NVvR), de Academie voor Overheidsjuristen en de Academie voor Wetgeving.
De bestuurlijk gebonden uitgaven het voor het grootste gedeelte betrekking op de toevoegingen rechtsbijstand.
32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad
Hoge Raad (HR)
De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtscollege in het Koninkrijk op het gebied van het civiele-, straf- en fiscale recht. De Hoge Raad bevordert de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling. Ook kan hij rechtsbescherming bieden in de individuele zaken die aan hem worden voorgelegd. Hij doet dit door te beslissen op cassatieberoepen, die worden ingesteld om de raad te laten beoordelen of het gerechtshof — en in voorkomende gevallen de rechtbank — in zijn uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de gegeven motivering deugdelijk is. Aan deze taken wordt tevens invulling gegeven door te beslissen op prejudiciële vragen in het civiele en fiscale recht en op vorderingen van de procureur-generaal bij de Hoge Raad tot cassatie in het belang der wet. De Hoge Raad en de procureur-generaal hebben daarnaast nog enkele bij wet opgedragen bijzondere taken.
32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Raad voor Rechtsbijstand (RvR)
Het betreft hier de financiering voor apparaatsuitgaven van de Raad voor Rechtsbijstand. De RvR is belast met de uitvoering van de Wet op de rechtsbijstand, die ervoor zorgt dat on- en mindervermogenden verzekerd zijn van toegang tot het rechtsbestel.
Bureau Financieel Toezicht (BFT)
Het Bureau Financieel Toezicht houdt financieel toezicht op notarissen en gerechtsdeurwaarders. Ook is het belast met het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT).
Subsidies
Stichting de Geschillencommissie (SdG, voorheen SGC)Stichting de Geschillencommissie behandelt klachten van consumenten tegen ondernemers door middel van bindende adviezen. Onder de SdG vallen in totaal 85 verschillende geschillencommissies, waaronder 47 die consumentenzaken behandelen in vele sectoren, en 8 klachtenloketten. De SdG ontvangt voor een deel van de kosten van de koepelorganisatie een subsidie van JenV. De SdG levert met de laagdrempelige werkwijze een belangrijke bijdrage aan duurzame geschiloplossing.
Stichting het Juridisch Loket (hJL)Het Juridisch Loket verleent rechtshulp zoals omschreven in de Wet op de rechtsbijstand. Rechtzoekenden kunnen hier terecht voor informatie, advies en hulp bij juridische vragen en problemen. Hiermee draagt het Juridisch Loket bij aan een goede toegang tot het recht.
Overige subsidies
Dit betreft de subsidie die de SdG ontvangt voor de instandhouding van de commissie Algemeen (vangnetcommissie) ter uitvoering van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten.
Opdrachten
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)
Het bureau WSNP coördineert de uitvoering van de Wet schuldsanering en reguleert de kwaliteit van de bewindvoering, onder andere door het register WSNP en een helpdesk. Via het bureau WSNP wordt een bijdrage verstrekt aan de WSNP-bewindvoerder die een schuldsanering naar behoren afwikkelt.
Toevoegingen Rechtsbijstand
De Raad voor Rechtsbijstand verstrekt toevoegingen aan een advocaat of mediator voor de verlening van rechtsbijstand aan rechtzoekenden met een laag inkomen en vermogen. In onderstaande tabel is een uitsplitsing in uitgaven en in aantallen weergegeven van de productiegegevens van de Raad over de verschillende onderdelen binnen de rechtsbijstand.
In tabel 17 is een uitsplitsing in uitgaven en in aantallen weergegeven van de productiegegevens van de Raad voor Rechtsbijstand en van het Juridisch Loket over de verschillende onderdelen binnen de rechtsbijstand.
De begrotingsraming is gebaseerd op de verwachte uitgaven na opvolging per 2026 van de aanbevelingen van de commissie-Van der Meer II op het terrein van puntenaantallen en toeslagen, het punttarief en de reiskostenvergoeding voor mediators.
20241 | 20252 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Strafzaken (ambtshalve) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 51.311 | 45.960 | 46.359 | 46.306 | 46.488 | 46.637 | 46.752 |
Uitgaven (mln.) | 120,9 | 106,5 | 109,8 | 110,3 | 110,7 | 111,2 | 111,9 |
Strafzaken (regulier) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 72.270 | 77.541 | 77.207 | 77.142 | 77.225 | 77.319 | 77.398 |
Uitgaven (mln.) | 71,7 | 79,9 | 81,3 | 82,3 | 82,7 | 82,9 | 83,1 |
Civiele zaken | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 161.079 | 183.921 | 182.857 | 176.024 | 150.257 | 152.402 | 158.629 |
Uitgaven (mln.) | 181,9 | 222,5 | 225,7 | 221,9 | 208,5 | 194,8 | 202,9 |
Bestuur | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 57.775 | 42.961 | 42.923 | 42.695 | 42.739 | 42.656 | 42.661 |
Uitgaven (mln.) | 53,1 | 43,0 | 44,0 | 44,8 | 45,1 | 45,2 | 45,3 |
Piketdiensten | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 105.454 | 105.961 | 106.334 | 106.705 | 107.059 | 107.354 | 107.501 |
Uitgaven (mln.) | 51,9 | 54,5 | 57,4 | 57,6 | 57,7 | 57,9 | 58,0 |
Lichte adviestoevoeging | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 11.982 | 12.043 | 12.270 | 12.488 | 12.702 | 12.751 | 12.801 |
Uitgaven (mln.) | 3,1 | 3,7 | 3,8 | 3,9 | 3,9 | 3,9 | 4,0 |
Asiel | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 40.881 | 45.729 | 48.354 | 40.352 | 38.261 | 38.261 | 37.262 |
Uitgaven (mln.) | 83,1 | 82,4 | 88,4 | 72,8 | 63,4 | 63,4 | 62,3 |
Het Juridisch Loket | |||||||
Aantal klantencontacten | 880.690 | 880.690 | 880.690 | 880.690 | 880.690 | 880.690 | 880.690 |
Uitgaven (mln.) | 59,1 | 48,1 | 57,6 | 56,0 | 53,6 | 52,8 | 52,8 |
Overige (mln.)3 | € 23,4 | € 24,8 | € 19,1 | € 18,8 | € 40,6 | € 40,6 | € 31,5 |
Uitvoeringslasten Rechtsbijstand | |||||||
Raad voor Rechtsbijstand (mln.) | € 29,8 | € 31,7 | € 31,5 | € 31,5 | € 31,5 | € 31,5 | € 31,5 |
Totaal uitgaven (mln.) | € 678,0 | € 697,2 | € 718,7 | € 699,8 | € 697,7 | € 684,3 | € 683,0 |
Bron: Raad voor Rechtsbijstand
De aantallen afgegeven toevoegingen in de tabel bij realisatie wijken af van de aantallen die vermeld worden in het Jaarverslag van de Raad voor Rechtsbijstand. Dit heeft te maken met het feit dat voor de financiering van de Raad voor Rechtsbijstand de aantallen over de periode 1 september t/m 31 augustus worden gehanteerd.
Het artikelonderdeel 32.2 met betrekking tot rechtsbijstand van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid bestaat uit meerdere uitgaven. Naast de uitgaven aan het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand hebben de uitgaven betrekking op onder andere het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv), ECC, ODR en uitgaven aan gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken. In deze tabel zijn deze uitgaven aan Rbtv en gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken buiten beschouwing gelaten.
Overige opdrachten
De post overige opdrachten bestaat voornamelijk aan uitgaven omvattende de incidentele gelden Toegang tot het Recht (€ 1,4 mln.) en de implementatie van de conclusies interdepartementaal beleidsonderzoek Problematische schulden (€ 7,8 mln.). De Toegang tot het Recht-gelden worden verstrekt aan verscheidene uitvoeringsorganisaties, ketenpartners en beroepsorganisaties om de toegang tot het recht in brede zin te verbeteren. De IBO Problematische Schulden-gelden worden ingezet onder andere voor het versterken van de zorgplicht van deurwaarders en het implementeren van een sociaal tarief.
32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
In de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Europese Richtlijn voor gegevensbescherming bij rechtshandhaving (RGR) staat dat elke lidstaat van de Europese Unie (EU) een gegevensbeschermingsautoriteit heeft die onafhankelijk toezicht houdt op de verwerking van persoonsgegevens. In Nederland is dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De taken en bevoegdheden van de AP staan in de AVG respectievelijk de RGR en zijn verder uitgewerkt in de Uitvoeringswet AVG (UAVG) alsmede de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg). De AP houdt toezicht, doet onderzoek, geeft adviezen (bijvoorbeeld over nieuwe wet- en regelgeving die gaat over de verwerking van persoonsgegevens), geeft voorlichting, verstrekt informatie en verschaft helderheid over de uitleg van wettelijke normen. De AP is bij de uitvoering van haar taken gehouden aan de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Binnen de AP is in een aparte directie de coördinerend algoritmetoezichthouder ondergebracht. Deze directie werkt aan vroegtijdige, overkoepelende risicosignalering en heeft de coördinatie van het toezicht op algoritmes en AI met bijzondere aandacht voor transparantie, discriminatie en willekeur. De Minister van BZK is politiek verantwoordelijk voor dit specifieke onderdeel.
College voor de Rechten van de Mens
Het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College) is het nationale mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belicht, beschermt en bevordert het College de mensen-rechten in zowel Europees als Caribisch Nederland. Daartoe voert het College de taken uit die bij de Wet College voor de rechten van de mens zijn opgedragen. Het College doet onderzoek, adviseert de regering en het parlement, rapporteert aan internationale comités, geeft voorlichting, bevordert mensenrechteneducatie en oordeelt in individuele gevallen over discriminatie. Het College is tevens toezichthouder voor het VN-verdrag handicap. Het rapporteert jaarlijks over de manier waarop dat verdrag in Nederland wordt uitgevoerd en nageleefd.
Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen (NRGD)
Het NRGD waarborgt en bevordert de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in de rechtsgang. Indien een deskundige, zoals een psycholoog, toxicoloog of orthopedagoog, zich als gerechtelijk deskundige wil laten registreren, dient de aanmelding getoetst te worden door het NRGD. Het NRGD heeft een wettelijke basis (Wet deskundigen in strafzaken) en is onafhankelijk.
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB)
De StAB adviseert, door middel van deskundigenberichten, op verzoek van de Raad van State en de rechtbanken over geschillen op het terrein van de fysieke leefomgeving zoals milieu, ruimtelijke ordening, water, bouw en schade.
Bijdrage medeoverheden
Caribisch Nederland (BES)
Nederland draagt op verschillende manieren bij aan het rechtsbestel in Caribisch Nederland en de andere landen van het Koninkrijk. Naast een jaarlijkse bijdrage vanuit Nederland ten behoeve van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (via de Beheerraad) en het OM wordt onder andere gestimuleerd dat het aantal rechters en officieren van justitie zowel kwantitatief als kwalitatief op goed niveau blijft. Bijzonderde aandacht gaat uit naar de Koninkrijksbrede aanpak van ondermijnende criminaliteit.De juridische dienstverlening op de BES is geborgd door de juridische beroepsgroepen, zoals door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Via Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en de Raad voor Rechtsbijstand wordt kosteloze rechtsbijstand verleend aan onvermogenden. Er komt een laagdrempelige fysieke faciliteit voor het verschaffen van kosteloze rechtsbijstand aan onvermogenden op alle drie de eilanden in Caribisch Nederland. Voorts wordt een subsidie beschikbaar gesteld voor een notaris van Sint Maarten ten behoeve van de beschikbaarheid van het notariaat op Saba en Sint-Eustatius. Ook is er een Commissie bescherming persoonsgegevens BES die toezicht houdt op de uitvoering van de Wet persoonsgegevens BES. Tot slot wordt de Raad voor de rechtshandhaving in staat gesteld zijn taak, als vastgelegd in de Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving, op een goed niveau uit te kunnen voeren.
Raad voor de rechtspraak (Rvdr)De Minister bekostigt de rechtspraak via de Raad voor de rechtspraak. De Rvdr is het landelijk orgaan van de Rechtspraak, die verder bestaat uit de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De Raad bevordert de kwaliteit en eenheid van de rechtspraak, verzorgt de financiën, houdt toezicht en ondersteunt de bedrijfsvoering bij de gerechten. De Raad spreekt zelf geen recht. In dit artikelonderdeel wordt de totstandkoming van de bijdrage van de Minister aan de Raad voor de rechtspraak toegelicht.
Prijsafspraken
In het besluit Financiering Rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen voor de Rechtspraak voor een periode van drie jaar worden vastgesteld en opgenomen in de begroting van JenV. Er zijn met de Rvdr prijsafspraken gemaakt voor de periode 2026-2028. Met deze prijsafspraken is er voor de Rechtspraak extra geld beschikbaar gekomen in de vorm van een aantal oplopende reeksen. Voor 2026 zal er ten opzichte van 2025 met name meer geld beschikbaar komen voor het primaire proces, zowel in het algemeen, als specifiek naar aanleiding van nieuwe regelgeving en jurisprudentie. Daarnaast is er extra geld beschikbaar voor beveiliging en AI.
Instroom, financiering en productie
Conform de Wet op de rechterlijke organisatie heeft de Rvdr zijn begrotingsvoorstel ingediend bij de Minister voor Rechtsbescherming op basis van de in- en uitstroomramingen uit onder andere het Prognosemodel Justitiële ketens, daarbij nog uitgaand van de prijzen zoals zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2023-2025. De instroom en verwachte uitstroom zijn hoger dan de prognoses die ten grondslag liggen aan de begroting 2025.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Instroom totaal aantal (x 1.000) | 1.467 | 1.474 | 1.506 | 1.512 | 1.520 | 1.522 | 1.521 |
Jaarlijkse mutatie | 5% | 1% | 2% | 0% | 0% | 0% | 0% |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2025 (x € 1.000) | 1.465.102 | 1.452.541 | 1.446.427 | 1.434.044 | 1.434.681 | 1.434.681 | |
Mutatie ( x € 1.000) | 100.853 | 112.469 | 135.376 | 143.051 | 138.487 | 135.676 | |
Begroting 2026 ( x € 1.000) | 1.480.084 | 1.565.955 | 1.565.010 | 1.581.803 | 1.577.095 | 1.573.168 | 1.570.357 |
Met deze bijdrage is onderstaande productieafspraak met de Raad voor de rechtspraak gemaakt.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Productie totaal aantal (x 1.000) | 1.441 | 1.496 | 1.512 | 1.501 | 1.495 | 1.495 | 1.492 |
Jaarlijkse mutatie | 2% | 4% | 1% | ‒ 1% | ‒ 1% | 0% | 0% |
Toelichting
In de mutatie in de bijdrage aan de Rvdr is onder meer compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (loon- en prijsbijstelling) verwerkt, een verhoging vanaf 2026 vanwege het aantal geraamde rechtszaken (Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ)) en een verhoging voor de jaren 2026 en 2027 vanwege een geraamde toename van het aantal vreemdelingenzaken (Meerjaren Productie Prognoses (MPP) Vreemdelingenketen). Het kabinet heeft ten aanzien van de geraamde instroomontwikkelingen in de PMJ een ingroeipad gehanteerd. Dit heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting (zie hoofdstuk 6) van de Raad voor de rechtspraak niet volledig is gehonoreerd. Als het aantal zaken zich ontwikkelt volgens de prognoses, kunnen de doorlooptijden van de diverse zaken gaan oplopen.
Subsidies
Subsidie Rechtspleging
De subsidie Rechtspleging betreft met name een subsidie aan de Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak (NVvR).
Subsidie Wetgeving
De subsidie Wetgeving betreft een subsidie aan de Stichting Recht en Overheid (Academie voor Wetgeving en Academie voor Overheidsjuristen) en aan het Nederlandse Juristencomité voor de mensenrechten (NJCM).
Ontvangsten
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 209.560 | 267.919 | 205.764 | 208.622 | 210.578 | 211.908 | 211.908 |
Bureau Financieel Toezicht (BFT) | 10.536 | 5.981 | 5.981 | 5.981 | 5.981 | 5.981 | 5.981 | |
Autoriteit Persoonsgegevens | 73 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |
Raad voor de rechtspraak | 4.692 | 2.666 | 2.666 | 2.666 | 2.666 | 2.666 | 2.666 | |
Griffierechten | 167.375 | 178.014 | 187.567 | 190.425 | 192.381 | 193.711 | 193.711 | |
Overige ontvangsten | 26.884 | 76.258 | 4.550 | 4.550 | 4.550 | 4.550 | 4.550 |
Griffierechten
Het Ministerie van JenV ontvangt griffierechten van burgers, overheden, bedrijven en ander rechtspersonen die civiele of bestuursrechtelijke procedures starten.

Een veiligere samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.
Opsporing en vervolging
Het Ministerie van JenV bevordert en draagt bij aan een rechtvaardige, effectieve en integrale rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding (preventief en repressief) op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Binnen de rechtstatelijke kaders stelt het Ministerie van JenV het opsporings- en vervolgingsapparaat zo goed als mogelijk in staat om zijn taak uit te oefenen. Doel is een veiliger Nederland, met structureel dalende criminaliteitscijfers.
De Minister heeft een regisserende rol en is beleidsverantwoordelijk voor het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid en financiert daartoe onder andere het Openbaar Ministerie (OM) en het Nationaal Forensisch Instituut (NFI).
Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (Wet op de rechterlijke organisatie). Het voert het gezag over de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, beslist over de vervolging van strafbare feiten en ziet erop toe dat de opgelegde straf naar behoren wordt uitgevoerd.
Veiligheid en lokaal bestuur
Op het gebied van veiligheid en lokaal bestuur heeft de Minister een stimulerende rol en is hij belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de bestuurlijke aanpak van onveiligheid en criminaliteit.
Inspanningen zijn erop gericht het lokaal bestuur en het bedrijfsleven zo effectief en efficiënt als mogelijk in staat te stellen de veiligheid te vergroten en weerbaar te maken tegen onveiligheid en criminaliteit met een integrale en preventieve aanpak. Het Ministerie van JenV is verantwoordelijk voor de (wettelijke) toerusting van de burgemeester ten aanzien van zijn openbare orde taak en ondersteunt publieke en private partners bij het tegengaan van criminaliteit. Onder andere door het beschikbaar stellen van instrumenten voor het bewaken van de bestuurlijke integriteit (Bibob) en de inzet door de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s).
Het Ministerie van JenV faciliteert en ondersteunt de aanpak van de meest voorkomende vormen van overlast, zoals overlast gerelateerd aan gastvrij en veilig betaald voetbal en de jaarwisseling. Dit wordt ingevuld samen met het lokale bestuur, onder andere via structureel overleg met de VNG en gemeenten.
Het Ministerie van JenV is in staatcoalities te vormen die nodig zijn om lokaal bestuur en bedrijfsleven in staat te stellen onveiligheid en criminaliteit te bestrijden.
Binnen het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026 van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing wordt door overheid en bedrijfsleven intensief samengewerkt om criminaliteit te voorkomen en terug te dringen. Het Ministerie van JenV stimuleert deze publiek-private samenwerking op nationaal, regionaal en lokaal niveau met een sleutelrol voor de Platforms Veilig Ondernemen. Daarbij ligt de focus op de aanpak van criminaliteit tegen het bedrijfsleven en het (on)bewust faciliteren van criminaliteit door het bedrijfsleven. In dit actieprogramma staan geprioriteerd: de aanpak preventie cybercrime voor het bedrijfsleven, de aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit en de gebiedsgerichte aanpak van (vermogens)criminaliteit.
Vervolging en berechting van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17
De vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van de vlucht MH17 heeft in Nederland plaatsgevonden onder de Nederlandse wet, ingebed in internationale steun en samenwerking. Hiertoe is nauw samengewerkt met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
In 2026 zijn geen beleidswijziging voorzien anders dan wijzigingen genoemd in de beleidsagenda. Het betreffen de volgende onderwerpen:
– Handhavingstekorten.
– Aanpak van geweld.
– Aanpak personen met verward gedrag.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.408.823 | 1.699.272 | 1.523.919 | 1.567.044 | 1.537.197 | 1.618.635 | 1.479.670 |
Uitgaven | 1.403.110 | 1.545.272 | 1.583.919 | 1.627.044 | 1.597.197 | 1.618.635 | 1.479.670 | |
Apparaatsuitgaven | 868.909 | 921.994 | 902.757 | 885.015 | 862.012 | 861.433 | 861.433 | |
33.1 | Apparaat Openbaar Ministerie | 868.909 | 921.994 | 902.757 | 885.015 | 862.012 | 861.433 | 861.433 |
Personele uitgaven | 688.922 | 735.658 | 722.316 | 707.396 | 698.852 | 698.273 | 698.273 | |
Eigen personeel | 617.180 | 665.806 | 655.777 | 641.733 | 641.034 | 640.800 | 640.800 | |
Externe inhuur | 70.051 | 68.047 | 64.747 | 63.871 | 56.026 | 55.681 | 55.681 | |
Overig personeel | 1.691 | 1.805 | 1.792 | 1.792 | 1.792 | 1.792 | 1.792 | |
Materiële uitgaven | 179.987 | 186.336 | 180.441 | 177.619 | 163.160 | 163.160 | 163.160 | |
ICT | 49.072 | 38.876 | 34.606 | 32.846 | 25.620 | 25.620 | 25.620 | |
SSO's | 49.308 | 54.595 | 54.816 | 54.805 | 54.804 | 54.804 | 54.804 | |
Overig materieel | 81.607 | 92.865 | 91.019 | 89.968 | 82.736 | 82.736 | 82.736 | |
Programmauitgaven | 534.201 | 623.278 | 681.162 | 742.029 | 735.185 | 757.202 | 618.237 | |
33.2 | Bestuur, informatie en technologie | 61.554 | 95.376 | 110.211 | 96.698 | 96.368 | 96.244 | 96.244 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 33.051 | 68.383 | 84.426 | 78.333 | 78.252 | 78.398 | 78.398 | |
Regionale Informatie en Expertise Centra | 31.275 | 64.873 | 64.873 | 64.867 | 64.866 | 64.866 | 64.866 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 1.776 | 3.510 | 19.553 | 13.466 | 13.386 | 13.532 | 13.532 | |
Subsidies (regelingen) | 25.269 | 20.482 | 25.477 | 16.604 | 16.305 | 16.035 | 16.035 | |
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid | 5.577 | 4.658 | 3.676 | 3.452 | 3.194 | 3.093 | 3.093 | |
Platform Veilig Ondernemen | 0 | 11.921 | 11.891 | 10.826 | 10.883 | 10.782 | 10.782 | |
Overige Subsidies | 19.692 | 3.903 | 9.910 | 2.326 | 2.228 | 2.160 | 2.160 | |
Opdrachten | 3.232 | 6.511 | 308 | 1.761 | 1.811 | 1.811 | 1.811 | |
Overige Opdrachten | 3.232 | 6.511 | 308 | 1.761 | 1.811 | 1.811 | 1.811 | |
33.3 | Opsporing en vervolging | 470.709 | 525.276 | 569.404 | 644.661 | 638.817 | 660.958 | 521.993 |
Bijdrage aan agentschappen | 185.996 | 182.115 | 172.144 | 166.621 | 165.308 | 165.098 | 165.115 | |
NFI | 119.039 | 118.044 | 115.826 | 115.868 | 114.916 | 114.841 | 114.841 | |
Justid | 37.453 | 33.358 | 27.656 | 22.395 | 22.117 | 22.014 | 22.031 | |
Justis | 29.504 | 30.713 | 28.662 | 28.358 | 28.275 | 28.243 | 28.243 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 5.455 | 8.011 | 7.118 | 7.076 | 7.076 | 7.076 | 7.076 | |
Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) | 5.455 | 8.011 | 7.118 | 7.076 | 7.076 | 7.076 | 7.076 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 113.763 | 136.473 | 176.946 | 215.814 | 190.552 | 189.915 | 194.915 | |
Caribisch Nederland (BES) | 715 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
FIU.Nederland | 3 | 1.287 | 371 | 371 | 371 | 371 | 371 | |
Aanpak ondermijning | 109.684 | 112.216 | 146.835 | 184.823 | 159.713 | 158.468 | 163.468 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 3.361 | 22.970 | 29.740 | 30.620 | 30.468 | 31.076 | 31.076 | |
Subsidies (regelingen) | 8.554 | 9.174 | 5.380 | 5.071 | 4.625 | 4.451 | 4.451 | |
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid | 0 | 24 | 550 | 516 | 477 | 463 | 463 | |
Offlimits | 605 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Subsidies | 7.949 | 9.150 | 4.830 | 4.555 | 4.148 | 3.988 | 3.988 | |
Opdrachten | 154.754 | 187.153 | 205.466 | 247.729 | 268.906 | 292.068 | 148.086 | |
Schadeloosstellingen | 36.955 | 45.573 | 23.573 | 23.568 | 23.568 | 23.568 | 23.568 | |
Onrechtmatige Detentie | 8.873 | 7.278 | 7.278 | 7.277 | 7.277 | 7.277 | 7.277 | |
Gerechtskosten | 39.136 | 40.876 | 41.135 | 41.124 | 41.384 | 41.643 | 41.643 | |
Restituties ontvangsten voorgaande jaren | 228 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeershandhaving OM | 39.945 | 45.273 | 47.920 | 38.588 | 37.934 | 37.934 | 37.319 | |
Afpakken | 0 | 733 | 727 | 726 | 726 | 726 | 726 | |
Bewaring, verkoop en vernietiging ibg voorwerpen | 17.610 | 20.547 | 20.519 | 23.212 | 23.211 | 23.211 | 23.211 | |
Overige Opdrachten | 12.007 | 26.873 | 64.314 | 113.234 | 134.806 | 157.709 | 14.342 | |
Garanties | 2.187 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | |
Faillissementscuratoren | 2.187 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | |
33.4 | Vervolging en berechting MH17-verdachten | 1.938 | 2.626 | 1.547 | 670 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 1.938 | 2.626 | 1.547 | 670 | 0 | 0 | 0 | |
Vervolging en berechting MH17-verdachten | 1.938 | 2.626 | 1.547 | 670 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 1.058.513 | 1.389.579 | 1.479.631 | 1.504.124 | 1.545.475 | 1.580.681 | 1.616.378 |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
|---|---|
Juridisch verplicht | 65% |
bestuurlijk gebonden | 33% |
beleidsmatig gereserveerd | 2% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
De juridisch verplichte bedragen betreffen de bijdragen aan het OM, de bijdragen genoemd onder (inter)nationale organisaties/medeoverheden, de bijdragen aan de agentschappen NFI, Justid en Justis, aan Domeinen Roerende Zaken, Centrale Opvang Slachtoffers van Mensenhandel en het CIOT en aan de ZBO’s College Gerechtelijk Deskundigen en Autoriteit terroristische content en kinderpornografische materiaal (ATKM). Daarnaast zijn de subsidiebedragen en de gerechtskosten juridisch verplicht. De niet juridische verplichte budgetten voor (opdrachten) schadeloosstellingen en onrechtmatige detentie worden op basis van rechtelijke uitspraken uitgeput en zijn derhalve niet vrij besteedbaar.
33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie
Openbaar Ministerie (OM)
Het OM is de enige instantie in Nederland die een verdachte voor de strafrechter kan brengen, afgezien van de bijzondere procedure die geldt voor ambtsdelicten van Kamerleden en bewindspersonen. Samen met de rechtspraak is het OM onderdeel van de rechterlijke macht. Het OM zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd. Daarvoor wordt samengewerkt met politie en andere opsporingsdiensten. Het OM is een landelijke organisatie verdeeld over tien arrondissementen. Deze zijn gelijk aan de tien regionale eenheden van de politie. Daarnaast richt het Landelijk Parket zich op de bestrijding van (internationaal) georganiseerde misdaad, bestrijdt het Functioneel Parket criminaliteit op het gebied van milieu, economie en fraude en worden alle beroepen tegen verkeersboetes en eenvoudige misdrijfzaken door het Parket Centrale Verwerking OM (CVOM) behandeld. De zaken waarin hoger beroep wordt aangetekend komen bij een van de vier vestigingen van het Ressortsparket.
Dit budget is bestemd voor de financiering van de apparaatsuitgaven van het OM. Het verschil ten opzichte van 2025 wordt grotendeels verklaard door de loon- en prijsontwikkelingen en daarnaast door enkele aanvullende investeringen ten behoeve van volumeontwikkelingen, de bestrijding van ondermijnende criminaliteit en het nieuwe wetboek van strafvordering.
Het OM realiseert naar verwachting de hieronder genoemde productie.
Realisatie | Prognose | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
WAHV beroep-, kanton- en appèlzaken | 653.191 | 566.833 | 701.304 | 597.101 | 603.193 | 605.339 | 605.339 |
Overtredingszaken | 189.603 | 159.124 | 193.775 | 166.728 | 168.182 | 168.676 | 168.676 |
Misdrijfzaken | 214.172 | 197.001 | 203.538 | 196.898 | 196.058 | 195.569 | 195.569 |
Eenvoudige misdrijfzaken | 66.650 | 35.857 | 44.364 | 37.772 | 38.157 | 38.293 | 38.293 |
Interventie/ZSM zaken | 113.825 | 125.085 | 122.786 | 122.550 | 121.256 | 120.600 | 120.600 |
Onderzoekszaken* | 23.938 | 25.409 | 25.675 | 25.986 | 26.119 | 26.202 | 26.202 |
Ondermijningszaken | 9.759 | 10.650 | 10.713 | 10.589 | 10.526 | 10.474 | 10.474 |
Appèlzaken | 20.463 | 23.870 | 24.659 | 24.958 | 25.260 | 25.380 | 25.380 |
Bron: OM fact factory
De in de tabel opgenomen aantallen zijn gebaseerd op de beschikbare capaciteit van het Openbaar Ministerie voor de behandeling van zaken en de in de begroting verwerkte budgettaire reeksen als gevolg van de PMJ-ramingen (gecorrigeerd met een ingroeipad en verwerkt tot en met 2026).
In 2026 beoordeelt het OM naar verwachting circa 701.000 zaken van burgers die beroep instellen tegen een verkeersboete (WAHV). Deze aantallen zaken zijn de afgelopen jaren sterk gestegen door de stijging van het aantal beroepszaken die worden aangespannen door professioneel gemachtigden. Door de aanpassing van de proceskostenvergoeding per 1 januari 2024 is de instroom niet verder gestegen. Een daling is echter nog niet zichtbaar in deze raming.
Verder neemt het OM in circa 194.000 overtredingszaken een strafrechtelijke beslissing. Het OM kan de zaak zelfstandig afdoen (bijvoorbeeld met een strafbeschikking of een sepot) of de zaak aan de kantonrechter voorleggen.
Het OM zet de meeste capaciteit in bij de behandeling van misdrijfzaken. De capaciteit van het OM is er op gericht om ruim 44.000 eenvoudige misdrijfzaken, meestal zogenaamde feitgecodeerde misdrijven te behandelen. Bij de circa 123.000 interventiezaken is het doel dat bij veel voorkomende (wijkgerelateerde) criminaliteit de burger als verdachte, slachtoffer of betrokkene een merkbare, zichtbare en betekenisvolle (strafrechtelijke) interventie ervaart die waar mogelijk snel (ZSM) wordt uitgevoerd.
De circa 26.000 onderzoekszaken en 10.700 ondermijningszaken omvatten de opsporing en vervolging van ernstige delicten. In ondermijningszaken ligt de focus op de aanpak van criminele activiteiten die niet primair ter kennis van de opsporingsinstanties komen via aangiften. De strafrechtelijke onderzoeken en de daaruit volgende strafzaken zijn vaak langdurig, complex en omvangrijk.
Tot slot kan een verdachte of de officier van justitie (of beiden) in appèl gaan tegen het vonnis van de strafrechter. In dat geval wordt de strafzaak door het Ressortsparket in behandeling genomen. Het gaat hier naar verwachting om circa 25.000 zaken. Het wegwerken van de ontstane voorraad bij rechtbanken zal met enige vertraging vermoedelijk leiden tot extra instroom van hoger beroepzaken bij het Ressortsparket.
33.2 Bestuur, Informatie en Technologie
Bijdragen aan medeoverheden
Dit betreffen onder meer bijdragen in het kader van de beleidsthema’s digitale meldplicht, bestuurlijke aanpak Cariben, sekswerkbeleid, BOA’s, criminaliteitspreventie, matchfixing, experiment gesloten coffeeshopketen en Bibob.
Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC's)
Het RIEC/LIEC-bestel bestaat uit 10 RIEC’s en het Landelijk Informatie en Expertisecentrum (LIEC). De RIEC’s zijn regionale samenwerkingsverbanden van bestuursorganen (o.a. gemeenten en provincies), politie, OM, Belastingdienst en andere partners en hebben tot doel om de georganiseerde ondermijnende criminaliteit integraal aan te pakken. Dit betekent dat strafrechtelijke, fiscale en bestuurlijke maatregelen in samenhang met elkaar worden ingezet. De RIEC-bureaus ondersteunen de samenwerkingspartners hierbij door te fungeren als knooppunt voor informatie, kennis en expertise. Alle RIEC’s hebben een beheergemeente. In 2026 ontvangen deze ten behoeve van de RIEC-samenwerkingsverbanden specifieke uitkeringen van in totaal ruim € 61 miljoen. Deze structurele algemene Rijksbijdrage voor de RIEC’s is bestemd voor het in lijn met de geldende RIEC-convenanten uitvoeren van de basiswerkzaamheden en integrale versterkingsprogramma's. Daarnaast kunnen de RIEC’s de structurele algemene Rijksbijdrage inzetten ten behoeve van regionale prioriteiten.
De basiswerkzaamheden betreffen:
1. het ontwikkelen, onderhouden en delen van kennis en expertise met samenwerkingspartners;
2. het bieden van juridische en bestuurlijke ondersteuning aan partners ten aanzien van de aanpak van ondermijning (inclusief advies over toepassing van de Wet Bibob);
3. het vergroten van de operationele slagkracht van samenwerkingspartners;
4. het vergroten van de bewustwording en bestuurlijke weerbaarheid bij samenwerkingspartners;
5. het ondersteunen en adviseren van samenwerkingspartners bij het opbouwen van een sterke en veilige informatiepositie in de regio;
6. het begeleiden van samenwerkingspartners bij het proces van signaal tot interventies;
7. het leveren van een bijdrage aan het positioneren en functioneren van het RIEC/LIEC-bestel als geheel en de landelijke samenwerking.
De versterkingsprogramma’s dienen de regionale aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit duurzaam te versterken en de gezamenlijke slagkracht van de samenwerkingspartners in de regio te vergroten. De regionale aanpak staat in het verlengde van de brede aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit op basis van landelijke en internationale fenomenen. Om de benodigde focus te creëren is het centrale uitgangspunt de aanpak van de illegale drugsindustrie, de daarmee gepaard gaande ondermijnende effecten op de samenleving en het criminele verdienmodel.
Regionale prioriteiten zijn door de Regionale Stuurgroep RIEC bepaalde en in het meerjarenbeleidsplan uitgewerkte werkzaamheden, thema's, verschijningsvormen van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en handhavingsknelpunten waarop het RIEC - in aanvulling op wat hier en in RIEC/LIEC-convenant is bepaald - inzet zal plegen.
Regio | structurele algemene rijksbijdrage 2026 |
|---|---|
RIEC Noord Nederland t.n.v. gemeente Leeuwarden | 6.361 |
RIEC Oost Nederland t.n.v. gemeente Enschede | 6.806 |
RIEC Oost-Brabant t.n.v. gemeente Eindhoven | 6.361 |
RIEC Zeeland West-Brabant t.n.v. gemeente Tilburg | 6.361 |
RIEC Midden Nederland t.n.v. gemeente Utrecht | 6.361 |
RIEC Limburg t.n.v. gemeente Maastricht | 6.361 |
RIEC Noord Holland t.n.v. gemeente Haarlem | 6.361 |
RIEC Den Haag t.n.v. gemeente Den Haag | 6.361 |
RIEC Rotterdam t.n.v. gemeente Rotterdam | 6.361 |
RIEC Amsterdam Amstelland t.n.v. gemeente Amsterdam | 6.361 |
Totaal | 64.050 |
Overige bijdragen medeoverheden
Dit betreffen onder meer bijdragen in het kader van de beleidsthema’s digitale meldplicht, bestuurlijke aanpak Cariben, sekswerkbeleid, BOA’s, criminaliteitspreventie, matchfixing, experiment gesloten coffeeshopketen en Bibob.
Subsidies
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
Het CCV ontvangt een subsidie om kennis en instrumenten te ontwikkelen op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid, gericht op een integrale aanpak door samenwerking tussen zowel publieke als private organisaties. Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV de professionals in de veiligheidsketen bij uitvoering van rijksbeleid op het gebied van criminaliteitspreventie en veiligheid. Dat de subsidie voor het CCV uit twee delen bestaat, komt voort uit de verschillende doelstellingen van het Ministerie van JenV. De eerste reeks op het artikelonderdeel 33.2 is gericht op veiligheid en lokaal bestuur en de tweede reeks op artikelonderdeel 33.3 is gericht op opsporings- en vervolgingsbeleid. Gezamenlijk vormen deze twee reeksen de (basis)subsidie van het CCV.
Het CCV draagt op deze manier bij aan de uitvoering van een groot aantal activiteiten ter ondersteuning en realisatie van beleidsdoelstellingen van het Ministerie van JenV. Onder andere op het gebied van ondermijnende criminaliteit, cybercriminaliteit, mensenhandel, buurtbemiddeling en de preventieve aanpak van jeugd in kwetsbare wijken. Het beleid dat het Ministerie van JenV uitvoert op het gebied van criminaliteitspreventie, wordt voor een belangrijk deel door het CCV vormgegeven. Het CCV zorgt ervoor dat beleid dat op het departement wordt ontwikkeld, ook daadwerkelijk wordt geïmplementeerd door gemeenten, bedrijven en burgers.
Platform Veilig Ondernemen
Het CCV zet de structurele bijdrage aan het Platform Veilig Ondernemen (PVO) uit. Het PVO-bestel bestaat uit 10 regionale PVO’s en een landelijk expertisecentrum (PVO-NL) dat de regionale platforms ondersteunt en de verbinding zoekt met publieke partners en landelijke branches. Via publiek-private samenwerking worden veiligheidsproblemen die ondernemers raken op regionaal niveau in kaart gebracht, bepaald welke inzet nodig is om ondernemers en het bedrijfsleven weerbaar te maken tegen criminaliteit en overlast, en worden vervolgens concrete acties ondernomen. Het nemen van preventieve maatregelen is daarbij het uitgangspunt.
Overige subsidies
Dit betreffen onder meer subsidies in het kader van de beleidsthema’s wapens en jongeren, voetbal, lokaal bestuur, criminaliteit tegen het bedrijfsleven (waaronder voor cybercriminaliteit), BOA’s, sekswerkbeleid en de (gemeentelijke) aanpak van mensenhandel.
Opdrachten
Overige opdrachten
Dit betreffen onder meer uitgaven voor Bibob, experiment gesloten coffeeshopketen, matchfixing, digitale meldplicht, de veiligheidsmonitor en de monitor online criminaliteit en criminaliteit tegen het bedrijfsleven, online openbare orde, de Wet regulering sekswerk (Wrs), evaluaties, gastvrij en veilig betaald voetbal, overlast, maatschappelijke onrust, lokaal bestuur en BOA’s.
33.3 Opsporing en vervolging
Bijdragen aan agentschappen
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
Het NFI is een intern verzelfstandigde organisatie die forensische diensten levert. De grondslag, doelstelling en kerntaken van het NFI zijn vastgelegd in de Regeling Taken NFI. Als primaire taak heeft zij het verlenen van forensische diensten en expertise aan de Nederlandse strafrechtketen. Een meer gedetailleerde toelichting vindt u in de agentschapsparagraaf van het NFI.
Justitiele informatiedienst (Justid)
De Justitiële Informatiedienst (Justid) is opgericht om cruciale justitiële informatie eenvoudig en snel te delen binnen overheidsinstanties. Ze werkt daarbij intensief samen met diverse partners binnen de strafrecht-, migratie- en jeugdketen zowel in Nederland als op Europees niveau .Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de agentschapsparagraaf van Justid.
Dienst Justis
Screeningsautoriteit Justis screent om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van personen en organisaties. Justis doet dit in het belang van het functioneren van de rechtsstaat en de veiligheid in en van de samenleving.De uitvoeringskosten en de ontvangen leges van de producten van Justis worden op het begrotingsartikel van de betreffende opdrachtgever verantwoord. Voor de uitvoeringskosten ontvangt Justis een kostendekkende bijdrage van de opdrachtgever. Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de agentschapsparagraaf van Justis.
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Autoriteit terroristische content en kinderpornografisch materiaal (ATKM)
De ATKM geeft uitvoering aan EU-verordening 2021/784 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud, de uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud en de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.
Bijdragen aan medeoverheden
Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland)
De FIU-Nederland is in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) aangewezen als de enige autoriteit waar ongebruikelijke transacties dienen te worden gemeld door meldingsplichtige instellingen, zoals banken, geldtransactiekantoren, beroeps- en bedrijfsmatige handelaren en notarissen. De belangrijkste taak van de FIU-Nederland is het analyseren van deze meldingen en het in kaart brengen van transacties en geldstromen die in verband kunnen worden gebracht met witwassen en onderliggende delicten alsmede financieren van terrorisme. Ongebruikelijke transacties die verdacht zijn verklaard, worden ter beschikking gesteld aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten voor verder onderzoek en mogelijke vervolging.
Daarnaast verstrekt FIU-Nederland op basis van de gedane meldingen informatie omtrent het meldgedrag aan de Wwft-toezichthouders, om hen te ondersteunen in het houden van risico gebaseerd toezicht op onder meer de naleving van de meldingsplicht. Verder ontvangt FIU-Nederland informatieverzoeken van opsporingsdiensten. Deze FIU-verzoeken (voorheen LOvJ-verzoek) kunnen worden ingediend ten behoeve van opsporingsonderzoeken en zijn getoetst door de informatieofficier bij het Functioneel Parket met het taakaccent FIU (voorheen de Landelijke OvJ witwassen). Tot slot ontvangt en verzendt de FIU-Nederland verzoeken van respectievelijk naar buitenlandse FIU’s.
De FIU-Nederland maakt onderdeel uit van de rechtspersoon de Staat der Nederlanden en is beheersmatig ondergebracht bij de Nationale Politie als een zelfstandige en operationeel onafhankelijke opererende entiteit. Beleidsmatig valt de FIU-Nederland onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal FIU-verzoeken | 773 | 824 | 860 | 1.200 | 1.200 | 1.200 |
Aantal Eigen onderzoeksdossiers | 2.693 | 2.877 | 2.994 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Ondermijning
De aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit is in de afgelopen jaren verbreed naar een gezamenlijke samenhangende aanpak. We zetten in op het versterken van de samenhang, door uiteenlopende partners bij elkaar te brengen en de verbinding te leggen, zowel in eigen land als over de grenzen heen. We werken goed samen, van de politie tot en met banken, van Marokko tot en met Colombia.
Samen met partners zorgen we ervoor dat de aanpak inspeelt op veranderende omstandigheden en nieuwe vormen van ondermijnende criminaliteit. De brede aanpak tegen de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit wordt in 2026 langs vier lijnen voortgezet en vormgegeven: voorkomen, doorbreken, bestraffen en beschermen.
In de afgelopen jaren zijn reeds structurele middelen ter beschikking gesteld aan partners voor de uitvoering van bovenstaande aanpak. Deze middelen worden opgenomen in de begroting van de partnerorganisaties en zijn dus geen onderdeel van deze begroting.
De onderstaande opgaven zijn onderdeel van de begroting Ondermijning zoals deze in tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij artikel 33 is weergegeven.
Preventie met gezag
De preventieve aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit en de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit vormen samen de JenV brede preventieaanpak met als doel het wegnemen van de voedingsbodem voor (georganiseerde en ondermijnende) criminaliteit en ervoor te zorgen dat jongeren weerbaar worden gemaakt tegen criminaliteit of daarin niet verder afglijden. In 2026 wordt de domeinoverstijgende preventieve en wijkgerichte aanpak voortgezet; hiervoor is vanuit het programma Ondermijning € 98 mln. beschikbaar.
Terugdringen vraag en aanbod drugs
In 2026 vindt de verdere implementatie plaats van de wetswijziging Opiumwet met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen (NPS). De middelen zijn tot en met 2026 verstrekt aan de uitvoeringsorganisaties en staan vanaf 2027 nog gereserveerd op artikel 33. Op basis van ingediende bestedingsplannen in combinatie met de inzichten uit de invoeringstoets en de draagkracht van de hele keten, vindt in 2026 de nadere verdeling over de uitvoeringsorganisaties plaats.
Aanpak logistieke knooppunten
In 2026 is € 42,7 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de mainportsplannen met het doel de drugssmokkel via grote logistieke knooppunten significant terug te brengen. Naast overkoepelende maatregelen om de aanpak in de breedte te versterken, vindt ondersteuning plaats van de aanpak op vijf grote knooppunten, waarvoor een maximaal bedrag beschikbaar is per mainport per jaar. Zie Tabel 26 voor de bijdragen aan de mainports vanuit de SPUK 2024 ‒ 2026. In 2026 worden de voorbereidingen getroffen voor de nieuwe SPUK mainports die vanaf 2027 loopt.
Mainport | Gemeente | 2025 | 2026 |
|---|---|---|---|
Haven Rotterdam | Rotterdam | 18.154 | 18.154 |
Havens Zeeland - West-Brabant | Borsele | 3.857 | 3.857 |
Havens Noordzeekanaalgebeid | Amsterdam / Velsen / Zaanstad | 1.648 | 1.648 |
Luchthaven Schiphol | Haarlemmermeer | 3.890 | 3.890 |
Bloemenveilingen (weerbare sierteelt) | Westland | 1.115 | 1.115 |
Totaal | 28.664 | 28.664 |
Aanpak criminele geldstromen en verdienmodellen
Binnen de aanpak criminele geldstromen is onder andere € 13 mln. gereserveerd voor de implementatie van het Euopese anti-witwaspakket en de EU Confiscatierichtlijn in beleid en wetgeving.
Strategisch Kennis Centrum (SKC)
Het SKC levert strategische dreigingsbeelden waarmee binnen de ondermijningsaanpak een strategische prioritering kan worden gemaakt, en lokale en landelijke partners beter in staat worden gesteld om effectieve interventies te ontwikkelen. Het budget voor het SKC is structureel € 5,5 mln. en is opgenomen op het niet beleidsartikel 91.
Overige opsporing en vervolging
Dit betreffen onder meer bijdragen voor de Categorale Opvang Slachtoffers Mensenhandel (COSM) en overige aanpak van mensenhandel, het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS), vergoeding voor de verstrekking van persoonsgegevens van Telecomproviders aan het CIOT (Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie), de adviescommissie herziening Wet Wapens en Munitie, Platform Interceptie Decryptie & Signaalanalyse (PIDS), Internationale- en Europese arrestatiebevelen, de bestrijding van mensenhandel in Caribische delen van het Koninkrijk, het passagiersnamen register systeem (TRIP), wetsvoorstel rijden onder invloed en de Veiligheidsmonitor.
Subsidies
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
Het CCV ontvangt een subsidie om kennis en instrumenten te ontwikkelen op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid, gericht op integrale aanpak door samenwerking tussen zowel publieke als private organisaties. Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV professionals op het gebied van nalevingsexpertise.
Dat de subsidie voor het CCV uit twee delen bestaat, komt voort uit de verschillende doelstellingen van het Ministerie van JenV. De eerste reeks op het artikelonderdeel 33.2 is gericht op veiligheid en lokaal bestuur en de tweede reeks op artikelonderdeel 33.3 is gericht op opsporings- en vervolgingsbeleid. Gezamenlijk vormen deze twee reeksen de (basis)subsidie van het CCV.
Overige subsidiesDit betreffen ondermeer subsidies voor het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha), de Fraudehelpdesk, het Meldpunt Online Discriminatie (MOD) en Offlimits (voorheen EOKM).
Opdrachten
Schadeloosstellingen
Dit betreft de budgetten voor schadeloosstellingen buiten de strafrechtelijke keten, zoals vergoedingen vanwege onrechtmatige vreemdelingenbewaring en in het geval van bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Daarnaast kunnen ook vergoedingen worden verstrekt voor bijvoorbeeld juridische bijstand.
Onrechtmatige Detentie
Ten laste van dit budget worden de vergoedingen verantwoord aan ex-justitiabelen waarvan is vastgesteld dat recht is ontstaan op een vergoeding. Over het algemeen worden deze vergoedingen vastgesteld door de rechter.
Gerechtskosten
Ten laste van dit budget worden de uitgaven gebracht die betrekking hebben op deskundigen en tolken en vertalers, die een bijdrage leveren aan het strafproces en worden bekostigd in overeenstemming met het Besluit tarieven in strafzaken.
Verkeershandhaving OM
Het OM voert het programma verkeershandhaving uit. Uit dit budget worden de uitgaven voor dit programma gedaan, niet zijnde bijdragen aan ZBO of agentschap, bijvoorbeeld trajectcontrolesystemen en andere vormen van geautomatiseerde handhaving zoal bijvoorbeeld flexflisters. Het grillige karakter van de budgettaire reeks in de begroting voor de verkeershandhaving hangt samen met het kasstelsel dat door het OM wordt gevoerd. Hierdoor leiden (vervangings-)investeringen zoals vervanging van digitale flitspalen of trajectcontrolesystemen in sommige jaren tot hogere uitgaven dan in andere jaren. Daarnaast is er sprake van een intensivering van de geautomatiseerde verkeershandhaving.
Afpakken
Misdaad mag niet lonen. Het doorbreken van criminele netwerken en handels- en geldstromen, onder meer door de anti-witwasaanpak te intensiveren en de mogelijkheden voor het afpakken van crimineel vermogen te verruimen, is een van de prioriteiten van het kabinet. De middelen zijn voor een belangrijk deel opgenomen onder de aanpak ondermijning.
Bewaring, verkoop en vernietiging inbeslaggenomen voorwerpen
De Minister van Financiën is volgens de Comptabiliteitswet verantwoordelijk voor het beheer van het overtollige materieel bij het Rijk. Domeinen Roerende Zaken is belast met de bewaring, verkoop en vernietiging van strafrechtelijk inbeslaggenomen voorwerpen en bekommert zich daarnaast over overtollige rijksgoederen.
Overige opdrachten
De implementatie van het nieuwe Wetboek van Strafvordering vergt grote inspanning van de strafrechtketen. Het betreft onder andere het aanpassen van digitale systemen, het opnieuw inrichten van werkprocessen en het opleiden van professionals in de keten.
Garanties
Faillissementscuratoren
De garantstellingsregeling faillissementscuratoren (GSR) voorziet er in dat curatoren in faillissementen bij ontoereikendheid van de boedel de Minister een garantiestelling kunnen vragen ter dekking van de kosten om een rechtsvordering in te kunnen stellen tegen bestuurders van de rechtspersoon in geval van vermoedelijk «kennelijk onbehoorlijk bestuur». Dit stelt curatoren in faillissementen in staat om een procedure te beginnen en vermogen (activa) terug te halen voor boedel om benadeling van de crediteuren zoveel mogelijk te beperken.
33.4 Vervolging en berechting van MH17-verdachten
In deze zaak is de kans gering dat de schadevergoedingsmaatregel (volledig) door de veroordeelde(n) zal worden betaald. Uitgaande van de onherroepelijke datum van het vonnis, hebben de nabestaanden van de MH17-slachtoffers recht op een voorschot. Er is sprake van een geweldsmisdrijf, waardoor een ongemaximeerd voorschot aan de nabestaanden zal worden uitbetaald.
Ontvangsten
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 1.058.513 | 1.389.579 | 1.479.631 | 1.504.124 | 1.545.475 | 1.580.681 | 1.616.378 |
Openbaar Ministerie | 10.261 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |
Afpakken | 111.914 | 384.360 | 384.360 | 384.360 | 384.360 | 384.360 | 384.360 | |
Boeten en Transacties | 929.866 | 983.735 | 1.075.277 | 1.099.770 | 1.141.121 | 1.176.327 | 1.212.024 | |
Overige ontvangsten | 6.472 | 11.484 | 9.994 | 9.994 | 9.994 | 9.994 | 9.994 |
Openbaar Ministerie
De ontvangsten die geraamd zijn voor het Openbaar Ministerie betreffen ontvangsten die voortvloeien uit de bedrijfsvoering, waar tegenover ook uitgaven geraamd zijn.
Afpakken
De ontvangsten voor het strafrechtelijk afpakken betreffen een raming en kennen een generale behandeling. De raming bestaat uit twee delen: een raming voor afpakopbrengsten uit het criminele circuit die naar de schatkist vloeien en een raming in geval van grote schikkingen.
Boetes en Transacties (BenT)
Naast de ontvangsten uit gerechtelijke boetes en transacties van het Openbaar Ministerie bestaat het dossier met name uit inkomsten uit de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), die de administratieve afhandeling van verkeersovertredingen regelt. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere rijden onder invloed, rijden door rood licht en het niet dragen van een autogordel. Voor verkeersboetes kunnen vervolgens geldsomtransacties worden opgelegd. De oploop van de ontvangsten hangt samen met de intensivering van de geautomatiseerde verkeershandhaving. De ontvangsten uit BenT worden aangemerkt als een generaal dossier, hetgeen inhoudt dat de BenT-ontvangsten op de begroting van JenV staan, maar afwijkingen in de geraamde ontvangsten geen last (of voordeel) vormen voor de begroting van JenV.

Voorkomen dat burgers (opnieuw) dader of slachtoffer worden van criminaliteit, volwassenen en kinderen beschermen die vanwege de kwetsbare positie waarin zij verkeren bedreigd of verleid worden door (herhaalde) criminaliteit of die bedreigd worden in hun ontwikkeling en bewerkstelligen dat met een straf genoegdoening wordt geboden aan het slachtoffer en aan de samenleving als geheel.
Dit doen wij door het borgen van de veiligheid door de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties, het bevorderen van het nemen van preventieve maatregelen door burgers en bedrijven, het versterken van de positie van slachtoffers, het beschermen van jeugdigen die in hun ontwikkeling worden bedreigd in de opvoed- en leefsituatie en het realiseren van een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit en geweld in huiselijke kring.
De Minister heeft een regisserende rol ten aanzien van de brede aanpak van ondermijning. Het programma Preventie met Gezag maakt daar onderdeel van uit. Het Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies is voor de inzet van de middelen Preventie met Gezag niet vrijblijvend. De Minister heeft een samenwerkingsrelatie met de gemeenten, brancheorganisaties en andere publieke en private partners, bijvoorbeeld met de politie, het OM, de reclassering en uit het onderwijs en de zorg, betreffende de aanpak van High Impact Crimes (HIC). Sturing geschiedt door middel van regelgeving en kaderstelling.
De Minister heeft verantwoordelijkheden ten aanzien van preventie, slachtofferzorg en jeugdbescherming.
Met betrekking tot preventie:
– draagt de Minister stelselverantwoorde lijkheid voor het kansspelbeleid, met als doel dat Nederlandse burgers op een veilige en verantwoorde manier kunnen deelnemen aan kansspelen;
– stimuleert de Minister preventie door het beschikbaar stellen van integriteitsinstrumenten;
– is hij verantwoordelijk voor de landelijke aanpak van jeugdcriminaliteit, met bijzondere aandacht voor de preventie van daderschap en herhaald daderschap, samen met de betrokken ketenpartners zoals de (jeugd)reclassering en de Raad voor de Kinderbescherming. Vanuit die rol is hij medeverantwoordelijk voor het programma Preventie met Gezag.
Met betrekking tot slachtofferbeleid draagt de Minister beleidsverantwoordelijkheid voor de zorg – in brede zin – aan slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het slachtofferbeleid. Ook heeft hij een financierende rol op het gebied van slachtofferzorg.
Ten aanzien van Jeugdbescherming21 heeft de Minister:
– een regisserende rol en daarmee stelselverantwoordelijkheid voor jeugdbescherming en –reclassering (de uitvoering en financiering zijn per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de gemeenten);
– een uitvoerende rol bij de taken die belegd zijn bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK);
– verantwoordelijkheid voor het stelsel op het gebied van interlandelijke adoptie en heeft daarbinnen, als Centrale Autoriteit, tevens een uitvoerende rol.
Daarbij heeft de Minister:
– een uitvoerende rol bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen door de DJI, de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) van DJI en van geldelijke sancties door het CJIB;
– een regisserende rol bij de forensische zorg. Hij is verantwoordelijk voor de tijdige beschikbaarheid van de juiste, kwalitatief hoogwaardige zorg, waar nodig in combinatie met afdoende beveiliging;
– een regisserende rol bij toezicht in strafrechtelijk kader, advisering aan het OM en de rechter over justitiabelen en taakstraffen. Regie en opleggen van financiële sancties. De uitvoering is opgedragen aan drie erkende reclasseringsorganisaties. De taken van de reclasseringsorganisaties dragen bij aan het terugdringen van recidive.
Voor 2026 zijn geen beleidswijzigingen voorzien anders dan wijzigingen genoemd in de beleidsagenda. Het betreffen de volgende onderwerpen:
– Recht doen aan slachtoffers
– Terugdringen tekorten DJI
– Aanpak femicide, huiselijk geweld en kindermishandeling
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 4.221.711 | 4.530.373 | 4.683.996 | 4.858.089 | 4.907.468 | 4.803.772 | 4.721.322 |
Uitgaven | 4.182.608 | 4.514.154 | 4.598.416 | 4.737.699 | 4.792.468 | 4.803.772 | 4.721.322 | |
Apparaatsuitgaven | 253.302 | 262.608 | 263.582 | 258.232 | 252.764 | 253.150 | 253.150 | |
34.1 | Apparaat Raad voor de Kinderbescherming | 253.302 | 262.608 | 263.582 | 258.232 | 252.764 | 253.150 | 253.150 |
Personele uitgaven | 196.919 | 215.734 | 213.988 | 204.788 | 203.219 | 203.605 | 203.605 | |
Eigen personeel | 187.343 | 209.146 | 207.626 | 198.539 | 197.081 | 197.512 | 197.512 | |
Externe inhuur | 8.611 | 5.046 | 4.754 | 4.642 | 4.531 | 4.486 | 4.486 | |
Overig personeel | 965 | 1.542 | 1.608 | 1.607 | 1.607 | 1.607 | 1.607 | |
Materiële uitgaven | 56.383 | 46.874 | 49.594 | 53.444 | 49.545 | 49.545 | 49.545 | |
ICT | 25.802 | 19.391 | 20.959 | 24.816 | 20.918 | 20.918 | 20.918 | |
SSO's | 18.888 | 17.527 | 18.494 | 18.489 | 18.489 | 18.489 | 18.489 | |
Overig materieel | 11.693 | 9.956 | 10.141 | 10.139 | 10.138 | 10.138 | 10.138 | |
Programmauitgaven | 3.929.306 | 4.251.546 | 4.334.834 | 4.479.467 | 4.539.704 | 4.550.622 | 4.468.172 | |
34.2 | Preventieve maatregelen | 72.153 | 92.497 | 102.719 | 111.308 | 102.438 | 102.661 | 102.661 |
Bijdrage aan agentschappen | 36.346 | 33.934 | 32.455 | 32.140 | 32.058 | 32.025 | 32.025 | |
Dienst Justis | 36.346 | 33.934 | 32.455 | 32.140 | 32.058 | 32.025 | 32.025 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 24.225 | 44.726 | 53.724 | 64.479 | 57.660 | 57.775 | 57.775 | |
Aanpak criminaliteitsfenomenen | 24.225 | 44.607 | 53.603 | 64.358 | 57.539 | 57.654 | 57.654 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 119 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 | |
Subsidies (regelingen) | 10.513 | 6.680 | 5.475 | 5.146 | 4.754 | 4.700 | 4.700 | |
Aanpak criminaliteitsfenomenen | 9.262 | 5.319 | 4.223 | 3.970 | 3.666 | 3.646 | 3.646 | |
Overige Subsidies | 1.251 | 1.361 | 1.252 | 1.176 | 1.088 | 1.054 | 1.054 | |
Opdrachten | 1.069 | 7.157 | 11.065 | 9.543 | 7.966 | 8.161 | 8.161 | |
Aanpak criminaliteitsfenomenen | 360 | 4.733 | 5.801 | 5.957 | 6.019 | 6.082 | 6.082 | |
Overige Opdrachten | 709 | 2.424 | 5.264 | 3.586 | 1.947 | 2.079 | 2.079 | |
34.3 | Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties | 3.457.681 | 3.740.339 | 3.792.370 | 3.919.398 | 3.943.466 | 3.969.586 | 3.888.554 |
Bijdrage aan agentschappen | 3.123.085 | 3.339.228 | 3.420.783 | 3.539.988 | 3.556.924 | 3.584.164 | 3.503.132 | |
DJI - gevangeniswezen | 1.571.944 | 1.680.255 | 1.760.571 | 1.846.808 | 1.865.173 | 1.888.582 | 1.807.550 | |
DJI - Forensische zorg | 1.335.592 | 1.439.720 | 1.449.436 | 1.475.166 | 1.496.091 | 1.503.126 | 1.503.126 | |
CJIB | 215.549 | 219.253 | 210.776 | 218.014 | 195.660 | 192.456 | 192.456 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 305.555 | 322.662 | 322.877 | 318.928 | 317.728 | 316.145 | 316.145 | |
Reclassering Nederland | 188.426 | 197.512 | 193.164 | 190.096 | 189.761 | 190.090 | 190.090 | |
Leger des Heils | 27.881 | 29.568 | 30.034 | 29.809 | 29.357 | 29.381 | 29.381 | |
Stichting Verslavingsreclassering GGZ | 89.248 | 95.582 | 99.679 | 99.023 | 98.610 | 96.674 | 96.674 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 4.715 | 4.620 | 4.632 | 4.634 | 4.636 | 4.638 | 4.638 | |
Intra- en extramurale sanctie uitvoering | 4.715 | 4.620 | 4.632 | 4.634 | 4.636 | 4.638 | 4.638 | |
Subsidies (regelingen) | 6.252 | 10.574 | 9.878 | 9.275 | 8.584 | 8.312 | 8.312 | |
Intra- en extramurale sanctie uitvoering | 3.825 | 8.304 | 7.688 | 7.091 | 6.406 | 6.136 | 6.136 | |
Stichting Reclassering Caribisch Nederland (BES) | 2.406 | 2.270 | 2.190 | 2.184 | 2.178 | 2.176 | 2.176 | |
Overige Subsidies | 21 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 18.074 | 39.255 | 34.200 | 46.573 | 55.594 | 56.327 | 56.327 | |
Intra- en extramurale sanctie uitvoering | 18.074 | 39.255 | 34.200 | 46.573 | 55.594 | 56.327 | 56.327 | |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garantieregeling Forensische Zorg | 0 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
34.4 | Slachtofferzorg | 101.139 | 102.962 | 110.933 | 113.408 | 115.332 | 116.885 | 117.015 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 72.756 | 77.463 | 79.104 | 81.065 | 81.620 | 81.577 | 81.577 | |
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven | 14.744 | 14.288 | 13.189 | 12.971 | 12.885 | 12.851 | 12.851 | |
Slachtofferhulp Nederland | 58.012 | 63.175 | 65.915 | 68.094 | 68.735 | 68.726 | 68.726 | |
Subsidies (regelingen) | 745 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Subsidies | 745 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 27.638 | 25.499 | 31.829 | 32.343 | 33.712 | 35.308 | 35.438 | |
Slachtofferzorg | 599 | 2.234 | 7.535 | 7.710 | 8.424 | 9.429 | 9.559 | |
Schadefonds Geweldsmisdrijven | 26.546 | 21.633 | 22.579 | 22.851 | 23.423 | 23.931 | 23.931 | |
Voorschotregelingen schadevergoedingsregelingen | 493 | 1.632 | 1.715 | 1.782 | 1.865 | 1.948 | 1.948 | |
34.5 | Veiligheid jeugd | 298.333 | 315.748 | 328.812 | 335.353 | 378.468 | 361.490 | 359.942 |
Bijdrage aan agentschappen | 233.925 | 245.957 | 265.489 | 268.107 | 303.107 | 303.107 | 303.107 | |
DJI - jeugd | 233.925 | 245.957 | 265.489 | 268.107 | 303.107 | 303.107 | 303.107 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 17.316 | 18.124 | 18.391 | 18.604 | 18.766 | 18.658 | 18.658 | |
LBIO | 3.708 | 4.242 | 4.240 | 4.215 | 4.213 | 4.086 | 4.086 | |
Halt | 13.608 | 13.882 | 14.151 | 14.389 | 14.553 | 14.572 | 14.572 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 4.338 | 5.746 | 2.330 | 2.138 | 2.106 | 2.106 | 2.106 | |
Jeugdbescherming en jeugdsancties | 2.349 | 3.602 | 340 | 340 | 340 | 340 | 340 | |
Voogdijraad Caribisch Nederland (BES) | 1.989 | 2.144 | 1.990 | 1.798 | 1.766 | 1.766 | 1.766 | |
Subsidies (regelingen) | 35.147 | 26.456 | 31.082 | 21.484 | 28.888 | 12.987 | 12.987 | |
Jeugdbescherming en jeugdsancties | 32.348 | 26.456 | 31.082 | 21.484 | 28.888 | 12.987 | 12.987 | |
Overige Subsidies | 2.799 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 7.607 | 19.465 | 11.520 | 25.020 | 25.601 | 24.632 | 23.084 | |
Taakstraffen/erkende gedragsinterventies | 4.069 | 4.246 | 4.298 | 4.297 | 4.349 | 4.401 | 4.401 | |
Jeugdbescherming en jeugdsancties | 3.538 | 15.219 | 7.222 | 20.723 | 21.252 | 20.231 | 18.683 | |
Ontvangsten | 240.372 | 164.316 | 139.125 | 139.701 | 140.551 | 141.390 | 141.390 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 4.221.711 | 4.530.373 | 4.683.996 | 4.858.089 | 4.872.468 | 4.768.772 | 4.686.322 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 70.000 | 115.000 | 115.000 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 4.221.711 | 4.530.373 | 4.613.996 | 4.743.089 | 4.757.468 | 4.768.772 | 4.686.322 |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
|---|---|
Juridisch verplicht | 99% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 1% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
Artikel 34 kent nagenoeg geen budgetflexibiliteit in 2026. Dit wordt met name veroorzaakt doordat verreweg het grootste deel van het budget wordt besteed aan de financiering van de taakorganisaties: DJI, Justis en CJIB. Daarnaast bestaat het juridisch verplichte deel ook uit subsidiëring/bijdrage aan organisaties als Slachtofferhulp Nederland, Schadefonds Geweldsmisdrijven, de drie Reclasseringsorganisaties, Halt, LBIO, FIOM en het centrum van Internationale Kinderontvoering.
34.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft de taak om kinderen te beschermen indien de ontwikkeling van het kind in gevaar komt. De RvdK heeft een taak op terrein van bescherming, gezag en omgang, straf en adoptie. JenV financiert de RvdK voor het grootste deel op basis van de PMJ-ramingen (pxq) en voor het overige deel op basis van een lumpsumbedrag.
De voorgenomen meerjarige productie van de RvdK is weergegeven in onderstaande tabel. De in de tabel opgenomen aantallen zijn gebaseerd op de in de begroting verwerkte budgettaire reeksen als gevolg van de PMJ-ramingen (gecorrigeerd met een ingroeipad om tot een realistische raming te komen en meerjarig afgetopt op het niveau van 2027).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bescherming Regulier | 14.694 | 14.522 | 14.173 | 13.631 | 13.780 | 13.934 | 13.934 |
Bescherming Toetsing | 6.946 | 6.865 | 6.909 | 7.251 | 7.172 | 7.092 | 7.092 |
Gezag en omgangszaken | 4.367 | 4.279 | 4.133 | 4.038 | 4.070 | 4.100 | 4.100 |
Adoptiegerelateerde zaken | 1.774 | 1.826 | 1.932 | 2.045 | 2.096 | 2.152 | 2.152 |
Strafonderzoek LIJ | 5.987 | 6.027 | 5.799 | 5.558 | 5.510 | 5.457 | 5.457 |
Strafonderzoek + aanvulling | 2.613 | 2.821 | 3.161 | 3.417 | 3.376 | 3.330 | 3.330 |
Actualisatie straf | 534 | 524 | 530 | 541 | 539 | 536 | 536 |
Strafonderzoek GBM | 29 | 24 | 20 | 17 | 17 | 17 | 17 |
Onderzoeken Schoolverzuim | 1.311 | 1.374 | 1.583 | 1.775 | 1.738 | 1.702 | 1.702 |
Coördinatie taakstraffen | 5.315 | 5.612 | 6.155 | 6.537 | 6.529 | 6.529 | 6.529 |
34.2 Preventieve maatregelen
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Justis
Screeningsautoriteit Justis doet onderzoek om inzicht te krijgen in de justitiële antecedenten van personen en organisaties en relateert deze aan de (beoogde) werkzaamheden van die personen en organisaties. Justis doet dit in het belang van het functioneren van de rechtsstaat, de veiligheid in en van de samenleving en de resocialisatie van ex-justitiabelen.
Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de agentschapsparagraaf van de Dienst Justis.
Bijdragen aan medeoverheden
Aanpak criminaliteitsfenomenen
In 2026 zet JenV, mede ter uitvoering van het regeerprogramma, in op preventieve dadergerichte en slachtoffergerichte aanpak van ernstige vormen van criminaliteit in den brede (waaronder overvallen, ram- en plofkraken, straatroof, online criminaliteit en drugsdelicten), ook binnen het Koninkrijk. In 2026 wordt stevig ingezet op de aanpak van georganiseerde en ernstige vormen van geweld, met de focus op de aanpak van explosies door het Offensief Tegen Explosies en online geweld. Delicten die grote impact op slachtoffers en op de samenleving hebben, worden aangepakt door strategische inzet van een mix van slachtoffergerichte (versterking weerbaarheid), dadergerichte en situationele preventieve én repressieve maatregelen (secundaire en tertiaire preventie) en op het voorkomen en bestrijden van vermogensdelicten en overige fenomenen.
Zoals in het regeerprogramma is opgenomen, wordt de aanpak van de georganiseerde criminaliteit versterkt, van preventie tot en met nazorg na detentie, en blijft er ingezet worden op maatregelen en gedragsinterventies die jongeren effectief uit de (zware) criminaliteit houden. Kort gezegd: er wordt ingezet op het voorkomen van jeugdcriminaliteit. Dit wordt onder andere vorm gegeven door structureel te investeren in de (door)ontwikkeling en inzet van kansrijke en bewezen effectieve interventies, mede op basis van het Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies. Deze gedragsinterventies worden ingezet in gemeenten met hoge aantallen ernstige vormen van vermogenscriminaliteit en geweld (de high impact crimes), maar ook in de 27 gemeenten met de structurele aanpak van jeugdcriminaliteit en de 20 aanvullende gemeenten met een incidentele preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit voor maximaal drie jaar.
Samenwerken met private en (semi-)publieke partners, zoals andere departementen, gemeenten op het gebied van innovatie, preventie, onderzoek en het terugdringen van recidive door het bieden van perspectief staan hierbij centraal. Blijvende aandacht en nieuwe ontwikkelingen zijn nodig om de in de afgelopen jaren geboekte resultaten vast te houden ten behoeve van tegenhouden (van potentiële daders), voorkomen (van (herhaald) slachtofferschap en daderschap), opsporing en vervolging, recidivebeperking en slachtofferzorg.
Subsidies
Aanpak criminaliteitsfenomenen
Het voorkomen en aanpakken (van risicofactoren) van geweld in den brede en overige fenomenen is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, overheid, bedrijven en andere maatschappelijke instanties. Continue aandacht voor de weerbaarheid van en vanuit deze partijen is noodzakelijk om de geboekte resultaten binnen het Koninkrijk te verduurzamen en pas te houden met en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Publiek-private samenwerking is in 2026 weer onderdeel van de aanpak van high impact crimes, het programma van Offensief Tegen Explosies en het programma van de Taskforce Overvallen. Deze subsidies worden verstrekt aan organisaties en stichtingen op het gebied van de aanpak van overvallen, woninginbraken, straatroven, heling, online criminaliteit, expressief en online geweld, inclusief explosies, en gedragsinterventies. Voorbeeld van een subsidieontvanger is Stichting Laureus Nederland in het kader van «Alleen jij bepaalt wie je bent».
Overige subsidies
Deze middelen worden ingezet voor subsidies in het kader van het beleidsonderwerp filantropie.
Filantropie
Nederland kent van oudsher een grote rijkdom aan maatschappelijke betrokkenheid en filantropische initiatieven. JenV is het coördinerend beleidsdepartement op filantropie en zet zich in voor borging en versterking van het maatschappelijk belang van filantropie. Dit gebeurt aan de hand van een combinatie van formele wetgeving en zelfregulering vanuit de sector. De drie Rijksbrede speerpunten zijn: het stimuleren van geefgedrag, het bevorderen van transparantie en betrouwbaarheid van de sector en het bevorderen van de samenwerking tussen overheid en filantropie. JenV subsidieert daartoe verschillende initiatieven en activiteiten waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de beleidsuitgangspunten, waaronder de toezichthoudende werkzaamheden van het CBF – Toezicht op Goeddoen en het onderzoek ‘Geven in Nederland’ van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Opdrachten
Aanpak criminaliteitsfenomenen
JenV zet in op het vasthouden en verduurzamen van de afgelopen jaren geboekte resultaten binnen het Koninkrijk met opdrachten die een bijdrage leveren aan de aanpak (risicofactoren) van ernstige vormen van (gewelds)criminaliteit in den brede (waaronder overvallen, ram- en plofkraken, steekincidenten, straatroof, online criminaliteit en drugsdelicten) en overige fenomenen (zoals ondermijning en vermogensdelicten). Verder worden onder deze post uitgaven opgenomen ter ondersteuning van ontwikkeling gericht op de versterking van de verbinding tussen de domeinen zorg en veiligheid. Het betreft opdrachten die een bijdrage leveren aan het oplossen van vraagstukken rondom informatieuitwisseling, het versterken van de aanpak van geprioriteerde casussen en multiproblematiek, alsmede de ontwikkeling van wetgeving en praktische instrumenten en trainingen voor de aanpak van complexe veiligheidsvraagstukken in het zorg- en veiligheidsdomein.
Overige opdrachten
Deze middelen worden ingezet voor opdrachten in het kader van de beleidsonderwerpen integriteit en kansspelbeleid.
integriteit
We werken aan het verbeteren van het instrument Verklaring Omtrent het Gedrag en een meer uniforme en risicogerichte toepassing daarvan. Daartoe financieren wij onderzoeken, specifieke trajecten in de uitvoering, projectmanagement en bijeenkomsten.
Kansspelbeleid
Onder deze post worden de uitgaven geraamd voor opdrachten en onderzoeken (waaronder monitoringsinstrumenten en effectmetingen) ten behoeve van de ontwikkeling van het kansspelbeleid, het uitwerken van voorstellen voor wet- en regelgeving en diverse beleidsonderzoeken.
34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
DJI levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen.
De Minister geeft een bijdrage22 aan DJI voor Gevangeniswezen regulier en Forensische zorg.
Productie 2026 | Aantal | Dagprijs in € |
|---|---|---|
Strafrechtelijke sanctiecapaciteit (direct inzetbaar) | 9.943 | 490 |
FPC-capaciteit | 1.891 | 840 |
In de agentschapsparagraaf van DJI worden de capacitaire en financiële gevolgen uitgebreider en meerjarig toegelicht. Ook de uitgaven die DJI doet voor de capaciteit Caribisch Nederland (BES) zijn terug te vinden in de agentschapsparagraaf van DJI.
Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)
Het CJIB is het inning- en incassogezicht van de overheid. Het heeft twee kerntaken. Allereerst is het belast met de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties. Daarnaast is het CJIB het administratie- en informatiecentrum voor de executieketen (AICE) met betrekking tot de uitvoering van strafrechtelijke beslissingen. Met zijn activiteiten levert het CJIB een bijdrage aan het gezag van de overheid. In de agentschapsparagraaf van het CJIB is nadere informatie, zoals de productiegegevens, te vinden.
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Reclasseringsorganisaties
In Europees Nederland zijn drie erkende reclasseringsorganisaties (3RO) actief: Reclassering Nederland (RN), de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) en het Leger des Heils Jeugd bescherming en Reclassering (LJR). In de praktijk werken de drie organisaties nauw met elkaar samen, met elk hun eigen aandachtsgebied:
– De SVG richt zich vooral op cliënten met verslavingsproblematiek;
– Het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering heeft als doelgroep met name de dak- en thuisloze cliënten binnen de reclassering;
– Reclassering Nederland kent geen specifieke doelgroep, maar bedient alle andere cliënten.
De reclasseringsorganisaties kennen vier hoofdproductgroepen: adviezen, toezichten, werkstraffen en elektronische monitoring. De geraamde productie voor 2026 van de vier productgroepen van de drie reclasseringsorganisaties is weergegeven in onderstaande tabel. De in de tabel opgenomen aantallen zijn gebaseerd op de in de begroting verwerkte budgettaire reeksen als gevolg van de PMJ-ramingen (gecorrigeerd met een ingroeipad om tot een realistische raming te komen en meerjarig afgetopt op het niveau van 2027).
Productgroep | Aantal | Gemiddelde Prijs | |
|---|---|---|---|
Instroom adviezen | 50.090 | € 1.330,55 | |
Instroom toezichten * | 8.540 | € 27,95 | ** |
Instroom elektronische monitoring * | 1.270 | € 26,16 | * |
Instroom werkstraffen | 32.590 | € 1.313,49 | ** |
* Bekostiging geschiedt op basis van het aantal toezichtsdagen | |||
** In het nieuwe kostprijsmodel geldt voor toezichten een iets andere kostprijs voor RN dan voor SVG en LJ&R. In de tabel is daarom een benadering weergegeven. | |||
Bijdragen aan medeoverheden
Intra- en extramurale sanctie uitvoering
Deze post betreft met name de bijdragen aan gemeenten in het kader van nazorg aan ex-gedetineerden. Zij benutten deze bijdrage om lokaal nazorgtrajecten voor ex-gedetineerden te financieren.
Subsidies
Intra- en extramurale sanctieuitvoering
JenV verstrekt subsidies aan een aantal (vrijwilligers-)organisaties die verschillende activiteiten verrichten om de kans op een duurzame resocialisatie en het terugdringen van recidive te vergroten. Daarnaast worden deze middelen ingezet voor diverse (incidentele) subsidies op het terrein van sanctiebeleid en forensische zorg.
Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN)
Deze middelen worden ingezet voor de erkende reclasseringsorganisatie Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN). De SRCN richt zich op de reclasseringstaak in Caribisch Nederland.
Opdrachten
Dit betreffen onder andere opdrachten op het terrein van forensische zorg, sanctie-uitvoering en het terugdringen van recidive.
Zo is op 1 januari 2020 de wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (wet USB) in werking getreden, waarmee de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen is overgegaan van het Openbaar Ministerie naar de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming, nu de Minister van jenV. Het duurzaam bestendigen van de wet USB heeft de komende jaren onverminderd aandacht nodig, evenals het realiseren van verbeteringen in het functioneren van de executieketen. In 2025 is er bij het invoeren dan ook aandacht voor verdere digitalisering, verduurzaming en waar nodig herijking van de nieuwe werkwijze voortvloeiend uit de wet USB en het vergroten van het verandervermogen door toepassing van de ketendoelarchitectuur.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Garantieregeling Forensische Zorg
Om tbs-klinieken te stimuleren om capaciteit uit te breiden, wordt een garantieregeling ingericht. De garantieregeling voor Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s) is bedoeld voor leningen die particuliere FPC’s nodig hebben om capaciteit uit te breiden, dan wel in stand te houden. Door als overheid garant te staan voor een deel van de lening, kunnen deze centra naar verwachting tegen een lagere rente een lening afsluiten voor de beoogde uitbreiding. Dat maakt het voor particuliere FPC’s aantrekkelijker om te investeren in uitbreiding en/of renovatie. Ten behoeve van de garantieregeling wordt in 2025 ten laste van artikel 34 een bedrag van € 24 mln. gestort in een begrotingsreserve bij het ministerie van Financiën.
Stand per 1/1/2025 | Verwachte toevoegingen 2025 | Verwachte onttrekkingen 2025 | Verwachte stand per 1/1/2026 | Verwachte toevoegingen 2026 | Verwachte onttrekkingen 2026 | Verwachte stand per 31/12/2026 |
|---|---|---|---|---|---|---|
‒ | 24.000 | ‒ | 24.000 | ‒ | ‒ | 24.000 |
34.4 Slachtofferzorg
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven
De commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven krijgt jaarlijks een bijdrage vanuit JenV voor de bureaukosten. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële uitkering aan slachtoffers van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf met ernstig psychisch of fysiek letsel wanneer zij hun schade niet op andere wijze vergoed krijgen.
Slachtofferhulp Nederland (SHN)
Slachtofferhulp Nederland biedt gratis juridische, praktische en emotionele ondersteuning aan slachtoffers of nabestaanden na een misdrijf, verkeersongeluk of calamiteit en krijgt hiervoor een bijdrage van JenV.
Opdrachten
Slachtofferzorg
De focus ligt op het zo goed mogelijk tot uitvoering brengen van de slacht offerrechten en -voorzieningen die het afgelopen decennium zijn geïntroduceerd en voorgenomen versterkingen uit het regeerprogramma en de nieuwe Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2025-2028. In 2026 vinden consultaties plaats voor de uitbreiding van de wet affectieschade naar broers en zussen en de uitbreiding van delicten die onder de ongemaximeerde voorschotregeling vallen. Tevens zal de laatste tranche van de Wet Straffen en Beschermen in werking treden, waarmee slachtoffers zullen worden geraadpleegd over hun beschermingsbehoefte bij voorwaardelijke invrijheidsstelling van veroordeelden.
Schadefonds Geweldsmisdrijven
Onder deze post worden de financiële uitkeringen voor slachtoffers van opzettelijk gepleegde geweldsmisdrijven die hierdoor ernstig lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen, geraamd indien deze schade niet op andere wijze wordt vergoed. Deze uitkering wordt verstrekt via het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Voorschotregelingen schadevergoedingsmaatregelen
Als de rechter een schadevergoedingsmaatregel oplegt en veroordeelde niet binnen acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis (volledig) aan zijn betalingsverplichting voldoet, treedt de voorschotre geling in werking. Dit houdt in dat de Staat het resterende bedrag uitkeert aan slachtoffers en nabestaanden. De Staat zet de inning op de dader voort. Deze voorschotregeling is gemaximeerd tot € 5.000,- maar ongemaximeerd bij gewelds- en zedenmisdrijven. Als blijkt dat de vordering op de veroordeelde oninbaar is, komt het restant voor rekening van JenV.
34.5 Veiligheid Jeugd
Bijdragen aan agentschappen
DJI-Jeugd
DJI zorgt voor de tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis en van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen, die door de rechter zijn opgelegd. Voor jeugdigen vindt deze tenuitvoerlegging in principe plaats in een justitiële jeugdinrichting of in een kleinschalige voorziening justitiële jeugd. Daarbij wordt ingezet op het bieden van maatwerk in behandeling, beveiliging en nazorg. In de agentschapsparagraaf van DJI worden de capaciteit en financiën voor de justitiële jeugd uitgebreider en meerjarig toegelicht.
Productie 2026 | Aantal | Dagprijs in € |
|---|---|---|
Capaciteit justitiële jeugdinrichtingen (direct inzetbaar) | 622 | 1.082 |
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO)
Het LBIO verricht in opdracht van JenV wettelijke taken op het gebied van onderhoudsbijdragen (inning kinder- en partneralimentatie en inning internationale alimentatie). JenV financiert het LBIO op basis van vastgestelde normaantallen en prijzen per product. De normaantallen worden tegen een vaste prijs vergoed en de meer- of minderproductie wordt tegen het variabele kostendeel afgerekend.
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|
Aantallen producten | |||||
Alimentatie | 24.100 | 24.100 | 24.100 | 24.100 | 24.100 |
Internationale alimentatie | 4.035 | 4.035 | 4.035 | 4.035 | 4.035 |
Kosten per geïnde euro (€) | |||||
Alimentatie | 0,15 | 0,15 | 0,15 | 0,15 | 0,15 |
Internationale alimentatie | 0,20 | 0,20 | 0,20 | 0,20 | 0,20 |
Bronvermelding: LBIO Meerjarenbeleidsplan 2026-2030
Halt
Halt (Het Alternatief) voorziet in opdracht van JenV in de landelijke coördinatie en uitvoering van de zogenoemde Halt-afdoening. De Halt-afdoening is een kortdurende buitenstrafrechtelijke maatwerkinterventie met als doel om grensoverschrijdend gedrag van jongeren zo vroeg mogelijk te stoppen en genoegdoening te bieden aan slachtoffers en maatschappij. Hierbij sluit Halt aan bij de leefwereld van de jongeren.
Bijdragen aan medeoverheden
Jeugdbescherming en jeugdsancties
Via het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming wordt in opdracht van JenV, VWS en de VNG gewerkt aan verbetering en vereenvoudiging van het stelsel voor jeugdbescherming. Proeftuinen en andere regio’s worden gestimuleerd en ondersteund om anders te werken zodat kinderen en gezinnen beter en sneller worden geholpen.
BES Voogdijraad
De BES Voogdijraad heeft civielrechtelijke en strafrechtelijke taken (onderzoeks- en adviestaken en rekestrerende taken en coördinatie bij strafzaken) die zij uitvoert in Caribisch Nederland, namelijk op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarnaast vervult de BES Voogdijraad ook de rol van de Centrale Autoriteit in Caribisch Nederland.
Subsidies
Jeugdbescherming en jeugdsancties
Deze middelen zet JenV onder meer in voor subsidiëring van het Centrum Internationale Kinderontvoering en voor Fiom en INEA onder meer met het oog op de nazorg van adoptie. Daarnaast wordt een deel van deze middelen ingezet voor mogelijke erkenningsmaatregelen voor belanghebbenden n.a.v. de aanbevelingen van de onafhankelijke Commissie onderzoek Binnenlandse Afstand en Adoptie. Verder vraagt de afbouw van interlandelijke adoptie de komende jaren om financiering, in lijn met het vastgestelde afbouwplan. Ook wordt een project uitgevoerd met als doel om de binnenlandse afstands- en adoptiedossiers en de interlandelijke adoptiedossiers zoveel mogelijk over te brengen naar het Nationaal Archief en toegankelijk te maken.
Via het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming wordt in opdracht van JenV, VWS en de VNG gewerkt aan verbetering en vereenvoudiging van het stelsel voor jeugdbescherming. Proeftuinen en andere regio’s worden gestimuleerd en ondersteund om anders te werken zodat kinderen en gezinnen beter en sneller worden geholpen. De borging van het programma «Geweld hoort nergens thuis» is ondergebracht bij het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.
Via het programma Ondersteuning Uithuisplaatsingen gedupeerden Kinderopvangtoeslag (UHP KOT) in opdracht van JenV, VWS en de VNG wordt uitvoering gegeven aan een aanpak voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslag en hun kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing.
De inzet van het Ondersteuningsteam zal in ieder geval ook in 2026 gecontinueerd worden. Het Ondersteuningsteam staat naast ouders en kinderen, brengt met hen de situatie en wensen in kaart en begeleidt de ouders en kinderen bij het zetten van de noodzakelijke vervolgstappen. Daarnaast leveren de gecertificeerde instellingen en de RvdK extra inzet om de getroffen gezinnen te ondersteunen.
Vanuit het programma ‘Preventie met gezag’ wordt structureel geïnvesteerd in preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit. Samen met diverse betrokken partners (waaronder de RvdK, GI's, OM en rechtspraak) wordt ingezet op een brede domeinoverstijgende preventieve aanpak om te voorkomen dat kinderen, jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 8 tot 27 jaar in aanraking komen met criminaliteit of daarin verder doorgroeien.
Gemeenten en hun lokale, regionale en justitiële partners vervullen hierin een sleutelrol. Een onderdeel van het programma Preventie met gezag betreft de versterking van de jeugdstrafrechtketen. Bijzondere aandacht is nodig voor personen met meervoudige problematiek. Zij zijn namelijk oververtegenwoordigd in de strafrechtketen en hebben vaak problemen op meerdere gebieden die elkaar versterken, zoals een licht verstandelijke beperking (LVB), schulden, psychiatrie en verslaving. Door in te zetten op zowel de brede doelgroep met multiproblematiek als op mensen met een LVB, helpt JenV het risico op criminaliteit en recidive te verminderen.
Er zijn ook middelen beschikbaar voor het actualiseren van het naamrecht en in het bijzonder voor de regeling kosteloze naamswijziging voor nazaten van tot slaafgemaakten.
Opdrachten
Taakstraffen/erkende gedragsinterventies
In het kader van het coördineren van taakstraffen zet de Raad voor de Kinderbescherming opdrachten voor erkende gedragsinterventies in de markt uit voor passende interventies bij de betrokken jeugdigen.
Jeugdbescherming en jeugdsancties
De middelen worden ingezet voor diverse projecten en onderzoeken op het terrein van jeugdbeleid, waaronder herstelrecht (mediation) in jeugdstrafzaken.
Daarnaast worden voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van het wetsvoorstel rondom draagmoederschap (zoals een register hiervoor) en ingezet op het waarborgen van de belangen van kinderen en ouders in verschillende gezinsvormen. Die ziet onder andere op het versterken van de toegang tot afstammingsinformatie.
Ook worden middelen ingezet voor de aanpak van complexe scheidingen. Dit ziet op het verspreiden en borgen van ontwikkelde kennis en methodes onder professionals en op lokaal niveau. Ook wordt ingezet op het kindvriendelijker inrichten van juridische procedures bij scheiding en gezag en omgangszaken. Tot slot wordt de aandacht voor veiligheidsrisico’s bij organisaties die een rol spelen bij gezag- en omgangsbeslissingen versterkt.
Mede op basis van aanbevelingen van de Commissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (Kamerstukken II 2023-2024 31839, nr. 1018), wordt verder geïnvesteerd in verbetering van de rechtsbescherming van ouders en kinderen die een traject in de jeugdbescherming doorlopen. Hieronder valt onder meer kosteloze rechtsbijstand, wettelijke verankering van het perspectiefbesluit en jaarlijkse evaluatie van de voogdijmaatregel. In de tweede helft van 2025 wordt het wetsvoorstel voor advies voorgelegd aan de Raad van State, waarna in 2026 de parlementaire behandeling kan plaatsvinden.
Ontvangsten
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 240.372 | 164.316 | 139.125 | 139.701 | 140.551 | 141.390 | 141.390 |
Leges Dienst Justis | 64.707 | 46.346 | 46.020 | 46.299 | 46.300 | 46.300 | 46.300 | |
Verhaal administratiekosten CJIB | 68.420 | 78.811 | 84.603 | 84.900 | 85.749 | 86.588 | 86.588 | |
Overige ontvangsten | 107.245 | 39.159 | 8.502 | 8.502 | 8.502 | 8.502 | 8.502 |
De ontvangsten bestaan voornamelijk uit de door het CJIB ontvangen administratiekostenvergoedingen en ontvangsten van de Dienst Justis uit leges (voornamelijk de leges i.v.m. VOG).

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, zorg te dragen dat Nederland voorbereid is op crises, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.
De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity.23De Minister coördineert de totstandkoming van de rijksbrede analyse op het gebied van nationale veiligheid en de strategische aanpak die daarop volgt. Bij Koninklijk Besluit is vastgelegd dat de Minister doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.24
De Minister is stelselverantwoordelijk voor de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De Minister verstrekt aan de veiligheidsregio’s een bijdrage, de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding, voor hun taken op dat gebied. Ook verstrekt de Minister een bijdrage aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen. De openbare lichamen ontvangen jaarlijks een bijzondere uitkering als bijdrage in de kosten van de organisatie van rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de brandweerzorg op grond van het Kostenbesluit Veiligheidswet BES.
De Minister heeft op basis van onder andere de Politiewet 2012 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. In de komende jaren wordt het stelsel bewaken en beveiligen herzien tot het nieuwe stelsel beveiligen van personen. Met dit nieuwe stelsel krijgt de Minister ook de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van personen die ernstig bedreigd worden vanuit de fenomenen zware, ondermijnende criminaliteit, geradicaliseerde eenlingen, statelijke actoren en terrorisme.25 Het ministerie van JenV heeft middelen overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor deze beveiligingstaken. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.
De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (onder andere crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cybersecurity en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden.26
De belangrijkste beleidswijzigingen in 2026 op het gebied van nationale veiligheid worden hieronder toegelicht.
Maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingenHet kabinet onderkent dat een crisis- en conflictscenario een significant hogere mate van voorbereiding van de maatschappij vraagt. Dit terwijl de overheid er niet altijd direct zal kunnen staan. Dit vraagt een parate, maar vooral veerkrachtige samenleving. Om die reden richten we ons met voorrang op een uitgebreide publiekscampagne en het inrichten van een landelijk stelsel van informatie- en noodsteunpunten voor burgers om zo de zelf- en samenredzaamheid te vergroten. Voor deze laatste maatregelen heeft het kabinet in de Voorjaarsnota vanaf 2027 € 70 mln. beschikbaar gesteld.
De overheid moet beter in staat te zijn om de gevolgen van een crisis- en conflictscenario te beheersen. Daarom wordt de civiel-militaire crisiscoördinatie, besluitvorming en aansturing verbeterd. Ook wordt de toepasbaarheid van het staatsnoodrecht en andere wettelijke grondslagen in het licht van een crisis of conflict onderzocht, worden de mogelijkheden tot het delen van gerubriceerde informatie in de crisisstructuur uitgebreid, en wordt de kennis en instrumenten vergroot om beter sturing te geven aan situaties waarin schaarste zich voordoet. Hierbij wordt eveneens, in navolging van het Hooflijnenakkoord en in lijn met motie van lid Idsinga,27 onderzoek gedaan naar de rol die strategische voorraden in dit vraagstuk kunnen spelen. De uitkomsten van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer uit 2022 worden hierin betrokken.
In nauwe samenhang met het weerbaarheidstraject wordt ook de aanpak statelijke en hybride dreigingen doorontwikkeld, zodat deze voldoende aansluit op de veranderende dreiging. Maatregelen in het licht van de weerbaarheidsopgave leveren immers een belangrijke bijdrage aan de bredere weerbaarheid tegen statelijke en hybride dreigingen en vice versa. Nederland moet zich daarnaast in een dreigings- en conflictscenario actief digitaal kunnen verdedigen en in staat zijn om te interveniëren als de dreiging daarom vraagt. In dreigings- en conflictsituatie moet Nederland zich digitaal kunnen verdedigen en interveniëren. Hiertoe is in 2025 een onderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan wordt in 2026 bezien hoe actieve cyberverdedigingsmaatregelen binnen de Nederlandse context kunnen worden vormgegeven.
Implementatie Cyberbeveiligingswet (Cbw) en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke)We implementeren in 2026 twee Europese richtlijnen die o.a. bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid van de vitale infrastructuur: de herziening van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (de NIS2-richtlijn) en de richtlijn veerkrachtige entiteiten (de CER-richtlijn). Als beleidsverantwoordelijk departement coördineert JenV de implementatie van deze richtlijn in twee wetsvoorstellen: de Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke). Naast een Europese verplichting ook onderdeel van de in 2023 aangekondigde versterkte aanpak vitaal en de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022 ‒ 2028 (NLCS). Concreet betekent dit voor 2026 onder andere:
– Inzetten op informatieproducten en communicatie over de wettelijke verplichtingen met als doel organisaties die onder de wet vallen, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, te ondersteunen bij het voldoen aan de eisen uit beide wetten.
– Ondersteunen van vakdepartementen met hun wettelijke taken die voortvloeien uit beide wetten.
– Informatievoorziening vanuit het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) over hoe entiteiten kunnen aansluiten op de nationale en sectorale Csirt en registratie van entiteiten bij het NCSC.
Implementatie stelsel beveiligen van personenDe afgelopen jaren is hard gewerkt aan het vernieuwen van het stelsel bewaken en beveiligen tot het stelsel beveiligen van personen om ernstig bedreigde personen goed te kunnen beveiligen. Binnen het stelsel krijgt de NCTV de rol in de uitvoering van het gezag en de dreigingsanalyses. Een substantieel deel van de NCTV zal zich met deze taak bezig houden. In 2025 zijn de beleidsmatige kaders voor het nieuwe stelsel gereed gemaakt en in 2026 ronden we de wettelijke verankering en gefaseerde implementatie af. Dan is onder andere ook de Dreigingsanalysefunctie ingericht en zijn de versterkingstrajecten bij politie en Defensie grotendeels geëffectueerd. De beoogde effecten zijn dat met het neerzetten van de fundamenten in het nieuwe stelsel het werk efficiënter en effectiever kan worden vormgegeven, zodat de operationele druk op dit domein verlicht kan worden.
ContraterrorismeAanpak (online) extremisme en terrorisme bij jongere doelgroepIn het licht van de aanhoudende problematiek van (gewelddadig) extremisme en terrorisme in het online domein gaat specifieke aandacht uit naar jongeren en wordt er verder ingezet op de Versterkte Aanpak Online. Komend jaar wordt ingezet op het realiseren van pilot(s) in samenwerking met enkele online platforms, het vergroten van de digitale weerbaarheid van jongeren en ook de verdere opschaling van samenwerking met de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM). Hiervoor is een budget van 200.000 euro gereserveerd. Naast het online domein wordt ook ingezet op het door ontwikkelen van de (lokale) aanpak met betrekking tot vroegsignalering van radicaliserende jongeren. Er wordt geïnvesteerd in effectieve interventies voor deze doelgroep. Verder is er specifieke aandacht voor de aansluiting van de zorgketen om zicht te verkrijgen op eventueel achterliggende psychosociale-problematiek en om de problematiek vanuit de forensische psychiatrie beter te kunnen duiden.
Implementatie wetsvoorstellen terrorismebestrijdingTerrorisme en gewelddadig extremisme vormen een structurele bedreiging voor de democratische rechtsorde en de nationale veiligheid. In 2026 ligt de beleidsmatige focus op het versterken van het juridisch instrumentarium ter bestrijding van terroristische misdrijven. Daartoe wordt ingezet op de nadere uitwerking van wetgeving die het openlijk steunen van terroristische organisaties en het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar stelt, met een passend hoog strafmaximum. Dit wetsvoorstel is voor de zomer van 2025 ter consultatie gelegd.
(Coördineren) aanpak terrorismeveroordeelden die vrijkomen uit detentie met een verhoogd dreigingsprofiel.Omdat de dreiging die uitgaat van terrorismeveroordeelden die vanaf 2025 vrijkomen uit detentie hoger is dan tot op heden en bij illegaal verblijf in Nederland zij uit beeld van onze instanties en diensten kunnen raken, zal ook in 2026 de NCTV bij deze casuïstiek een intensieve coördinerende rol blijven vervullen. Deze casuïstiek vraagt om het informeren van, en goede afstemming met de partners in de veiligheids- en migratieketen. Binnen dit proces behoudt elke partner zijn of haar eigen rol en verantwoordelijkheid, maar de centrale coördinatie is belegd bij de NCTV. Wanneer er voor specifieke taken geen verantwoordelijke partner is, kan de NCTV escaleren of bezien of de taken zelf uitgevoerd moeten worden, wanneer de situatie daarom vraagt.
Versterken crisisbeheersing en brandweerzorgInwerkingtreden Wet crisisbeheersing en brandweerzorgIn 2026 treedt de Wet crisisbeheersing en brandweerzorg in werking (eerste tranche wijziging van de Wet veiligheidsregio’s en de Veiligheidswet BES). In lijn met de adviezen van de evaluatiecommissie Wvr is de nationale crisisstructuur wettelijk verankerd en richt de wet zich op het verder versterken van de bovenregionale en landelijke crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg.
Landelijke agenda crisisbeheersingIn het kader van de Landelijke Agenda Crisisbeheersing intensiveert het kabinet de inzet op het versneld versterken van de voorbereiding en paraatheid en van de weerbaarheid van de samenleving waar het de crisisbeheersing betreft. In 2026 worden verschillende landelijke crisisplannen ontwikkeld en geactualiseerd. De samenwerking van Rijk en veiligheidsregio’s ten aanzien van informatievoorziening en operationele coördinatie wordt verder versterkt met de verdere ontwikkeling van het Knooppunt Coördinatie Regio’s Rijk (KCR2).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 408.694 | 512.265 | 526.740 | 564.931 | 570.952 | 575.489 | 578.189 |
Uitgaven | 371.002 | 522.667 | 533.843 | 565.379 | 571.321 | 575.489 | 578.189 | |
36.2 | Nationale veiligheid en terrorismebestrijding | 354.687 | 505.387 | 516.171 | 547.817 | 553.767 | 557.938 | 560.638 |
Bijdrage aan agentschappen | 2.153 | 2.350 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | |
Overige Bijdrage aan agentschappen | 2.153 | 2.350 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | 2.407 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 49.240 | 63.486 | 58.757 | 59.452 | 59.336 | 58.929 | 58.629 | |
Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) | 49.240 | 63.486 | 58.757 | 59.452 | 59.336 | 58.929 | 58.629 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 266.027 | 403.119 | 386.043 | 410.636 | 413.513 | 416.719 | 419.719 | |
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding | 252.847 | 276.996 | 259.697 | 259.643 | 259.636 | 259.637 | 259.637 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 13.180 | 126.123 | 126.346 | 150.993 | 153.877 | 157.082 | 160.082 | |
Subsidies (regelingen) | 9.234 | 8.176 | 6.373 | 4.568 | 4.228 | 4.092 | 4.092 | |
Nederlands Rode Kruis | 1.606 | 4.226 | 2.890 | 1.399 | 1.295 | 1.253 | 1.253 | |
Korpora | 635 | 654 | 652 | 575 | 532 | 514 | 514 | |
Overige Subsidies | 6.993 | 3.296 | 2.831 | 2.594 | 2.401 | 2.325 | 2.325 | |
Opdrachten | 28.033 | 28.256 | 62.591 | 70.754 | 74.283 | 75.791 | 75.791 | |
Crisiscommunicatie | 5.244 | 4.448 | 5.046 | 5.276 | 5.338 | 5.401 | 5.401 | |
NCSC | 11.952 | 5.381 | 50.137 | 58.072 | 61.357 | 62.595 | 62.595 | |
Covid-19 | 152 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Regeling tegemoetkoming schade 2021 | 4.661 | 11.059 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Opdrachten | 6.024 | 7.368 | 7.408 | 7.406 | 7.588 | 7.795 | 7.795 | |
36.3 | Onderzoeksraad Voor Veiligheid | 16.315 | 17.280 | 17.672 | 17.562 | 17.554 | 17.551 | 17.551 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 16.315 | 17.280 | 17.672 | 17.562 | 17.554 | 17.551 | 17.551 | |
Onderzoeksraad Voor Veiligheid | 16.315 | 17.280 | 17.672 | 17.562 | 17.554 | 17.551 | 17.551 | |
Ontvangsten | 35.216 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
|---|---|
Juridisch verplicht | 65% |
bestuurlijk gebonden | 34% |
beleidsmatig gereserveerd | 1% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
Het juridisch verplichte deel heeft voornamelijk betrekking op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet veiligheidsregio’s (BDuR) en het Besluit Rijksbijdrage NIPV alsmede op een doorlopende subsidieregeling. Het bestuurlijk gebonden gedeelte heeft met name betrekking op de bijdragen medeoverheden in het kader van de nationale veiligheid en terrorismebestrijding
36.2 Nationale veiligheid en terrorismebestrijding
Bijdragen aan agentschappen
Overige Bijdragen
De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) en van artikel 55 van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr; kosten rampbestrijding en bijdrage in bijstandskosten). Het op dit instrument begrote bedrag betreft met name de kosten die voor RVO voortvloeien uit het paraat houden van de organisatie voor uitvoering van de Wts en Wvr en het in voorkomend geval afhandelen van aanvragen.
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)
Het NIPV (voorheen genaamd: Instituut Fysieke Veiligheid) verricht taken op het terrein van brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing. Die taken betreffen onder meer het brandweeronderwijs (opleiden, trainen en oefenen), het ontwikkelen van lesstof, de uitvoering en organisatie van examens alsmede de verwerving en het beheer van (rampenbestrijdings-) materieel. Andere taken zijn het verzamelen en beheren van relevante kennis en het doen van onderzoek. Het NIPV ontvangt voor deze wettelijke taken op grond van artikel 2 van het Besluit rijksbijdragen NIPV een lumpsumbijdrage.
Los van de bijdragen van JenV voor wettelijke taken en de incidentele bijdragen, verricht het NIPV in opdracht van de veiligheidsregio’s gemeenschappelijke werkzaamheden en, op commerciële basis, werkzaamheden voor derden, zoals bedrijven, ministeries en gemeenten (ook wel aangeduid als wettelijk toegestane werkzaamheden).
Bijdragen aan medeoverheden
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)
De BDuR is een bijdrage die wordt verleend aan de 25 veiligheidsregio’s voor de uitvoering van wettelijke taken. De bijdrage kan onder voorwaarden worden verleend. De wettelijke taken betreffen onder andere de volgende hoofdtaken (zie ook artikel 10 van de Wet Veiligheidsregio’s):
– de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing;
– het instellen en in stand houden van de brandweer en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen.
Naast deze rijksbijdrage, die ongeveer 15 procent van de inkomsten van de veiligheidsregio’s behelst, ontvangen de veiligheidsregio’s een bijdrage van de gemeenten. De verdeling van de BDuR over de veiligheidsregio’s in een vast en een variabel deel vindt plaats conform het verdeelsysteem dat te vinden is in bijlage 2 van het Besluit veiligheidsregio’s. In overeenstemming met artikel 8.1 van het Besluit veiligheidsregio’s worden de bijdragen bekend gemaakt in een brief die wordt verstuurd aan de veiligheidsregio’s. Conform het hoofdlijnenakkoord zijn de budgettaire kaders vanaf 2026 aangepast.
Overig Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding
De bijdragen met betrekking tot de gemeentelijke aanpak contraterrorisme in het kader van de versterking van de veiligheidsketen worden jaarlijks op dit instrument verantwoord. Ook de middelen met betrekking tot de verdere inrichting van de eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL) worden op dit instrument verantwoord.
Het stelsel Bewaken en Beveiligen is een belangrijk instrument in het beschermen van de democratische rechtsstaat en in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. De komende jaren wordt het stelsel vernieuwd. Het stelsel moet eenduidiger, meer gericht op dreigingen en transparanter worden. Voor het versterken van de capaciteit en de vernieuwing van het stelsel zijn extra middelen beschikbaar gesteld.
Subsidies
Nederlands Rode Kruis
Jaarlijks ontvangt het Nederlandse Rode Kruis een subsidie van JenV ten behoeve van de uitvoering van haar wettelijke taak door ondersteuning van de grootschalige geneeskundige hulpverlening en het opsporen van familieleden met wie het contact is verloren als gevolg van een situatie waarin humanitaire actie vereist is (restring family links). Deze subsidie wordt toegekend op grond van artikel 8 van het Besluit Rode Kruis.
Stichting Korpora
Stichting Korpora (voorheen het Nationaal Veiligheidsinstituut (NVI)) concentreert zich op het beheer van het cultureel erfgoed betreffende politie, brandweer en crisisbeheersing. Het exposeren van dat erfgoed vindt plaats in overleg met betrokken partijen in genoemde sectoren. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding
Onder dit instrument vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Het gaat om incidentele subsidies die worden verstrekt op grond van de Kaderwet overige JenV-subsidies.
Opdrachten
Crisiscommunicatie
NL-Alert is het landelijk alarmeringssysteem voor het alarmeren en informeren van de bevolking bij rampen, crises en andere ernstige incidenten. De veiligheidsregio's alarmeren en informeren met dit systeem mensen over een acute crisis per mobiele telefoon (cell broadcast), apps, digitale vertrekborden en reclamezuilen, en andere kanalen. Hierbij kunnen aan burgers handelingsperspectieven worden meegegeven. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor bekostiging van het beheer en de doorontwikkeling van NL-Alert.
Onder «Crisiscommunicatie» valt tevens de bekostiging van het beheer en de doorontwikkeling van de Noodcommunicatievoorziening (NCV), waarvoor het Ministerie van Justitie en Veiligheid eveneens verantwoordelijk is. De NCV is een telecommunicatienetwerk dat specifiek bedoeld is voor gebruik door belangrijke overheidspartijen, private en maatschappelijke partijen tijdens een ramp of crisis als internet en/of het reguliere openbare (mobiele) telecommunicatienetwerk overbelast raakt of uitvalt. Daarnaast wordt een verkenning naar de toekomstige inrichting van noodcommunicatie bekostigd van waaruit implementatie van een nieuw noodcommunicatiesysteem volgt.
Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)
Het NCSC heeft krachtens de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) diverse taken ter voorkoming of beperking van de uitval van de beschikbaarheid of het verlies van integriteit van de systemen van rijksoverheidsorganisaties en vitale aanbieders en ter verdere versterking van de digitale weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Is er sprake van een dreiging of een incident in netwerk- en informatiesystemen van vitale aanbieders of onderdelen van de rijksoverheid, dan is het NCSC het aangewezen Computer Security Incident Response Team (CSIRT), dat bijstand biedt tegen deze dreigingen of incidenten. Het NCSC heeft tevens tot taak vitale aanbieders en de rijksoverheid te informeren en te adviseren, en ten behoeve daarvan analyses te verrichten en technisch onderzoek te doen. Daarnaast informeert het NCSC bepaalde andere organisaties (bij ministeriële regeling aangewezen computercrisisteams, etc.) over voor hen relevante dreigingen en incidenten, voor zover deze informatie is verkregen in het kader van de taakuitoefening ten behoeve van Rijk en vitaal. Het NCSC is eveneens het nationaal centraal contactpunt met een operationeel coördinerende rol binnen de nationale crisisstructuur in geval van een ernstig ICT-incident of een ICT-crisis.
Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021
Het kabinet staat de door de overstromingen getroffen inwoners, bedrijven en overheden in Limburg en Noord-Brabant bij door onder meer inzet van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Om gedupeerden tegemoet te komen bij schade die niet redelijkerwijs verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is, is onder de Wts de Regeling tegemoetkoming schade 2021 opgesteld. Daarnaast is de Beleidsregel coulance wateroverlast in juli 2021 opgesteld om particuliere gedupeerden die zich hadden kunnen verzekeren maar dat niet hebben gedaan, tegemoet te kunnen komen.
De afhandeling van de schade als gevolg van de wateroverlast in juli 2021 kent uitloop naar latere jaren. RVO zet zich in voor een snelle en zorgvuldige afhandeling maar vanwege niet door RVO beïnvloedbare factoren vergt de afhandeling meer tijd dan voorzien.
Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding
Onder dit instrument vallen de opdrachten die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken, naast de begroting voor bewaken en beveiligen.De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het vernieuwen van het stelsel bewaken en beveiligen tot het stelsel beveiligen van personen. Het doel blijft hetzelfde: om ernstig bedreigde personen goed te kunnen beveiligen. Binnen het stelsel krijgt de NCTV de rol van het gezag in de uitvoering en voor de dreigingsanalyses. In 2025 zijn de beleidsmatige kaders voor het nieuwe stelsel gereed gemaakt en in 2026 ronden we de wettelijke verankering en gefaseerde implementatie af. Dan is onder andere ook de Dreigingsanalysefunctie ingericht en zijn de versterkingstrajecten bij politie en Defensie grotendeels geëffectueerd. De beoogde effecten zijn dat met het neerzetten van de fundamenten in het nieuwe stelsel het werk efficiënter en effectiever kan worden vormgegeven, zodat de operationele druk op dit domein verlicht kan worden.In onderstaande tabel is de meerjarige begroting van het stelsel bewaken en beveiligen opgenomen en daarbij aangegeven welke bedragen van de begroting zijn overgeboekt naar de ketenpartners. Van het restantbudget zullen bij voorjaarsnota 2026 bedragen naar de ketenpartners worden overgeboekt op basis van goedgekeurde bestedingsplannen.
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
|---|---|---|---|---|---|---|
Meerjarige begroting | 311.560 | 307.818 | 302.811 | 302.811 | 302.811 | 302.811 |
Overgeboekt naar Politie | ‒ 157.085 | ‒ 160.826 | ‒ 161.488 | ‒ 158.236 | ‒ 158.236 | ‒ 158.236 |
Overgeboekt naar Defensie/KMar | ‒ 73.630 | ‒ 80.100 | ‒ 80.100 | ‒ 80.100 | ‒ 80.100 | ‒ 80.100 |
Overgeboekt naar OM | ‒ 877 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overgeboekt naar BZK | ‒ 6.361 | ‒ 6.361 | ‒ 6.361 | ‒ 6.361 | ‒ 6.361 | ‒ 6.361 |
Overgeboekt naar NCTV | ‒ 15.737 | ‒ 13.342 | ‒ 13.341 | ‒ 13.341 | ‒ 13.341 | ‒ 13.341 |
Overgeboekt naar Inspectie J&V | ‒ 277 | ‒ 468 | ‒ 468 | ‒ 468 | ‒ 468 | ‒ 468 |
Restant begroting | 57.593 | 46.721 | 40.952 | 44.305 | 44.305 | 44.305 |
36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s
Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
De OVV verricht op grond van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid onafhankelijk onderzoek en stelt op basis daarvan aanbevelingen op voor het structureel vergroten van de veiligheid. De OVV besluit op eigen gezag en in volledige onafhankelijkheid tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daarvan. Uitzonderingen hierop zijn de bij wet of internationaal voorgeschreven onderzoeken die door de OVV worden verricht (waaronder op het terrein van lucht- en scheepvaart).
Met de introductie van een nieuw begrotingshoofdstuk in de rijksbegroting voor Asiel en Migratie (XX) worden de middelen op het gebied van de toegang, toelating en opvang vreemdelingen alsmede de middelen op het gebied van terugkeer vanaf 2025 niet meer verantwoord op het begrotingshoofdstuk van Justitie en Veiligheid (VI).
Hiervoor wordt verwezen naar de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Asiel en Migratie (XX).
Hiervoor wordt verwezen naar de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Asiel en Migratie (XX).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 8.220.175 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 8.164.981 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
37.2 | Toegang, toelating en opvang vreemdelingen | 8.132.514 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 889.951 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
IND | 805.163 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
DJI - Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra | 84.788 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 4.267.806 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
COA | 3.932.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
NIDOS - opvang | 335.637 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 2.683.113 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Programma Oekraïense Ontheemden | 2.639.400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Samenwerkingsverbanden asielketen | 2.863 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Bijdrage aan medeoverheden | 40.850 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies (regelingen) | 60.423 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vluchtingenwerk Nederland | 20.804 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Programma Oekraïense Ontheemden | 23.405 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) | 2.506 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Subsidies | 13.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 231.221 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma Ketenvoorzieningen | 9.456 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking vreemdelingenketen | 23.499 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Programma Oekraïense Ontheemden | 198.221 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Samenwerkingsverbanden asielketen | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
37.3 | Terugkeer en bewaring vreemdelingen | 32.467 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 9.836 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
DJI - Dienst vervoer en ondersteuning | 9.836 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies (regelingen) | 10.486 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
REAN-regeling | 6.545 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige Subsidies | 3.941 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 12.145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vreemdelingen vertrek | 12.145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 231.560 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Iedereen doet mee, het liefst via betaald werk. Dat is het maatschappelijk doel van de Wet inburgering (2021). De overheid faciliteert daarbij dat nieuwkomers snel de Nederlandse taal machtig zijn op het hoogst haalbare niveau en kennis hebben van de Nederlandse samenleving, normen en waarden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering voor zover deze voor 2 juli 2024 was opgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De taken van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) worden dienovereenkomstig gewijzigd, hetgeen inhoudt dat enkel voor het jaar 2025 de minister van JenV wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering.
Hiervoor wordt verwezen naar de ontwerpbegroting 2026 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 0 | 525.824 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 526.824 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
38.2 | Inburgering | 0 | 526.824 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 29.264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
DUO | 0 | 29.264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 59.628 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
COA | 0 | 59.628 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 382.497 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Maatschappelijke begeleiding | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inburgeringsvoorziening | 0 | 367.016 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onderwijsroute | 0 | 15.479 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies (regelingen) | 0 | 15.365 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vroege integratie | 0 | 12.896 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige | 0 | 2.469 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 0 | 11.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inburgering en integratie | 0 | 11.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | 0 | 29.012 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
DUO | 0 | 29.012 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 72.212 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
38.2 Inburgering
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering voor zover deze voor 2 juli 2024 was opgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De taken van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) worden dienovereenkomstig gewijzigd, hetgeen inhoudt dat enkel voor het jaar 2025 de minister van JenV wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering.

Op dit artikel worden de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement van Justitie en Veiligheid weergegeven. Het betreft hier de verplichtingen en uitgaven voor zowel personeel (waaronder ambtelijk personeel en inhuur externen) als materieel (waaronder ICT-uitgaven en SSO’s).
A. Budgettaire gevolgen
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 714.501 | 567.319 | 519.233 | 513.575 | 497.766 | 492.549 | 479.111 |
Uitgaven | 718.618 | 569.581 | 521.608 | 516.068 | 500.384 | 480.647 | 479.111 | |
91.1 | Apparaatsuitgaven kerndepartement | 718.618 | 569.581 | 521.608 | 516.068 | 500.384 | 480.647 | 479.111 |
Personele uitgaven | 523.856 | 375.390 | 325.336 | 319.614 | 303.322 | 291.870 | 290.334 | |
Eigen personeel | 421.852 | 327.812 | 311.846 | 299.584 | 284.174 | 273.152 | 271.616 | |
Externe inhuur | 101.604 | 46.809 | 12.621 | 19.162 | 18.280 | 17.850 | 17.850 | |
Overig personeel | 400 | 769 | 869 | 868 | 868 | 868 | 868 | |
Materiële uitgaven | 194.762 | 194.191 | 196.272 | 196.454 | 197.062 | 188.777 | 188.777 | |
ICT | 42.780 | 38.450 | 40.476 | 37.397 | 38.030 | 30.893 | 30.893 | |
SSO's | 105.918 | 98.156 | 105.227 | 105.157 | 105.134 | 105.086 | 104.946 | |
Overig materieel | 46.064 | 57.585 | 50.569 | 53.900 | 53.898 | 52.798 | 52.938 | |
Ontvangsten | 15.802 | 10.285 | 10.506 | 10.506 | 10.506 | 10.506 | 10.506 | |
Toelichting op de financiële instrumenten
De lagere uitgaven in het jaar 2025 ten opzichte van het jaar 2024 en verder wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Met ingang van de begroting 2025 heeft het onderdeel Asiel en Migratie een eigen begrotingshoofdstuk (XX). Het budget apparaatsuitgaven Asiel en Migratie stond nog op de begroting van Justitie en Veiligheid en is bij de eerste suppletoire begroting 2025 meerjarig overgeboekt naar de begroting van Asiel en Migratie. Het betreft € 121 mln. in 2025; € 112 mln. in 2026; € 104 mln. in 2027 en 2028 en vanaf 2029 € 103 mln.
– De NCTV verstrekt € 45,5 mln. aan het NCSC voor het uitvoeren van diverse taken ter voorkoming of beperking van de uitval van de beschikbaarheid of het verlies van integriteit van de systemen van rijksoverheidsorganisaties en vitale aanbieders en ter verdere versterking van de digitale weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Dit krachtens de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen.
– De apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord stond bij de ontwerpbegroting volledig geparkeerd op artikel 91. Deze is nu bij de 1e suppletoire begroting deels doorverdeeld naar de betreffende uitvoeringsorganisaties, waarvan het budget op een ander artikel staat. Dit betreft € 23,6 mln. in 2026; € 35,3 mln. in 2027; € 47,1 mln. in 2028 oplopend naar € 51,8 mln. vanaf 2029.
– Voor het Justicelink project heeft een aanpassing plaats gevonden in de planning van fase 0 o.a. door een latere start. Als gevolg hiervan schuiven de planning en begroting van de overige fasen op. Dit heeft gevolgen voor het kasritme. Hiervoor wordt circa € 7 mln. doorgeschoven naar 2028.
– Via de eindejaarsmarge worden de gelden, ad € 8,6 mln., voor Justicelink die bestemd zijn voor NFI overgeheveld naar 2025.
– Een bijdrage van € 5,4 mln. aan het ministerie van Financiën ten behoeve van de inkoopcategorie Vakkennis & Persoonlijke Ontwikkeling (V&PO) die rijksbrede overeenkomsten afsluit met als doel het ontsluiten van relevante vakkennis en informatie die overheidsfunctionarissen nodig hebben om hun publieke taak goed te kunnen uitvoeren.
– In het kader van het programma informatiebeveiliging 2.0 wordt totaal € 5,5 mln. overgeheveld naar de taakorganisaties.
– Een meerjarige neerwaartse ramingsbijstelling op het HGIS-budget Europol en Eurojust van € 6,3 mln.
– De toekenning loon -en prijsbijstelling tranche 2025-2030 ad € 9,3 mln. in 2025, € 20,6 mln. in 2026, € 20,4 mln. in 2027, € 19,8 mln. in 2028 € 19,8 mln. En vanaf 2029 structureel € 19,7 mln.
– Voor de meerkosten van het oprichten van een nieuw ministerie worden stuctureel middelen beschikbaar gesteld vanuit de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie, op het onderdeel eigen personeel. Het betreft € 2,5 mln. structureel vanaf 2025.
– Vanuit de begroting van Asiel en Migratie worden middelen overgeboekt naar JenV voor de kosten in verband met het Migratiepact, de Asielnoodmaatregelenwet en het tweestatusstelsel. Het betreft in 2025 € 0,2 mln., in 2026 € 1,1 mln.
– De invulling van het amendement van Tweede Kamerlid Bontenbal gebeurt door middel van een apparaatstaakstelling. Het betreft structureel een bedrag van € 2,8 mln. vanaf 2027.
– Een overboeking van NCTV van programmakosten naar apparaatsuitgaven voor het O&F rapport bewaking en beveiliging. Betreft € 6,9 mln. in 2025 en vanaf 2026 structureel € 8,9 mln.
– Voor de voorbereiding en uitvoering van sectorale CSIRT-taken zijn er middelen gereserveerd door IenW (€ 3,4 mln.), EZ (€ 4,3 mln.), BZK (€ 0,6 mln.) en LVVN (0,9 mnl.). Deze middelen, ad € 9,2 mln. voor 2025, worden overgeboekt naar de begroting van JenV voor utvoering van de sectorale CSIRT-taken.
– Vanuit het budget weerbaarheid worden middelen beschikbaar gesteld voor de publiekscampagne die door de NCTV wordt uitgevoerd. Het gaat om € 5 mln. in 2027 en 2028, € 3,5 mln. in 2029 en € 2 mln. in 2030. Daarnaast worden vanuit de JenV-begroting extra middelen beschikbaar gesteld voor aanvullende inzet op de publiekscampagne en communicatie naar burgers door de NCTV in 2025, ter hoogte van € 5 mln.
– Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.
B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten
De Minister van JenV is verantwoordelijk voor zeven agentschappen. In de onderstaande tabel zijn de totale apparaatskosten van deze agentschappen weergegeven. Deze worden verder uitgesplitst en toegelicht in de agentschapsparagraaf. Onderstaande tabel geeft ook de totale apparaatsuitgaven voor het kerndepartement en de grote uitvoeringsorganisaties weer. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de apparaatsuitgaven van de ZBO’s en RWT’s. Alle begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s zijn in het overzicht opgenomen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 3.262.826 | 3.253.940 | 3.180.720 | 3.165.456 | 3.121.415 | 3.090.798 | 3.076.026 |
Kerndepartement | 718.618 | 569.581 | 521.608 | 516.068 | 500.384 | 480.647 | 479.111 |
Openbaar Ministerie | 868.909 | 921.994 | 902.757 | 885.015 | 862.012 | 861.433 | 861.433 |
Raad voor de rechtspraak | 1.380.119 | 1.456.074 | 1.452.427 | 1.466.031 | 1.466.430 | 1.455.762 | 1.442.526 |
Raad voor de Kinderbescherming | 253.302 | 262.608 | 263.582 | 258.232 | 252.764 | 253.150 | 253.150 |
Hoge Raad | 41.878 | 43.683 | 40.346 | 40.110 | 39.825 | 39.806 | 39.806 |
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 2.973.946 | 2.337.784 | 2.525.528 | 2.540.532 | 2.538.925 | 2.542.250 | 2.555.985 |
Dienst Justitiële Inrichtingen | 1.853.522 | 1.948.601 | 2.093.319 | 2.102.303 | 2.124.174 | 2.131.816 | 2.145.821 |
Immigratie en Naturalisatiedienst | 740.458 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Centraal Justitieel Incasso Bureau | 226.289 | 228.216 | 258.107 | 264.085 | 241.559 | 237.317 | 237.047 |
Nederlands Forensisch Instituut | 90.751 | 93.499 | 101.729 | 101.771 | 100.819 | 100.744 | 100.744 |
Dienst Justis | 62.926 | 67.468 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 |
Justitiële Informatiedienst | 0 | 92.471 | 92.214 | 91.727 | 91.837 | 91.928 | 91.928 |
Justitiële ICT organisatie | 0 | 171.164 | 202.873 | 202.873 | 202.873 | 202.873 | 202.873 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's1 | 9.672.788 | 9.263.401 | 9.112.073 | 9.087.585 | 9.047.388 | 9.042.462 | 9.036.957 |
Nationale Politie | 8.014.578 | 8.567.640 | 8.480.305 | 8.458.622 | 8.419.402 | 8.417.782 | 8.413.614 |
Politieacademie | 3.232 | 4.234 | 3.666 | 3.664 | 3.663 | 3.662 | 3.662 |
Raad voor Rechtsbijstand | 32.152 | 34.583 | 36.808 | 36.789 | 36.776 | 36.771 | 36.771 |
Bureau Financieel Toezicht | 10.512 | 10.594 | 10.896 | 10.827 | 10.823 | 10.822 | 10.822 |
Autoriteit Persoonsgegevens | 45.538 | 55.892 | 53.519 | 53.056 | 53.037 | 51.993 | 50.956 |
College voor de Rechten van de Mens | 11.921 | 13.096 | 12.337 | 11.345 | 11.018 | 10.910 | 10.910 |
College van toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten | 1.534 | 1.834 | 1.814 | 1.813 | 1.812 | 1.812 | 1.812 |
College Gerechtelijk Deskundigen | 2.338 | 2.408 | 2.347 | 2.325 | 2.322 | 2.320 | 2.320 |
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak | 6.199 | 5.927 | 5.923 | 5.918 | 5.916 | 5.915 | 5.915 |
Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) | 5.455 | 8.011 | 7.118 | 7.076 | 7.076 | 7.076 | 7.076 |
Raad voor de rechtshandhaving | 317 | 539 | 539 | 539 | 539 | 539 | 539 |
Reclasseringsorganisaties (cluster): | |||||||
* Reclassering Nederland | 188.426 | 197.512 | 193.164 | 190.096 | 189.761 | 190.090 | 190.090 |
* Leger des Heils | 27.881 | 29.568 | 30.034 | 29.809 | 29.357 | 29.381 | 29.381 |
* Stichting Verslavingsreclassering GGZ | 89.248 | 95.582 | 99.679 | 99.023 | 98.610 | 96.674 | 96.674 |
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven | 14.744 | 14.288 | 13.189 | 12.971 | 12.885 | 12.851 | 12.851 |
Slachtofferhulp Nederland | 58.012 | 63.175 | 65.915 | 68.094 | 68.735 | 68.726 | 68.726 |
LBIO | 3.708 | 4.242 | 4.240 | 4.215 | 4.213 | 4.086 | 4.086 |
Halt | 13.608 | 13.882 | 14.151 | 14.389 | 14.553 | 14.572 | 14.572 |
Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) | 49.240 | 63.486 | 58.757 | 59.452 | 59.336 | 58.929 | 58.629 |
Onderzoeksraad voor Veiligheid | 16.315 | 17.280 | 17.672 | 17.562 | 17.554 | 17.551 | 17.551 |
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) (inburgering) | 0 | 59.628 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) (Asiel en Migratie) [1] | 1.061.030 | ||||||
Stichting Nidos [1] | 16.800 | ||||||
Gerechtsdeurwaarders (cluster) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Notarissen (cluster) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Kansspelautoriteit (Ksa) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Het Keurmerkinstituut BV | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Het COA en stichting Nidos zijn de enige ZBO’s waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in programma- en apparaatskosten
C. Apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal
Onderstaand worden de apparaatsuitgaven van het kerndepartement in tabelvorm waar mogelijk onderverdeeld naar Directoraat Generaal.
organisatieonderdeel | bedrag |
|---|---|
DG Politie en Veiligheidsregio´s | 21.197 |
DG ondermijning | 9.564 |
DG Rechtspleging en Rechtshandhaving | 60.037 |
DG Straffen en Beschermen | 41.669 |
NCTV | 75.561 |
Inspectie JenV | 16.248 |
SG en HDBV cluster | 297.332 |
Totaal Apparaat | 521.608 |
Inspectie JenV
Op artikel 91 worden ook de uitgaven voor de Inspectie JenV verantwoord.
Het werkprogramma wordt separaat aan het parlement aangeboden. De Inspectie JenV kent onder gezag van de Inspecteur-Generaal, de volgende indeling in toezichtgebieden en een beheerdirectie:
– Directie Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH);
– Directie Politie, Security en Crisisbeheersing (PSenC);
– Directie Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering (SKenB).
Met deze indeling wordt een substantieel deel van de taakuitvoering door JenV-uitvoeringsorganisaties gedekt met toezicht om zo de kwaliteit van de taakuitvoering en de naleving van regels en normen inzichtelijk te maken. Met haar toezicht kijkt de Inspectie JenV periodiek naar het functioneren van organisaties en de ketens en netwerken waarin zij samenwerken. Zo ontstaat een breed en evenwichtig inzicht in de (uit)werking van de maatschappelijke opgaven van JenV: een weerbare samenleving, bescherming en perspectief waaronder een rechtvaardig migratiebeleid en een veilige samenleving. De Inspectie benoemt daarbij leerpunten, formuleert aanbevelingen en signaleert kansen en risico’s.
De grondslag voor het in de begroting opnemen van het niet-beleidsartikel «Nog onverdeeld» staat in artikel 2, lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW). Dit niet-beleidsartikel wordt uitsluitend gebruikt voor het tijdelijk «parkeren» van nog te verdelen loon- en prijsbijstellingen, andere nog te verdelen middelen en nog te verdelen taakstellingen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 0 | 28.411 | 38.148 | 111.656 | 87.567 | 88.855 | 84.456 |
Uitgaven | 0 | 28.411 | 50.469 | 111.656 | 87.567 | 88.855 | 84.456 | |
92.1 | Nog onverdeeld | 0 | 28.411 | 50.469 | 111.656 | 87.567 | 88.855 | 84.456 |
Nog te verdelen | 0 | 28.411 | 50.469 | 111.656 | 87.567 | 88.855 | 84.456 | |
Nog onverdeeld | 0 | 28.411 | 50.469 | 111.656 | 87.567 | 88.855 | 84.456 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven
Op artikel 92 staan diverse bedragen die op een later moment worden toebedeeld aan de beleidsartikelen.
De grondslag voor het in de begroting opnemen van geheime uitgaven staat in artikel 2, lid 8 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 4.362 | 3.609 | 3.609 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | 3.608 |
Uitgaven | 4.362 | 3.609 | 3.609 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | |
93.1 | Geheim | 4.362 | 3.609 | 3.609 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | 3.608 |
Geheim | 4.362 | 3.609 | 3.609 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | |
Geheim | 4.362 | 3.609 | 3.609 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | 3.608 | |
Ontvangsten | 125 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk bestaan op te bouwen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 175.342 | 154.000 | 154.000 | 154.000 | 154.000 | 154.000 |
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 3.306.573 | 3.597.135 | 3.692.132 | 3.766.309 | 3.796.709 | 3.715.677 |
waarvan bijdrage capaciteit | 3.217.385 | 3.512.084 | 3.567.800 | 3.562.296 | 3.589.417 | 3.609.727 |
waarvan overige bijdrage | 89.188 | 85.051 | 124.332 | 204.013 | 207.292 | 105.950 |
Rentebaten | 15.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 3.496.915 | 3.763.135 | 3.858.132 | 3.932.309 | 3.962.709 | 3.881.677 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 1.948.601 | 2.093.319 | 2.102.303 | 2.124.174 | 2.131.816 | 2.145.821 |
- Personele kosten | 1.686.081 | 1.801.319 | 1.810.303 | 1.832.174 | 1.839.816 | 1.853.821 |
waarvan eigen personeel | 1.431.081 | 1.659.319 | 1.668.303 | 1.690.174 | 1.697.816 | 1.711.821 |
waarvan inhuur externen | 130.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 |
waarvan overige personele kosten | 125.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
- Materiële kosten | 262.520 | 292.000 | 292.000 | 292.000 | 292.000 | 292.000 |
waarvan apparaat ICT | 155.520 | 165.000 | 165.000 | 165.000 | 165.000 | 165.000 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 32.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 |
waarvan overige materiële kosten | 75.000 | 90.000 | 90.000 | 90.000 | 90.000 | 90.000 |
Materiële programmakosten | 419.266 | 488.784 | 564.899 | 602.139 | 624.120 | 534.779 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 1.081.348 | 1.132.432 | 1.142.330 | 1.157.396 | 1.158.173 | 1.152.477 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 9.200 | 10.100 | 10.100 | 10.100 | 10.100 | 10.100 |
- Materieel | 9.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
waarvan apparaat ICT | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 8.500 | 9.500 | 9.500 | 9.500 | 9.500 | 9.500 |
- Immaterieel | 200 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Overige lasten | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 3.496.915 | 3.763.135 | 3.858.132 | 3.932.309 | 3.962.709 | 3.881.677 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsaandeel VPB-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting meerjarige begroting van baten en lasten
Baten
Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of dienstenDit omvat onder andere ontvangsten van Europees Sociaal Fonds (ESF), de externe opbrengst van de arbeid en de winkels ten behoeve van de gedetineerden, de externe dienstverlening (waaronder bewakings- en beveiligsdiensten van de DV&O), de exploitatievergoeding voor de VN-bewaring, Kosovo Specialist Chambers (KSC) en de opbrengst van het Internationaal Strafhof.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Opbrengst arbeid | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
Opbrengst detacheringen personeel en opleidingen | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Opbrengst verhuur overig en facilitaire dienstverlening | 41.000 | 41.000 | 41.000 | 41.000 | 41.000 | 41.000 |
Opbrengsten bewakings- en beveiligingsdiensten | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 |
Opbrengsten administratieve dienstverlening (FDC/IUC) | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 |
Opbrengsten vervoer | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
Opbrengsten Europees Sociaal Fonds (ESF) | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Opbrengst exploitatie VN en ICC plaatsen | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Opbrengst dienstverlening ForZo | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Overige opbrengsten | 33.342 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 |
Totaal | 175.342 | 154.000 | 154.000 | 154.000 | 154.000 | 154.000 |
Baten als tegenprestatie voor levering van inputOnder de categorie waarvan bijdrage capaciteit betreft dit de bijdrage die DJI ontvangt gekoppeld aan de capaciteit. Deze post is gebaseerd op de huidige kostprijzen en de opgenomen productieaantallen (zie onderdeel doelmatigheidsindicatoren). Dit omvat tevens de bijdrage die DJI ontvangt vanuit Asiel en Migratie voor vreemdelingenbewaring.
Daarnaast ontvangt DJI onder de post waarvan overige bijdragen, bijdragen die buiten de kostprijzen vallen. Dit omvat onder andere de bijdrage ten behoeve vande capaciteit in Caribisch Nederland.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten als tegenprestatie voor levering van input | 3.184,7 | 3.471,9 | 3.597,1 | 3.692,1 | 3.731,3 | 3.761,7 | 3.680,7 |
waarvan bijdrage t.a.v. capaciteitsbehoefte | 2.938,6 | 3.382,7 | 3.512,1 | 3.567,8 | 3.562,3 | 3.589,4 | 3.609,7 |
Operationele sanctiecapaciteit (incl.res.+ in stand te houden cap. GW/VB) | 1.435,4 | 1.700,1 | 1.783,2 | 1.829,9 | 1.804,7 | 1.819,5 | 1.835,0 |
Extramurale sanctiecapaciteit | 3,6 | 4,5 | 3,0 | 3,0 | 3,0 | 3,0 | 3,0 |
Forensische zorgplaatsen in het GW (PPC's) | 192,6 | 203,6 | 206,3 | 207,9 | 207,5 | 209,4 | 210,3 |
Tbs-capaciteit | 457,6 | 563,3 | 579,6 | 595,3 | 615,8 | 624,0 | 625,7 |
Intramurale inkoopplaatsen For. Zorg | 406,4 | 412,4 | 413,3 | 411,1 | 409,1 | 409,4 | 409,7 |
Inkoop ambulante forensische zorg | 149,2 | 179,5 | 179,6 | 180,0 | 180,0 | 180,0 | 180,0 |
Vreemdelingenbewaring | 77,0 | 85,8 | 97,4 | 83,9 | 82,5 | 82,7 | 82,8 |
Justitiële jeugdinrichtingen (incl. reserve en in stand te houden cap.) | 216,7 | 233,4 | 249,7 | 256,6 | 259,7 | 261,5 | 263,1 |
waarvan overige bijdragen | 246,1 | 89,2 | 85,1 | 124,3 | 204,0 | 207,3 | 106,0 |
Capaciteit Caribisch Nederland (BES) | 15,4 | 20,9 | 22,6 | 22,6 | 22,4 | 22,4 | 22,4 |
LPO | 204,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Vlissingen | 0,0 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 53,2 | 59,6 | 36,3 |
SBF | 0,0 | 36,7 | 36,7 | 36,7 | 36,7 | 36,7 | 36,7 |
vreemdelingen veldzicht | 8,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 |
Amendement Elian extra plekken licht beveiligde afdeling | 0,0 | 4,0 | 0,0 | 11,6 | 3,8 | 0,7 | 0,0 |
Aanpak voortgezet crimineel handelen vanuit detentie | 0,0 | 10,7 | 13,3 | 16,0 | 16,0 | 16,0 | 16,0 |
Amendement sneller | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 | 0,0 |
Harreveld | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 35,0 | 35,0 | 35,0 |
nog te treffen maatregelen huisvesting | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ‒ 52,4 |
Overige niet bij p*q inbegrepen | 17,1 | 4,8 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
Voor het jaar 2024 betreft dit een overzicht gebaseerd op de gerealiseerde omzet moeder. Voor het uitvoeringsjaar 2025 betreft dit een overzicht gebaseerd op een geactualiseerde stand.
RentebatenOp basis van liquiditeitspositie van DJI en de rentestand worden er voor aankomende jaren rentebaten verwacht.
Lasten
Personele kostenDe totale personele kosten van het ambtelijk personeel DJI bestaan uit de kosten van ambtelijk personeel op basis van de gemiddelde loonsom zoals gepresenteerd in onderstaande tabel, aangevuld met de overige personeelskosten
Externe inhuurDJI maakt o.a. gebruik van inhuur van beveiligingspersoneel, inhuur van ICT-deskundigen en zorgpersoneel.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen personeel | ||||||
Kosten | 1.431.081 | 1.659.319 | 1.668.303 | 1.690.174 | 1.697.816 | 1.711.821 |
Aantal fte | 16.471 | 17.402 | 17.496 | 17.725 | 17.805 | 17.952 |
Externe inhuur | ||||||
Kosten | 130.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 | 135.000 |
Overige personeelskosten | 125.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Totale kosten | 1.686.081 | 1.801.319 | 1.810.303 | 1.832.174 | 1.839.816 | 1.853.821 |
Materiële kosten
Onder deze post zijn de materiële kosten opgenomen die betrekking hebben op de bedrijfsvoering van DJI. Dit betreft met name exploitatiekosten en bureaukosten. Verder vallen onder deze post ook de bijdragen aan verschillende Rijksdiensten (shared service organisaties) voor onder andere de huisvesting van het hoofdkantoor DJI, landelijke (ondersteunende) diensten en diverse interne diensten (shared service center) van DJI. De post materiële kosten; waarvan apparaat ICT betreft onder andere de bijdrage van DJI aan het baten-lastenagentschap de Justitiële ICT Organisatie.
Materiële programma kosten
Hieronder vallen kosten samenhangend met de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen. Hieronder vallen onder andere de RVB gebruikersvergoeding ten behoeve van de vestigingen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Gebruikersvergoeding RVB programma | 130.000 | 200.000 | 250.000 | 290.000 | 315.000 | 250.000 |
Overige huisvestingskosten programma | 115.000 | 115.000 | 140.000 | 140.000 | 140.000 | 114.000 |
Kosten justitieel ingeslotenen | 115.000 | 115.000 | 115.000 | 115.000 | 115.000 | 114.500 |
Materiële kosten arbeid justitiabelen | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 32.500 |
Overige exploitatiekosten programma | 26.266 | 25.784 | 26.899 | 24.139 | 21.120 | 23.779 |
Totaal | 419.266 | 488.784 | 564.899 | 602.139 | 624.120 | 534.779 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
Onder deze post zijn kosten opgenomen die betrekking hebben op opdrachten ten behoeve van de primaire taak en extern ingekochte diensten en daarmee samenhangende materiaal- en overheadkosten ten behoeve van de primaire taak, anders dan externe inhuur. Een belangrijk onderdeel vallend onder deze post betreft de inkoop van forensische zorg.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Financiering particuliere instellingen Jeugd | 83.000 | 85.000 | 85.000 | 85.000 | 85.000 | 85.000 |
Inkoop forensische zorg | 990.948 | 1.040.000 | 1.050.000 | 1.065.160 | 1.066.045 | 1.060.392 |
Subsidies en overige bijdragen | 4.000 | 3.932 | 3.830 | 3.736 | 3.628 | 3.585 |
Kosten arrestanten politiebureaus | 3.400 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.081.348 | 1.132.432 | 1.142.330 | 1.157.396 | 1.158.173 | 1.152.477 |
Afschrijvingskosten
De afschrijvingsreeks is gebaseerd op de actuele omvang van de vaste activa, rekening houdend met de geplande vervangings- en uitbreidingsinvesteringen.
Overige lasten
De jaarlijkse dotaties aan de voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op dotaties in het kader van de kosten substantieel bezwarende functies (SBF).
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 569.162 | 643.585 | 596.294 | 570.294 | 544.294 | 518.294 | 492.294 |
2 | +/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 3.225.112 | 3.496.915 | 3.763.135 | 3.858.132 | 3.932.309 | 3.962.709 | 3.881.677 |
– /– totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 3.185.933 | ‒ 3.511.915 | ‒ 3.778.135 | ‒ 3.873.132 | ‒ 3.947.309 | ‒ 3.977.709 | ‒ 3.896.677 | |
Totaal operationele kasstroom | 39.179 | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | |
3 | – /– totaal investeringen | ‒ 12.283 | ‒ 12.000 | ‒ 12.000 | ‒ 12.000 | ‒ 12.000 | ‒ 12.000 | ‒ 12.000 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 290 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Totaal investeringsstroom | ‒ 11.993 | ‒ 11.000 | ‒ 11.000 | ‒ 11.000 | ‒ 11.000 | ‒ 11.000 | ‒ 11.000 | |
4 | – /– eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | ‒ 21.291 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 47.237 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
– /– aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal financieringskasstroom | 47.237 | ‒ 21.291 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5 | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 643.585 | 596.294 | 570.294 | 544.294 | 518.294 | 492.294 | 466.294 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.
In het kasstroomoverzicht zijn financieringsafspraken met het moederdepartement verwerkt.
Investeringskasstroom
Het betreffen hier de voorgenomen investeringen die worden gepleegd in de materiële vaste activa. In hoofdzaak betreft het investeringen in inventaris.
Financieringskasstroom
Het bedrag in 2024 heeft onder andere betrekking op een vermogensmutatie ten behoeve van kosten voor substantieel bezwarende functies (SBF). Het bedrag in 2025 betreft de afroming van het eigen vermogen van DJI.
Doelmatigheid
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Saldo baten en lasten als % totale baten | ‒ 0,4% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Gevangeniswezen | |||||||
- Operationele capaciteit | 9.719 | 9.858 | 9.943 | 9.918 | 9.898 | 9.793 | 9.793 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag | 435 | 470 | 488 | 502 | 496 | 506 | 510 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 1.543,7 | 1.691,3 | 1.771,6 | 1.817,9 | 1.793,4 | 1.808,5 | 1.824,3 |
- Extramurale sanctiecapaciteit | 153 | 75 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 32 | 164 | 164 | 164 | 164 | 164 | 164 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 1,8 | 4,5 | 3,0 | 3,0 | 3,0 | 3,0 | 3,0 |
Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra | |||||||
- Operationele capaciteit | 489 | 493 | 558 | 468 | 468 | 468 | 468 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 486 | 477 | 478 | 491 | 483 | 484 | 485 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 86,7 | 85,8 | 97,4 | 83,9 | 82,5 | 82,7 | 82,8 |
- Reserve capaciteit gevangeniswezen en vreemdelingenbewaring | 520 | 520 | 520 | 600 | 600 | 600 | 600 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag | 38 | 47 | 61 | 55 | 51 | 50 | 49 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 7,2 | 8,9 | 11,5 | 12,0 | 11,2 | 11,0 | 10,8 |
- Verhuur tribunalen capaciteit | 96 | 96 | 96 | 96 | 96 | 96 | 96 |
- In stand te houden capaciteit GW/VB | 990 | 990 | 990 | 990 | 990 | 990 | 990 |
Forensische zorg | |||||||
Intramurale inkoopplaatsen forensische zorg (PPC’s) | 727 | 734 | 739 | 739 | 739 | 739 | 739 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 767 | 760 | 765 | 771 | 769 | 776 | 780 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 203,5 | 203,6 | 206,3 | 207,9 | 207,5 | 209,4 | 210,3 |
- TBS-capaciteit | 1.665 | 1.843 | 1.891 | 1.938 | 2.012 | 2.037 | 2.037 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 811 | 838 | 840 | 842 | 839 | 839 | 842 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 492,7 | 563,3 | 579,6 | 595,3 | 615,8 | 624,0 | 625,7 |
Intramurale inkoopplaatsen forensische zorg | |||||||
- Klinische behandelplaatsen forensische zorg | 906 | 791 | 791 | 791 | 791 | 791 | 791 |
- Klinische behandelplaatsen voor gedetineerden | 8 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 |
- Gem. prijs per plaats per dag (x € 1) | 771 | 819 | 823 | 820 | 817 | 818 | 819 |
- Beschermd wonen capaciteit | 1.922 | 1.894 | 1.894 | 1.894 | 1.894 | 1.894 | 1.894 |
- Gem. prijs per plaats per dag (x € 1) | 253 | 248 | 248 | 246 | 244 | 244 | 244 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 434,5 | 412,4 | 413,3 | 411,1 | 409,1 | 409,4 | 409,7 |
- Inkoop ambulante forensische zorg (x € 1 mln.) | 158,7 | 179,5 | 179,6 | 180,0 | 180,0 | 180,0 | 180,0 |
Operationele capaciteit justitiële jeugdinrichtingen | |||||||
- Rijksjeugdinrichtingen capaciteit | 280 | 338 | 338 | 338 | 338 | 338 | 338 |
- Particuliere jeugdinrichtingen capaciteit | 270 | 278 | 284 | 291 | 297 | 297 | 297 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 984 | 1.021 | 1.081 | 1.100 | 1.103 | 1.111 | 1.116 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 197,5 | 229,5 | 245,4 | 252,5 | 255,7 | 257,5 | 258,6 |
- Reserve/wissel capaciteit jeugd | 89 | 83 | 77 | 70 | 64 | 64 | 64 |
- Gemiddelde prijs per plaats per dag (x € 1) | 70 | 129 | 151 | 162 | 170 | 174 | 195 |
- Omzet (x € 1 mln.) | 2,3 | 3,9 | 4,2 | 4,1 | 4,0 | 4,1 | 4,6 |
- In stand te houden capaciteit JJI | 36 | 36 | 36 | 36 | 36 | 36 | 36 |
Toelichting
In bovenstaande tabel staat de gefinancierde capaciteit.
De «in stand te houden capaciteit GW/VB» is opgenomen zonder kostprijs. Deze plaatsen zijn momenteel niet inzetbaar, zie hiervoor het validatieonderzoek naar buffercapaciteit in het gevangeniswezen en vreemdelingenbewaring28.
DJI maakt in voorliggende begroting gebruik van een vernieuwd kostprijsmodel waarmee kosten specifieker worden toegerekend aan de producten. Met name hierdoor en door loon- en prijsontwikkelingen zijn de kostprijzen geactualiseerd vanaf het jaar 2025 ten opzichte van de gerealiseerde kostprijzen in 2024.
Het CJIB is een uitvoeringsorganisatie van JenV die alleen voor of in opdracht van de overheid werkt, met aangewezen taken binnen de justitieketen voor het ten uitvoerleggen en coördineren van opgelegde financiële straffen, sancties, transacties, strafbeschikkingen, maatregelen en confiscatiebeslissingen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 155.783 | 168.301 | 166.819 | 166.121 | 165.683 | 165.496 |
Moederdepartement - P*Q | 143.835 | 147.254 | 145.772 | 145.074 | 144.636 | 144.449 |
Overige departementen - P*Q | 3.475 | 12.843 | 12.843 | 12.843 | 12.843 | 12.843 |
Derden - P*Q | 8.473 | 8.204 | 8.204 | 8.204 | 8.204 | 8.204 |
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 83.262 | 103.807 | 112.527 | 90.871 | 88.105 | 88.292 |
Moederdepartement - Projectfinanciering | 19.583 | 28.758 | 38.587 | 17.087 | 14.000 | 14.000 |
Moederdepartement - Overig | 63.679 | 75.049 | 73.940 | 73.784 | 74.105 | 74.292 |
Rentebaten | 2.500 | 2.750 | 2.000 | 1.250 | 500 | 500 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 241.545 | 274.858 | 281.346 | 258.242 | 254.288 | 254.288 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 228.216 | 258.108 | 264.086 | 241.560 | 237.318 | 237.048 |
- Personele kosten | 190.552 | 212.688 | 219.299 | 196.773 | 192.531 | 192.261 |
waarvan eigen personeel | 140.360 | 141.546 | 130.424 | 148.424 | 148.424 | 148.424 |
waarvan inhuur externen | 15.166 | 26.266 | 31.000 | 11.974 | 10.819 | 10.549 |
waarvan overige personele kosten | 35.026 | 44.877 | 57.875 | 36.376 | 33.288 | 33.288 |
- Materiële kosten | 37.664 | 45.419 | 44.786 | 44.786 | 44.786 | 44.786 |
waarvan apparaat ICT | 16.455 | 17.700 | 17.700 | 17.700 | 17.700 | 17.700 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 7.325 | 7.400 | 7.400 | 7.400 | 7.400 | 7.400 |
waarvan overige materiële kosten | 13.884 | 20.319 | 19.686 | 19.686 | 19.686 | 19.686 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 10.190 | 12.947 | 13.457 | 12.879 | 13.167 | 13.437 |
Rentelasten | 116 | 116 | 116 | 116 | 116 | 116 |
Afschrijvingskosten | 3.024 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 |
- Materieel | 3.024 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 |
waarvan apparaat ICT | 2.848 | 3.510 | 3.510 | 3.510 | 3.510 | 3.510 |
waarvan overige materiele kosten | 176 | 177 | 177 | 177 | 177 | 177 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 241.545 | 274.858 | 281.346 | 258.242 | 254.288 | 254.288 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsaandeel VPB-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Omzet moederdepartement
Voor een aantal producten krijgt het CJIB een bijdrage van JenV. Zie onderstaande tabel voor een nadere uitsplitsing voor 2026.
Prijs | Hoeveelheid | Omzet (* € 1.000) | |
|---|---|---|---|
Transacties | € 1.121,72 | 2.254 | € 2.529 |
Vrijheidsstraffen | € 321,02 | 35.114 | € 11.272 |
Taakstraffen | € 124,57 | 34.729 | € 4.326 |
Voorlopige hechtenis | € 357,10 | 16.685 | € 5.958 |
Schadevergoedingsmaatregelen | € 1.197,66 | 12.828 | € 15.364 |
Ontnemingsmaatregelen | € 13.600,00 | 943 | € 12.826 |
Jeugdreclassering | € 551,95 | 5.037 | € 2.780 |
Voorwaardelijke invrijheidsstelling | € 2.923,91 | 1.319 | € 3.857 |
Toezicht | € 305,86 | 12.243 | € 3.745 |
Geldboetes | € 9,00 | 9.399.645 | € 84.597 |
Projectfinanciering | € 28.758 | ||
Overig | € 75.049 | ||
Totaal | € 251.061 |
Omzet overige departementen
Dit betreft de opbrengsten van andere overheidsorganisaties voor de inning van bestuurlijke boetes.
Opdrachtgever | Q | Departement | Bedrag (x€1.000) |
|---|---|---|---|
Inspectie SZW | 2.000 | SZW | 65 |
Agentschap Telecom | 200 | EZK | 7 |
Inspectie Leefomgeving en Transport | 5.000 | I&W | 163 |
NVWA | 7.000 | LNV | 228 |
DUO | 450 | OCW | 15 |
IGJ | 300 | VWS | 10 |
Douane | 250 | FIN | 8 |
Belastingdienst | 350 | FIN | 11 |
Huurcommissie | 7.300 | VROM | 154 |
Diplomaten | 9.500 | BuZa | 381 |
TTH | I&W | 9.471 | |
Clustering Rijksincasso | 71.400 | 2.331 | |
Totaal | 103.750 | 12.843 |
Omzet derden
In deze post zijn de baten opgenomen voor de taken die het CJIB uitvoert ten behoeve van het CAK, de Huurcommissie en Clustering Rijksincasso.
Lasten
Personele kosten
Onderstaand een overzicht van het aantal fte's en de loonkosten daarvan. Het CJIB heeft als beleid om een deel van zijn personeel flexibel aan te trekken. Deze kosten zijn onder Externe inhuur opgenomen. De inhuur van (automatiserings)deskundigen ten behoeve van projecten staat onder de overige personeelskosten opgenomen.
Personele kosten | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Formatie | 1.535 | 1.594 | 1.729 | 1.717 | 1.719 | 1.717 | 1.717 |
- Ambtelijk | 1.437 | 1.522 | 1.631 | 1.619 | 1.621 | 1.619 | 1.619 |
- Niet-ambtelijk | 98 | 72 | 98 | 98 | 98 | 98 | 98 |
-Eigen personeel | |||||||
Kosten | 112.213 | 138.018 | 141.546 | 130.424 | 148.424 | 148.424 | 148.424 |
aantal fte | 1.437 | 1.522 | 1.631 | 1.619 | 1.621 | 1.619 | 1.619 |
-Externe inhuur | 15.208 | 14.913 | 26.266 | 31.000 | 11.974 | 10.819 | 10.549 |
- Uitzendkrachten primair proces | 6.647 | 5.527 | 8.335 | 8.335 | 8.335 | 8.335 | 8.335 |
aantal fte | 98 | 72 | 98 | 98 | 98 | 98 | 98 |
- Overige externe inhuur | 8.561 | 9.386 | 17.931 | 22.665 | 3.639 | 2.484 | 2.214 |
-Post-actief personeel | |||||||
Kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal fte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-Overige P-kosten | 59.827 | 34.441 | 44.877 | 57.875 | 36.376 | 33.288 | 33.288 |
- P-kosten Portfolio | 50.625 | 30.888 | 33.069 | 35.069 | 31.569 | 28.482 | 28.482 |
- Overige P-kosten | 9.202 | 3.553 | 11.809 | 22.807 | 4.807 | 4.807 | 4.807 |
Totale kosten | 187.248 | 187.372 | 212.688 | 219.299 | 196.773 | 192.531 | 192.261 |
Materiële kostenOnder deze post zijn alle reguliere exploitatiekosten van het CJIB opgenomen.
Gerechtskosten
Dit betreft o.a. de kosten voor de inschakeling van gerechtsdeurwaarders in het incassotraject, zowel met betrekking tot de inning van de OM-producten (€ 9,7 mln.) als de inning voor andere opdrachtgevers buiten het domein van JenV (€ 3,3 mln.).
Rentelasten
Dit betreft de te betalen rente als gevolg van het beroep op de leenfaciliteit ten behoeve van investeringen in (im)materiële vaste activa. De gemiddelde rente voor 2026 over de stand van de leningen bedraagt 3,3%.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingsreeks is gebaseerd op de actuele omvang van de vaste activa, rekening houdend met de geplande vervangings- en uitbreidingsinvesteringen.
Dotaties aan voorzieningen
Op de balans van het CJIB staan momenteel een reorganisatievoorziening en een RVU-voorziening. De omvang van beide voorzieningen bedraagt op 1-1-2025 € 1,8 mln. Van de voorzieningen is een bedrag van € 1,5 mln. als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken, waarvan € 0,5 mln. langer dan vijf jaar. Dotaties aan de voorziening zijn niet voorzien.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekeningen | 85.376 | 98.476 | 98.622 | 98.262 | 97.271 | 96.227 | 95.634 |
2. | Totaal ontvangsten operationele kasstroom | 234.005 | 241.545 | 274.858 | 281.346 | 258.242 | 254.288 | 254.288 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 233.249 | ‒ 238.521 | ‒ 271.170 | ‒ 277.658 | ‒ 254.554 | ‒ 250.600 | ‒ 250.600 | |
Totaal operationele kasstroom | 756 | 3.024 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | 3.687 | |
3. | Totaal investeringen (-/-) | ‒ 2.507 | ‒ 5.025 | ‒ 4.297 | ‒ 2.474 | ‒ 7.287 | ‒ 3.325 | ‒ 1.180 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 2.504 | ‒ 5.025 | ‒ 4.297 | ‒ 2.474 | ‒ 7.287 | ‒ 3.325 | ‒ 1.180 | |
4. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ 1.261 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 15.964 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aflossing op leningen (-/-) | ‒ 2.280 | ‒ 2.878 | ‒ 4.047 | ‒ 4.679 | ‒ 4.732 | ‒ 4.280 | ‒ 4.479 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 2.425 | 5.025 | 4.297 | 2.474 | 7.287 | 3.325 | 1.180 | |
Totaal financieringskasstroom | 14.848 | 2.147 | 250 | ‒ 2.205 | 2.555 | ‒ 955 | ‒ 3.299 | |
5. | Rekening Courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4) | 98.476 | 98.622 | 98.262 | 97.271 | 96.227 | 95.634 | 94.843 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Investeringen | Bedrag | Termijn |
|---|---|---|
- Hardware | 4.725.000 | 3 / 5 jaar |
- Software | 300.000 | 3 / 5 jaar |
Totaal | 5.025.000 |
Doelmatigheid
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
CJIB-totaal: | |||||||
fte-totaal | 1.437 | 1.522 | 1.631 | 1.619 | 1.621 | 1.619 | 1.619 |
Saldo van baten en lasten in % | ‒ 5,3% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Geldboetes | |||||||
Aantal | 7.378.118 | 9.396.923 | 9.399.645 | 9.432.660 | 9.432.660 | 9.432.660 | 9.432.660 |
Kostprijs (x €1) | 9,00 | 9,00 | 9,00 | 9,00 | 9,00 | 9,00 | 9,00 |
Omzet (p * q) | 66.403.064 | 84.572.304 | 84.596.806 | 84.893.941 | 84.893.941 | 84.893.941 | 84.893.941 |
% geïnde zaken binnen 1 jaar | 89,6 | 91,6 | 91,3 | 91,3 | 91,3 | 91,3 | 91,3 |
Transacties | |||||||
Aantal | 1.314 | 2.145 | 2.254 | 2.262 | 2.262 | 2.262 | 2.262 |
Kostprijs (x €1) | 4883,66 | 1013,33 | 1121,72 | 1031,41 | 997,35 | 959,41 | 950,22 |
Omzet (p * q) | 6.417.129 | 2.173.513 | 2.528.716 | 2.333.334 | 2.256.282 | 2.170.447 | 2.149.678 |
% geïnde zaken binnen 1 jaar | 53,8 | 55,0 | 55,0 | 55,0 | 55,0 | 55,0 | 55,0 |
Vrijheidsstraffen*1 | |||||||
Aantal | 28.920 | 33.402 | 35.114 | 35.381 | 35.381 | 35.381 | 35.381 |
Kostprijs (x €1) | 476,99 | 309,73 | 321,02 | 313,35 | 311,99 | 310,89 | 310,30 |
Omzet (p * q) | 13.794.537 | 10.345.493 | 11.272.278 | 11.086.498 | 11.038.215 | 10.999.319 | 10.978.550 |
Taakstraffen* | |||||||
Aantal | 38.705 | 31.376 | 34.729 | 35.325 | 35.325 | 35.325 | 35.325 |
Kostprijs (x €1) | 238,62 | 120,75 | 124,57 | 117,57 | 115,52 | 113,30 | 112,71 |
Omzet (p * q) | 9.235.815 | 3.788.598 | 4.326.281 | 4.153.146 | 4.080.686 | 4.002.344 | 3.981.575 |
Voorlopige hechtenis | |||||||
Aantal | 20.686 | 16.164 | 16.685 | 16.839 | 16.839 | 16.839 | 16.839 |
Kostprijs (x €1) | 508,83 | 337,04 | 357,10 | 342,93 | 339,02 | 335,02 | 333,79 |
Omzet (p * q) | 10.525.728 | 5.447.766 | 5.958.218 | 5.774.569 | 5.708.829 | 5.641.450 | 5.620.681 |
Schadevergoedingsmaatregelen | |||||||
Aantal | 12.226 | 12.259 | 12.828 | 13.230 | 13.230 | 13.230 | 13.230 |
Kostprijs (x €1) | 973,53 | 1191,75 | 1197,66 | 1152,67 | 1139,20 | 1148,09 | 1146,52 |
Omzet (p * q) | 11.902.236 | 14.610.083 | 15.364.183 | 15.249.705 | 15.071.520 | 15.189.100 | 15.168.331 |
% geïnde zaken binnen 10 jaar | 79,5 | 80,0 | 80,0 | 80,0 | 80,0 | 80,0 | 80,0 |
Ontnemingsmaatregelen | |||||||
Aantal | 1.144 | 1.103 | 943 | 927 | 927 | 927 | 927 |
Kostprijs (x €1) | 9.350,20 | 11.474,33 | 13.600,00 | 13.512,02 | 13.475,39 | 13.430,26 | 13.407,86 |
Omzet (p * q) | 10.691.957 | 12.658.985 | 12.825.740 | 12.525.823 | 12.491.866 | 12.450.029 | 12.429.260 |
% geïnde zaken binnen 10 jaar | 63,9 | 67,0 | 67,0 | 67,0 | 67,0 | 67,0 | 67,0 |
Voorwaardelijke invrijheidstelling | |||||||
Aantal | 1.420 | 1.332 | 1.319 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 |
Kostprijs (x €1) | 5.537,88 | 2.645,95 | 2.923,91 | 2.751,35 | 2.696,95 | 2.638,04 | 2.622,49 |
Omzet | 7.863.791 | 3.523.542 | 3.856.785 | 3.673.541 | 3.600.896 | 3.522.252 | 3.501.483 |
Routeren Toezicht | |||||||
Aantal | 13.501 | 12.949 | 12.243 | 12.014 | 12.014 | 12.014 | 12.014 |
Kostprijs (x €1) | 587,19 | 270,02 | 305,86 | 291,83 | 285,73 | 279,11 | 277,39 |
Omzet | 7.927.608 | 3.496.551 | 3.744.559 | 3.505.954 | 3.432.759 | 3.353.216 | 3.332.447 |
Jeugdreclassering | |||||||
Aantal | 4.502 | 4.838 | 5.037 | 4.996 | 4.996 | 4.996 | 4.996 |
Kostprijs (x €1) | 1519,01 | 500,38 | 551,95 | 515,53 | 500,22 | 483,21 | 479,05 |
Omzet | 6.838.601 | 2.420.705 | 2.780.090 | 2.575.683 | 2.499.158 | 2.414.182 | 2.393.413 |
Bestuurlijke boetes | |||||||
Aantal | 17.096 | 15.842 | 15.842 | 15.842 | 15.842 | 15.842 | 15.842 |
Tarief (x €1) | 24,45 | 46,61 | 32,41 | 32,41 | 32,41 | 32,41 | 32,41 |
Omzet (p * q) | 418.000 | 738.375 | 513.364 | 513.364 | 513.364 | 513.364 | 513.364 |
Overheidsincasso | |||||||
Omzet | 9.510.585 | 11.214.448 | 20.538.792 | 20.538.792 | 20.538.792 | 20.538.792 | 20.538.792 |
Omzet-diversen/input | |||||||
Omzet | 65.967.000 | 80.755.000 | 106.552.000 | 114.522.000 | 92.116.000 | 88.600.000 | 88.786.000 |
Totaal | 227.496.000 | 235.745.000 | 274.858.000 | 281.346.000 | 258.242.000 | 254.288.000 | 254.288.000 |
*) Voor vrijheidsstraffen en taakstraffen zijn er geen kwaliteitsindicatoren die direct aan de activiteiten van het CJIB zijn te koppelen. De taak van het CJIB is de administratieve regie (coördinatie) op de betreffende ketenprocessen.
Het NFI draagt bij aan het artikelonderdeel 33.3 «Opsporing en vervolging» door middel van het leveren van kwalitatief hoogstaand forensisch onderzoek aan de partners in de strafrechtketen. De drie kernproducten daarbij zijn:
– het uitvoeren van onderzoek op overwegend technisch, digitaal, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk terrein,
– het doen van onderzoek naar nieuwe methoden en technieken,
– het overdragen van kennis op het gebied van forensisch en wetenschappelijk onderzoek.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 129.368 | 131.770 | 131.812 | 130.860 | 130.785 | 130.785 |
waarvan bijdrage capaciteit | 124.036 | 128.438 | 128.480 | 127.528 | 127.453 | 127.453 |
waarvan overige bijdragen | 5.332 | 3.332 | 3.332 | 3.332 | 3.332 | 3.332 |
Rentebaten | 260 | 760 | 760 | 760 | 760 | 760 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 25 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 129.653 | 132.530 | 132.572 | 131.620 | 131.545 | 131.545 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 93.500 | 101.728 | 101.770 | 100.818 | 100.743 | 100.743 |
- Personele kosten | 87.209 | 94.574 | 94.616 | 93.664 | 93.589 | 93.589 |
waarvan eigen personeel | 80.139 | 86.564 | 86.606 | 85.706 | 85.631 | 85.631 |
waarvan inhuur externen | 4.599 | 5.462 | 5.462 | 5.410 | 5.410 | 5.410 |
waarvan overige personele kosten | 2.472 | 2.548 | 2.548 | 2.548 | 2.548 | 2.548 |
- Materiële kosten | 6.290 | 7.155 | 7.155 | 7.155 | 7.155 | 7.155 |
waarvan apparaat ICT | 2.042 | 2.785 | 2.785 | 2.785 | 2.785 | 2.785 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 653 | 720 | 720 | 720 | 720 | 720 |
waarvan overige materiële kosten | 3.595 | 3.650 | 3.650 | 3.650 | 3.650 | 3.650 |
Materiële programmakosten | 27.795 | 23.115 | 23.115 | 23.115 | 23.115 | 23.115 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 8.257 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 |
- Materieel | 8.257 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 |
waarvan apparaat ICT | 1.971 | 2.131 | 2.131 | 2.131 | 2.131 | 2.131 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 6.286 | 5.526 | 5.526 | 5.526 | 5.526 | 5.526 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 100 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 100 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 |
Totaal lasten | 129.653 | 132.530 | 132.572 | 131.620 | 131.545 | 131.545 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Baten als tegenprestatie voor levering van inputOnder de categorie waarvan bijdrage aan capaciteit gaat het om de bijdrage die het NFI ontvangt op basis van capaciteit. Deze post is berekend op de actuele kostprijzen en de opgenomen productieaantallen (zie doelmatigheidsindicatoren).
Daarnaast ontvangt het NFI onder de post waarvan overige bijdragen, bijdragen die buiten de kostprijzen vallen. Dit omvat onder andere een bijdrage voor werkzaamheden die het NFI doet voor Binnenlandse Zaken (BZK), evenals een bijdrage van het moederdepartement voor de WVW (Wegenverkeerswet) en de WMG (Wet Middelenonderzoek Geweldsplegers), bestemd voor onderzoek dat wordt uitbesteed aan particuliere laboratoria.
Vrijval voorzieningenOnder deze post worden onder andere vrijval van een voorziening van dubieuze debiteuren verwerkt en de voorziening voor vaststellingsovereenkomsten (VSO’s) opgenomen.
Bijzondere batenHieronder worden bijvoorbeeld het boekresultaat van desinvesteringen en de kosten van afhandeling van een schadezaak opgenomen.
Lasten
Personele kosten
Onderstaand is een overzicht opgenomen van het aantal fte’s en de loonkosten daarvan. Omdat in eerdere jaren een voorziening voor wachtgeld is gevormd, zijn er geen kosten opgenomen voor postactief personeel.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen personeel | ||||||
Kosten | 80.139 | 86.564 | 86.606 | 85.706 | 85.631 | 85.631 |
Aantal fte's | 729 | 780 | 780 | 772 | 771 | 771 |
Externe inhuur | ||||||
Kosten | 4.599 | 5.462 | 5.462 | 5.410 | 5.410 | 5.410 |
Aantal fte's | 21 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 |
Postactief personeel | ||||||
Dotatie voorziening post actief personeel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal fte's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige personele kosten | 2.472 | 2.548 | 2.548 | 2.548 | 2.548 | 2.548 |
Totale kosten (x € 1.000) | 87.210 | 94.574 | 94.616 | 93.664 | 93.589 | 93.589 |
Materiële kosten
Het totaal aan materiële kosten betreft een samenstel van diverse kostenposten zoals reis- en verblijfkosten, bureaukosten, documentatiekosten etc.
Materiële programmakosten
Onder de materiële programmakosten vallen de kosten van het laboratorium (onderhoudskosten laboratoriumapparatuur en aanschaf van zaken die op het laboratorium worden gebruikt zoals chemicaliën en gassen), de huisvesting en de ICT.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn gebaseerd op de actuele omvang van de vaste activa, rekening houdend met de geplande vervangings- en uitbreidingsinvesteringen.
Rentelasten
De rentelasten vloeien voort uit de leningen die nodig zijn voor de aanschaf van de materiële vaste activa.
Overige lasten
Onder overige lasten worden, naast de dotaties aan voorzieningen, schadekosten en mobiliteitsbijdragen verantwoord.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 27.604 | 32.212 | 33.716 | 33.242 | 32.168 | 30.448 | 29.978 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 140.665 | 129.653 | 132.530 | 132.572 | 131.620 | 131.545 | 131.545 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 129.367 | ‒ 121.396 | ‒ 124.873 | ‒ 124.915 | ‒ 123.963 | ‒ 123.888 | ‒ 123.888 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 11.299 | 8.257 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 | 7.657 |
-/- totaal investeringen | ‒ 10.562 | ‒ 15.050 | ‒ 7.200 | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ‒ 7.657 | ‒ 7.657 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 10.543 | ‒ 15.050 | ‒ 7.200 | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ‒ 7.657 | ‒ 7.657 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 6.554 | ‒ 6.752 | ‒ 8.131 | ‒ 8.731 | ‒ 9.377 | ‒ 8.127 | ‒ 6.418 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 10.406 | 15.050 | 7.200 | 5.000 | 5.000 | 7.657 | 7.657 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 3.852 | 8.298 | ‒ 931 | ‒ 3.731 | ‒ 4.377 | ‒ 470 | 1.239 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 32.212 | 33.716 | 33.242 | 32.168 | 30.448 | 29.978 | 31.216 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.
Investeringskasstroom
De investeringsstroom bestaat grotendeels uit vervangingsinvesteringen als gevolg van volledig afgeschreven activa (met name laboratoriumapparatuur).
Naast de reguliere vervangingsinvesteringen is het NFI ook bezig met het inrichten van multidisciplinaire laboratoriums wat een extra investering vraagt.
Doelmatigheid
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerntaak 1 zaaksonderzoek – per productgroep | |||||||
Medisch onderzoek - productie (st.) | 954 | 975 | 950 | 950 | 950 | 950 | 950 |
productie-uren | 36.231 | 24.500 | 25.200 | 25.200 | 25.200 | 25.200 | 25.200 |
Toxicologie - productie (st.) | 1.002 | 1.120 | 1.120 | 1.120 | 1.120 | 1.120 | 1.120 |
-uitbestede productie | 21.776 | 12.700 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 |
productie-uren | 18.970 | 15.500 | 17.900 | 17.900 | 17.900 | 17.900 | 17.900 |
Verdovende middelen - productie (st.) | 20.712 | 18.120 | 23.500 | 23.500 | 23.500 | 23.500 | 23.500 |
declarabele uren | 3.141 | 3.600 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 |
productie-uren | 19.964 | 23.500 | 20.100 | 20.100 | 20.100 | 20.100 | 20.100 |
DNA-typering - productie (st.) | 35.689 | 40.100 | 37.200 | 37.200 | 37.200 | 37.200 | 37.200 |
productie-uren | 78.246 | 96.900 | 95.400 | 95.400 | 95.400 | 95.400 | 95.400 |
Explosieven - productie (st.) | 15 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
declarabele uren | 4.923 | 3.800 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | 4.400 |
productie-uren | 5.050 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Schotrestenonderzoek - productie (st.) | 9 | 12 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
declarabele uren | 2.910 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
productie-uren | 2.952 | 4.500 | 4.300 | 4.300 | 4.300 | 4.300 | 4.300 |
Wapens en werktuigen - productie (st.) | 652 | 620 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 |
productie-uren | 11.851 | 13.000 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
Digitale technologie - productie-uren | 18.530 | 34.000 | 29.500 | 29.500 | 29.500 | 29.500 | 29.500 |
Big Data Analyse - productie-uren | 10.445 | 9.500 | 8.300 | 8.300 | 8.300 | 8.300 | 8.300 |
Biometrie - productie (st.) | 673 | 760 | 740 | 740 | 740 | 740 | 740 |
declarabele uren | 3.590 | 3.675 | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 3.600 |
productie-uren | 11.878 | 17.500 | 17.800 | 17.800 | 17.800 | 17.800 | 17.800 |
Hansken - productie-uren | 57.736 | 53.900 | 59.400 | 59.400 | 59.400 | 59.400 | 59.400 |
DNA Databank - productie-uren | 7.384 | 7.300 | 13.900 | 13.900 | 13.900 | 13.900 | 13.900 |
Overige producten - productie (st.) | 1.156 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
declarabele uren | 3.774 | 2.700 | 2.700 | 2.700 | 2.700 | 2.700 | 2.700 |
productie-uren | 98.664 | 92.000 | 89.800 | 89.800 | 89.800 | 89.800 | 89.800 |
Totaal aantal productie-uren K1 | 377.898 | 406.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal productieve uren NFI | |||||||
Kerntaak 1 zaaksonderzoek | 377.898 | 406.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 | 402.100 |
Kerntaak 2 research | 147.226 | 166.000 | 171.000 | 171.000 | 171.000 | 171.000 | 171.000 |
Kerntaak 3 onderwijs en kennis | 32.211 | 28.700 | 29.600 | 29.600 | 29.600 | 29.600 | 29.600 |
Uren, omzet en uurtarief NFI | |||||||
Productie-uren | 557.335 | 600.800 | 602.700 | 602.700 | 602.700 | 602.700 | 602.700 |
Totale omzet (x € 1.000) * | 138.382 | 129.653 | 132.530 | 132.572 | 131.620 | 131.545 | 131.545 |
Indicatief uurtarief (€) | 230 | 208 | 216 | 216 | 214 | 214 | 214 |
Generieke indicatoren | |||||||
Saldo van baten en lasten (% van baten) | 1,58% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Aantal fte (inclusief extern personeel) | 701 | 750 | 804 | 804 | 796 | 795 | 795 |
% op tijd | 96% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Toelichting
De meerjarige aantallen zijn mede gebaseerd op de Service Level Agreement 2025 (SLA). De afspraken voor de SLA 2026 met de ketenpartners worden eind 2025 vastgelegd en worden bepaald op basis van beleidsmatige ontwikkelingen en wensen van de ketenpartners.
In de eerste tabel met doelmatigheidsindicatoren wordt bij de productie van zaakonderzoek (K1) onderscheid gemaakt tussen stuks- en urenproducten. Het totaal van de stuksproducten en urenproducten worden vertaald naar het aantal productie-uren (de stuksproducten kennen een bepaalde normtijd). In de tweede tabel zijn ook indicatoren opgenomen voor zaakonderzoek (K1), research (K2) en onderwijs en kennis (K3).
In de tabellen is steeds het aantal productie-uren opgenomen. Daarnaast hanteert het NFI declarabele uren, waarin alleen rechtstreeks aan een product gerelateerde uren zijn begrepen. De totale omzet wordt, zoals is opgenomen in de laatste tabel (gemarkeerd met een *), berekend door het totaal aantal declarabele uren te vermenigvuldigen met het uurtarief. Vervolgens wordt hierbij de post overige bijdragen opgeteld.
Screeningsautoriteit Justis screent om inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van personen en organisaties. Justis doet dit in het belang van het functioneren van de rechtsstaat en de veiligheid in en van de samenleving. Justis screent op terreinen waarvan politiek en samenleving vinden dat betrouwbaarheid belangrijk is. Onafhankelijk en met oog voor privacy weegt Justis individuele belangen van personen en organisaties af tegen het collectieve belang, met als doel kwetsbare belangen te beschermen en risico’s te verminderen.
Toelichting op de meerjarige begroting van baten en lasten
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 62.212 | 67.522 | 67.522 | 67.522 | 67.522 | 67.522 |
Baten als tegenprestatie voor levering van input | 5.255 | 4.851 | 4.851 | 4.851 | 4.851 | 4.851 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 67.467 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | ||||||
- Personele kosten | 39.625 | 45.862 | 45.862 | 45.862 | 45.862 | 45.862 |
waarvan eigen personeel | 32.807 | 33.825 | 33.825 | 33.825 | 33.825 | 33.825 |
waarvan inhuur externen | 6.818 | 12.037 | 12.037 | 12.037 | 12.037 | 12.037 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 27.843 | 26.511 | 26.511 | 26.511 | 26.511 | 26.511 |
waarvan apparaat ICT | 1.032 | 1.265 | 1.265 | 1.265 | 1.265 | 1.265 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 7.961 | 7.863 | 7.863 | 7.863 | 7.863 | 7.863 |
waarvan overige materiële kosten | 18.850 | 17.383 | 17.383 | 17.383 | 17.383 | 17.383 |
Materiële programmakosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 67.467 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Baten als tegenprestatie voor de levering van goederen en/of diensten
Vanaf 2023 is een nieuwe financieringssystematiek ingevoerd. De baten als tegenprestatie voor de levering van goederen en/of diensten bestaat uit een bijdrage voor de totale uitvoeringskosten voor de producten van de opdrachtgevers binnen en buiten het ministerie van JenV. Deze bijdrage komt tot stand aan de hand van de kostprijzen van de producten, vermenigvuldigd met de volumes van de productie.
In 2022 en jaren ervoor bestond de omzet moederdepartement alleen uit een bijdrage van het Ministerie van JenV voor producten waarvoor geen, of geen kostendekkende, tarieven (konden) worden geheven aan de eindgebruiker en het financieringsresultaat.
De baten van Justis stijgen in 2026 met 12% ten op zichte van 2025. Dit is deels een prijseffect (5%): de kostprijzen stijgen vanwege een hoger prijspeil, met name op het gebied van ambtelijk personeeel. Daarnaast gaat Justis ook een groter volume produceren (3%). Verder zijn in de rijksbegroting 2026 nieuwe producten opgenomen (4%), met name WKI.
In de baten van externe opdrachtgevers is de bijdrage opgenomen van overige departementen buiten JenV. Hier is de bijdrage vanuit het Ministerie van VWS voor de VOG-vrijwilligers (232.000) van € 4,2 mln. opgenomen. Verder betreft het bijdragen vanuit de Ministeries van SZW en IenW voor de continue screening van de Kinderopvang en Taxibranche (€ 0,8 mln). Daarnaast is de geraamde omzet van de bij derden (bedrijven) in rekening te brengen tarieven voor het product GVA (Gedragsverklaring aanbesteding) opgenomen ter waarde van € 0,7 mln.
In onderstaande tabel wordt een nadere uitsplitsing van de baten als tegenprestatie voor de levering van goederen en/of diensten voor 2026 weergegeven.
Opdrachtgever | 2026 |
|---|---|
DGSenB | 32.520 |
DGRR | 29.249 |
Externe opdrachtgevers | 5.753 |
Totaal | 67.522 |
Baten als tegenprestatie voor de levering van inputDit betreft onder andere de bijdrage vanuit DGRR voor het BIBOB register en voorlichting. Daarnaast is de bijdrage opgenomen voor de consequenties van het rapport over de kinderopvangtoeslagaffaire (POK-WAU) en het project Toekomstvaste Informatievoorziening.
Input | 2026 |
|---|---|
BIBOB register en voorlichting | 3284 |
POK-WAU | 642 |
Toekomstvaste IV | 500 |
Overig | 425 |
Totaal | 4.851 |
Lasten
Personele kosten
De uitgaven voor personeel zullen in 2026 naar verwachting hoger zijn dan in 2025. Dat hangt voor het ambtelijk personeel samen met de CAO stijging die doorwerkt in de lasten. Verder is er een flink aantal vacatures die moeilijk vervulbaar zijn waardoor meer extern personeel nodig is voor de uitvoering van de taken. De realisatie op externe inhuur was in 2024 € 9,5mln. De begroting voor 2026 is meer in lijn gebracht met de realisatie.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen personeel | ||||||
Kosten (x € 1.000) | 32.807 | 33.825 | 33.825 | 33.825 | 33.825 | 33.825 |
Aantal Fte's | 347 | 377 | 377 | 377 | 377 | 377 |
Extern personeel | ||||||
Kosten (x € 1.000) | 6.818 | 12.037 | 12.037 | 12.037 | 12.037 | 12.037 |
Overige P-kosten | ||||||
Kosten (x € 1.000) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale kosten (x € 1.000) | 39.625 | 45.862 | 45.862 | 45.862 | 45.862 | 45.862 |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 32.257 | 25.657 | 25.657 | 25.657 | 25.657 | 25.657 |
2 | +/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 67.467 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 | 72.373 |
– /– totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 67.467 | ‒ 72.373 | ‒ 72.373 | ‒ 72.373 | ‒ 72.373 | ‒ 72.373 | |
Totaal operationele kasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3 | – /– totaal investeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal investeringsstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4 | – /– eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 6.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– /– aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal financieringskasstroom | ‒ 6.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5 | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 25.657 | 25.657 | 25.657 | 25.657 | 25.657 | 25.657 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De uitkering aan het moederdepartement in 2025 heeft te maken met het positieve resultaat van Justis in 2024. Naar aanleiding daarvan is de exploitatiereserve toegenomen tot de maximale omvang, het overschat is overgemaakt aan het moederdepartement.
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
|---|---|---|---|---|---|---|
Risicomeldingen | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 2.350 |
Omzet (x €1.000)1 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. |
TIV | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 800 | 900 | 900 | 900 | 900 | 900 |
Omzet* (x €1.000) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd: % verstrekking A binnen 3 dagen | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Doorlooptijd: % verstrekking B binnen 4 weken | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Doorlooptijd: % verstrekking C binnen 4 maanden | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
GSR | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 1.000 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 |
Omzet* (x €1.000) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd: % positieve beslissing binnen 8 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Doorlooptijd: % negatieve beslissing binnen 12 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
BIBOB | ||||||
Tarief | € 700,00 | € 700,00 | € 700,00 | € 700,00 | € 700,00 | € 700,00 |
Volume | 230 | 230 | 230 | 230 | 230 | 230 |
Omzet* (x €1.000) | € 161 | € 161 | € 161 | € 161 | € 161 | € 161 |
Doorlooptijd: % binnen 8 weken | 60% | 60% | 60% | 60% | 60% | 60% |
Doorlooptijd: % binnen 12 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Gratie | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Omzet* (x €1.000) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd: % binnen 6 maanden | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
Verklaring omtrent het Gedrag (VOG NP) | ||||||
Tarief (via gemeenten) | € 41,35 | € 41,35 | € 41,35 | € 41,35 | € 41,35 | € 41,35 |
Tarief (elektronisch) | € 33,85 | € 33,85 | € 33,85 | € 33,85 | € 33,85 | € 33,85 |
Volume | 1.300.000 | 1.325.000 | 1.325.000 | 1.325.000 | 1.325.000 | 1.325.000 |
Omzet* (x €1.000) | € 44.185 | € 45.038 | € 45.038 | € 45.038 | € 45.038 | € 45.038 |
Doorlooptijd: % binnen 4 weken | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% |
Doorlooptijd: % binnen 8 weken na VTW | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
Verklaring omtrent het Gedrag (VOG RP) | ||||||
Tarief | € 207,00 | € 207,00 | € 207,00 | € 207,00 | € 207,00 | € 207,00 |
Volume | 9.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Omzet* (x €1.000) | € 1.863 | € 1.656 | € 1.656 | € 1.656 | € 1.656 | € 1.656 |
Doorlooptijd: % binnen 8 weken | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% |
Doorlooptijd: % binnen 12 weken na VTW | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
VOG-P | ||||||
Tarief | € 70,00 | € 70,00 | € 70,00 | € 70,00 | € 70,00 | € 70,00 |
Volume | 22.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 |
Omzet overige departementen (x €1.000) | € 1.540 | € 1.330 | € 1.330 | € 1.330 | € 1.330 | € 1.330 |
Gratis VOG | ||||||
Volume | 225.000 | 232.000 | 232.000 | 232.000 | 232.000 | 232.000 |
Omzet overige departementen (x €1.000) | € 3.825 | € 3.944 | € 3.944 | € 3.944 | € 3.944 | € 3.944 |
GVA | ||||||
Tarief | € 75,00 | € 75,00 | € 75,00 | € 75,00 | € 75,00 | € 75,00 |
Volume | 11.500 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 |
Omzet* (x €1.000) | € 863 | € 825 | € 825 | € 825 | € 825 | € 825 |
Doorlooptijd: % binnen 8 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Doorlooptijd: % binnen 16 weken na VTW | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Naamswijziging | ||||||
Tarief | € 835,00 | € 835,00 | € 835,00 | € 835,00 | € 835,00 | € 835,00 |
Volume | 3.650 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Omzet* (x €1.000) | € 3.048 | € 3.340 | € 3.340 | € 3.340 | € 3.340 | € 3.340 |
Doorlooptijd: % binnen 20 weken | 98% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
WWM beroepen | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 |
Omzet* (x €1.000) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd: % binnen 26 weken | 95% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% |
WWM ontheffingen | ||||||
Tarief | € 80,00 | € 80,00 | € 80,00 | € 80,00 | € 80,00 | € 80,00 |
Volume | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 | 360 |
Omzet* (x €1.000) | € 29 | € 29 | € 29 | € 29 | € 29 | € 29 |
Doorlooptijd: % binnen 13 weken | 95% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% |
BOA (Buitengewone opsporingsambtenaren) | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 10.500 | 10.500 | 10.500 | 10.500 | 10.500 | 10.500 |
Omzet* (x €1.000) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Doorlooptijd: % verzoek art. 142 binnen 16 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
BOD (Bijzondere opsporingsdienst) | ||||||
Tarief | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
Volume | 350 | 700 | 700 | 700 | 700 | 700 |
Omzet* (x €1.000) | ||||||
Doorlooptijd: % BOD binnen 8 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
WPBR ondernemingen | ||||||
Tarief | € 600,00 | € 600,00 | € 600,00 | € 600,00 | € 600,00 | € 600,00 |
Volume | 1.000 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 |
Omzet* (x €1.000) | € 600 | € 840 | € 840 | € 840 | € 840 | € 840 |
Doorlooptijd: % binnen 13 weken | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
WPBR leidinggevenden | ||||||
Tarief | € 92,00 | € 92,00 | € 92,00 | € 92,00 | € 92,00 | € 92,00 |
Volume | 1.100 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 |
Omzet* (x €1.000) | € 101 | € 120 | € 120 | € 120 | € 120 | € 120 |
Continue screening | ||||||
Volume Taxi en Kinderopvang | 347.000 | 353.000 | 353.000 | 353.000 | 353.000 | 353.000 |
Omzet (x €1.000) | € 687 | € 804 | € 804 | € 804 | € 804 | € 804 |
Dienst Justis - totaal | ||||||
Fte- totaal (intern personeel) | 347 | 347 | 347 | 347 | 347 | 347 |
Saldo baten en lasten in % van totale baten | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
De Justitiële Informatiedienst draagt bij aan een veilige en rechtvaardige samenleving. Dit doen we door belanghebbenden te voorzien van cruciale informatie uit het domein van Justitie, Veiligheid, Asiel en Migratie. Met dit werk levert de organisatie een bijdrage aan een veilige en rechtvaardige samenleving, zowel binnen als buiten Nederland. De werkzaamheden worden uitgevoerd ten behoeve van de mensen die de samenleving vormen. Daarmee oefenen we een behoorlijke (maatschappelijke) impact uit – het werk doet er daadwerkelijk toe. Op deze manier draagt de Justitiële Informatiedienst ook bij aan de missie van JenV en AenM.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Baten als tegenprestatie voor de levering van goederen en/of diensten | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 92.471 | 92.214 | 91.727 | 91.837 | 91.928 | 91.928 |
- Personele kosten | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 |
waarvan eigen personeel | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 |
waarvan inhuur externen | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 |
waarvan overige personele kosten | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 |
- Materiële kosten | 25.156 | 24.899 | 24.412 | 24.522 | 24.613 | 24.613 |
waarvan apparaat ICT | 16.404 | 16.404 | 16.404 | 16.404 | 16.404 | 16.404 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
waarvan overige materiële kosten | 8.252 | 7.995 | 7.508 | 7.618 | 7.709 | 7.709 |
Materiële programmakosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Afschrijvingskosten | 2.531 | 2.773 | 3.341 | 3.225 | 3.151 | 3.151 |
- Materieel | 2.531 | 2.773 | 3.341 | 3.225 | 3.151 | 3.151 |
waarvan apparaat ICT | 2.531 | 2.773 | 3.341 | 3.225 | 3.151 | 3.151 |
waarvan overige materiele kosten | ||||||
- Immaterieel | ||||||
Overige lasten | 0 | ‒ 587 | ‒ 1.268 | ‒ 1.562 | ‒ 1.679 | ‒ 1.679 |
waarvan dotaties voorzieningen | ||||||
waarvan bijzondere lasten | ‒ 587 | ‒ 1.268 | ‒ 1.562 | ‒ 1.679 | ‒ 1.679 | |
Totaal lasten | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsaandeel VPB-lasten | ||||||
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Omzet
De omzet van Justid bestaat uit beheeropdrachten, projectopbrengsten en overige opbrengsten. Deze is na verwachting als volgt onder te verdelen: Baten vanuit moederdepartement € 85,8 mln, baten vanuit overige departementen € 4,1 mln en baten vanuit partijen partijen anders dan departementen € 5,2 mln. Voor 2026 en verder verwacht Justid een gelijkblijvende omzet.
De totale omzet laat een daling zien van 2025 naar 2029 van € 1,6 mln, dit betreft de taakstelling van Justid.
Lasten
Personele kosten
Onder de personele kosten zijn zowel de kosten van ambtelijk personeel als externe inhuur opgenomen. Justid maakt gebruik van externe inhuur om een flexibele schil te creëren voor de uit te voeren tijdelijke projectwerkzaamheden. Zoals hierboven vermeld is de verwachting dat de projectwerkzaamheden de komende jaren op niveau blijven, waardoor ook de externe inhuur gelijk zal blijven. In 2025 is waar mogelijk de externe inhuur verambtelijkt zodat, in vergelijking met 2024 en eerdere jaren, een daling van de kosten voor externe inhuur wordt verwacht. De begrote fte’s voor ambtelijk personeel blijft eveneens stabiel.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen personeel | |||||||
Kosten | 45.130 | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 | 53.529 |
Aantal fte's | 538 | 538 | 538 | 538 | 538 | 538 | 538 |
Gem loonsom | 83.885 | 99.552 | 99.496 | 99.496 | 99.496 | 99.496 | 99.496 |
FTE voor DNO en Overhead | 488 | 488 | 488 | 488 | 488 | 488 | 488 |
FTE voor Change | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Externe inhuur | |||||||
Kosten | 11.288 | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 | 10.045 |
Aantal fte's | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 |
Gem kosten p/u (1.692 u per jaar) | 148 | 132 | 132 | 132 | 132 | 132 | 132 |
Overige personele kosten | 2.542 | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 | 3.741 |
Totale kosten | 58.960 | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 | 67.315 |
Materiële kosten
De materiële apparaat ICT kosten bestaan uit contracten met leveranciers voor onder andere onderhoud van ICT apparatuur (zoals servers en netwerk), ICT middelen (zoals opslagruimtes en multifunctionals) en jaarlijkse licentiekosten voor software. De raming voor de materiële kosten betreft het regulier beheer van ICT infrastructuur en applicatielandschap. Grote wijzigingen, zoals vernieuwing van applicaties als gevolg van end of life of door wetswijzigingen, valt buiten het reguliere beheer en kan Justid niet eigenstandig begroten. Hiervoor zal in nauwe afstemming met opdrachtgevers telkens incidenteel financiering gevonden moeten worden.
De overige materiële kosten bevatten onder andere huisvestingslasten, kosten inbesteding en overige exploitatiekosten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen op hardware, zoals servers, laptops en telefoons.
Overige lasten
Onder deze post is de verwachte taakstelling voor Justid opgenomen. De taakstelling moet intern worden ingevuld. In het jaarplan en de begroting 2026 zal hiervoor een voorstel worden opgenomen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 7.462 | 7.317 | 7.043 | 5.981 | 4.468 | 2.458 |
2 | +/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 92.471 | ‒ 92.214 | ‒ 91.727 | ‒ 91.837 | ‒ 91.928 | ‒ 91.928 | |
Totaal operationele kasstroom | 2.631 | 2.286 | 2.173 | 1.763 | 1.572 | 1.572 | |
3 | -/- totaal investeringen | ‒ 4.209 | ‒ 5.143 | ‒ 4.268 | ‒ 1.859 | ‒ 1.865 | ‒ 1.865 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal investeringsstroom | ‒ 4.209 | ‒ 5.143 | ‒ 4.268 | ‒ 1.859 | ‒ 1.865 | ‒ 1.865 | |
4 | -/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 2.467 | ‒ 1.917 | ‒ 2.467 | ‒ 2.917 | ‒ 3.217 | ‒ 3.517 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 3.900 | 4.500 | 3.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
Totaal financieringskasstroom | 1.433 | 2.583 | 1.033 | ‒ 1.417 | ‒ 1.717 | ‒ 2.017 | |
5 | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 7.317 | 7.043 | 5.981 | 4.468 | 2.458 | 149 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit opbrengsten uit de dienstverlening en uit directe en indirecte kosten exclusief afschrijvingen.
Investeringskasstroom
De investeringen die worden gedaan zijn gerelateerd aan vernieuwing en vervanging van ICT componenten (hardware en software licenties).
Doelmatigheid
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (groep) (* € 1.000) | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
Tarieven/uur | 115,00 | 115,00 | 115,00 | 115,00 | 115,00 | 115,00 |
Omzet per productgroep (pxq) (* € 1.000) | 95.102 | 94.500 | 93.900 | 93.600 | 93.500 | 93.500 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 538 | 538 | 538 | 538 | 538 | 538 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
De voorgeschreven doelmatigheidsindicatoren worden door Justid berekend, gemonitord, gestuurd en via de tertaalrapportages gerapporteerd. De indicatoren ‘kostprijs per productgroep/ dienst’ en ‘omzet per productgroep/ dienst’ vermelden nu de totale kosten respectievelijk omzet. Vanaf 2023 is het mogelijk de kostprijs en omzet per opdracht(gever) te monitoren vanuit de recentelijk geïmplementeerde projectenadministratie. Kanttekening daarbij is dat Justid geen standaard productgroepen of diensten heeft die het repeterend voortbrengt; elke Overeenkomst van Opdracht, Dienst Nadere Overeenkomst of Project is verschillend en wordt apart geoffreerd. Bovendien wijzigen de dienstverleningsafspraken jaarlijks en soms ook gedurende het jaar. De daaraan gekoppelde mutaties in de inzet van personeel en materieel werken door in de kostprijs en omzet, waarmee deze indicatoren niet sec de ontwikkeling van de doelmatigheid weergeven, maar ook de resultante zijn van meer- of minderwerk. Justid begroot op een 0-saldo, mee- en tegenvallers worden deel van het eigen vermogen conform de Regeling agentschappen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage overhead | 24,5% | 24,5% | 24,5% | 24,5% | 24,5% | 24,5% |
Verhouding directe en indirecte kosten | ||||||
Productiviteit | 72,0% | 72,0% | 72,0% | 72,0% | 72,0% | 72,0% |
Ziekteverzuim | 6,3% | 6,3% | 6,3% | 6,3% | 6,3% | 6,3% |
% Externe inhuur (t.o.v. intern personeel) | 15% | 15% | 15% | 15% | 15% | 15% |
De overhead van Justid bevat de klassieke piofach (of scopafijth) functies en ligt stabiel rond de 24,5%.
Justid streeft naar een verzuimpercentage lager dan 6,3% conform de Handleiding Overheidstarieven 2025. Voor Justid is in de driehoek afgesproken dat de totale kosten van tijdelijk extern personeel niet hoger mogen zijn dan 20% van de totale personele kosten. De externe inhuur is begroot op 15%. De roemernorm van 10% is niet haalbaar, omdat Justid tijdelijke projecten uitvoert waarvoor geen structurele kosten worden gemaakt.
De Justitiële ICT Organisatie zorgt voor het beheer en de (door)ontwikkeling van specifieke en gemeenschappelijke ICT-diensten gericht op de ondersteuning van onderdelen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Dit geldt tevens voor onderdelen van het Ministerie van Asiel en Migratie (AenM). De opdrachtgevers zijn onder meer de Dienst Justitiële Inrichtingen, de Raad voor de Kinderbescherming, Dienst Justis, de Dienst Terugkeer en Vertrek, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, gemeenschappelijke dienstverlening in opdracht van JenV. De Justitiële ICT Organisatie staat voor veilige, betrouwbare en vernieuwende ICT en investeert in kennis en expertise van medewerkers en een moderne infrastructuur. De focus ligt in 2026 bij het verder versterken van de digitale weerbaarheid, de kwaliteit van de dienstverlening en het verbeteren van de samenwerking met de opdrachtgevers.
Baten en lasten
In onderstaand overzicht wordt de meerjarenbegroting weergegeven en toegelicht.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Omzet | 190.905 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 |
- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 190.905 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 |
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 190.905 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 171.164 | 202.873 | 202.873 | 202.873 | 202.873 | 202.873 |
- Personele kosten | 97.947 | 106.223 | 106.223 | 106.223 | 106.223 | 106.223 |
waarvan eigen personeel | 62.723 | 67.156 | 67.156 | 67.156 | 67.156 | 67.156 |
waarvan inhuur externen | 32.661 | 34.199 | 34.199 | 34.199 | 34.199 | 34.199 |
waarvan overige personele kosten | 2.563 | 4.867 | 4.867 | 4.867 | 4.867 | 4.867 |
- Materiële kosten | 73.217 | 96.650 | 96.650 | 96.650 | 96.650 | 96.650 |
waarvan apparaat ICT | 57.914 | 75.300 | 75.300 | 75.300 | 75.300 | 75.300 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 400 | 3.607 | 3.607 | 3.607 | 3.607 | 3.607 |
waarvan overige materiële kosten | 14.904 | 17.744 | 17.744 | 17.744 | 17.744 | 17.744 |
Rentelasten | 850 | 912 | 912 | 912 | 912 | 912 |
Afschrijvingskosten | 18.891 | 17.823 | 17.823 | 17.823 | 17.823 | 17.823 |
- Materieel | 17.058 | 16.655 | 16.655 | 16.655 | 16.655 | 16.655 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 1.833 | 1.167 | 1.167 | 1.167 | 1.167 | 1.167 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 190.905 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsaandeel VPB-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
De omzet wordt verdeeld naar moederdepartement € 200.433 (90,0%) en omzet derden € 21.174 De omzet moederdepartement bevat de omzet ten behoeve van JenV. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) levert de grootste bijdrage (ca. 70%) aan deze omzet.
De begroting en formatie en daarmee ook de omzet van de Justitiële ICT Organisatie zal net als de afgelopen jaren ook dit jaar stijgen als gevolg van zowel volume- als prijsstijgingen. De volumestijgingen zijn het gevolg van uitbreiding van diensten op zowel aantallen als projectmatige werkzaamheden. Wij verwachten dat deze groei, op verantwoorde wijze, ook de komende jaren zal doorzetten. Hiermee doen wij recht aan onze missie om de ICT-dienstverlener te zijn van JenV. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld waarbij de nieuwe tarieven zijn gebaseerd op integrale kostendekkende kostprijzen.
Lasten
Personele kosten
Onderstaand is een overzicht opgenomen van het aantal medewerkers (in fte) en de loonkosten daarvan. De personeelskosten betreffen zowel ambtelijke medewerkers in dienst van de Justitiële ICT Organisatie als tijdelijke externe inhuur. In de personele kosten van 2026 is bij de loonontwikkeling rekening gehouden met de nullijn conform het regeerakkoord. Voor 2026 is er rekening gehouden met verdere verambtelijking. In de verambtelijkingsopgave ondervindt de Justitiële ICT Organisatie hinder van de krapte op de arbeidsmarkt, omdat het veel specifieke (IT-) functies nodig heeft, die in de markt veelgevraagd zijn en weinig beschikbaar. De Justitiële ICT Organisatie spant zich in om deze posities zo snel mogelijk in te vullen met eigen personeel.
Extern personeel wordt ingezet voor tijdelijke projecten, specifieke kennis of moeilijk te vervullen functies. Met de stijgende interne en externe bezetting kan de Justitiële ICT Organisatie de dienstverlening borgen en daarmee aan de vraag van de opdrachtgevers voldoen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen personeel | ||||||
Kosten | 62.723 | 67.156 | 67.156 | 67.156 | 67.156 | 67.156 |
Aantal fte's | 610,6 | 644,7 | 644,7 | 644,7 | 644,7 | 644,7 |
Externe inhuur | ||||||
Kosten | 32.661 | 34.199 | 34.199 | 34.199 | 34.199 | 34.199 |
Aantal fte's | 113 | 171,2 | 171,2 | 171,2 | 171,2 | 171,2 |
Overige personele kosten | 2.563 | 4.867 | 4.867 | 4.867 | 4.867 | 4.867 |
Totale kosten (x € 1.000) | 97.947 | 106.223 | 106.223 | 106.223 | 106.223 | 106.223 |
Materiële kostenDe materiële apparaat ICT kosten bestaan uit contracten met leveranciers voor onder andere onderhoud van ICT-apparatuur (zoals servers en netwerkcomponenten), ICT-middelen (zoals opslagruimtes, multifunctionals etc.) en jaarlijkse licentiekosten voor software.
De overige materiële apparaatskosten bevatten onder andere kosten voor huisvesting en het wagenpark en overige exploitatiekosten.
Rentelasten
De rentelasten betreffen de kosten op de leningen die de Justitiële ICT Organisatie heeft uitstaan bij het Ministerie van Financiën.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen op hardware en software. De investeringen zijn gerelateerd aan onder andere laptops, uitbreiding van netwerk-, server- en opslagcapaciteit en de vernieuwing van werkplekken voor videovergaderingen.
Het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht worden de geldstromen inzichtelijk gemaakt. Op basis van de Jaarrekening 2023 (Slotwet 2023) is de rekening courant op 1 januari 2025 € 9,2 mln.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 |
2 | +/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 190.905 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 | 221.607 |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 172.014 | ‒ 203.785 | ‒ 203.785 | ‒ 203.785 | ‒ 203.785 | ‒ 203.785 | |
Totaal operationele kasstroom | 18.891 | 17.822 | 17.822 | 17.823 | 17.823 | 17.823 | |
3 | -/- totaal investeringen | ‒ 31.844 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal investeringsstroom | ‒ 31.844 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | ‒ 30.355 | |
4 | -/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 18.891 | ‒ 17.823 | ‒ 17.823 | ‒ 17.823 | ‒ 17.823 | ‒ 17.823 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 31.844 | 30.355 | 30.355 | 30.355 | 30.355 | 30.355 | |
Totaal financieringskasstroom | 12.953 | 12.533 | 12.533 | 12.532 | 12.532 | 12.532 | |
5 | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 | 18.613 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit opbrengsten uit de dienstverlening en uit directe en indirecte kosten exclusief afschrijvingen.
Investeringskasstroom
De investeringen die in 2026 nodig zijn bevatten de kosten voor aanschaf van hard- en software en de overige vaste activa op de balans.
Doelmatigheid
Overhead
De overhead van de organisatie is berekend als percentage van de kosten van de PIOFACH- en staffuncties ten opzichte van de totale kosten van de Justitiële ICT Organisatie.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet | 190,9 | 221,6 | 221,6 | 221,6 | 221,6 | 221,6 |
Kosten overhead | 38,1 | 40,3 | 40,3 | 40,3 | 40,3 | 40,3 |
Overhead % | 20,0% | 18,2% | 18,2% | 18,2% | 18,2% | 18,2% |
Omzet per productgroep
Algemene diensten betreffen, zoals hierboven is gesteld, de werkplekdiensten. Onder specifieke diensten valt het beheer van applicaties en onder expertise diensten valt de projectenportefeuille.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene diensten | 87,2 | 102,9 | 102,9 | 102,9 | 102,9 | 102,9 |
Specifieke diensten | 79,6 | 85,6 | 85,6 | 85,6 | 85,6 | 85,6 |
Expertise diensten | 24,1 | 33,1 | 33,1 | 33,1 | 33,1 | 33,1 |
Totaal | 190,9 | 221,6 | 221,6 | 221,6 | 221,6 | 221,6 |
Opdrachtgeverstevredenheid
De basiswaarde van de opdrachtgeverstevredenheid is in 2021 vastgesteld op 7. De ambitie is om in een periode van 3 jaar met een half punt te stijgen naar 7,5. De Justitiële ICT Organisatie meet de opdrachtgeverstevredenheid door middel van een opdrachtgeverstevredenheidsonderzoek. De resultaten van eerdere onderzoeken geven aanleiding om de leverbetrouwbaarheid te verbeteren.
De Rechtspraak geeft in dit hoofdstuk, dat gebaseerd is op de PMJ-prognose van december 2024 en de MPP van september 2024, aan welke activiteiten zij in de jaren 2025–2030 gaat verrichten en welke middelen daarvoor nodig zijn.
6.1 Beleidsmatige ontwikkelingen en doelen
Dit hoofdstuk beschrijft de beleidsdoelen, die voortvloeien uit de missie, visie en agenda van de Rechtspraak29 met inachtneming van de prijsafspraken voor de periode 2026-2028 tussen de Raad voor de rechtspraak en de Minister van JenV.
De missie van de Rechtspraak geeft aan dat de Rechtspraak rechten en vrijheden beschermt, opkomt voor de democratische rechtsstaat, zorgt voor een goede toepassing van het recht en voor beslissingen door onafhankelijke, onpartijdige, integere en deskundige rechters. Deze missie is vervolgens vertaald in een visie, zijnde de Rechtspraak is rechtvaardig, toegankelijk, tijdig en transparant en speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen. Richting 2030 is een Agenda van de Rechtspraak geformuleerd waarin gefocust wordt op twee thema’s:
1. Burgerperspectief: de Rechtspraak wil graag toegankelijk en begrijpelijk zijn, ook voor mensen zonder juridische kennis. De rechtzoekende moet zich gehoord en serieus genomen voelen. De Rechtspraak streeft naar heldere uitspraken en kijkt niet alleen naar de juridische vraag, maar ook naar de persoonlijke situatie van rechtszoekenden en de maatschappelijke context van een zaak. Om dit te bewerkstelligen loopt een aantal projecten zoals Preventie met Gezag/Wijkrechtspraak en het voor de burger begrijpelijker maken van brieven en berichten. Ook worden nieuwe initiatieven ontplooid zoals het principe ‘één gezin, één rechter’ naar aanleiding van het reflectierapport van de familie- en jeugdrechters.
2. (Institutionele) vernieuwing: onder meer vanwege een op langere termijn zeer uitdagende arbeidsmarkt zet de Rechtspraak in op meer samenwerking en aanpassingen in de uitvoering van het werk, zoals meer regievoering, inzet van digitalisering en gebruik van artificiële intelligentie (AI). Ook wordt verkend of bulkzaken meer geconcentreerd kunnen worden afgedaan. Daarnaast zet de Rechtspraak in op het vergroten van het welzijn en de ontwikkeling van zijn medewerkers.
De gerechten, de landelijke diensten en de Raad voor de rechtspraak werken in 2026 gezamenlijk aan de belangrijkste beleidsdoelen aan de hand van de missie en visie van de Rechtspraak. De hierboven genoemde twee thema’s – burgerperspectief en institutionele vernieuwing – geven daarbij richting en focus. Welke beleidsdoelen daarbij in ieder geval een belangrijke rol zullen spelen wordt hieronder toegelicht.
Innovatie en maatschappelijk effectieve rechtspraak
De veranderende behoeften van de samenleving vragen om rechtspraak die zichzelf blijft verbeteren en aanpassen. Voor mensen met een juridisch probleem is de oplossing niet altijd (alleen) het doorhakken van de juridische knoop. Soms is het nodig en passend om achterliggende problemen aan te pakken. De Rechtspraak wil met innovatieve projecten zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeften van rechtzoekenden. In het kader van maatschappelijk effectieve rechtspraak is er extra aandacht voor laagdrempelige, toegankelijke en snelle rechtspraak en het probleem achter het juridische geschil.
Innovatie binnen de Rechtspraak bereikt een nieuwe fase waarin de nadruk steeds meer komt te liggen op implementatie. Zo is de schuldenfunctionaris landelijk geïmplementeerd, wordt Wijkrechtspraak organisch uitgebreid en wordt er op meerder locaties geëxperimenteerd met de regelrechter.
Klantonderzoek
De Rechtspraak wil inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en verbeteren vanuit het perspectief van de rechtzoekende. Dat doet ze onder meer door het uitvoeren van klantonderzoeken. Onafhankelijk klantonderzoek onder burgers en andere rechtzoekenden, zoals bedrijven en professionals, geeft inzicht in de waardering voor het functioneren van de Rechtspraak en geeft aanknopingspunten voor verbetering.
Begrijpelijke en mensgerichte communicatie
De rechter moet toegankelijk zijn voor iedereen. De Rechtspraak zorgt daarom voor laagdrempelige toegang en begrijpelijke informatie vanuit het perspectief van de burger. Door voortdurend te luisteren naar en te leren van de ervaringen van burgers, verbetert de Rechtspraak stapsgewijs haar communicatie: digitaal, geschreven, aan de telefoon en in de gerechten.
Zowel de burger met juridische bijstand als de zelfstandig procederende burger moet zich goed kunnen redden als procespartij. De Rechtspraak biedt praktische en begrijpelijke informatie over de stappen in de procedure en wat er op welk moment van iedere procespartij wordt verwacht. Door de rechtzoekende als het ware ‘aan de hand te nemen’ en in heldere taal uit te leggen wat de stappen in de procedure zijn en wie wat wanneer moet doen, voelen burgers zich bekwaam in plaats van onzeker. Hiermee wordt het vertrouwen in de rechtspraak versterkt. Daarnaast dragen goede informatievoorziening en beter inzicht bij aan het gezag van de rechter en aan acceptatie van de uitspraak.
Reflectie familie- en jeugdrecht
In februari 2023 heeft de reflectiecommissie familie- en jeugdrechters van de gerechten haar rapport ‘Recht doen aan kinderen en ouders’ gepubliceerd. Dit rapport bevat de reflectie op de werkwijze van rechters in het familie- en jeugdrecht en volgt op een eerder onderzoek van bestuursrechters naar hun rol in de toeslagenaffaire. Conclusie is dat er voor bescherming van kwetsbare kinderen en hun ouders meer tijd en continuïteit in het hele proces rondom familie- en jeugdzaken moet komen. Hun belangen kunnen daardoor beter worden beschermd. De rechtsbescherming van deze kinderen en hun ouders moet verder worden verbeterd.
De Rechtspraak streeft naar meer zittingscapaciteit, inclusief meer tijd voor de voorbereiding en nabewerking van de zaken die op deze zittingen worden behandeld. Daarom is de Rechtspraak bezig ervoor te zorgen dat de rechter standaard spreekt met ouders en kinderen bij een verlengingsverzoek van een ondertoezichtstelling (meldbriefprocedure) en dat zaken van één gezin door één rechter worden behandeld (de regierechter). Naar verwachting komt dit ook ten goede aan de motivering van de uitspraken in deze zaken. Daarnaast wordt er verder gewerkt aan ruimte om rechters onderlinge te laten reflecteren op de invulling van hun rol. Voor de kindgesprekken worden kinderen vanaf 8 jaar uitgenodigd. Dit was eerder nog vanaf 12 jaar. Ook hoopt de Rechtspraak dat de inzet van pedagogisch medewerkers zal bijdragen aan meer kennis rondom huiselijk geweld, gehechtheid en culturele achtergrond. Een rol vergelijkbaar met de rol van forensisch medewerkers in strafzaken.
Digitalisering
Sinds 2023 werkt de Rechtspraak vanuit een gezamenlijke digitaliseringsstrategie aan stabiele digitalisering. De centrale gedachte is dat iedereen (rechtzoekende, procespartijen, ketenpartners en medewerkers van de Rechtspraak) op elk gewenst moment, op elke gewenste plek kan beschikken over de informatie die hen toekomt. Waar de afgelopen jaren in het teken hebben gestaan van het faciliteren van het digitaal procederen voor de rechtzoekende staat de Rechtspraak de komende jaren voor de opgave deze digitale toegankelijkheid om te zetten in digitaal werken binnen de Rechtspraak. De huidige administratieve systemen moeten verder worden vernieuwd naar systemen voor digitale procesondersteuning om ook intern de vruchten te kunnen plukken van de digitalisering aan de voorkant.
Artificiële Intelligentie (AI)
AI verandert de wereld ingrijpend. De Rechtspraak dient zich daartoe te verhouden. Enerzijds manifesteert AI zich in de casuïstiek: hoe gaan we om met door AI gegeneerde proces- en bewijsstukken? Welk effect heeft AI op bewijsvoering en equality of arms? Anderzijds biedt AI de Rechtspraak ook kansen. AI zou bijvoorbeeld een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan grote vraagstukken van de Rechtspraak zoals het beheersen van doorlooptijden en werkdruk. Investeren en experimenteren is noodzakelijk. De Rechtspraak wil het onder andere mogelijk maken om chatbots in te zetten om laagdrempelig in contact te staan met mensen, AI in te zetten op documentanalyse van complexe dossiers (samenvatten, argumentextractie, annoteren) , uitspraken samen te vatten op B1-niveau en te investeren in voorspelmodellen.
Tijdige en voorspelbare rechtspraak
Voor rechtzoekenden blijft het belangrijk dat zij weten wanneer ze wat van de Rechtspraak kunnen verwachten. Daarom wordt binnen de Rechtspraak blijvend hard gewerkt aan tijdige en voorspelbare rechtspraak, ook na afloop van het landelijke programma Tijdige rechtspraak eind 2025. De Rechtspraak draagt er zorg voor dat de opgedane kennis niet verloren gaat en deze duurzaam wordt doorontwikkeld binnen de organisatie. De gerechten zullen hiermee vanaf 2026 zelfstandig en in samenwerking verder kunnen werken aan de doelen rondom tijdigheid en voorspelbaarheid.
De mensen
De krapte op de arbeidsmarkt is zichtbaar en voelbaar. Dat raakt de hele samenleving en dus ook de Rechtspraak. Dat betekent dat naar de toekomst toe er rekening mee moet worden gehouden dat het werk met minder mensen moet worden gedaan en in sommige gevallen het werk anders georganiseerd moet worden. Hiertoe is de HRM-strategie van de Rechtspraak ontwikkeld. Met strategische personeelsplanning zorgt men ervoor dat de juiste persoon op de juiste plek komt en blijft. De Rechtspraak wil een inclusieve en diverse organisatie zijn. Daarin wordt ruimte geboden voor medewerkers met verschillende achtergronden en het stimuleren van de inbreng van iedere collega. Maatschappelijke ontwikkelingen worden vertaald naar benodigde competenties en vaardigheden voor huidige en toekomstige medewerkers. Daarnaast investeert de Rechtspraak in de leidinggevenden zodat zij hun vak goed kunnen uitoefenen. Ook zorgt het voor een landelijke HRM-informatievoorziening en een uniform HRM-beleid.
Organisatieontwikkeling
De Rechtspraak heeft een bijzondere staatsrechtelijke positie waarbij de onafhankelijkheid een fundamenteel uitgangspunt is en blijft. De komende jaren zal men verkennen op welke wijze de organisatie- en besturingsprincipes van de Rechtspraak het beste verder invulling kunnen geven zonder afbreuk te doen aan dat fundamentele uitgangspunt. De Rechtspraak wil zich de komende jaren daarnaast verder ontwikkelen als een lerende organisatie en meer het vermogen krijgen om in te spelen op de veranderende omstandigheden.
Beveiliging en weerbaarheid
De Rechtspraak ziet toegenomen dreigingen vanuit criminele groepen, statelijke actoren en door verwarde personen. Zorgen voor een veilige en weerbare organisatie is een brede en veelomvattende opgave: het gaat om persoonlijke en fysieke bedreigingen van de rechters en rechtspraakmedewerkers, maar ook om informatiebeveiliging/cybersecurity, privacy en integriteit. De afgelopen jaren heeft de Rechtspraak al op diverse aspecten verbeteringen doorgevoerd. Vanaf 2026 wordt nog meer ingezet op betrouwbaarheidsonderzoeken, begeleiding bij huisbezoeken aan verwarde personen in het kader van de Wvggz en extra maatregelen door de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving ten aanzien van spionagegerelateerde zaken.
Duurzaamheid
De Rechtspraak sluit aan bij het duurzaamheidsbeleid van de rijksoverheid. Binnen de brede waaier aan doelstellingen in dit programma kiest de Rechtspraak ervoor haar visie en strategie middels enkele pijlers vorm te geven. Hierbij wordt gewerkt aan de doelen klimaatneutraal, circulair en versterking van de biodiversiteit, waarbij een klimaatneutrale organisatie het speerpunt is. In het Actieplan Klimaatneutrale Rechtspraak 2030 staan verschillende maatregelen verdeeld over negen thema’s om te komen tot een klimaatneutrale organisatie. Het gaat om energie, papier, ICT, vervoer, afval, catering, inkoop, biodiversiteit en water. Het uitgangspunt bij het nemen van maatregelen is minder en groener.
6.2 Financiën
Bekostiging
De bekostiging van de Rechtspraak is gebaseerd op een productiegerelateerde bijdrage en een bijdrage voor de vaste kosten. Met het gesloten prijsakkoord 2026-2028 is er voor de Rechtspraak extra geld beschikbaar gekomen in de vorm van een aantal oplopende reeksen. Voor 2026 zal er ten opzichte van 2025 met name meer geld beschikbaar komen voor het primaire proces, zowel in het algemeen, als specifiek naar aanleiding van nieuwe regelgeving en jurisprudentie. Daarnaast is er extra geld beschikbaar voor beveiliging en AI.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Bijdrage Ministerie van JenV | 1.475.863 | 1.565.955 | 1.565.010 | 1.581.803 | 1.577.095 | 1.573.168 | 1.570.357 |
Overige bijdrage van Ministerie van JenV | 30.860 | 30.860 | 30.860 | 30.860 | 30.860 | 30.860 | 30.860 |
Overige opbrengsten | 12.786 | 12.786 | 12.786 | 12.786 | 12.786 | 12.786 | 12.786 |
Rentebaten | 902 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NCC | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Toevoeging uit egalisatierekening | |||||||
Bijdrage meer/minder werk | ‒ 9.814 | ||||||
Totaal baten | 1.510.597 | 1.610.601 | 1.609.656 | 1.626.449 | 1.621.741 | 1.617.814 | 1.615.003 |
Lasten | |||||||
Personele kosten | 1.192.502 | 1.270.192 | 1.269.431 | 1.284.291 | 1.281.526 | 1.278.390 | 1.275.662 |
Materiële kosten | 281.393 | 317.548 | 317.358 | 319.323 | 317.382 | 316.598 | 316.515 |
Afschrijvingskosten | 19.657 | 19.657 | 19.657 | 19.657 | 19.657 | 19.657 | 19.657 |
Gerechtskosten | 2.756 | 3.204 | 3.210 | 3.178 | 3.176 | 3.169 | 3.169 |
Totale lasten | 1.496.308 | 1.610.601 | 1.609.656 | 1.626.449 | 1.621.741 | 1.617.814 | 1.615.003 |
Saldo van baten en lasten | 14.289 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid
De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor de vaste kosten, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de secretariaten van de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.
Overige bijdragen van het ministerie van JenV en overige opbrengsten
Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor IVO en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.
Netherlands Commercial Court (NCC)
De jaarlijkse lumpsumbijdrage aan de Rechtspraak voor de kosten in de aanloop- en opstartfase van de Netherlands Commercial Court (NCC) wordt als een vordering op het ministerie opgenomen. Het ministerie zal deze vordering betalen uit de toekomstige ontvangsten van de griffierechten van de NCC-zaken.
Bijdrage meer- en minderwerk
De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten stijgen doordat zaken zwaarder worden door bijvoorbeeld nieuwe wetgeving waardoor meer rechters nodig zijn om een zelfde aantal zaken af te doen en door indexatie van de lonen. Ook stijgt het aantal rechtszaken zodat meer mensen nodig zijn.
Materiële kosten
De materiële kosten stijgen door noodzakelijke investeringen in IT en beveiliging en door indexatie van de prijzen.
Materiële vaste activa | Afschrijvingstermijn |
|---|---|
Hard- en software | 3 jaar |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 5 jaar |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 8 jaar |
Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang | 10 jaar |
Gerechtskosten
De gerechtskosten in civiele en bestuurlijke zaken zijn voor rekening van de gerechten. Het gaat onder andere om kosten voor getuigen, tolken en vertalers en deskundigen. De rechtspraak ontvangt hiervoor een bijdrage op basis van de gerealiseerde kosten.
Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid
In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gespecificeerd.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Productiegerelateerde bijdrage | 757.762 | 821.589 | 805.118 | 810.303 | 805.193 | 805.843 | 803.162 |
Bijdrage vaste kosten | 639.932 | 663.860 | 650.112 | 640.846 | 640.846 | 640.846 | 640.846 |
Prijsakkoord 2026-2028 | 30.765 | 52.145 | 54.765 | 50.195 | 50.065 | ||
Bijdrage voor overige uitgaven | |||||||
Bijzondere kamers rechtspraak | 20.426 | 18.229 | 17.307 | 17.261 | 17.241 | 17.229 | 17.235 |
College van Beroep v/h bedrijfsleven | 14.297 | 12.990 | 12.615 | 12.115 | 9.898 | 9.898 | 9.898 |
Megazaken | 33.642 | 35.133 | 34.916 | 34.944 | 34.944 | 34.944 | 34.944 |
Gerechtskosten | 3.138 | 2.850 | 2.929 | 2.943 | 2.961 | 2.965 | 2.959 |
Bijdrage Niet-BFR 2005 taken | |||||||
Tuchtrecht | 3.571 | 3.656 | 3.656 | 3.656 | 3.656 | 3.656 | 3.656 |
Cie. van toezicht | 7.255 | 7.534 | 7.477 | 7.477 | 7.477 | 7.477 | 7.477 |
Overige | 62 | 114 | 114 | 114 | 114 | 114 | 114 |
Bijdrage JenV-begroting | 1.480.084 | 1.565.955 | 1.565.010 | 1.581.803 | 1.577.095 | 1.573.168 | 1.570.357 |
De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en minister te vermenigvuldigen met de afgesproken productgroepprijzen.
Het kabinet heeft ten aanzien van de geraamde instroomontwikkelingen in de PMJ een ingroeipad gehanteerd. Dit heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting van de Raad voor de rechtspraak niet volledig is gehonoreerd. Met name bij belasting- en handelszaken bij de rechtbanken en bij kantonzaken is de geraamde instroom hoger. Dit kan leiden tot hogere doorlooptijden van zaken.
De uit de JenV-begroting gefinancierde productieafspraak voor vreemdelingenzaken ligt voor 2027 en verdere jaren onder het niveau van de geraamde capaciteitsbehoefte volgens de huidige Meerjaren Productie Prognose migratieketen (MPP).
In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen, daarbij nog uitgaand van de prijzen zoals deze zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2023-2025.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gerechtshoven | |||||||
Handel | 6.054 | 5.916 | 6.098 | 6.187 | 6.194 | 6.217 | 6.206 |
Familie | 4.008 | 3.982 | 3.430 | 3.470 | 3.466 | 3.467 | 3.473 |
Straf | 26.205 | 29.965 | 25.610 | 25.869 | 25.977 | 26.028 | 26.071 |
Belasting | 9.659 | 7.964 | 9.747 | 9.334 | 9.486 | 9.558 | 9.598 |
Rechtbanken | |||||||
Handel | 58.781 | 59.276 | 60.490 | 61.568 | 61.914 | 61.823 | 61.764 |
Familie | 129.774 | 134.384 | 151.749 | 154.386 | 155.238 | 156.568 | 158.061 |
Straf | 162.568 | 173.250 | 165.021 | 165.617 | 166.188 | 166.704 | 167.063 |
Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers) | 39.666 | 44.795 | 40.087 | 40.575 | 40.250 | 39.661 | 39.385 |
Bestuur (Vreemdelingenkamers) | 49.361 | 60.312 | 60.997 | 36.461 | 30.965 | 30.965 | 28.953 |
Kanton | 909.822 | 933.053 | 945.204 | 951.999 | 950.179 | 948.499 | 945.719 |
Belasting | 41.139 | 39.818 | 40.430 | 41.905 | 41.857 | 42.232 | 42.403 |
Bijzondere colleges | |||||||
Centrale Raad van Beroep | 3.733 | 3.354 | 3.198 | 3.279 | 3.477 | 3.495 | 3.294 |
Totaal | 1.440.770 | 1.496.068 | 1.512.062 | 1.500.651 | 1.495.191 | 1.495.217 | 1.491.989 |
Eigen vermogen
De Rechtspraak heeft in 2024 een positief resultaat geboekt van € 14,3 mln. (zie ook jaarverslag 2024 van de Rechtspraak). Op basis van de thans bekende gegevens is de inschatting dat eind 2025 een nihil resultaat zal worden behaald.
2024 | 2025 | 2026 | |
|---|---|---|---|
Eigen vermogen per 1-1 | ‒ | 14.289 | 14.289 |
Prognose resultaat | ‒ | ‒ | ‒ |
Eigen vermogen per 31-12 | 14.289 | 14.289 | 14.289 |
Aanzuivering eigen vermogen (vordering) | ‒ | ‒ | ‒ |
Kasstroomoverzicht
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Rekening courant RHB 1 januari | 35.708 | 81.108 | 78.678 | 75.998 | 73.118 | 70.138 |
Totaal operationele kasstroom | 49.778 | 18.657 | 18.657 | 18.657 | 18.657 | 18.657 |
-/- totaal investeringen | ‒ 21.879 | ‒ 27.613 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 4 | |||||
Totaal investeringskasstroom | ‒ 21.875 | ‒ 27.613 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 | ‒ 24.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | ||||||
-/- aflossingen op leningen | ‒ 17.310 | ‒ 21.087 | ‒ 21.337 | ‒ 21.537 | ‒ 21.637 | ‒ 21.637 |
+/+ beroep op de leenfaciliteit | 34.807 | 27.613 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 |
Totaal financieringskasstroom | 17.497 | 6.526 | 2.663 | 2.463 | 2.363 | 2.363 |
Rekening courant RHB 31 december | 81.108 | 78.678 | 75.998 | 73.118 | 70.138 | 67.158 |
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.
Investeringen
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
|---|---|---|---|---|---|---|
Installaties | 5.103 | 1.460 | 1.740 | 1.460 | 1.460 | 1.460 |
Inventaris | 3.900 | 3.910 | 4.820 | 4.610 | 4.610 | 4.610 |
Computer hardware en software | 14.160 | 14.410 | 13.400 | 12.430 | 12.430 | 12.430 |
Vervoersmiddelen | 1.170 | 1.300 | 1.126 | 1.270 | 1.270 | 1.270 |
Overige materiële vaste activa | 3.280 | 2.920 | 2.914 | 4.230 | 4.230 | 4.230 |
Totaal | 27.613 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 | 24.000 |
Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding | ||||||
Vervanging | 25.340 | 16.850 | 13.090 | 12.400 | 18.030 | 18.030 |
Uitbreiding | 2.270 | 7.150 | 10.900 | 11.600 | 5.970 | 5.970 |
Doorlooptijden
De doorlooptijd is gedefinieerd als de totale tijd in dagen die verstrijkt tussen het instromen en het uitstromen van een zaak bij een gerechtelijke instantie. De Rechtspraak heeft deze (maximum)normen voor doorlooptijden in 2020 ontwikkeld, dit worden «de standaarden» genoemd. Er wordt nu voor het overgrote deel gewerkt met een maximum voor het aantal dagen per zaakstroom. Het streven is dat alle zaken binnen deze standaard worden afgehandeld. Deze methodiek maakt interne sturing eenvoudiger en maakt duidelijker wat rechtszoekenden kunnen verwachten.
Voor de interne sturing worden inmiddels zo’n 70 standaarden voor (hoofd)zaakstromen onderscheiden. De verantwoording in het jaarverslag vindt plaats per rechtsgebied, met nadere specificatie voor een tweetal zaakstroomgroepen onder bestuur. In de onderstaande tabel wordt het percentage zaken weergegeven dat is uitgestroomd binnen de genormeerde doorlooptijd in 2024. Het streven is om over de hele linie elk jaar vooruitgang te boeken in het percentage zaken dat binnen de normtijd wordt afgehandeld.
Bestuur | Standaard |
|---|---|
Rechtbanken | 33% |
waarvan belastingzaken | 15% |
waarvan vreemdelingenkamer | 56% |
Gerechtshoven (belastingzaken) | 41% |
CBb | 5% |
CRvB | 5% |
Familie- en jeugdrecht | |
Rechtbanken | 67% |
Gerechtshoven | 46% |
Handel/kanton | |
Rechtbanken | 75% |
Gerechtshoven | 31% |
Strafrecht | |
Rechtbanken | 33% |
Gerechtshoven | 25% |
Toezicht | |
Rechtbanken | 57% |
Titel | Huidige fase |
|---|---|
Voorstel voor een richtlijn betreffende Europese grensoverschrijdende verenigingen | 10. Expertfase |
Onderhandelingen herziening EU-kader buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten | 10. Expertfase |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen + Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot machtiging van de lidstaten om, in het belang van de Europese Unie, partij te worden of te blijven bij het Verdrag van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen | 10. Expertfase |
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht | 10. Expertfase |
Ouderschapsverordening | 10. Expertfase |
Voorstel voor een verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen | 10. Expertfase |
Voorstel voor een wijziging van een richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten | 10. Expertfase |
Voorstel voor een richtlijn betreffende de bestrijding van corruptie | 10. Expertfase |
Herschikking EU-Richtlijn kindermisbruik (RL CSA) | 10. Expertfase |
Richtlijn tot wijziging minimumnormen ter voorkoming en tegengaan van mensensmokkel | 10. Expertfase |
Uitvoerings- en implementatiewet Verordening en Richtlijn e-Justice | 10. Interne voorbereiding |
Wet internationaal insolventierecht | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Besluit controle op rechtspersonen | 10. Interne voorbereiding |
Gebruik videoconferentie in het civiele procesrecht | 10. Interne voorbereiding |
Wet landelijke tarieven jeugdbescherming en jeugdreclassering | 10. Interne voorbereiding |
Wet van [datum] tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES, houdende regels welke zijn afgestemd op Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek | 10. Interne voorbereiding |
Besluit tot wijziging van het Besluit van 29 november 1996 ter uitvoering van artikel 1065 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek | 10. Interne voorbereiding |
Wet actualisering en deformalisering pandrecht | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Besluit vergoeding affectieschade | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Wet vergoeding affectieschade | 10. Interne voorbereiding |
Wet houdende regels ter afbouw van interlandelijke adoptie, ter bescherming en ondersteuning van geadopteerden en het bieden van waarborgen voor binnenlandse afstand en adoptie | 10. Interne voorbereiding |
Voorstel van wet betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (Wet collectief rechtenbeheer en toezicht) | 10. Interne voorbereiding |
Besluit tot wijziging van het Besluit inhoud bestuursverslag 2025 | 10. Interne voorbereiding |
Besluit vaststelling toepassingsgebied verruimde licentieverlening door Pictoright aan musea | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus i.v.m. de aanpassing van het toestemmingsvereiste en de invoering van een persoonsgebonden legitimatiebewijs | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Besluit bewapening en uitrusting politie i.v.m. toekenning stroomstootwapen | 10. Interne voorbereiding |
Innovatiewet bestuursprocesrecht | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren i.v.m. CAO Rechterlijke Macht 2021 en 2018-2020 | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel Civiel Effect Universiteiten Curaçao en Aruba | 10. Interne voorbereiding |
Wet landelijke toezichthouder advocatuur | 10. Interne voorbereiding |
Consensusrijkswet harmonisatie gegevensbescherming in het Caribisch deel van het Koninkrijk | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging en intrekking van enkele amvb’s n.a.v. enkele technische wijzigingen in de Wet op de rechterlijke organisatie i.v.m. de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren | 10. Interne voorbereiding |
Wettelijke regeling voor de publicatie van rechterlijke uitspraken | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging van de Wet kwaliteit incassodienstverlening in verband met de noodzakelijke grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel stelsel beveiligen van personen | 10. Interne voorbereiding |
Wet verplaatsing bevolking | 10. Interne voorbereiding |
Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba i.v.m. invoering bevelsbevoegdheid en bestuurlijke boete overlast openbare ruimte | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging RWN in verband met het verlengen van de naturalisatietermijn | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging van de Wet Bibob met het oog op de toepasselijkheid in Bonaire, Sint Eustatius en Saba | 10. Interne voorbereiding |
inburgeringseisen ten behoeve van de verlening van het Nederlanderschap (Besluit naturalisatietoets 20..) | 10. Interne voorbereiding |
Wijzigingsbesluit rechtsbijstand | 10. Interne voorbereiding |
Wet tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eerste lijn, herpositionering van het Juridisch Loket en van de inning van de eigen bijdrage, en enkele andere onderwerpen (voorlopige titel) | 10. Interne voorbereiding |
Verzelfstandiging Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State | 10. Interne voorbereiding |
Besluit houdende wijziging van de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen notariaat en de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen gerechtsdeurwaarders | 10. Interne voorbereiding |
Besluit tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit toevoeging mediation in verband met verhoging van enkele vergoedingen voor rechtsbijstandverleners en mediator en de aanpassing van de bevoorschotting | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel afschaffen tenuitvoerleggingstermijnen | 10. Interne voorbereiding |
Besluit bevoegdheidsuitoefening landelijk parket, functioneel parket en parket CVOM | 10. Interne voorbereiding |
Wet tot vernietiging inbeslaggenomen verboden voorwerpen in JI’s | 10. Interne voorbereiding |
Besluit invoering vijfde generatie mobiele telecommunicatie | 10. Interne voorbereiding |
Verzamelwet strafrecht BES | 10. Interne voorbereiding |
Invoeringsrijkswet Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Invoeringswet Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 1 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 2 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 3 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 4 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 5 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 6 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Wetboek van Strafvordering BES | 10. Interne voorbereiding |
Invoeringsbesluit Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Invoeringsrijksbesluit Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Tweede aanvullingswet Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 7 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Vaststellingsbesluit Boek 8 van het Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Eerste aanvullingsbesluit Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Tweede aanvullingsbesluit Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Derde aanvullingsbesluit Wetboek van Strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Verzamelwet gegevensverwerking politie en justitie | 10. Interne voorbereiding |
Wet Herimplementatie richtlijn EOB | 10. Interne voorbereiding |
Goedkeuring en uitvoering Verdrag van Ljubljana-Den Haag inzake samenwerking internationale misdrijven | 10. Interne voorbereiding |
Implementatie verordening 2023/1543 en richtlijn 2023/1544 (vergaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures) | 10. Interne voorbereiding |
Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met het strafbaar stellen van lijkschennis | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstellen tot goedkeuring en uitvoering van het verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel implementatie Europese richtlijn wederzijdse erkenning ontzeggingen van de rijbevoegdheid | 10. Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel tot implementatie van Richtlijn (EU) 2024/3237 van het Europees Parlement en de Raad van PM tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/413 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen | 10. Interne voorbereiding |
Implementatie tweede aanvullend protocol bij het Verdrag inzake computercriminaliteit | 10. Interne voorbereiding |
Implementatie EU-Richtlijn bestrijding geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (AMvB) | 10. Interne voorbereiding |
Aanpassingsbesluit herziene EU-richtlijn mensenhandel | 10. Interne voorbereiding |
Besluit tot wijziging van het Besluit innovatie strafvordering | 10. Interne voorbereiding |
Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met het versturen van een gratis betalingsherinnering en het kunnen kwijtschelden van verhogingen bij boetes | 10. Interne voorbereiding |
Wet ter verbetering van de mogelijkheden tot strafrechtelijke samenwerking met door de Verenigde Naties gemandateerde organisaties ten behoeve van de opsporing en vervolging van internationale misdrijven (Wet verbetering strafrechtelijke samenwerking met VN-bewijsvergaringsmechanismen) | 10. Interne voorbereiding |
Voorstel verdrag rechten omroeporganisaties (WIPO) | 10. Onderhandelingen |
Uitleveringsverdrag Koninkrijk der Nederlanden - Colombia | 10. Onderhandelingen |
Wijziging uitleverings- en rechtshulpverdrag Koninkrijk der Nederlanden – Suriname (confiscatie en asset-sharing) | 10. Onderhandelingen |
Aanpassing terrorismeverdrag Raad van Europa | 10. Onderhandelingen |
Rechtshulpverdrag Nederland - Colombia | 10. Onderhandelingen |
Derde aanvullend protocol bij het Europees Rechtshulpverdrag | 10. Onderhandelingen |
Onderhandeling aanvullend protocol Verdrag van Warschau | 10. Onderhandelingen |
Onderhandelingen overeenkomst EU-VS elektronisch bewijsmateriaal | 10. Onderhandelingen |
Terug- en overname Kirgizië | 10. Totstandkoming |
Terug- en overname Turkije; uitvoeringsprotocol | 10. Totstandkoming |
RvE bescherming advocatuur | 15. Voorportaal, onderraad, ministerraad goedkeuring |
Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen | 20. Consultatie en toetsing |
Wet bescherming vermogen minderjarigen en enige andere onderwerpen in het familierecht van financiële aard | 20. Consultatie en toetsing |
Wet houdende regels inzake de herziening van de kinderbeschermingsmaatregelen | 20. Consultatie en toetsing |
Wetsvoorstel implementatie richtlijn betreffende structuren met aandelen met meervoudig stemrecht in ondernemingen die om de toelating tot de handel van hun aandelen op een multilaterale handelsfaciliteit verzoeken | 20. Consultatie en toetsing |
Implementatiewet richtlijn herziening productaansprakelijkheid | 20. Consultatie en toetsing |
Regels over zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen waarbij geen sprake is van een verdenking van een strafbaar feit | 20. Consultatie en toetsing |
Besluit bewapening en uitrusting buitengewoon opsporingsambtenaar | 20. Consultatie en toetsing |
Wijziging Wet op de rechterlijke organisatie en Wet bescherming klokkenluiders (klokkenluidersregeling rechtspraak) | 20. Consultatie en toetsing |
Wet grondslag verwerking bijzondere en strafrechtelijke persoonsgegevens Nationaal rapporteur mensenhandel | 20. Consultatie en toetsing |
Herziening Wet veiligheidsregio’s en Veiligheidswet BES i.v.m. de versterking van de (nationale) crisisstructuur en de brandweerzorg | 20. Consultatie en toetsing |
Besluit bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal | 20. Consultatie en toetsing |
Wet gegevensvergaring politie openbareordedomein | 20. Consultatie en toetsing |
Permanentmaking van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding | 20. Consultatie en toetsing |
Besluit Digitaal opkopersregister en Digitaal opkopersloket | 20. Consultatie en toetsing |
Wet herziening vrijheidsbeneming jeugd | 20. Consultatie en toetsing |
Wijziging Wetboek van Strafrecht i.v.m. strafbaarstelling onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronisch toezicht | 20. Consultatie en toetsing |
Wetsvoorstel verbetering kroongetuigeregeling | 20. Consultatie en toetsing |
Besluit houdende regels inzake getuigenbescherming | 20. Consultatie en toetsing |
Implementatie richtlijn inzake bevriezing en confiscatie | 20. Consultatie en toetsing |
Voorstel van Rijkswet van PM, houdende regels met betrekking tot uitlevering van Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 20. Consultatie en toetsing |
Wetsvoorstel uitvoering verordening overdracht van strafvervolging | 20. Consultatie en toetsing |
Implementatie EU-Richtlijn bestrijding geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (wet) | 20. Consultatie en toetsing |
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het openlijk steun betuigen aan terroristische organisaties en het verheerlijken van terrorisme (Wetsvoorstel strafbaarstelling openlijk steun betuigen aan terroristische organisaties en het verheerlijken van terrorisme) | 20. Consultatie en toetsing |
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanscherping van het taakstrafverbod | 20. Consultatie en toetsing |
Terug- en overname Belize | 20. Raad van State |
Verdrag van Beijing bescherming audiovisuele uitvoeringen (WIPO) | 30. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Novelle strafbaarstelling verblijf terroristisch gebied | 30. Voorportaal, onderraad en ministerraad |
Wijziging Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden | 30. Voorportaal, onderraad en ministerraad |
Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportage | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Verzamelbesluit Justitie en Veiligheid 2024 | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Besluit weerbaarheid kritieke entiteiten | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Uitvoeringsbesluit TOI-verordening | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Cyberbeveiligingsbesluit | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Wijziging Besluit boa tot instelling verbod op het dragen van zichtbare uitingen van godsdienst of levensovertuiging door geüniformeerde boa’s | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Wijziging van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in verband met indexering van boetebedragen 2026 | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, Besluit bezoldiging politie en het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie in verband met de formalisering van de afspraak over anders roosteren uit het arbeidsvoorwaardenakkoord sector Politie 2022-2024, de afspraak over een overbruggingsregeling voor vervroegd uittreden uit het onderhandelaarsakkoord sector Politie van 9 oktober 2024, alsmede enkele andere wijzigingen van ondergeschikte aard | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Wijziging van de Penitentiaire maatregel en het Besluit politiegegevens in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Besluit indexering verkeersboetes 2026 | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Implementatiebesluit Rl 2023/2123 | 40. Ministerraad akkoord, nog niet bekrachtigd |
Wet verbetering positie werknemer bij een overgang van onderneming in faillissement | 40. Raad van State |
Wet deelgezag | 40. Raad van State |
Wet stroomlijning bestuurlijke boetemaxima en termijnen | 40. Raad van State |
Wet gemeentelijk toezicht seksbedrijven | 40. Raad van State |
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en omgevingsrechtelijke wetten n.a.v. uitspraak HvJEU («Varkens in Nood») inzake uitleg van de artikelen 6 en 9 van het Verdrag van Aarhus (Reparatiewet Varkens in Nood-arrest) | 40. Raad van State |
Wet weerbaarheid kritieke entiteiten | 40. Raad van State |
Cyberbeveiligingswet | 40. Raad van State |
Modernisering Coördinatiewet uitzonderingstoestanden | 40. Raad van State |
Wijziging Wetboek van Strafrecht i.v.m. strafverzwaring belediging | 40. Raad van State |
Eerste aanvullingswet Wetboek van Strafvordering | 40. Raad van State |
Wet versterking rechtsbijstand in het strafproces | 40. Raad van State |
Herzieningswet ambtsmisdrijven Kamerleden en bewindspersonen | 40. Raad van State |
Wetsvoorstel implementatie herziene Europese richtlijn milieucriminaliteit | 40. Raad van State |
Wetsvoorstel tot implementatie van de herziene EU-Richtlijn 2011/36/EU ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan | 40. Raad van State |
Wet tot verlenging van onderdelen van de Innovatiewet Strafvordering | 40. Raad van State |
Besluit rapportage man-vrouwverhouding in het bestuursverslag van grote naamloze en besloten vennootschappen | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Regels met betrekking tot het verplicht elektronisch indienen van verzoeken en mededelingen in zaken betreffende curatele, beschermingsbewind en mentorschap voor professionele wettelijke vertegenwoordigers | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Besluit tot wijziging van het Besluit inhoud bestuursverslag in verband met de reparatie van enkele technische onvolkomenheden | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Besluit tot wijziging van het Besluit van 15 december 2022 tot vaststelling wettelijke rente | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Besluit tot wijziging van het Besluit van 29 november 1996 ter uitvoering van artikel 1065 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Wijzigingsbesluit tenuitvoerlegging strafonderbreking | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Besluit tot tijdelijke aanvulling van de bijlage bij het Besluit opsporing terroristische misdrijven in verband met de NAVO-top 2025 | 50. Bekendmaking en inwerkingtreding |
Wet kind, draagmoederschap en afstamming | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wet tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch cognossement | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Implementatie RL betreffende bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde vorderingen of misbruik van procesrecht | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wet regulering sekswerk (35715) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Herziening wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (dataretentie) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wijziging van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en het Wetboek van Strafvordering (36753) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II (relatieve competentie in megazaken (en die van het FP)) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wijziging Wetboek van Strafrecht ter invoering van de alcoholmeter (36585) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Verhoging strafmaxima en uitbreiding rechtsmacht mensensmokkel | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Strafmaatverhoging grootschalige in- en uitvoer, grootschalige productie en grootschalig bezit van harddrugs (36705) | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wijziging van de Wjsg ter vastlegging van de doelen van het gebruik van Ecris | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Rijkswet goedkeuring Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko betreffende uitlevering | 50. Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wet tot wijziging van Boek 2 en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek met het oog op het aanpassen van de regels inzake de digitale algemene vergadering voor rechtspersonen | 60. Tweede Kamer (plenaire) behandeling |
Wijziging Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering i.v.m. het verbeteren van de bestrijding van heling, witwassen en de daaraan ten grondslag liggende vermogensdelicten | 60. Tweede Kamer (plenaire) behandeling |
Wet transparantie maatschappelijke organisaties | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wet drempelverlaging omgangsverzoeken grootouders | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wet versterking auteurscontractenrecht | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Verzamelwet gegevensbescherming (36264) | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wijziging Wet op de rechterlijke organisatie, Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, Wet op de Raad van State en enige andere wetten i.v.m. enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen (36243) | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Regeling meerdaadse samenloop | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Vaststellingswet Boeken 1 tot en met 6 van het Wetboek van Strafvordering | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wetsvoorstel strafbaarstelling verblijf in door terroristische organisatie gecontroleerd gebied | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Vaststellingswet Boeken 7 en 8 van het Wetboek van Strafvordering | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Modernisering strafbaarstelling mensenhandel (artikel 273f Sr) | 70. Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I (pre-pack) (HFW) | 80. Eerste Kamer (plenaire) behandeling |
Wetsvoorstel uitvoering Rotterdam Rules | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wetsvoorstel moderniseren NV-recht en vergroten genderdiversiteit in de top van grote bedrijven | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wijziging Politiewet 2012 en Wet veiligheidsregio’s i.v.m. de oprichting van de landelijke meldkamerorganisatie | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Regels over een bestuursrechtelijke aanpak van online kinderpornografisch materiaal (Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal) | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wijziging Politiewet 2012 i.v.m. regels over de bewapening en uitrusting van buitengewoon opsporingsambtenaren | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Wijziging van het voorstel van wet houdende wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie (36583) | 90. Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding |
Organisatie | RWT | ZBO | artikel | Begrotings- ramingen | Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet | Volgende evaluatie ZBO |
|---|---|---|---|---|---|---|
x | 31 | 8.480.305 | geen evaluatieplicht van toepassing | |||
x | x | 31 | 3.666 | 2028 | ||
x | x | 32 | 661.097 | 2026 | ||
x | x | 32 | 10.896 | 2028 | ||
x | 32 | 53.519 | 2029 | |||
x | 32 | 12.337 | 2029 | |||
College van toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten | x | 32 | 1814 | 2029 | ||
x | 32 | 2.347 | 2025 | |||
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) | x | 32 | 5.923 | n.v.t. | ||
x | 33 | 539 | n.v.t | |||
Autoriteit terroristische content en kinderpornografische materiaal (ATKM) | 33 | 7.118 | n.v.t | 2026 | ||
Reclasseringsorganisaties (cluster): | ||||||
x | 34 | 193.164 | ||||
x | 34 | 30.034 | ||||
x | 34 | 99.679 | ||||
x | x | 34 | 35.768 | 2025 | ||
x | 34 | 65.915 | n.v.t. | |||
x | x | 34 | 4.240 | 2028 | ||
x | 34 | 14.151 | ||||
x | x | 36 | 58.757 | n.v.t. | ||
x | x | 36 | 17.672 | 2025 | ||
x | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |||
x | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |||
x | x | n.v.t. | n.v.t. | 2027 | ||
x | n.v.t. | n.v.t. |
Ar-tikel | Naam subsidie(regeling) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | Laatste evaluatie-moment | Volgende evaluatie-moment | Einddatum Subsidie |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31 | 2.726 | 2.817 | 2.803 | 2.791 | 2.798 | 2.770 | 2.770 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
31 | 3.424 | 3.873 | 3.519 | 3.512 | 3.242 | 3.136 | 3.136 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
31 | 8.819 | 7.382 | 1.498 | 1.222 | 1.180 | 498 | 498 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
32 | 616 | 1.298 | 1.193 | 1.190 | 1.187 | 1.186 | 1.186 | 2025 | Zie toelichting | ||
32 | 59.107 | 48.095 | 57.635 | 55.984 | 53.610 | 52.770 | 52.770 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
32 | TR Incidentele subsidie | 719 | 1.407 | 2026 | |||||||
32 | 350 | 2025 | |||||||||
32 | 638 | 666 | 665 | 663 | 660 | 659 | 659 | 2025 | Zie toelichting | ||
32 | 1.172 | 1.476 | 1.385 | 1.301 | 1.203 | 1.165 | 1.165 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
32 | 118 | 3.266 | 3.601 | 3.563 | 3.554 | 3.554 | 3.554 | 2026 | Zie toelichting | ||
32 | 1.400 | 495 | 2026 | ||||||||
32 | Groene Boa's | 4.163 | 4.837 | 2026 | |||||||
32 | Weerbaarheid Juridische Beroepen | 896 | 2025 | ||||||||
32 | Overige subsidies Rechtspleging | 9.027 | 1.200 | 5.161 | 4.372 | 4.188 | 4.188 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
33 | 5.577 | 4.658 | 3.676 | 3.452 | 3.194 | 3.093 | 3.093 | 2029 | Zie toelichting | ||
33 | ‒ | 12.411 | 12.353 | 11.223 | 11.252 | 11.140 | 11.140 | ‒ | 2027 | Zie toelichting | |
33 | 17.676 | 7.370 | 9.677 | 2.147 | 1.971 | 1.887 | 1.887 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
33 | ‒ | 24 | 550 | 516 | 477 | 463 | 463 | 2030 | Zie toelichting | ||
33 | 1.028 | 1.028 | 930 | 882 | 833 | 794 | 794 | 2025 | Zie toelichting | ||
33 | 1.121 | 1.221 | 1.019 | 963 | 898 | 874 | 874 | 2028 | Zie toelichting | ||
33 | 263 | 263 | 237 | 223 | 206 | 200 | 200 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
33 | Stichting Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) / Offlimits | 605 | 2.681 | 2.415 | 2.269 | 2.099 | 2.035 | 2.035 | Zie toelichting | 2027 | Zie toelichting |
33 | 7.553 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |||||||
34 | 1.251 | 1.361 | 1.252 | 1.176 | 1.088 | 1.054 | 1.054 | 2027 | Zie toelichting | ||
34 | 9.262 | 5.319 | 4.223 | 3.970 | 3.666 | 3.646 | 3.646 | 2027 | Zie toelichting | ||
34 | 35.147 | 26.456 | 31.082 | 21.484 | 28.888 | 12.987 | 12.987 | 2027 | Zie toelichting | ||
34 | 3.846 | 8.304 | 7.688 | 7.091 | 6.406 | 6.136 | 6.136 | 2027 | Zie toelichting | ||
34 | Subsidies Slachtofferbeleid | 745 | Zie toelichting | Zie toelichting | |||||||
34 | 2.406 | 2.270 | 2.190 | 2.184 | 2.178 | 2.176 | 2.176 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
36 | 1.606 | 4.226 | 2.890 | 1.399 | 1.295 | 1.253 | 1.253 | Zie toelichting | 2028 | Zie toelichting | |
36 | 635 | 654 | 652 | 575 | 532 | 514 | 514 | Zie toelichting | 2027 | Zie toelichting | |
36 | 6.993 | 3.296 | 2.831 | 2.594 | 2.401 | 2.325 | 2.325 | Zie toelichting | Zie toelichting | Zie toelichting | |
37 | 20.804 | ||||||||||
37 | 2.506 | ||||||||||
37 | 23.405 | ||||||||||
37 | 13.708 | ||||||||||
37 | 6.545 | ||||||||||
37 | 3.941 | ||||||||||
38 | Vroege Integratie en Participatie | 12.896 | |||||||||
38 | Overige subsidies Inburgering | 2.469 |
M.i.v 1 juli 2022 is de Wet Justitie Subsidies vervangen door de Kaderwet overige JenV-subsidies.
Artikel 31
Opsporing
Deze subsidie wordt verstrekt aan de onafhankelijke Stichting Meld Misdaad Anoniem voor de exploitatie van de meldlijn Meld Misdaad Anoniem, zodat burgers makkelijker een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland. De subsidie wordt jaarlijks toegekend op basis van een door de Minister geaccordeerde begroting voor dat jaar.
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie (SAOP)
SAOP, het AO fonds voor de sector politie, subsidieert, adviseert en registreert scholings-, arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsprojecten. Het primaire doel van SAOP is het bevorderen van het goed functioneren van de arbeidsmarkt van de politie en het stimuleren van opleidingsactiviteiten. Dit doet SAOP met behulp van een financiële bijdrage die zij op basis van arbeidsvoorwaardelijke afspraken ontvangt van de Minister van JenV. Er wordt jaarlijks gekeken of de subsidie die wordt verstrekt nog wel voldoet aan de eisen die hiervoor door de Minister zijn gesteld. Op deze wijze houdt de Minister controle op de juistheid (rechtmatigheid e.d.) van de toekenning.
Overige Subsidies
Het betreft hier het budget voor incidentele subsidies aan verschillende organisaties. Er wordt jaarlijks gekeken of de subsidie die wordt verstrekt nog wel voldoet aan de eisen die hiervoor door de Minister zijn gesteld. Op deze wijze houdt de Minister controle op de juistheid (rechtmatigheid e.d.) van de toekenning.
Artikel 32
Stichting de geschillencommissie (SdG)
De SdG (voorheen Geschillencommissie consumentenzaken) behandelt klachten van consumenten tegen ondernemers door middel van bindende adviezen. De SdG heeft op dit moment rond de 70 geschillencommissies die klachten in een groot aantal sectoren behandelen. De SdG ontvangt voor de kosten van de koepelorganisatie een subsidie van JenV. De geschillencommissies zijn met hun laagdrempelige werkwijze een goed alternatief voor de gang naar de rechter.
Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak (NVvR)
Subsidie voor het ondersteunen van de rol van de NVvR als beroepsvereniging voor rechtelijke ambtenaren en als tegemoetkoming aan functionele autoriteiten waarbij rechtelijke ambtenaren werkzaam zijn die werkzaamheden voor de NVvR verrichten.
Juridisch Loket
Het Juridisch loket is een advies- en doorverwijsinstelling voor eerstelijns rechtshulp, die ervoor zorgt dat on- en mindervermogenden verzekerd zijn van toegang tot het rechtsbestel. Er is nog geen evaluatie voorzien, aangezien de aanpassing op wet en de onderliggende besluiten nog niet in werking zijn getreden.
Subsidies wetgeving
Betreft onder andere subsidie aan de stichting Recht en Overheid. De subsidie is voor de bedrijfskosten van de Academie voor Wetgeving en de Academie voor Overheidsjuristen, met als doel het verhogen van de juridische kwaliteit door het bieden van een tweejarig duaal leerwerktraject aan talentvolle, recent afgestudeerde juristen, die meer dan gemiddeld belangstelling hebben voor een juridische functie bij één van de ministeries. Daarnaast wordt voorzien in extra opleidings- en bijscholingsmogelijkheden voor onder meer zittende juristen bij alle ministeries en de Raad van State en andere organisaties. Ook de subsidie aan de Stichting Geschillencommissie Auteursrechten valt onder subsidies van DWJZ. De subsidie is voor de vaste organisatorische kosten van de Geschillencommissie Auteursrechten ten behoeve van de geschillenbeslechting op het gebied van het auteursrecht. Verder ontvangt het Nederlandse Juristencomité voor de mensenrechten (NJCM) subsidie ten behoeve van het ontwikkelen, versterken en beschermen van de mensenrechten op nationaal en internationaal niveau en het vergroten van de kennis van mensenrechten. De subsidie wordt jaarlijks toegekend op basis van een door de Minister geaccordeerde begroting voor dat jaar. Een einddatum is derhalve niet van toepassing. De evaluatie van de subsidies zullen grotendeels onder de beleidsevaluatie van artikel 32 vallen. Andere subsidieregelingen worden apart geëvalueerd.
Perspectief Herstelbemiddeling
De Stichting Perspectief Herstelbemiddeling bemiddelt tussen slachtoffers en daders van misdrijven (en verkeersongevallen) om samen te kijken naar de vragen rondom een misdrijf, de motieven en de gevolgen ervan. Afhankelijk van de behoefte en de mogelijkheden leidt dit tot een gesprek of briefwisseling tussen slachtoffer en dader, onder begeleiding van een bemiddelaar.
Overige subsidies Toegang rechtsbestel/ Rechtspleging
Dit betreft verzamelbudgetten met als grondslag de begroting dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed. Subsidies betreffen voor een groot deel toezicht en handhaving in de buitengebieden (groene boa) en de versterking van weerbaarheid juridische beroepen, inclusief het toezicht daarop. De evaluatie van de subsidies zullen grotendeels onder de beleidsevaluatie van artikel 32 vallen. Andere subsidieregelingen worden apart geëvalueerd’.
Artikel 33
Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)
Met een breed scala aan preventie-activiteiten levert het CCV een bijdrage aan de maatschappelijke veiligheid. Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV gemeenten, bedrijfsleven en professionals in de veiligheidsketen bij de uitvoering van rijksbeleid op het gebied van criminaliteitspreventie en veiligheid. Aldus levert het CCV een bijdrage aan de doelstelling van JenV.
Platform Veilig Ondernemen
In de tien Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s) werken politie, justitie, gemeenten, brancheorganisaties en ondernemers samen aan de aanpak van veiligheidsproblemen. Dit doen ze door criminaliteit in kaart te brengen. Met elkaar kijken ze wat er nodig is: preventieve maatregelen, repressieve maatregelen of een mix van verschillende maatregelen. Waar mogelijk is de eerste keuze het nemen van preventieve maatregelen. Voorkomen is nu eenmaal nog steeds beter en efficiënter dan genezen. Zo werken ze samen aan een veilige omgeving voor ondernemer, personeel én klanten. De PVO’s worden hierbij ondersteund door PVO-NL (onderdeel van het CCV) op het gebied van kennis, productontwikkeling en de bedrijfsvoering.
Overige subsidies veiligheid en bestuur
Dit betreft een verzamelbudget met als grondslag de begroting dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed zoals onder andere voor sekswerk, versterken lokaal bestuur, criminaliteit tegen bedrijfsleven, city deal cybercrime, BIBOB en PPS geïntensiveerd. Een einddatum is derhalve niet van toepassing. De evaluatie van de subsidies zullen grotendeels onder de beleidsevaluatie van artikel 33 vallen.
CoMensha
CoMensha vervult een centrale rol in het over de afgelopen jaren opgebouwde netwerk ter ondersteuning van slachtoffers mensenhandel. In 2018 is het programma Samen tegen mensenhandel ontwikkeld. CoMensha geeft inzicht in de aard en omvang van mensenhandel in Nederland op basis van de registratie mede ten behoeve van de Nationaal Rapporteur, coördineert de eerste opvang en zorg, ook voor slachtoffers met Multi problematiek, signaleert knelpunten in de ketenaanpak mensenhandel en zet zo nodig aan tot actie.
Meldpunt online Discriminatie (MOD)
Het meldpunt online discriminatie is het landelijke meldpunt voor strafbare, discriminerende uitingen online. MOD beoordeelt meldingen en stuurt in geval van strafbare content een verwijderverzoek naar de internetpartij. Daarnaast heeft MOD een belangrijke rol in het creëren van bewustwording van online discriminatie en het tegengaan hiervan. De evaluatie zal in de beleidsevaluatie van artikel 33 vallen.
Offlimits
Offlimits is er voor de ondersteuning van mensen die te maken hebben (gehad) met online grensoverschrijdend gedrag en misbruik, in het bijzonder seksueel (kinder-)misbruik en uitbuiting. Met hun initiatieven Meldpunt Kinderporno, Helpwanted en Stop it Now werken ze aan een schoner internet, helpen ze slachtoffers van online grensoverschrijdend gedrag en doen ze aan preventie.
Fraudehelpdesk
De Fraudehelpdesk draagt door middel van verschillende activiteiten bij aan de bestrijding van horizontale fraude (fraude waarvan burgers en bedrijven slachtoffer zijn). Deze activiteiten omvatten onder andere het te woord staan van fraudeslachtoffers, het adviseren en doorverwijzen van melders naar relevante instanties en het op diverse manieren waarschuwen en voorlichten van burgers en bedrijven ter voorkoming van slachtofferschap. De Fraudehelpdesk werkt met diverse partners samen om fraude te bestrijden.
Overige subsidies opsporing en vervolging
Dit betreft een verzamelbudget met als grondslag de begroting dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed zoals onder andere ECPAT, aanpak online content, programma samen tegen mensenhandel VNG, antisemitisme etc. Een einddatum is derhalve niet van toepassing. De evaluatie van de subsidies zullen grotendeels onder de beleidsevaluatie van artikel 33 vallen.
Artikel 34
Integriteit en kansspelen
Dit betreft subsidies op het terrein van filantropie en (incidenteel) kansspelen. De doelstelling van de subsidies in het kader van filantropie is het streven naar verdergaande structurele samenwerking. Dit gebeurt aan de hand van drie Rijksbrede speerpunten: stimuleren van geefgedrag, bevorderen van transparantie en betrouwbaarheid van de sector en bevorderen van samenwerking tussen overheid en de filantropie sector. Dit betreft een verzamelbudget dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed. Een einddatum is derhalve niet van toepassing.
Aanpak criminaliteitsfenomenen
Het doel van subsidies in het kader van preventieve maatregelen is o.a. het terugdringen van overvallen via programma's van de Taskforce Overvallen. Dit betreft een verzamelbudget dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed op het gebied van overvallen, woninginbraken, straatroven, heling, online criminaliteit, expressief (online) geweld en gedragsinterventies. Een einddatum is derhalve niet van toepassing.
Jeugdbescherming en jeugdsancties
Het betreft een verzamelbudget dat op jaarbasis aan diverse projectsubsidies wordt besteed, o.a. het Centrum Internationale Kinderontvoering en FIOM. Het Centrum Internationale Kinderontvoering biedt actuele informatie, advies en begeleiding aan ieder die in zijn persoonlijke of professionele omgeving in aanraking komt met (dreigende) internationale kinderontvoering. Er wordt jaarlijks gekeken of de subsidie die wordt verstrekt nog voldoet aan de eisen die hiervoor door de Minister zijn gesteld. Op deze wijze houdt de Minister controle op de juistheid (rechtmatigheid e.d.) van de toekenning. FIOM is een stichting ten behoeve van voorlichting aan aspirant adoptiefouders voor het verrichten van taken op het terrein van de behandeling van aanvragen tot beginseltoestemming. Daarnaast is naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Interlandelijke Adoptie (commissie Joustra) een onafhankelijk landelijk expertisecentrum (INEA) opgezet met als doel het steviger en professioneler ondersteunen van geadopteerden.
Het voorkomen en aanpakken van geweld in afhankelijkheidsrelaties is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, overheid, bedrijven en andere maatschappelijke instanties. JenV subsidieert meerdere projecten op dit terrein. Daarnaast wordt ondersteund bij experimenten in het kader van het terugdringen van multiproblematiek, verbeteren informatiedeling tussen diverse domeinen (straf-zorg-sociaal domein) en de ontwikkeling van nieuwe interventies.
Tot slot is voor jeugdbescherming een subsidiebudget beschikbaar ter ondersteuning van de werkzaamheden van de gecertificeerde instellingen.
Intra- en extramurale sanctieuitvoering
Middelen worden ingezet voor diverse (incidentele) subsidies op het terrein van sanctiebeleid en forensische zorg. Er wordt jaarlijks gekeken of de subsidies die worden verstrekt nog voldoen aan de eisen die hiervoor door de Minister zijn gesteld. Op deze wijze houdt de Minister controle op de juistheid (rechtmatigheid e.d.) van de toekenningen.
Subsidies Slachtofferbeleid
Incidenteel wordt beperkt gebruik gemaakt van het instrument subsidie voor het laten uitvoeren van onderzoek op het gebied van Slachtofferbeleid.
Stichting Reclassering Caribisch Nederland (BES)
Met ingang van 2020 is sprake van een zelfstandige subsidierelatie tussen de Stichting Reclassering Caribisch Nederland en het ministerie van JenV. Deze subsidie wordt jaarlijks via verantwoording beoordeeld.
Artikel 36
Nederlands Rode Kruis
Jaarlijks ontvangt het Nederlands Rode Kruis een subsidie van JenV ten behoeve van de ondersteuning van de grootschalige geneeskundige hulpverlening en de tracing, het opsporen van familieleden met wie het contact is verloren als gevolg van een situatie waarin humanitaire actie vereist is. Deze subsidie wordt toegekend op grond van artikel 8 van het Besluit Rode Kruis.
Stichting Korpora
Stichting Korpora (voorheen het Nationaal Veiligheidsinstituut (NVI)) concentreert zich op het beheer van het cultureel erfgoed betreffende politie, brandweer en crisisbeheersing. Het exposeren van dat erfgoed vindt plaats in overleg met betrokken partijen in genoemde sectoren. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Overig Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding
Hieronder vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Het gaat om incidentele subsidies die worden verstrekt op grond van de Kaderwet overige JenV-subsidies. Dit betreft meerdere subsidies met verschillende looptijden derhalve is er geen specifieke einddatu. De evaluatie van de subsidies vallen onder de beleidsevaluatie van het programma.
Artikel 37
Met de introductie van een nieuw begrotingshoofdstuk in de rijksbegroting voor Asiel en Migratie (XX) worden de middelen op het gebied van de toegang, toelating en opvang vreemdelingen alsmede de middelen op het gebied van terugkeer vanaf 2025 niet meer verantwoord op het begrotingshoofdstuk van Justitie en Veiligheid (VI).
Artikel 38
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering voor zover deze voor 2 juli 2024 was opgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De taken van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) worden dienovereenkomstig gewijzigd, hetgeen inhoudt dat enkel voor het jaar 2025 de minister van JenV wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van inburgering.
In deze bijlage wordt het overzicht van thema’s en onderzoeken van de Strategische Evaluatie Agenda, zoals in hoofdstuk 2.5 opgenomen, nader toegelicht.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2029 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot kritische communicatie en veiligheidssystemen. | 31.3 |
Subthema Systeembeheer | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Audit strategisch kader informatiebeveiligingsbeleid meldkamervoorzieningen | Ex durante | 2028 | Te starten | Audit werking strategisch kader informatiebeveiligingsbeleid meldkamervoorzieningen. Deze is in 2023 gepubliceerd en in werking getreden. | 31.3 |
Subthema Governance - veiligheidsregio's, crisisbeheersing en brandweerzorg | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie hernieuwing onderwijsstelsel brandweerzorg | Ex post | 2028 | Te starten | Evaluatie van de door de veiligheidsregio’s en NIPV uitgevoerde hernieuwing onderwijsstelsel brandweerzorg en crisisbeheersing. Vanwege de vertraging die in de invoering van de hernieuwing is ontstaan zal deze evaluatie later worden uitgevoerd (2027/2028). | 36.2 |
Kritische communicatie en veiligheidsprocessen
Subthema's Systeembeheer en governance
Het doel van het beleid is om te zorgen voor de best mogelijke communicatie tussen en binnen hulpdiensten in geval van incidenten en crisissituaties. Met crisispartners en andere departementen wordt gewerkt aan continuïteit, optimalisatie en innovatie. Zoals reeds in de beleidsagenda toegelicht, neemt de omvang en complexiteit van veiligheidsrisico’s en dreigingen toe. Dit dwingt DGPenV om samen te verkennen hoe het netwerk van de 10 meldkamers en de 112-keten nog veiliger en robuuster georganiseerd kan worden, mét aandacht voor de meldkamervoorzieningen, alsook voor de samenwerking en uitvoering van de meldkamerfunctie. In dat kader staat er een audit op de planning naar de werking strategisch kader informatiebeveiligingsbeleid meldkamervoorzieningen (afronding 2028).
Onder het subthema governance staat een evaluatie van de door de veiligheidsregio’s en NIPV uitgevoerde hernieuwing onderwijsstelsel brandweerzorg en crisisbeheersing op de planning. Vanwege de vertraging die in de invoering van de hernieuwing is ontstaan zal deze evaluatie later worden uitgevoerd (afronding 2028). Het doel van het beleid is om een adequate en vertrouwenwekkende crisisbeheersing en brandweerzorg te organiseren, die een grote verscheidenheid aan incidenten, nu en in de toekomst, kan beheersen. Het beleid ziet op realisatie van juridische, financiële en beleidsmatige kaders in relatie tot de voorbereiding op en uitvoering van decentrale crisisbeheersing, inclusief weerbaarheid en brandweerzorg.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2030 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot de continuïteit van de politieorganisatie. | 31.2 |
Subthema Politiepersoneel | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Tussenevaluatie stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten | Ex durante | 2028 | Te starten | Tussentijdse evaluatie (drie jaar na inwerkingtreding) van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de werking van het stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten. | 31.2 |
Evaluatie stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten | Ex post | 2030 | Te starten | Formele evaluatie van het stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten (vijf jaar na inwerkingtreding). | 31.2 |
Evaluatie ZBO Politieacademie | Ex post | 2028 | Te starten | De Politieadacemie (PA) is een zelfstandig bestuursorgaan vallend onder de kaderwet ZBO's. Deze wet schijft voor dat eens in de vijf jaar onderzoek moet plaatsvinden naar in ieder geval de doeltreffend- en doelmatigheid van het functioneren van de PA, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen onderwijs, examinering en onderzoek. | 31.2 |
Subthema Internationaal | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Verkenning werking internationale informatieuitwisseling | Ex ante | 2026 | Lopend | Onderzoek werking internationale informatieuitwisseling: Het onderzoek richt zich primair op de vijf kanalen voor internationale informatieuitwisseling: Europol, INTERPOL, Nederlandse Liaison Officers in het buitenland, Foreign Liaison Officers (FLO) geaccrediteerd voor Nederland en SIRENE (Schengen gerelateerde zaken – SISII). | 31.2 |
Evaluatie beleidskader uitzending politiepersoneel op internationale missies | Ex durante | 2029 | Te starten | Evaluatie beleidskader uitzending politiepersoneel op internationale missies (vijf jaar na inwerkingtreding). Het beleidskader is in 2023 vastgesteld. | 31.2 |
Beleid gericht op de continuïteit van de politieorganisatie
Subthema's Politiepersoneel en Internationaal
Het doel van beleid op het gebied van politiepersoneel is om ervoor te zorgen dat de politie beschikt over passende arbeidsvoorwaarden en goede personeelszorg voor actief dienend en gewezen politiepersoneel. Op 1 april 2025 trad het stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten in werking. Drie jaar na inwerkingtreding wordt er een tussentijdse evaluatie uitgevoerd naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de werking van het stelsel (afronding 2028). De formele evaluatie van het stelsel beroepsgerelateerde gezondheidsklachten is vijf jaar na inwerkingtreding (afronding 2030).
Het beleid is kaderstellend voor het politieonderwijs en het onderzoek ten behoeve van politieonderwijs en de politiepraktijk en vult noodzakelijke randvoorwaarden in voor het functioneren van de Politieacademie in het politiebestel. Op de planning staat ook de evaluatie ten aanzien van de Politieacademie (afronding 2028). De Politieacademie (PA) is een zelfstandig bestuursorgaan vallend onder de kaderwet ZBO's. Deze wet schrijft voor dat eens in de vijf jaar onderzoek moet plaatsvinden naar in ieder geval de doeltreffend- en doelmatigheid van het functioneren van de PA, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen onderwijs, examinering en onderzoek.
Onder het subthema Internationaal staat een onderzoek naar internationale informatieuitwisseling op de planning (afronding 2026). Het doel van beleid gericht op de internationale context is het formuleren van kaders en creëren van randvoorwaarden waarbinnen de politie haar internationale taken uitvoert, het mogelijk maken van politiek sensitieve internationale samenwerking en het initiëren van nieuwe samenwerking. Het onderzoek betreft de effectiviteit van de internationale informatieuitwisseling (multi- en bilateraal verband) en hoe deze verbeterd kan worden teneinde de opsporing beter te dienen, binnen de rechtstatelijke kaders. Ook de ex durante evaluatie van het instrument vredesmissies moet bijdragen een beter inzicht in de toegevoegde waarde van dit instrument en eventuele verbetermogelijkheden (afronding 2029).
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot het politiestelsel. | 31.2 |
Subthema Bevoegdheden | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Evaluatie wet en besluit politiegegevens | Ex durante | 2030 | Te starten | Evaluatie Aanpassing wet en besluit politiegegevens (5 jaar na inwerkingtreding). | 31.2 |
Evaluatie Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar | Ex durante | 2027 | Te starten | Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het opnemen van een specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak en een strafbaarstelling van schending van de geweldsinstructie en wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het opnemen van een grondslag voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar geweldgebruik door opsporingsambtenaren. | 31.2 |
Subthema Politiebestel | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Politiewet 2012 | Ex durante | 2026 | Te starten | Vervolgevaluatie Politiewet 2012: In hoeverre biedt de Politiewet 2012 in de praktijk de randvoorwaarden voor een ‘gemeenschappelijk bestuurde institutie’ met gedeelde basisprincipes voor sturing en ontwikkeling die toegerust is voor de veiligheidsopgaven van de toekomst?Er worden aanvullende onderzoeksvragen voorgesteld ten aanzien van 1) de lokale ruimte, 2) de inzet op toenemende bovenlokale opgaven en 3) het functioneren van de huidige bijstandsbepalingen. | 31.2 |
Politiestelsel (Wetten)
Subthema's Bevoegdheden en Politiebestel
Op 1 januari 2013 trad de Politiewet 2012 in werking. Het doel van het beleid met betrekking tot het politiebestel is het zorgen voor een goed werkend politiebestel met de juiste balans in de sturing op de politie, en in de verhouding lokaal regionaal en landelijk. In 2017 is de wettelijke evaluatie uitgevoerd over de doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk. Op de planning staat de vervolgevaluatie van de Politiewet 2012, hierin worden de aanbevelingen vanuit de eerste evaluatie meegenomen (afronding 2026). De centrale vraag in de vervolgevaluatie is: in hoeverre biedt de Politiewet 2012 in de praktijk de randvoorwaarden voor een ‘gemeenschappelijk bestuurde institutie’ met gedeelde basisprincipes voor sturing en ontwikkeling die toegerust is voor de veiligheidsopgaven van de toekomst?
Onder het subthema bevoegdheden wordt de aanpassing van wet en besluit politiegegevens (afronding 2030) en wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar geëvalueerd (afronding 2027). Om de politietaak goed te kunnen uitvoeren, beschikken verschillende onderdelen van de politie over bevoegdheden, waaronder de politiële geweldbevoegdheid. Het doel van het beleid is het in kaart brengen, het toekennen en het afbakenen van bevoegdheden en het bewaken van een juiste inbedding ervan in de organisatie. Ook worden de kaders voor de politieorganisatie op het terrein van informatievergaring, -verwerking, -deling en -opslag opgesteld en/of bewaakt. Het doel van het onderzoek is te bezien of de wet beantwoordt aan het doel er van, het creëren van een stelsel voor de beoordeling van geweldgebruik door opsporingsambtenaren in de uitoefening van hun taak, dat beter is toegespitst op de taak en de bevoegdheid van de opsporingsambtenaar.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot het rechtsbestel. | 32 |
Subthema Toegang tot het recht | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Onderzoeksprogramma Effecten van mediation in strafzaken | Ex durante | 2029 | Te starten | Meerjarige monitor naar het effect van mediation in strafzaken op recidive, de strafrechtketen en delict verwerking. | 32 |
Evaluatie Wet en Besluit normering buitengerechtelijke incassokosten | Ex post | 2026 | Te starten | Het doel van de wetsevaluatie is om te onderzoeken in hoeverre de maatregelen WIK en BIK doeltreffend en doelmatig zijn. | 32 |
Vervolgonderzoek alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten | Ex ante | 2026 | Lopend | Onderzoek naar het bestaan van, de mogelijkheden voor en de behoefte aan (nieuwe) alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten. | 32 |
Vervolgonderzoek naar aanleiding van de Geschilbeslechtingsdelta 2024 | Ex ante | 2026 | Te starten | 32 | |
Financieringsstructuren gerechtsdeurwaarder | Ex ante | 2025 | Lopend | Onderzoeken welke financieringssystematieken houdbaar zijn bij een veranderende de rol van de gerechtsdeurwaarder en welke waarborgen noodzakelijk zijn om de gerechtsdeurwaarder als uitvoerder van het recht te borgen. | 32 |
De toekomst van wettelijke vertegenwoordiging van volwassenen | Ex ante | n.v.t. | Te starten | In kaart brengen of er voldoende financiering, capaciteit en middelen zijn om toezicht te houden op de bewindvoerders. Daarnaast dienen de voor- en nadelen in kaart te worden gebracht over het publiek organiseren van bewindvoering. | 32 |
Onderzoek naar de Staat van het Notariaat : deel II | Ex post | 2026 | Te starten | Onderzoek naar de toegang tot het beroep en naar de loopbaan. | 32 |
Geschilbeslechtingsdelta burgers 2024 | Ex post | 2026 | Lopend | Onderzoek middels een survey onder de Nederlandse bevolking naar de mate waarin problemen voorkomen waarvoor een juridische oplossing mogelijk is en het verloop en de afloop van deze problemen. Met de Geschilbeslechtingsdelta wordt een beeld verkregen van de toegang tot het recht en het functioneren van juridische instanties, dienstverleners en procedures vanuit het perspectief van de burger. Ook problemen waarbij geen stappen worden genomen om ze aan te pakken en niet-juridische oplossingsrichtingen worden in kaart gebracht. | 32 |
Rechtsvergelijkend onderzoek naar verschoningsrecht en de uitwerking op opsporing en vervolging en bestuursrechtelijke toezichthouders | Ex post | 2027 | Te starten | Hoe ziet het juridisch kader m.b.t. vertrouwelijke communicatie, geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht in een aantal EU-landen er uit? Tot welke aanbevelingen en/of handvatten voor beleid en wetgeving leiden het onderzoek? | 32 |
Tussenevaluatie functioneren van Netherlands Commercial Court, in eerste aanleg en in hoger beroep | Ex post | 2025 | Lopend | Op verzoek van EK wordt vijf jaar na inwerkingreding tussenevaluatie gedaan. Evaluatie volgt na 10 jaar. | 32 |
Evaluatie Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) | Ex post | 2025 | Te starten. | De WAMCA heeft tot doel een efficiënte en effectieve collectieve afwikkeling van massaschade te bevorderen en schikken aantrekkelijker te maken door verbetering van de kwaliteit van belangenorganisaties, coördinatie van collectieve procedures en meer finaliteit. Het doel van de evaluatie is te onderzoeken of de door de WAMCA gestelde doelen in de praktijk zijn bereikt en of de ervaringen met de wet in de praktijk aanleiding geeft tot wijziging van de wet. | 32 |
Kwaliteit mediation | Ex ante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar de kwaliteit en toegevoegde waarde van mediation voor geschilbeslechting | 32 |
Subthema Strafrechtelijk bestel | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Vierjaarlijkse evaluatie Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen | Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie van de werkzaamheden en impact van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. | 32 |
Evaluatie Wet ter Bescherming Koopvaardij (WtBK) | Ex post | 2026 | Te starten | Het doel van de wetsevaluatie is om te onderzoeken in hoeverre de maatregelen van de WrBK doeltreffend en doelmatig zijn. | 32 |
Klassenjustitie | Ex post | 2026 | Lopend | Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de vraag of er sprake is van klassenjustitie in de Nederlandse strafrechtketen en zo ja, welke verklaringen daaraan ten grondslag kunnen liggen. Met het oog op de uitvoerbaarheid van het onderzoek dient de vraag naar het voorkomen van klassenjustitie te worden afgebakend naar een aantal nader te bepalen strafbare feiten. Binnen die feiten dient dit onderzoek inzicht te geven in de vraag of verdachten / veroordeelden met verschillende achtergrondkenmerken voor dezelfde strafbare feiten verschillend worden behandeld. Als dat het geval is, dient te worden nagegaan in hoeverre die verschillende behandeling als legitiem of illegitiem wordt ervaren door professionals en door burgers. Vervolgens moet dit onderzoek in kaart brengen welke mogelijke verklaringen ten grondslag kunnen liggen aan vormen van illegitieme selectiviteit, oftewel klassenjustitie. Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt naar cognitieve, motivationele en systeemverklaringen en moet worden nagegaan hoe die aspecten van invloed zijn op de behandeling van, uitspraken in en uitvoering van strafzaken. | 32 |
Evaluatiekader Verschijningsplicht | Ex ante | 2025 | Lopend | De minister voor Rechtsbescherming heeft aan de TK en EK toegezegd dat hij twee jaar na inwerkingtreding van de verschijningsplicht voor inhoudelijke zittingen (in 2026), zal evalueren wat de effecten van de verschijningsplicht zijn op het slachtoffer, de verdachte, de betrokken organisaties en de veiligheid van de omgeving door de vervoersbewegingen. Hiermee kan gewogen worden wat de toegevoegde waarde van de verschijningsplicht in de praktijk is. | 32 |
Rechtsbestel
Subthema Toegang tot het recht
Als stelselverantwoordelijke schept de Minister optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel. In dat kader wordt erop ingezet om de toegang tot het recht te versterken zodat burgers en bedrijven sneller, eenvoudiger en beter een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor hun juridisch probleem. Het waarborgen en versterken van die toegang versterkt niet alleen het rechtssysteem, maar draagt ook bij aan het vertrouwen van burgers in de overheid. De toegang tot het recht wordt langs drie pijlers versterkt: 1) informatie, 2) advies en ondersteuning en 3) beslissing door een neutrale instantie. Hierbij ligt de nadruk op het civiel – en bestuursrecht.
Het uitgangspunt is dat rechtzoekenden in Nederland een passende uitkomst kunnen vinden voor een (juridisch) probleem. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden en de aard van het probleem zal het verschillen welke uitkomst het meest passend is en op welke manier de uitkomst het beste kan worden bereikt. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om het voeren van een goed gesprek, het inschakelen van een mediator of notaris, het treffen van een betalingsregeling of het voorleggen van een geschil aan de rechter of een geschillencommissie. Er wordt daarom ingezet op het versterken van deze diverse oplossingsroutes. Onderzoek wordt ingezet om beleidskeuzes te maken zodat de juridische beroepen hun rol en positie binnen het rechtsbestel goed kunnen vervullen. Daarbij gaat het niet alleen om advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders, maar ook om bijvoorbeeld bewindvoerders, curatoren, en incassodienstverleners. Daarnaast is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het stimuleren van laagdrempelige alternatieve geschiloplossing. In dat kader wordt de Geschillencommissie periodiek geëvalueerd en doet het WODC een verkennend onderzoek naar de kwaliteit van mediation. Het resultaat wordt eind dit jaar verwacht.
Inzicht in meest voorkomende juridische problemen
Inzicht in de meest voorkomende juridische problemen die mensen ervaren en hun ervaringen in de route die ze bewandelen om dit probleem op te lossen is belangrijk in de beleidsvorming. Onderzoeken zoals de periodieke Geschilbeslechtingsdelta (GBD) zijn daarin onmisbaar. Onderzoek voor de GBD 2025 zal voor het einde van het jaar opgeleverd worden. Op basis van de uitkomsten zal daarnaast nader onderzoek plaatsvinden om beter inzicht te krijgen in de ervaringen van burgers met een of meer juridische problemen die voor deze problemen geen of onvoldoende passende rechtshulp hebben ontvangen.
Stelselvernieuwing rechtsbijstand
Een belangrijk onderdeel van het versterken van de toegang tot het recht is daarnaast de vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, met als doel burgers sneller en beter te helpen met de oplossing van hun juridische problemen. Dit gebeurt langs drie lijnen:
1. Versterking eerste lijn;
2. Versterking samenwerking binnen de eerste lijn en tussen de eerste lijn en de tweede lijn;
3. Een adaptief en lerend stelsel.
Hiervoor wordt de dienstverlening van het Juridisch Loket meer oplossingsgericht - vooral voor mensen die meer hulp en ondersteuning nodig hebben om hun recht(en) te effectueren. Tevens wordt de samenwerking tussen het sociale en juridische domein versterkt. Ook wordt de toegang tot rechtshulp voor arbeidsmigranten versterkt. En samen met het ministerie van BZK, het Juridisch Loket en antidiscriminatie.nl, wordt een eerstelijnsvoorziening in Caribisch Nederland gerealiseerd. De stelselvernieuwing is in 2025 het laatste, afrondende jaar ingegaan. Op dit moment wordt gewerkt aan de contouren van het wetsvoorstel. Voor de onderwerpen positionering juridisch loket, inning eigen bijdrage en zelfredzaamheid is het Beleidskompas doorlopen.
Daarnaast wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een visie op de toekomst van de sociale advocatuur om zodoende de juiste doelen te gaan stellen en concrete maatregelen te treffen of te ordenen die bijdragen aan de aanwas van jonge én het behoud van bestaande advocaten.
Subthema strafrechtelijk bestel
Het subthema strafrechtelijk bestel behelst een aantal beleidsdossiers, waarbinnen beleid ontwikkeld en beheerd wordt. Deze beleidsdossiers zijn uiteenlopend, maar ze zijn strafrechtelijk of strafvorderlijk van aard en omdat zij het strafrechtelijke bestel raken vallen zijn onder de bestelverantwoordelijkheid van DRB. Hieronder passeren drie actuele beleidsdossiers de revue, waarbij momenteel belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden.
Klassenjustitie
Binnen dit beleidsdossier vinden momenteel door het WODC twee onderzoeken plaats. Het eerste gaat over de cumulatieve oververtegenwoordiging van mensen met een migratieachtergrond in het strafrecht en het andere gaat over mogelijke selectiviteit in de strafrechtketen op basis van opleidingsniveau of sociaaleconomische positie van verdachten. Uit beide onderzoeken moet blijken of er sprake is van vormen van discriminatie in de strafrechtketen. Naar verwachting zullen de onderzoeken in de eerste helft van 2026 afgerond zijn.
ZSM-Rechtsbijstand
De organisaties in de strafrechtketen werken met de zogenaamde ZSM-werkwijze, waarbij strafzaken zorgvuldig, snel en met maatwerk (ZSM) kunnen worden afgedaan. Om de rechtsbescherming van verdachten daarbinnen beter te waarborgen is in samenspraak met de ketenorganisaties besloten de rechtsbijstand te intensiveren. Dat houdt in dat alle aangehouden verdachten aan de voorkant bijgestaan moeten worden door een raadsman. En als de zaak met een OM-strafbeschikking afgehandeld wordt moeten zij daarbij ook voorzien worden van kosteloze rechtsbijstand. Na twee succesvolle pilots in Rotterdam en Zeeland West Brabant is overgegaan tot landelijke implementatie. Inmiddels worden deze vormen van rechtsbijstand in het wetsvoorstel Wet versterking rechtsbijstand strafrecht (VERS) verankerd. Naar verwachting wordt dit wetsvoorstel voor het einde van het jaar 2025 in de Tweede Kamer behandeld.
Strafrechtketen
Er is in de strafrechtketen sprake van lange doorlooptijden en grote werkvoorraden. De ketenorganisaties hebben samen de afgelopen jaren verschillende acties in gang gezet om de problemen op te lossen. Uit het laatste rapport van de Algemene Rekenkamer30bleek dat de voortgang onvoldoende is en dat meer werk nodig is. In de keten is afgesproken dat er een meerjarenagenda wordt opgesteld voor de aanpak van doorlooptijden van zaakstromen jeugd, zeden en veel voorkomende criminaliteit. Momenteel wordt door de ketenorganisaties aan deze meerjarenagenda gewerkt. Het departement is ook nauw hierbij betrokken. Onderdeel van de inspanningen is om de monitoring van de voortgang te verbeteren zodat de bewindspersonen tijdig hun sturende rol kunnen vervullen.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding. | 33.3 |
Subthema Bijzonder strafrecht | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Straffen in het milieudomein | Ex post | 2025 | Lopend | Het onderzoek brengt in kaart hoe de strafpraktijk bij milieudelicten functioneert en de eventuele knelpunten die zich daarbij voordoen, teneinde meer zicht te krijgen op welke straf effectief is bij welk type milieudelict. | 33.3 |
Illegale handel in geneesmiddelen | Ex ante | 2025/26 | Te starten | Doel is inzicht verkrijgen in aard en omvang van de problematiek en in hoe de huidige aanpak is ingericht, welke knelpunten zich voordoen hoe dit te verbeteren. | 33.3 |
National risk analyse (nra) voor corruptie | Ex durante | 2025 | Lopend | Het doel is om de bewustwording van risico’s binnen overheidsorganisaties te vergroten, door middel van een gestructureerde scan van risico’ s van de organisaties in de publieke sector. | 33.3 |
Subthema Verkeershandhaving | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Wet administratieve afhandeling verkeersdelicten (Wahv) | Ex post | 2025 | Lopend | Evaluatie van de WAHV, algemeen en specifiek op gesignaleerde knelpunten en de vraag of het wenselijk is om het toepassingsbereik van de wet te vergroten. | 33.3 |
Evaluatie Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten | Ex post | 2026 | Te starten | Uit eerder onderzoek blijkt dat het strafklimaat op ernstige verkeersdelicten op zichzelf adequaat is, maar voor een aantal specifieke delicten (zoals rijden onder invloed of doorrijden, ernstig verkeersonveilig gedrag zonder gevolgen en roekeloosheid in het verkeer na een ongeval) aanvullende maatregelen genomen zouden moeten worden zoals het strafmaximum verhogen en verduidelijkingen in de wet. Daartoe is op 1 januari 2020 de wet Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten in werking getreden. De komende evaluatie is gericht op de opvolging in de praktijk, positieve en negatieve effecten van de wet, hoe het nu met het strafklimaat op ernstige verkeersdelicten gesteld is en, indien mogelijk, wat de effecten van de wet zijn geweest. | 33.3 |
Subthema Mensenhandel | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Voorbereiding evaluatie invoering modernisering art. 273f Wetboek van Strafrecht | Ex ante | 2025 | Te starten | Het doel van het onderzoek is te komen tot een plan van aanpak t.b.v. de monitoring van de effecten van deze wetgeving. | 33.3 |
Tussentijdse meting van aantal slachtoffers van mensenhandel die in beeld zijn. | Ex durante | 2026 | Te starten | Een onderzoek naar het aantal slachtoffers van mensenhandel dat in zicht is in het zorg- en veiligheidsdomein. | 33.3 |
Subthema Cybercrime | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Wet Computercriminaliteit III deel 2. | Ex post | 2025 | Lopend | Doel van de evaluatie is het verduidelijken van de hackbevoegdheid in de wet ten behoeve van de de uitvoeringspraktijk, het strafbaar stellen van het wederrechtelijk overnemen en «helen» van gegevens, de verruiming van de strafbaarheid van grooming en van verleiding van minderjarigen tot ontucht.en strafbaarstelling van online handelsfraude met als doel het verruimen van de mogelijkheden om online handelsfraude tegen te gaan. | 33.3 |
Subthema Veilige publieke taak | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie van de Eenduidige landelijke afspraken | Ex post | 2025 | Afgerond | Werknemers met een publieke taak kunnen geconfronteerd worden met geweld en agressie. Politie en OM treden hier sterk tegenop a.d.h.v. de «Eenduidige Landelijke Afspraken» (ELA). In het onderzoek wordt nagegaan of deze afspraken voldoen of doorontwikkeling behoeven. | 33.3 |
Subthema FINEC | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Monitor Financieel-economische misdrijven | Ex durante | 2025 | Lopend | Ronde 1 | 33.3 |
Ex durante | 2025 | Lopend | Gebruik van interventies in de aanpak van financieel-economische criminaliteit. | 33.3 | |
Evaluatie tijdelijke wet turboliquidatie rechtspersonen | Ex post | 2025 | lopend | 33.3 | |
Subthema Zeden | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Ex durante | 2025 | Lopend | Profielen daders transnationaal seksueel kindermisbruik en risicotaxatie. | 33.3 | |
Invoeringstoets Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal ATKM | Ex ante | N.t.b. | N.t.b. | 33.3 | |
Evaluatie handhaving strafbaarstelling seksuele intimidatie (artikel 429ter van het Wetboek van Strafrecht) | Ex post | 2026 | Te starten | evaluatie van pilots in zeven gemeenten met boa’s die kunnen handhaven op seksuele intimidatie in het openbaar | 33.3 |
Campagne-effectonderzoek Wet seksuele misdrijven | Ex post | N.t.b | N.t.b. | Evaluatie van de landelijke publiekscampagne primair gericht op de doelgroep 18–30 jaar | 33.3 |
Wet seksuele misdrijven | Ex ante | 2026 | N.t.b. | Nulmeting en voorbereiding evaluatie invoering wetsvoorstel seksuele misdrijven. | 33.3 |
Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding
Subthema Bijzonder strafrecht – milieucriminaliteit
De maatschappelijke opgave van het bijzonder strafrecht - milieucriminaliteit is het realiseren van de klimaatdoelstellingen, het beschermen van de biodiversiteit, het realiseren van een gezonde leefomgeving en een daling van de vermijdbare milieuschade door naleving door bedrijven en natuurlijke personen van wet- en regelgeving en vergunningen en te komen tot een level playing field. JenV draagt bij aan deze opgave door middel van het strafrechtelijk handhaven van de milieuwet- en regelgeving, onder andere door het implementeren van de EU-milieustrafrechtrichtlijn. Daarbij is de strafrechtelijke handhaving het sluitstuk van breder beleid onder de stelselverantwoordelijkheid van de beleidsdepartementen LVVN, IenW, EZ en KGG. Verder heeft het strafrecht, naast preventie via afschrikking, als doel om crimineel gedrag te vergelden. JenV werkt, samen met het OM en de rechtspraak, aan het realiseren van een doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende aanpak van milieucriminaliteit om daarmee de maatschappelijke afkeuring van milieucriminaliteit adequater vorm te geven.
Subthema Bijzonder strafrecht – corruptiebestrijding
Het beoogde doel van corruptiebestrijding is optimale weerbaarheid van (overheids)organisaties en ambtenaren/werknemers, een integere overheid en integere private sector, meer vertrouwen in het goed functioneren van de overheid met een vroege detectie van corruptiesignalen, terwijl alle vormen van corruptie strafbaar zijn en passend worden bestraft.
Subthema Verkeershandhaving
Het doel van verkeershandhaving is dat daders zich onthouden van verkeersovertredingen door opsporing, vervolging en bestraffing van verkeersovertredingen (algemene preventie). De dreiging van opsporing, vervolging en bestraffing maakt dat mensen geen verkeersovertredingen begaan (speciale preventie). Dit draagt bij aan de verbetering van de verkeersveiligheid in Nederland. Daartoe worden de volgende middelen ingezet: staandehoudingen en geautomatiseerde handhaving op lichtere verkeersovertredingen, boetes (jaarlijks ongeveer 8 miljoen), speeksel-/adem- en bloedtesten voor het opsporen van rijden onder invloed en vervolging van ernstige verkeersdelicten.
Subthema Mensenhandel
Het aantal slachtoffers van mensenhandel in Nederland moet afnemen door de samenwerking in de aanpak tegen mensenhandel te verbeteren en verder te professionaliseren. Daarvoor zijn drie doelen bepaald: 1. zo veel mogelijk slachtofferschap van mensenhandel voorkomen; 2. snelle en adequate signalering van en hulp aan slachtoffers (incl. bescherming) en 3. daders op allerlei manieren frustreren en aanpakken, zowel strafrechtelijk en bestuursrechtelijk als via het opwerpen van barrières (incl. recidivevermindering). Het Actieplan mensenhandel moet hierin voorzien.
Subthema Cybercrime en digitale rechtshandhaving
Doelen van het beleid met betrekking tot cybercrime en digitale rechtshandhaving zijn: 1. het tegengaan van cybercrime (in enge zin) en 2. het versterken van de rechtshandhaving in het digitale domein (in beginsel ten aanzien van alle strafbare feiten). Belangrijk middel voor het eerste doel is (naast strafrechtelijke handhaving) preventie, onder meer door bewustwording bij het brede publiek. Dat helpt om slachtofferschap te voorkómen. Voor het tweede doel is de hackbevoegdheid van belang, waarmee de mogelijkheden voor het verkrijgen van gegevens ten behoeve van de opsporing en – in voorkomend geval – het doen stoppen van strafbare feiten worden versterkt. Het uiteindelijke doel van de opsporing is een rechtvaardige en veilige samenleving.
Subthema Veilige Publieke Taak (VPT)
Het beleid met betrekking tot de Veilige Publieke Taak is erop gericht dat beroepsgroepen en functionarissen met een publieke taak op een veilige manier hun werk kunnen uitvoeren en dat journalisten op een veilige manier en in vrijheid hun werk kunnen uitvoeren. Eenduidige landelijke afspraken is één van de middelen daartoe.
Subthema Wapens en munitie
De te herziene Wet wapens en munitie beoogt om - net als de huidige wet - de veiligheid in de samenleving te bevorderen door een algemeen verbod op wapens voor alle burgers en daarmee de verspreiding van vuurwapens en andere wapens onder burgers tegen te gaan. Knelpunten in de wet bij de aanpak van illegale wapens worden bij de herziening aangepakt. Een ander belangrijk doel van de herziening is om de uitgangspunten en richting van het wapenbezit bij burgers via vergunning in Nederland te herzien en zo af te wegen welke beleidsaanpassingen en mogelijke aanpassingen in wet- en regelgeving noodzakelijk zijn. De aanpassingen moeten leiden tot gedragen beleid, effectievere aanpak en overzichtelijke wet- en regelgeving.
Subthema Financieel-economische criminaliteit (FINEC)
Fraude verstoort het economische verkeer tussen burgers onderling, het vertrouwen in de overheid en de integriteit van stelsel. Ook door of middels rechtspersonen kan fraude worden gepleegd. Doel van het fraudebeleid is het vertrouwen dat burgers in het maatschappelijk verkeer hebben te versterken en collectieve rechtsgoederen en belangen te beschermen. Rechtsgoederen zijn bijvoorbeeld de integriteit en stabiliteit van financiële en economische markten, (digitale) betalingsinfrastructuren, het tegengaan van marktverstorende oneigenlijke concurrentie en bescherming van de Rijkskas.
Subthema Zeden
De Wet Seksuele Misdrijven heeft als doel slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksuele misdrijven beter te beschermen. De wet beoogt een modernisering van de zedenwetgeving en sluit aan bij maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en internationale verdragen. Er is meer aandacht voor vrijwilligheid en gelijkwaardigheid in seksuele contacten, evenals voor nieuwe vormen van (online) seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot veiligheid en lokaal bestuur. | 33.2 |
Subthema Sekswerk en gemeentelijke aanpak mensenhandel | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Landelijke aansturing en coördinatie van mensenhandel | Ex ante | 2025 | Lopend | Er is behoefte aan meer inzicht en een antwoord op de vraag welke knelpunten in de aanpak van mensenhandel worden veroorzaakt door het niveau waarop ze nu zijn georganiseerd: centraal of decentraal. Dit onderzoek moet verkennen in hoeverre het aanstellen van een nationaal coördinator mensenhandel een oplossing is. De onderzoeksresultaten bieden input voor beleidsmatige overwegingen om een nationaal coördinator aan te stellen en te formuleren wat diens rol en taken zijn. | 33.2 |
Evaluatie Aanpak versterking sociale en juridische positie sekswerkers | Ex post | 2027 | Te starten | De Aanpak versterking sociale en juridische positie sekswerkers bestaat uit vijf subthema's: zakelijke dienstverlening, zorg, politie, gemeenten en communicatie en media. Per subthema zal tijdens de evaluatie bekeke worden of de oplossingsrichtingen uitgevoerd zijn en welk effect dit heeft gehad, dat wil zeggen, is de problematiek die sekswerkers ervaren afgenomen. | 33.2 |
Subthema Coffeeshopbeleid | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Coffeeshops in Nederland 2024 | Ex durante (monitor) | 2025 | Lopend | Het aantal coffeeshops en het gemeentelijke beleid inzake coffeeshops worden sinds 1999 gevolgd in een monitor. Het tweejaarlijkse onderzoek biedt inzicht in ontwikkelingen en trends, en maakt inzichtelijk hoe gemeenten invulling geven aan hun coffeeshopbeleid. Deze kennis is relevant voor het (eventueel) aanpassen van het huidige en toekomstige Nederlandse coffeeshopbeleid. In 2025 komt er een nieuwe meting over 2023 en 2024. Anders dan eerdere metingen moet de nieuwe meting ook informatie opleveren over de ervaringen van Nederlandse grensgemeenten met de nieuwe cannabis- wetgeving in Duitsland. | 33.2 |
Monitoring + rapportage experimenteerfase experiment gesloten coffeeshopketen, T1, T2 en T3 | Ex durante (monitor) | 2026, 2027 en 2028 | Lopend en te starten | Tijdens de experimenteerfase van het Experiment Gesloten Coffeeshopketen wordt ieder jaar een tussenmeting uitgevoerd. Deze tussenmeting is bedoeld als monitoring van het experiment. Daarbij wordt gekeken naar effecten op criminaliteit, veiligheid en volksgezondheid. Per meting worden de resultaten vastgelegd in een rapport. | 33.2 |
Subthema Veilig ondernemen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Fenomeenanalyse winkeldiefstal | Ex ante | 2025 | Lopend | Recentelijk is er sprake van een toename van het aantal geregistreerde winkeldiefstallen. De jaarlijkse schade door winkeldiefstal wordt geschat op een bedrag van rond de 2 miljard euro. Een onderzoek naar de aard en omvang van winkeldiefstal kan bijdragen aan een gerichte en wetenschappelijk onderbouwde preventieve en repressieve aanpak (in samenwerking met publiek-private partners). | 33.2 |
Onderzoek effectiviteit (collectieve) winkelverboden | Ex durante | 2026 | Te starten | In dit onderzoek zal worden bekeken in hoeverre collectieve winkelverboden bijdragen aan het aantal meldingen van winkeldiefstal in die gebieden, en of er een verplaatsingseffect optreedt naar andere winkelgebieden. | 33.2 |
Onderzoek handelingsperspectief ondernemers in het kader van versterken cyberweerbaarheid | Ex durante | 2026 | Te starten | Het doel van dit onderzoek is 1) het verkrijgen van meer inzicht in de kloof tussen handelingsbekwaamheid (weten wat te doen) en handelingsbereidheid van ondernemers in het kader van cyberweerbaarheid en 2) het ontwikkelen van praktische handvatten voor beleidsmakers om doelgroepen te helpen preventieve maatregelen te nemen tegen criminaliteit (handelingsbereid te maken) als zij de eerste stappen tot handelingsbekwaamheid hebben doorlopen. | 33.2 |
Effectiviteit trainingen makelaardij, chauffeurs in de logistieke sector en nader af te bakenen mkb-ondernemers | Ex durante | 2026 | Gepland | In dit onderzoek zal worden bekeken wat de effectiviteit is van een aantal beleidsinitiatieven, namelijk 1) training beroepsopleiding makelaardij, verhuurbemiddelaars, vastgoedverhuurders, 2) training gebiedsgebonden functies in een logistieke omgeving, 3) Trainingen Platform Veilig Ondernemen. Het gaat daarbij om inzichten over bewustwording, handelingsperspectief en meldgedrag. | 33.2 |
Subthema Bestuurlijke aanpak | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Wetsevaluatie eerste en tweede tranche Bibob | Ex post | 2025 | Lopend | Aanleiding voor het onderzoek zijn de wijzigingen van de Wet Bibob eerste en tweede tranche (en genoemde moties), met de toezegging dat de wijzigingen na vijf jaar – gezamenlijk – zouden worden geëvalueerd. In de Tweede Kamer bestond voorts de wens om de moties binnen een termijn van vijf jaar uit te voeren.De Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme (NCDR) heeft daarnaast signalen ontvangen dat bestuursorganen de Wet Bibob (onterecht) inzetten bij de vestiging van religieuze instellingen. Deze wet ziet toe op het gebruik van bestuursorganen van hun discretionaire bevoegdheid en wordt daarom in de evaluatie meegenomen. De aanbeveling van de NCDR raakt aan de uitvoering van de Wet Bibob en wordt daarom als deelonderzoek meegenomen. | 33.2 |
Evaluatie toegang rijbewijzenregister voor boa’s | Ex post | 2028 | Te starten | Samen met het ministerie van IenW wordt eraan gewerkt om de toegang tot het rijbewijzenregister voor boa’s te regelen. Hiervoor moeten een Ministeriele Regeling (MR) en een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden aangepast. De verwachting is dat de toegang tot het rijbewijzenregister voor publieke boa’s uit de domeinen I en II eind 2025 gerealiseerd is. Voor de private boa’s uit domein IV is de verwachting dat de toegang medio 2026 gerealiseerd wordt. De reden van de twee realisatiedata zijn de verschillende doorlooptijden voor de MR en de AMvB. Twee jaar na inwerkingtreding zal worden geëvalueerd hoe de toegang en van boa's tot het rijbewijzenregister en het gebruik ervan verloopt. In de evaluatie wordt met name gekeken naar de effectiviteit en de doelmatigheid. Te denken valt aan werkbaarheid, controleerbaarheid van de raadplegingen, hoeveelheid van het gebruik en de consequenties van de toepassing. | 33.2 |
Optimalisatieonderzoek RIEC/LIEC-bestel | Ex post | 2026 | Te starten | Tien Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) en het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (LIEC) richten zich op de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Ze verbinden informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties. Doel van het onderzoek zal zijn om te verkennen of dit bestel eventueel geoptimaliseerd kan worden. | 33.2 |
Monitor Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit (i.c.m. update beleidstheorie) | Ex post | 2026 | Te starten | In 2009, 2012, 2016 en 2022 zijn metingen uitgevoerd naar de invulling van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit door gemeenten. De bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit is het geheel van maatregelen en inzet van instrumenten door gemeenten, gericht op het bestrijden, voorkómen, belemmeren en frustreren van criminele activiteiten, al dan niet in samenwerking met andere partners in een (geïntegreerde) aanpak.Doel van het onderzoek zal zijn het inzichtelijk maken van de stand van zaken in de bestuurlijke aanpak en de veranderingen met het oog op aandachtspunten voor de toekomst. Daarnaast zal in dit onderzoek een reconstructie gemaakt worden van de beleidstheorie die onder de bestuurlijke aanpak ligt. | 33.2 |
Subthema Burgemeestersbevoegdheden | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Onderzoek naar (de gevolgen van) de toepassing artikel 13b Opiumwet | Ex durante | 2025 | Lopend | Artikel 13b Opiumwet geeft burgemeesters de discretionaire bevoegdheid om bestuurlijke maatregelen te treffen wanneer er in woningen of lokalen of op een daarbij behorend erf, drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn, of wanneer voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die bestemd zijn voor het bereiden of telen van drugs. Artikel 13b Opiumwet is gericht op het beëindigen van de overtreding en het voorkomen van een nieuwe overtreding. Sluiting neemt de bekendheid van het pand als drugspand weg en haalt de ‘loop’ uit het pand. Burgemeesters moeten in beginsel de betrokkene(n) eerst waarschuwen en op de hoogte stellen van de geconstateerde overlast, voordat besloten kan worden tot sluiting van het betreffende pand. Alleen in ‘ernstige gevallen’ is vooraf waarschuwen niet nodig. Naast deze beoogde effecten heeft de toepassing van de Wet Damocles ook direct en indirect gevolgen voor bewoners, ondernemers, omwonenden en eigenaren van het pand. Met dit onderzoek wordt bekeken hoe de bevoegdheid wordt toegepast en wordt in kaart gebracht wat de gevolgen zijn. | 33.2 |
Onderzoek naar versteviging handelingsperspectief en de bestendigheid van het wettelijke kader van het demonstratierecht | Ex durante | 2025 | Lopend | Aanleiding voor het onderzoek zijn verschillende demonstraties die de afgelopen tijd hebben plaatsgevonden, waarbij de grenzen van het demonstratierecht soms opgezocht of zelfs overschreden werden (ontwrichtende demonstraties). Deze gebeurtenissen hebben vragen doen rijzen over het handelingsperspectief, hoe dit eventueel verstevigdkan worden, en de bestendigheid van het wettelijke kader. Het gaat daarbij zowel om de Wet openbare manifestaties als aanverwante bestuurs-, civiel- en strafrechtelijke regelgeving. De uitkomsten van dit onderzoek zullen door het kabinet worden gebruikt om te bezien of deze resultaten daadwerkelijk aanleiding geven tot een wijziging van beleid of regelgeving. | 33.2 |
Internationaal vergelijkend onderzoek (aanpak) online aangejaagde openbare-ordeverstoring | Ex ante | 2026 | Te starten | De Nederlandse maatschappij wordt geconfronteerd met online aangejaagde openbare_x0002_ordeverstoringen. Hiermee worden bedoeld: (dreigende) fysieke verstoringen van de openbare orde die online beginnen of online worden versterkt. Zowel burgemeesters als het Openbaar Ministerie en de politie hebben een taak bij het tegengaan van online aangejaagde openbare ordeverstoringen. Bij hen bestaat de behoefte aan een versterking van het handelingsperspectief. Een onderzoek naar de handelingsperspectieven die in een andere landen bestaan, kan relevante lessen opleveren voor Nederland. | 33.2 |
Subthema Lokale veiligheidsfenomenen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie experiment digitale meldplicht | Ex durante | 2025 | Lopend | Aan voetbalvandalen die ernstige overlast hebben veroorzaakt kan een gebiedsverbod worden opgelegd. Handhaving van een gebiedsverbod was in de praktijk lastig. Om hierin te voorzien is sinds 2015 ook een digitale meldplicht mogelijk. Hiervoor is een pilot van start gegaan met de digitale meldplicht bij voetbaloverlast in drie gemeenten met betaald voetbalorganisaties (BVO’s): Leeuwarden, Rotterdam en Utrecht. Voor het melden is een apparaat, de ‘Mini ID’, ontwikkeld, waarmee overlastgevers zich moeten melden met een vingerafdruk. De Mini ID checkt met GPS de locatie van de meldplichtige, zodat te controleren is vanaf waar die zich meldt en of die zich aan diens gebiedsverbod houdt.Doel van de evaluatie is om de werking van en ervaringen met de digitale meldplicht van zowel meldplichtigen als gemeenten te achterhalen. Onderzoeksvragen zijn ook of de Mini ID en de gebruikte procedures geschikt zijn om uit te breiden naar alle gemeenten met een BVO en hoeveel geld en capaciteit daarvoor nodig is. | 33.2 |
Economische vuurwerkcriminaliteit | Ex ante | 2025 | Lopend | Dit onderzoek richt zich op economische vuurwerkcriminaliteit. Daaronder wordt verstaan: het plegen van in het Vuurwerkbesluit strafbaar gestelde gedragingen met professioneel vuurwerk (voorhanden hebben, verhandelen door/aan particulieren en in mindere mate tot ontbranding brengen). Het onderzoek dient inzicht te geven in welke interventies voor het tegengaan van deze vorm van vuurwerkcriminaliteit effectief (kunnen) zijn, toegespitst op specifieke daderprofielen. Dat biedt handvatten om het economisch misbruik van vuurwerk tegen te gaan en de negatieve effecten ervan voor mens en maatschappij terug te dringen. | 33.2 |
Veiligheid en Lokaal bestuur
Subthema Veilig ondernemen
Hoofddoelstelling van dit subthema is het versterken van de weerbaarheid van ondernemers tegen criminaliteit, criminele inmenging en het (onbewust) faciliteren van criminaliteit door het bedrijfsleven. Dit geldt op de drie hoofdlijnen van het Actieprogramma Veilig Ondernemen: cyberweerbaarheid MKB, ondermijnende criminaliteit (uitwerking agrarische sector, vastgoedsector, transportsector) en de gebiedsgerichte aanpak van vermogenscriminaliteit (uitwerking winkeldiefstal). Voor elk van de drie hoofdlijnen worden de volgende effecten beoogd:
1. Ondernemers zijn zich bewust van welke gelegenheden in hun bedrijf criminaliteit mogelijk maken (bewustwording);
2. Ondernemers zijn bekend met de signalen die erop duiden dat criminaliteit plaatsvindt (bewustwording);
3. Ondernemers weten wat ze kunnen doen om criminaliteit zelf tegen te gaan (handelingsperspectief) of vragen hiervoor hulp bij de beschikbare partners;
4. Ondernemers zijn in staat (kunnen) en gemotiveerd (willen) om maatregelen te nemen tegen criminaliteit (handelingsbereidheid);
5. Ondernemers maken melding wanneer criminaliteit alsnog plaatsvindt (meldingsbereidheid).
Interventies om deze effecten te bereiken, zijn o.a.
– Verstrekken van subsidies aan brancheorganisaties en de Platforms Veilig Ondernemen (10 regionaal, 1 landelijk);
– Ondernemers wijzen op het belang van het nemen van maatregelen;
– Agenderen van opgaves, knelpunten en het stimuleren van partners;
– Verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie;
– Onderzoeken naar aard en omvang van criminaliteitsfenomenen;
– Vormen van netwerken tussen publieke partners onderling en met private partners;
– Bijdragen aan totstandkoming van wet- en regelgeving.
Zowel voor cybercriminaliteit, ondermijnende criminaliteit als de gebiedsgerichte aanpak van vermogenscriminaliteit speelt de vraag wat de exacte impact is van interventies: dragen de interventies bij aan bewustwording, handelingsperspectief en daadwerkelijk handelen? Om hier meer zicht op te krijgen is er een voorgenomen onderzoek naar de effectiviteit van trainingen aan ondernemers, specifieker:
– Training beroepsopleiding makelaardij, verhuurbemiddelaars, vastgoedverhuurders;
– Training gebiedsgebonden functies in een logistieke omgeving (o.a. wijkagenten van Dienst Infra) en politie, douane, KMar;
– Trainingen Platform Veilig Ondernemen (cyberweerbaarheid, agressie en geweld, winkeldiefstal/-overvallen).
Het gaat om inzichten over bewustwording, handelingsperspectief en meldgedrag. Daarnaast bestaat het voornemen om in 2026 onderzoek te doen naar de effectiviteit van (collectieve) winkelverboden op het gebied van winkeldiefstal, naast een onderzoek in 2025 om meer inzicht in de huidige aard en omvang van winkeldiefstal in de detailhandel te krijgen daar waar beschikbare politiecijfers daar onvoldoende beeld van geven.
Er is op dit moment geen onderzoek gepland naar de agrarische sector, omdat er via het Platform Veilig Ondernemen in 2024 al onderzoek gedaan is naar de impact van publiek-private samenwerking rond Veilig Buitengebied.
Verder wordt op de achtergrond gewerkt aan de introductie van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven, in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Deze monitor moet via een slachtofferenquête inzicht geven in de aard en omvang van criminaliteit tegen en via het bedrijfsleven. De eerste editie van de Monitor wordt tussen 2026 en 2028 verwacht.
Subthema coffeeshopbeleid
Het coffeeshopbeleid wordt momenteel grotendeels ingevuld door het Experiment Gesloten Coffeeshopketen. Het doel van het experiment is om te onderzoeken of gereguleerde productie, distributie, en verkoop van cannabis mogelijk is. Een onderzoeksteam onderzoekt onder begeleiding van een onafhankelijke Begeleidings- en Evaluatiecommissie wat de effecten hiervan zijn op criminaliteit, veiligheid en volksgezondheid. De Nederlandse Voedsel – Warenautoriteit (NVWA) houdt onder andere toezicht op de kwaliteit van de producten.
Subthema Bestuurlijke Aanpak
Dit subthema richt zich onder andere op de informatiepositie van gemeenten en informatiedeling. Hieronder valt onder andere het beheer van en de voorwaarden voor het kunnen functioneren van het RIEC/ LIEC-bestel en de inzet voor een weerbaar lokaal bestuur. Daarnaast gaat dit thema over verschillende instrumenten voor de bestuurlijke aanpak van (georganiseerde) criminaliteit en overlast, zoals het Bibob-instrumentarium en het boa-stelsel.
Subthema Burgemeestersbevoegdheden
Dit subthema richt zich op de burgemeestersbevoegdheden t.a.v. de openbare-ordetaak; het doel is een coherent, goed uitvoerbaar stelsel. Daarnaast richt het subthema zich op de aanpak van online aangejaagde openbare ordeverstoringen. Ook wordt met een breed scala aan partners gewerkt aan een optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren, maar ook kordaat op te kunnen treden als dat nodig is.
Subthema Sekswerk en gemeentelijke aanpak mensenhandel
In dit subthema wordt ingezet op het versterken van de sociale en juridische positie van sekswerkers, regulering van de sekswerkbranche en de ondersteuning van sekswerkers die de sekswerkbranche willen verlaten. Daarnaast houdt het programma zich bezig met het versterken van de gemeentelijke aanpak van mensenhandel en het monitoren van de internationale ontwikkelingen op sekswerkbeleid.
Subthema Lokale veiligheidsfenomenen
Dit subthema richt zich specifiek op vormen van onveiligheid waar burgers mee te maken hebben in de (semi-)publieke ruimte, zoals het uitgaansleven, een voetbalstadion, de straat of de directe woonomgeving. De missie van de pijler is om burgers veilig te laten voelen en zijn. Doelstellingen daarbinnen zijn om partijen die bijdragen aan de missie te informeren, adviseren en ondersteunen, en om lokale veiligheidsfenomenen zelf op te halen of te agenderen.
De inzichtsbehoeftes worden geëxpliciteerd op basis van de beleidstheorie. De onderzoeken die nu zijn opgenomen op de SEA, zijn gepland op basis van reguliere evaluatiecycli van de afzonderlijke dossiers en wensen van de Kamer. Voor het subthema Veilig Ondernemen wordt op basis van de kennisinventarisatie rondom de beleidstheorie de effectiviteit van een aantal trainingen als eerste opgepakt.
Inhoud periodieke rapportage
Alle zes hierboven beschreven subthema’s worden meegenomen in de periodieke rapportage voor het thema Veiligheid en Lokaal bestuur die voor 2027 gepland staat. Van deze subthema’s zijn Veilig Ondernemen, Coffeeshopbeleid en Bestuurlijke Aanpak als prioritair aangewezen voor deze periodieke rapportage. Dit zijn de eerste drie thema’s waarop wordt gewerkt aan het reconstrueren van de beleidstheorie en het expliciteren van de inzichtsbehoefte.
De beleidstheorie voor Veilig Ondernemen is inmiddels gereed, en kort beschreven in de toelichting hierboven. De beleidstheorieën voor Coffeeshopbeleid en Bestuurlijke Aanpak worden respectievelijk medio 2025 en begin 2026 verwacht. Vervolgens worden de beleidstheorieën gereconstrueerd voor de niet-prioritaire thema’s: Sekswerk en gemeentelijke aanpak mensenhandel, Burgemeestersbevoegdheden en Lokale Veiligheidsfenomenen. De planning is om dit traject eind 2026 gereed te hebben, zodat alle beleidstheorieën gereed zijn voor de periodieke rapportage in 2027.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot georganiseerde ondermijnende criminaliteit. | 33.3 |
Subthema Voorkomen - Preventie met gezag | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Verkenning Monitor CBS – Preventie met Gezag 2015-2023 | Ex durante en ex post | Doorlopend | Lopend en te starten | Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft ten behoeve van het programma ‘Preventie met gezag’ gegevens samengesteld die inzicht geven in de criminaliteitsproblematiek onder jongeren in 27 focusgebieden. | 33.3 |
Reflectie Preventie met Gezag | Ex durante | Doorlopend | Te starten | Brede monitoring van de landelijke aanpak Preventie met gezag. Hierin wordt gekeken naar de voortgang van de lokale aanpakken en interventies (output) en criminaliteitsdata (outcome) in samenwerking met het CBS. Na 2026 start een nieuwe monitoringcyclus. | 33.3 |
Evaluatie Preventie met Gezag - Effectiviteit | Ex durante en ex post | 2027 | Te starten | Er wordt een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd over de effectiviteit van de aanpak als geheel. | 33.3 |
Subthema Voorkomen - Drugs: Terugdringen vraag naar en aanbod van illegale drugs | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Pilot Rioolwatermetingen | Ex ante | 2025 | Lopend | Nauwkeuriger beeld krijgen van het drugsgebruik in Nederland en de effectiviteit van beleid ter ontmoediging van drugsgebruik. De (pilot) rioolwatermetingen zal naar verwachting – samen met de cijfers uit de Nationale Drug Monitor – tot een (nog) nauwkeuriger beeld van het drugsgebruik in Nederland en de effecten van beleid gericht op ontmoediging van drugsgebruik leiden. | 33.3 |
Evaluatie Wet verbod Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) | Ex durante en ex post | 2028, 2029 | Te starten | Dit traject is een samenwerking tussen JenV en VWS. Het wetsvoorstel NPS zal op 1 juli 2025 in werking treden. Binnen 3 jaar na inwerkingtreding wordt er gerapporteerd over de doeltreffendheid en effecten van deze wet. | 33.3 |
Evaluatie lachgasverbod | Ex durante en ex post | 2027, 2028 | Te starten | Dit traject is een samenwerking tussen JenV en VWS. Het lachgasverbod is in januari 2023 in werking getreden. De regering is voornemens om 3 jaar na de inwerkingtreding (2026) van het besluit een evaluatie van dit besluit mee te laten lopen in de onderzoeksprogrammering van het WODC. | 33.3 |
Subthema Doorbreken - PPS/Veilig ondernemen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Tussentijdse evaluatie Actieprogramma veilig ondernemen | Ex durante | 2025 | Afgerond | Halverwege de looptijd evalueren wat de stand van zaken is in de diverse onderdelen van het programma en een bestuurskundige beschouwing over de samenwerking in publiek-privaat verband op het gebied van (ondermijnende) criminaliteit. | 33.3 |
Tussenevaluatie Platforms Veilig Ondernemen | Ex durante | 2027 | Te starten | Drie jaar na de impuls aan Platform Veilig Ondernemen analyseren wat de resultaten zijn en welke verbeteringen nog kunnen worden gerealiseerd. | 33.3 |
Criminaliteit in de persoonlijke verzorgingsbranche | Ex ante | 2025 | Afgerond | Het onderzoek biedt inzicht in de aard, omvang en mechanismen van verschillende criminaliteitsvormen binnen de persoonlijke verzorgingsbranche en maakt duidelijk op welke manieren de weerbaarheid van deze branche tegen de betreffende criminaliteitsvormen, verhoogd kan worden. Daarmee biedt het onderzoek een basis om beleidsmatig op te treden en de branche weerbaarder te maken. Ook kunnen de onderzoeksresultaten door publieke en private partijen die een rol (kunnen) spelen bij de preventie en/of repressie van de betreffende criminaliteitsvormen, gebruikt worden in hun werkzaamheden. | 33.3 |
Subthema Doorbreken - Aanpak dugssmokkel via mainports | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Mainports | Ex durante | 2026 | Lopend | Het onderzoek beoogt inzicht te verwerven in de beleidslogica, het uitvoeringsproces en de voorlopige resultaten van de mainportsaanpak. De bevindingen zullen worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de aanpak van drugssmokkel via de Nederlandse mainports. | 33.3 |
Subthema Doorbreken - Criminele geldstromen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
National Risk Assessment (NRA) witwassen | Ex durante | N.t.b. | Te starten | Er dient periodiek een NRA witwassen te worden uitgevoerd. Onderzoeksopzet en voorziene oplevering zijn onderwerp van gesprek, maar zeker is dat er een vervolg komt op de vorige NRA. | 33.3 |
Evaluatie FEC-projecten (Financieel Expertise Centrum) | Ex durante | 2025 | Lopend | De FEC evaluatie is een afspraak gemaakt tussen de betrokken partijen in het FEC convenant. Dit dient iedere drie jaar plaats te vinden. De evaluatie gaat inzicht geven in hoe de projecten in het FEC tot stand komen, of deze meetbare doelen bevatten, of deze projecten datgane opleveren wat werd beoogd, en of de opbrengsten van de projecten na afloop in de FEC-organisaties zijn opgenomen (lerend vermogen van de organisaties). | 33.3 |
Aard en omvang ondergronds bankieren | Ex ante en ex durante | 2025 | Afgerond | Dit WODC-onderzoek beoogt actueel inzicht te bieden in de aard van het fenomeen ondergronds bankieren in Nederland, met een specifieke focus op crimineel ondergronds bankieren (ondergronds bankieren met crimineel verkregen geld of ondergronds bankieren met legaal geld voor criminele doeleinden). | 33.3 |
Via een kwalitatieve systeemanalyse naar intensivering samenwerking en mogelijke (beleids)interventies | Ex durante | 2025 | Lopend | Dit project wordt in samenwerking met TNO uitgevoerd met als doel de aanpak van ondergronds bankieren te verbreden door de samenwerking met partners te intensiveren en te komen tot aanknopingspunten voor beleid. Hiervoor wordt een kwalitatieve systeemanalyse van ondergronds bankieren gebouwd en daarmee geëxperimenteerd hoe deze analyse het beleidsproces kan ondersteunen. | 33.3 |
Subthema Doorbreken - Outlow Motorcycle Gangs | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Onderzoek civiel verbod Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) | Ex durante en ex post | 2025 | Afgerond | Het onderzoek biedt inzicht in de effecten van het civiele verbod op OMG’s. | 33.3 |
Subthema Bestraffen - Strafrechtelijke aanpak | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Wet Ondermijning I | Ex durante en ex post | 2026/2027 | Te starten | In de wet is toegezegd dat 5 jaar na inwerkingtreding alle onderdelen van de wet worden geëvalueerd op doeltreffendheid en effectiviteit. Per onderdeel lopen er momenteel aparte monitoring en evaluatie initiatieven. De Kamer zal 5 jaar na inwerkingtreding (vóór 2027) in een kamerbrief geïnformeerd worden over deze trajecten. | 33.3 |
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit: Voorkomen
Subthema Preventie met Gezag
Met de brede preventieve aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit wordt voorkomen dat kinderen en jongeren van 8 tot en met 27 jaar in aanraking komen met ondermijnende criminaliteit of daarin doorgroeien. Dit wordt gedaan door selectief maar fors te investeren in die gebieden waar jongeren extra vatbaar zijn voor jeugdcriminaliteit en de veiligheid en leefbaarheid onder druk staan. Daarom wordt in 27 gebieden ingezet op de wijkgerichte aanpak ‘Preventie met gezag’, wordt geïnvesteerd met incidentiële ondersteuning in 20 gebieden met acute en ernstige problematiek en wordt ingezet op versterking van de jeugdstrafrechtketen. Door te investeren in perspectief en repressie worden criminele netwerken beroofd van hun uitvoeringskracht en wordt voorkomen dat jongeren doorgroeien tot beroepscriminelen. De brede preventieve aanpak is een lerende aanpak. Door inzichten uit verschillende data en wetenschappelijke bronnen te combineren – zoals het Landelijk Kwaliteitskader Effectieve Jeugdinterventies voor Preventie van Jeugdcriminaliteit – wordt op de lange termijn steeds meer zicht verkregen in de voortgang en mogelijke impact van de aanpak. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het bij de aanpak van criminaliteit onder jongeren en hun gezinnen in kwetsbare posities van cruciaal belang is om in te zetten op het verlagen van risicofactoren, het versterken van beschermende factoren en werkzame bestanddelen. Wanneer jongeren problemen ervaren op meerdere risicofactoren, neemt de kans toe om met criminaliteit in aanraking te komen. De risico- en beschermende factoren zijn geclusterd in vijf thema’s: onderwijs, werk en inkomen, persoonlijke ontwikkeling, het sociale netwerk en repressie, nazorg en re-integratie. Door de aanpakken goed te monitoren, wordt vervolgens meer inzicht verkregen in de status en het bereik van deze interventies. Hierdoor kan steviger ingezet worden op goede resultaten en ook worden gestopt met interventies en werkwijzen die niet werken. De geleerde lessen worden vervolgens weer verspreid, bijvoorbeeld via lerende netwerken. Niet alleen aan de deelnemende gemeenten, maar ook aan andere gemeenten en partners. Daarnaast wordt de aanpak als geheel en het lerend vermogen onafhankelijk geëvalueerd. Hieronder worden de verschillende monitoringsactiviteiten toegelicht.
CBS Monitoring (ex durante)
Om zicht te krijgen op de voortgang van de brede preventieaanpak wordt samen met gemeenten en het CBS een monitorproces opgezet. Binnen deze monitoring ligt de nadruk op het inzichtelijk maken van de voortgang (output) en impact (outcome) van het preventiebeleid via de verzameling van (administratieve) data. Hierbij wordt op overkoepelend niveau gekeken naar de voortgang van alle lokale aanpakken. Daarnaast wordt er samen met het CBS gekeken naar kwantitatieve data over de doelgroep in de focusgebieden om een zo actueel mogelijk beeld te krijgen van de problematiek en op de lange termijn eventuele trends waar te nemen. Jaarlijks wordt er vanuit JenV gerapporteerd over de voortgang van Preventie met Gezag in de halfjaarbrief en de voortgangsrapportage. Daarnaast komt de Preventie met Gezag-aanpak terug in de brief over de brede preventieaanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit.
Reflectie PmG (ex durante/ex post)
1. Binnen de lerende aanpak wordt met een externe groep professionals uit de wetenschap en praktijk gereflecteerd op de voortgang van de aanpak. De hieruit geleerde lessen worden met gemeenten en partners gedeeld om de aanpak beter te maken. Hiervoor wordt het beeld uit het monitoringsproces verrijkt met lokale onderzoeken naar de effectiviteit van projecten en specifieke interventies. Een voorbeeld van een dergelijk onderzoek zijn de inspanningen binnen het EPIC-project vanuit de Nationale Wetenschapsagenda: Grip op jeugdcriminaliteit – betrokkenheid van jongeren bij zware en georganiseerde criminaliteit. Vanuit dit onderzoeksproject zijn meer wetenschappelijke inzichten verkregen in de betrokkenheid van jongeren in georganiseerde (drugs)criminaliteit en in de latente kennis op dit gebied bij professionals uit het veld. In de toekomst wordt vanuit dit project ook onderzoek gedaan naar de effectiviteit van specifieke interventies die binnen het kader van de preventieve aanpak worden ingezet. Dit onderzoek zal worden herhaald in de komende jaren.
2. Er wordt een onafhankelijke evaluatie naar de domeinoverstijgende aanpak Preventie met Gezag uitgevoerd. Binnen deze evaluatie ligt de focus op de effectiviteit van de aanpak en op de maatschappelijke uitkomsten van de aanpak. Omdat in het programma Preventie met Gezag interventies worden ingezet die pas op middellange tot lange termijn tot zichtbare effecten leiden, wordt ervoor gekozen om de evaluatie in 2027 uit te voeren, zodat op basis van de dan beschikbare data betekenisvolle conclusies kunnen worden getrokken.
Subthema Terugdringen vraag naar en het aanbod van illegale drugs
Drugsgebruik kan grote schade opleveren voor de gezondheid, met soms blijvende gevolgen als verslaving of psychische problemen. Daarnaast draagt de vraag naar drugs bij aan georganiseerde criminaliteit, inclusief alle ondermijnende en schadelijke uitwerkingen daarvan zoals explosies in woonwijken, fraude, corruptie, witwassen, milieuschade en potentiële ontwrichting van onze democratie en rechtsstaat. Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op de volksgezondheid en de aanpak van drugscriminaliteit. Het kabinet zet daarbij in op het terugdringen van zowel de vraag naar drugs als het aanbod van drugs. Er wordt al jaren een maatschappelijke en politieke discussie gevoerd over het gebruik van drugs, de (al dan niet) schadelijke gevolgen daarvan voor individu en samenleving en wat de (Rijks)overheid hieraan zou kunnen en moeten doen. Het uitgangspunt hierbij is – uiteraard – evidence-based werken. Voor de cijfers over het gebruik van drugs wordt gebruik gemaakt van de Nationale Drug Monitor (NDM). Die geeft een breed beeld van welke drugs er worden gebruikt, door welke leeftijdsgroepen en welke trends hierbij zichtbaar zijn. Om het beeld verder in te vullen en de discussie te voeden met (nog) meer cijfers en inzicht vanuit verschillende perspectieven, zijn, en worden de komende jaren, de volgende onderzoeken gedaan:
1. De pilot rioolwatermetingen is in 2023 gestart en wordt in 2025 afgerond. Afhankelijk van de uitkomsten van deze pilot zou dit op de middellange termijn kunnen leiden tot een landelijke uitrol van rioolwatermetingen. De (pilot) rioolwatermetingen beoogt – samen met de cijfers uit de NDM – een (nog) nauwkeuriger beeld te krijgen van het drugsgebruik in Nederland en de effecten van beleid gericht op ontmoediging van drugsgebruik.
2. Vervolgonderzoek naar denormalisering van drugsgebruik. In februari 2024 heeft de Tweede Kamer de motie Bikker c.s. aangenomen, waarin de regering wordt opgeroepen naar Rotterdams voorbeeld een landelijke campagne te starten waarin drugsgebruikers worden geconfronteerd met de gevolgen van drugsgebruik voor de samenleving. De uitwerking van deze motie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ministeries van JenV en VWS. De doelen van de communicatie-inzet en de effecten op de doelgroep(en) worden geëvalueerd.
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit: Doorbreken
Subthema PPS/Veilig Ondernemen
Het is belangrijk de weerbaarheid van ondernemers tegen ondermijning door georganiseerde criminaliteit te vergroten. De aanpak richt zich op het tegengaan van criminele inmenging en het (onbewust) faciliteren van criminaliteit door het bedrijfsleven. Het uitgangspunt is dat ondernemers zelf maatregelen nemen om weerbaarder te worden tegen criminelen. In het Actieprogramma Veilig Ondernemen is opgenomen onderzoek te doen naar indicatoren van criminele inmenging in bedrijfsprocessen. In 2024 is hiertoe de handreiking kwetsbare branches gepubliceerd, die zich richt op het analyseren van kwetsbaarheden van branches en het treffen van passende maatregelen om crimineel gebruik van bedrijven tegen te gaan.
Tijdens de ontwikkeling van de handreiking kwetsbare branches is onderzoek naar de persoonlijke verzorgingsbranche ingesteld. De resultaten zullen duidelijk maken of er voor de persoonlijke verzorgingsbranche een sectorgerichte aanpak nodig is. In de tweede helft van 2024 en 2025 is verder opvolging gegeven aan de handreiking kwetsbare branches. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen publieke en private partners meer inzicht in risicobranches bieden en wat vervolgens ondernomen kan worden om meer weerbaarheid te creëren. Eind 2024 is het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026 tussentijds geëvalueerd. In 2027 vindt het evaluatieonderzoek van de Platforms Veilig Ondernemen plaats.
Subthema Mainports
Het doel van de aanpak drugssmokkel via mainport is om drugssmokkel via logistieke knooppunten in Nederland terug te dringen, om Nederland minder aantrekkelijk te maken als hub en de marktplaats-/schakelfunctie die Nederland vervult daarmee kleiner te maken. Daarnaast is het belangrijk dat mensen die in de haven werken, veilig hun werk kunnen blijven doen. Niet alleen om een veilige werkomgeving voor werknemers te waarborgen, maar ook voor de logistieke sector in den brede en de rol die de sector vervult voor de Nederlandse economie. De subdoelen van de aanpak zijn: de weerbaarheid tegen drugscriminelen in de logistieke sector verhogen; de fysieke en technische mogelijkheid tot drugssmokkel via knooppunten terugdringen; inspelen op veranderende criminele bedrijfsprocessen.
Subthema criminele geldstromen
Financieel gewin is het centrale motief van georganiseerde criminaliteit. Geld is ook een machtsmiddel voor drugscriminelen. Er worden nieuwe drugs en wapens mee gekocht en handlangers en financiële facilitators mee betaald. Door crimineel geld wit te wassen en in te zetten in de bovenwereld vergaren criminelen gezag en invloed in de onderwereld. Door het criminele verdienmodel te doorbreken en criminele geldstromen effectief te verstoren en terug te dringen, nemen de ondermijnende effecten van dat geld af. De aanpak van criminele geldstromen draagt zo bij aan de bestrijding van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit en aan de bescherming van de integriteit van ons financiële stelsel, de democratische rechtsorde en de openbare ruimte. De aanpak van criminele geldstromen heeft vijf subdoelen waarop wordt ingezet in samenwerking met de betreffende organisaties. Te weten: het voorkomen dat illegaal verdiend geld wordt witgewassen via het legale financiële stelsel; het verstoren van ondergronds bankiersystemen; het afpakken van crimineel vermogen; afgepakt vermogen maatschappelijk herbestemmen (MaHer) en internationale samenwerking.
De aanpak van witwassen is van essentieel belang bij het voorkomen en bestrijden van (ondermijnende) criminaliteit. Het verhullen en aanwenden van crimineel vermogen stelt criminelen in staat om drugs en wapens te kopen, dienaars van onze rechtsstaat te bedreigen en kwetsbare jongeren de georganiseerde misdaad in te trekken. Een gezamenlijke en effectieve aanpak van witwassen beperkt de macht en invloed van criminelen op onze samenleving en rechtsstaat. Met betrekking tot de aanpak van witwassen zijn drie evaluatieonderzoeken lopend of recent afgerond:
– Het WODC-onderzoek naar ondergronds bankieren dat tot doel heeft actueel inzicht te bieden in de aard van het fenomeen ondergronds bankieren in Nederland, met een specifieke focus op crimineel ondergronds bankieren (ondergronds bankieren met crimineel verkregen geld of ondergronds bankieren met legaal geld voor criminele doeleinden). Er zal onder meer worden gekeken naar de verschillende verschijningsvormen, de onderlinge relaties en rollen van ondergrondse bankiers(netwerken), de werkwijze, en de relatie tussen ondergronds bankieren en georganiseerde drugscriminaliteit. Ook wordt nagegaan of een ontwikkeling te zien is in de aard van het fenomeen, bijvoorbeeld in de wijze waarop ondergrondse bankiers te werk gaan.
– Aanvullend wordt in samenwerking met TNO een project uitgevoerd met als doel de aanpak van ondergronds bankieren te verbreden door de samenwerking met partners te intensiveren en te komen tot aanknopingspunten voor beleid. Hiervoor wordt een kwalitatieve systeemanalyse van ondergronds bankieren gebouwd en geëxperimenteerd hoe deze analyse het beleidsproces kan ondersteunen. Hierbij is specifiek aandacht voor het formuleren van een gezamenlijk gedragen probleembeeld door JenV en haar partners, inventarisatie van staand beleid en reeds uitgevoerde maatregelen vanuit ketenpartners, en de wijze waarop nieuw beleid en maatregelen effect hebben (en zouden kunnen hebben) op het probleem van ondergronds bankieren.
– Nederland voert periodiek een NRA witwassen uit om beleid en publieke en private uitvoering te kunnen richten op de grootste witwasrisico’s. De opzet en timing van de volgende NRA is momenteel onderwerp van gesprek met het ministerie van Financiën en betrokken partners. De ervaringen met de vorige NRA en nieuwe internationale en Europese afspraken worden hier ook in meegenomen. Zo ontstaat meer informatie over mogelijke blinde vlekken en kunnen prioriteiten steeds beter op basis van de NRA worden vastgesteld. Voor een effectieve bestrijding van witwassen, inclusief ondergronds bankieren, is het nodig structureel zicht te hebben en houden op de grootste witwasrisico’s, en hoe die kunnen ontstaan door ontwikkelingen in bijvoorbeeld de financiële markten en economie, (mondiale) standaarden en technologie. Door deze ontwikkelingen, en doordat criminelen blijven zoeken naar mazen in het financieel-economische systeem, is het nodig structureel te zoeken naar inzicht in witwasrisico’s. Bestaande NRA’s witwassen geven inzichten in witwasrisico’s. Nieuwe NRA’s die tot stand komen met betrokkenheid van publieke en private partners zullen dus ook inzicht geven in de risico’s die nodig zijn voor het meer risico gebaseerd werken.
– De evaluatie van het Financieel Expertise Centrum (FEC-evaluatie) wordt uitgevoerd op basis van een afspraak tussen de betrokken partijen in het FEC-convenant. De evaluatie dient iedere drie jaar plaats te vinden. De evaluatie loopt en wordt naar verwachting opgeleverd in het najaar van 2025. Hoofddoel van de komende evaluatie is inzicht krijgen in de wijze waarop FEC-projecten tot stand komen, en of de opbrengsten hiervan in de werkwijze van de FEC-organisaties worden opgenomen.
Een ander belangrijk onderdeel van de aanpak van criminele geldstromen is het afpakken van crimineel verkregen vermogen en het verstoren van criminele verdienmodellen. Het wettelijk instrumentarium daarvoor is in 2022 uitgebreid in wet Ondermijning I met twee instrumenten: de Maatregel Kostenverhaal (MKV) en het Strafrechtelijk Executieonderzoek (SEO). Er is onderzoek nodig om te kunnen evalueren hoe het MKV en het SEO in de praktijk werken. Daarnaast is inzicht nodig in de vraag of de toepassingsmogelijkheden van de instrumenten verbeterd kunnen worden. Het onderzoek naar deze twee instrumenten wordt waarschijnlijk samen met de andere elementen van Wet Ondermijning I geëvalueerd. De onderzoeken moeten nog verder vormgegeven worden, maar zullen naar verwachting bijdragen aan het inzicht door enerzijds cijfermatig te laten zien hoe de instrumenten gebruikt worden en anderzijds kwalitatief inzicht te geven in de toepasbaarheid en de ervaring van experts. Deze combinatie van kennis draagt bij aan inzicht over de effectiviteit van de instrumenten. Wet ondermijning I wordt nader toegelicht onder het thema ‘Bestraffen’.
Subthema Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s)
Motorclubs waarvan de leden zich niet aan de wet gebonden voelen, worden ook wel Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) genoemd. Vaak zijn dit broeinesten van (georganiseerde) criminaliteit. Inmiddels zijn verschillende OMG’s civielrechtelijk verboden omdat zij ontwrichtend zijn voor de samenleving en in strijd zijn met de openbare orde. De landelijke integrale aanpak van OMG’s richt zich op het beperken van schade die zij toebrengen aan de maatschappij. Er is een WODC-onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de civiele verboden op OMG’s. In de afgelopen jaren zijn namelijk enkele OMG’s civielrechtelijk verboden. Het onderzoek heeft als doel om inzicht te bieden in de effecten van het civiele verbod op OMG’s. Zo brengt het onderzoek in kaart welke bedoelde en onbedoelde (neven)effecten het civiele verbod op OMG’s heeft voor onder meer de zichtbaarheid van de verboden OMG’s en hun (voormalige) leden in de openbare ruimte of elders, de mate waarin zij lid zijn geworden van ‘voortzettingsvormen’ van verboden OMG’s, niet-verboden OMG’s, nieuw opgerichte OMG’s of ‘brotherhoods’ en het mogelijk continueren van criminele activiteiten. Het onderzoek moet leiden tot aanbevelingen ten aanzien van de aanpak van OMG’s vanuit een breed integraal (beleids)perspectief (strafrechtelijk, civiel, bestuurlijk en fiscaal). Ook kan het onderzoek lessen opleveren ten behoeve van de aanpak van daders van andere vormen van criminaliteit in georganiseerd verband.
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit: Bestraffen
Subthema Strafrechtelijke aanpak
Criminelen maken bij de afweging of zij illegale activiteiten zullen ondernemen een inschatting van de pakkans en de straf die hen boven het hoofd hangt. Voor een impactvolle aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit is het daarom van belang om de pakkans te vergroten en effectief te straffen.
De wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit is op 1 januari 2022 in werking getreden. De minister van Justitie en Veiligheid heeft aan de Tweede Kamer toegezegd deze wet uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding te evalueren. Met deze wet zijn verschillende vormen van faciliterende criminaliteit zwaarder bestraft. De wet bestaat uit een aantal onderdelen. Momenteel wordt er bekeken hoe deze evaluatie zo goed mogelijk ingericht kan worden en welke onderdelen van de wet zich hiervoor lenen. Hieronder worden de verschillende onderdelen van de wet kort toegelicht.
– Evaluatie verhoging strafmaat. De strafmaat voor bedreiging is verhoogd en een nieuw lid is geïntroduceerd waarbij bedreiging van personen met een publieke taak extra zwaar kan worden bestraft.
– Evaluatie uithalerswet. Toegezegd is dat de wijze waarop de Uithalerswet in de praktijk uitwerkt, de jurisprudentie en de ontwikkelingen rondom de cijfers worden gemonitord en na 5 jaar geëvalueerd.
– Precursoren. Sinds de inwerkingtreding van de Wet Ondermijning I is het verboden om drugsprecursoren in te voeren, uit te voeren, te vervoeren of voorhanden te hebben. Geëvalueerd wordt welke effecten het verbod heeft op de productie van synthetische drugs, waarbij in het bijzonder wordt gekeken of het verbod de productie van synthetische drugs heeft bemoeilijkt en/of teruggedrongen.
– Maatregel kostenverhaal en strafrechtelijke executie onderzoek. De nieuwe maatregel kostenverhaal en de uitbreiding van het strafrechtelijk executieonderzoek zullen worden gemonitord op kwantiteit (hoe vaak opgelegd) en kwaliteit (welke bedragen ingevorderd). Tussentijds zal worden geëvalueerd of het nodig is om al maatregelen te treffen over de toepasselijkheid van deze instrumenten, indien blijkt dat de praktijk er weinig gebruik van maakt.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot genoegdoening aan slachtoffers en samenleving | 34.3, 34.4 |
Subthema Rechten, hulp en schadevergoeding aan slachtoffers | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Slachtoffers: rechten, beleid en praktijk. De cijfers. (WODC) | Ex durante | 2026 | Te starten | Om de ontwikkelingen van de afgelopen 10-15 jaar te kunnen duiden is het nodig om inzichtelijk te maken wat de omvang is van de doelgroep die (geen) gebruik maakt van rechten en voorzieningen binnen de strafrechtketen, hoe de samenstelling van die groep is en hoe die groep verdeeld is over de verschillende rechten en voorzieningen voor slachtoffers. Denk hierbij aan aantallen over bijvoorbeeld: aangiften, sepots, vervolgingen, beslissingen op schadevergoeding, niet-ontvankelijk verklaring, gebruik van het spreekrecht, etc. Die cijfers zijn uit verschillende bronnen beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan registratiedata van ketenpartners, data van het CBS, de veiligheidsmonitor en de slachtoffermonitor. Echter, al die bronnen schetsen slechts een deel van het totaalplaatje en mist een combinatie van de afzonderlijke bronnen om tot nieuwe inzichten te komen. Dit onderzoek beoogt die data samen te brengen en daarmee de omvang en kenmerken van slachtoffers in Nederland (beter) in kaart te brengen. | 34.4 |
Slachtoffers: rechten, beleid en praktijk. Een literatuurstudie. (WODC) | Ex durante | 2026 | Te starten | Meta-analyse van de (mogelijk veranderde) behoeften van (nieuwe typen) slachtoffers. Ten tijde van de ontwikkeling van wat we nu kennen als het slachtofferbeleid en de doelen die dat beleid dient, speelden vragen als: zitten er, uitgaande van behoeften van slachtoffers, leemten in het slachtofferbeleid? Zijn er verschillen in behoeften of in rangorde tussen slachtoffers van verschillende typen delicten? Wat zijn voor slachtoffers de belangrijkste behoeften? Kan de kwaliteit of het bereik van juist dat deel van het aanbod nog verbeterd worden? (zie ten boom 2008). Mede door de geschetste ontwikkelingen zouden de antwoorden op die vragen herijkt moeten worden in het licht van de huidige tijd. Onderhavig onderzoek brengt in beeld wat behoeften zijn van slachtoffers van zowel traditionele als nieuwe misdrijven en voor zowel slachtoffers die al lange tijd in beeld zijn als ‘nieuwe’ typen slachtoffers. | 34.4 |
Slachtoffers: de gevolgen (WODC) | Ex durante | 2029 | Te starten | Prospectief longditudinaal onderzoek naar de gevolgen die slachtoffers ervaren van een delict. Onderzoek impact van een slachtofferervaring is versnipperd, zeer divers in aanpak en kwaliteit van het onderzoek en daarmee in het type conclusies dat te trekken is. Er is over het algemeen behoorlijk veel onderzoek gedaan naar de impact van huiselijk geweld, partnergeweld en zedenmisdrijven. Onderzoek naar de meeste andere typen delicten is minder breed beschikbaar. Veelal wordt deze impact op (klinisch-)psychologische wijze benaderd. Kennis over de impact op financieel, emotioneel, sociaal en juridisch is ook in mindere mate beschikbaar. Dit onderzoek gaat in op de gevolgen die slachtoffers van een delict ervaren op de korte, middellange en lange termijn op sociaal, financieel, juridisch en psychologisch vlak. Welke persoons- en delictkenmerken dragen eraan bij dat slachtoffers de gevolgen van een delict zelf te boven komen? Welke persoons- en delictkenmerken dragen er aan bij dat slachtoffers zich melden bij voorzieningen voor slachtoffers, zoals Slachtofferhulp Nederland en de slachtofferadvocatuur? | 34.4 |
Slachtoffers: ervaringen (WODC) | Ex durante | 2029 | Te starten | Prospectief longitudinaal onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers op de korte en lange termijn. Naast inzicht in de (kwantificeerbare) impact van een slachtofferervaring op het slachtoffer is het ook nodig om zicht te krijgen op de doeltreffendheid van de geïntroduceerde rechten en voorzieningen voor slachtoffers. Oftewel: hoe maken slachtoffers gebruik van slachtofferrechten en voorzieningen en waar lopen zij op weg naar herstel tegenaan. Door in kaart te brengen welke stappen slachtoffers na een delict doorlopen en welke keuzes en bijbehorende afwegingen zij daarbij op elk moment maken kan duidelijk worden waar zij tegenaanlopen. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om tevredenheid met die rechten en voorzieningen. Daarover informeert de slachtoffermonitor voldoende. Onderzocht wordt daarom welke ervaringen slachtoffers hebben met de weg van herstel (in brede zin) na een ingrijpende gebeurtenis? Waar lopen ze tegenaan als het gaat om de uitoefening van hun rechten? Welke overwegingen maken ze bij de verschillende stappen die zij zetten op weg naar herstel? Hoe ervaren ze de ondersteuning die zij ontvangen, zowel op lange als op korte termijn? Hoe voelen zij zich bejegend binnen de verschillende fasen van het strafproces? Ervaren ze secundaire victimisatie? In hoeverre voelen ze zich (niet) erkend in het leed dat hen is aangedaan en wat maakt dat zij zich (niet) erkend voelen? Komt het voor dat er in het strafproces uitval optreedt van slachtoffers en zo ja, in welke fase en waar ligt dit aan? Welk aandeel van de slachtoffers geeft aan de overheid (niet) nodig te hebben op weg naar juridisch, financieel, emotioneel en sociaal herstel? En welke reden hebben zij daarvoor? | 34.4 |
Evaluatie Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (WODC) | Ex post | 2027 | Te starten | Effectevaluatie van de Wet uitbreiding slachtofferrechten (Wus). Omdat deze wet gefaseerd in werking treedt wordt bezien hoe de verschillende onderdelen in samenhang het beste geëvalueerd kunnen worden. Het gaat onder meer om de verschijningsplicht van verdachten en het spreekrecht bij tbs/pij-(verlengings)zittingen. In de evaluatie kan gewogen worden wat de toegevoegde waarde van de verschillende onderdelen in de praktijk is voor slachtoffers, verdachten/veroordeelden en de betrokken organisaties. Daarbij worden ook de uitvoeringsaspecten meegenomen. De evaluatie is ook van belang voor de besluitvorming over de inwerkingtreding van de verschijningsplicht voor uitspraakzittingen. | 34.4 |
Zitting achter gesloten deuren (WODC) | Ex ante | 2025 | Lopend | Kwalitatief onderzoek naar de beoordeling van verzoeken van slachtoffers voor een zitting achter gesloten deuren in de praktijk en de mogelijkheden om de privacy van slachtoffers te borgen. | 34.4 |
Vervolgonderzoek Seksueel grensoverschrijdend gedrag in religieuze gemeenschappen (WODC) | Ex durante | 2026 | lopend | Vervolgonderzoek Seksueel grensoverschrijdend gedrag in religieuze gemeenschappen; een verkenning van de visie op en omgang met ervaringen en hulpvragen van slachtoffers. De minister voor Rechtsbescherming heeft in de zomer van 2020 aan de TK toegezegd om het eerdere onderzoek naar seksueel misbruik te laten herhalen om een zo actueel mogelijk beeld van de situatie binnen de gemeenschap te krijgen. Dit onderzoek is juli 2023 gestart door het WODC (met een flinke vertraging omdat het onderzoek niet extern uitgezet kon worden) en is geen exact herhaalonderzoek, maar een breder getrokken vervolgonderzoek naar de Seksueel grensoverschrijdend gedrag in religieuze gemeenschappen; een verkenning van de visie op en omgang met ervaringen en hulpvragen van slachtoffers. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2026 verwacht. | 34.4 |
Erkenning slachtoffers Bovensmilde | Ex ante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar de behoefte aan erkenning en ondersteuning binnen de groep getroffenen van de gijzeling van de lagere school in Bovensmilde in 1977. Gebleken is dat het met een deel van de groep getroffenen niet goed gaat en dat zij zich niet erkend voelen in wat hen is overkomen. In de huidige tijdsgeest zou er, o.m. vanuit slachtoffer- en medisch perspectief, anders zijn gereageerd op de gijzeling wanneer die nu zou hebben plaatsgevonden, dan destijds is gedaan. Getroffenen met wie is gesproken hebben aangegeven dat de gijzeling zeer impactvol is geweest, dat er onvoldoende ondersteuning is geboden door de overheid en dat er (nog steeds) een behoefte bestaat aan ondersteuning. Door de ambtsvoorganger van SRb is toegezegd te willen bezien wat hij voor deze mensen kan betekenen. Om tot een gedragen pakket/invulling van erkenningsmaatregelen te kunnen komen, is nodig om te weten waar binnen de (gehele) groep getroffenen (al dan geen) behoefte aan bestaat. Van daaruit kan worden bezien welke aanbevelingen kunnen worden overgenomen en hoe daar op een goede manier invulling aan kan worden gegeven. | 34.4 |
Wensen slachtoffers WLT (WODC) | ex durante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar de rechten, belangen en behoeften van slachtoffers en daders bij oplegging van langdurig toezicht op grond van de Wet Langdurig Toezicht (WLT). In 2017 en 2018 zijn de mogelijkheden voor het houden van langdurig toezicht op ex-gedetineerden en (ex)tbs-gestelden in de Wet langdurig toezicht (Wlt) uitgebreid. Dat rekening moet worden gehouden met de belangen van slachtoffers komt duidelijk naar voren in de wetteksten. De behoeften van slachtoffers bij de invulling van een dergelijk toezicht door middel van het stellen van bijzondere voorwaarden, bijvoorbeeld in de vorm van een gebiedsverbod of contactverbod, zijn niet altijd duidelijk. De rechten en belangen van de dader zijn evenmin altijd duidelijk. Hoe de weging van de verschillende behoeften en belangen van de dader worden afgewogen tegen die van slachtoffers, is evenmin duidelijk. Het onderzoek beoogt hier meer inzicht in te geven. Hierbij zal ook buiten de Wlt gekeken worden, bijvoorbeeld naar internationale verdragen. Het rapport wordt in oktober 2025 opgeleverd. | 34.4 |
Vooronderzoek verschijningsplicht (WODC) | Ex ante | 2025 | Lopend | Vooronderzoek verschijningplicht. Het betreft het opstellen van een evaluatiekader ten behoeve van de effectevaluatie twee jaar na inwerkingtreding van de verschijningsplicht en indien mogelijk een nulmeting van de situatie voor inwerkingtreding. | |
Vooronderzoek spreekrecht TBS/PIJ en spreekrecht stieffamilie (WODC) | Ex ante | 2025 | Lopend | Vooronderzoek spreekrecht TBS/PIJ en spreekrecht pleeg/stieffamilie. Het betreft het opstellen van een evaluatiekader ten behoeve van de effectevaluatie twee jaar na inwerkingtreding van het spreekrecht tbs/pij en indien mogelijk een nulmeting van de situatie voor inwerkingtreding. | |
Procesevaluatie WUS (kleinere onderdelen) (WODC) | Ex durante | 2025 | Te starten | De Wet uitbreiding slachtofferrechten is in vier tranches in werking getreden. De eerste twee tranches waren in juli 2022 en januari 2023. Dit betrof maatregelen van relatief beperkte aard, onder meer de schriftelijke motiveringsplicht als de politie geen kopie van de aangifte verstrekt en de uniformering van het moment van uitoefening van het spreekrecht. Met een beknopte procesevaluatie wordt gemonitord of de maatregelen conform afspraken zijn geïmplementeerd. | 34.4 |
Nulmeting AMvB privacy slachtoffers in strafprocesdossier (WODC) | Ex ante | 2025 | Lopend | Nulmeting algemene maatregel van bestuur (AMvB) ter uitvoering van Amendement van Wijngaarden om persoonsgegevens weg te laten uit het strafprocesdossier. Tijdens de behandeling van Wet uitbreiding slachtoffers in 2021, is het zogenaamde «privacy amendement» (Van Wijngaarden en Van Toorenburg) aangenomen en is het traject gestart ter verbetering van de bescherming van de privacy van slachtoffers in het strafproces. Per 1 juli 2025 treedt het besluit (AMvB) ‘bescherming slachtoffergegevens in processtukken’ in werking. Middels dit besluit worden zowel politie als openbaar ministerie opgedragen om bepaalde persoonsgegevens van slachtoffers onvermeld te laten in de door hen op te stellen stukken, tenzij deze gegevens strafvorderlijk relevant zijn. In deze nulmeting staat de AMvB centraal. Door de praktijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de AMvB in beeld te brengen en vervolgens de effectiviteit van de AMvB tijdig te evalueren, kan worden bijgedragen aan de werking ervan en daarmee de daadwerkelijke privacybescherming die dit voor slachtoffers heeft. De nulmeting is oktober 2025 gereed. | 34.4 |
Evaluatie SGM | Ex ante | 2025 | Lopend | 5 jaarlijkse evaluatie van Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) ihkv kaderwet Zelfstandig bestuursorganen (ZBO) (voortouw DEA).Op grond van de Kaderwet (artikel 39) ZBO moet de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van een ZBO elke vijf jaar worden geëvalueerd en moet een verslag daarvan worden gedeeld met de Tweede Kamer. | 34.4 |
Evaluatie erkenningsmaatregelen Cie De Winter (WODC) | Ex post | 2025 | Afgerond | Het onderzoek is verricht op aanvraag van Slachtofferbeleid en de directie Jeugd van het ministerie van VWS. Het onderzoek voorziet in de behoefte om lering te trekken uit inhoud en totstandkoming van het pakket aan erkenningsmaatregelen dat is getroffen voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg (n.a.v. onderzoek door Commissie de Winter in 2019) voor mogelijke toekomstige erkenningstrajecten. | 34.4 |
Normeren en standaardiseren van schadebedragen (EUR) | Ex ante | 2025 | Lopend | Normering schadebedragen, deel 1 is opgeleverd. Deel 2 volgt in de zomer van 2025. Dit betreft een onderzoek door de Erasmus Universiteit Rotterdam, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak. JenV heeft hiervoor financiering ter beschikking gesteld. Onderzocht wordt hoe zowel materieelrechtelijke als processuele normering kan bijdragen aan een betere behandeling van de vordering benadeelde partij in het strafproces. | |
Uittreding uit gesloten gemeenschappen met een religieus karakter; terminologie en randvoorwaarden voor hulpverlening (WODC) | Ex durante | 2025 | Afgerond | Het onderzoek naar de terminologie en voorwaarden voor hulpverlening aan uittreders van gesloten gemeenschappen is een vervolg op het onderzoek ‘Uitsluiting van ex-leden door religieuze gemeenschappen’ (Van Schaik, Janssen et al., 2023), dat in opdracht van het WODC in 2023 is uitgevoerd. Eind 2023 heeft de minister voor Rechtsbescherming per brief toegezegd de onderzoekers van de Open Universiteit te verzoeken aanvullend onderzoek te doen naar de te gebruiken terminologie en de voorwaarden voor effectieve hulpverlening aan slachtoffers van gesloten gemeenschappen. | 34.4 |
Periodieke rapportage slachtofferbeleid 2027 | Ex post | 2027 | Te starten | Voor 2027 staat de periodieke rapportage over het thema ‘slachtofferzorg’ gepland. Het Slachtofferbeleid heeft naast de hoofddoelstelling ‘recht doen aan en erkennen van slachtoffers’ vijf subdoelstellingen: 1 slachtofferbewustzijn vergroten, 2) een duidelijke rechtspositie, 3) goede bescherming, 4) evenwichting schadeverhaal, 5) goede ondersteuning van slachtoffers bij het herstel van hen aangedaan leed. Op basis van de onderzoekresultaten en evaluaties zoals in deze strategische onderzoeksagenda beschreven zal worden bezien in hoeverre de instrumenten die zijn ingezet om deze doelstellingen te bereiken ook daadwerkelijk doelmatig en doeltreffend zijn (Slachtofferbeleid) en daarmee of deze moeten worden voortgezet, herijkt of heroverogen. | 34.4 |
Onderzoeksprogramma Weerbaarheid en preventie slachtofferschap online criminaliteit | 2029 | Te starten | Het is een vierjarig onderzoeksprogramma naar slachtoffers van online criminaliteit. Jaarlijks worden 2 miljoen mensen slachtoffer van online criminaliteit. De impact van deze vorm van criminaliteit is groot. Preventie en herstel zijn essentieel om burgers weerbaard te maken maar er ontbreekt kennis over de aard, omvang en de gevolgen van online slachtofferschap en hoe weerbaarheid structureel kan worden vergroot. Het onderzoeksprogramma, dat wordt gedaan vanuit drie hogescholen, richt daarom op het ontwikkelen van wetenschappelijke en praktische toepasbare kennis die (potentiële) slachtoffers helpt om online slachtofferschap te voorkomen en beter te herstellen na een incident. Het programma kent twee belangrijke hoofdlijnen (kennisontwikkeling en co-creatie) en vijf onderzoekslijnen (aard en omvang slachtofferschap; impact op slachtoffers en hun omgeving; verklarende factoren; weerbaarheid van slachtoffers en handvatten voor professionals). | 34.4 | |
Onderzoek naar kennisname van processtukken | Ex durante | 2025 | Te starten | Op grond van artikel 51b Wetboek van Strafvordering hebben slachtoffers recht op kennisneming van de processtukken die voor hen van belang zijn. Daarnaast kan het slachtoffer op grond van dit artikel verzoeken om een afschrift van de stukken. Ook indien er geen verdachte in beeld is of een verdachte niet wordt vervolgd, kan het slachtoffer de officier van justitie om kennisneming verzoeken. Het doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op hoe in de praktijk met de verzoeken van slachtoffers tot kennisneming wordt omgegaan. | 34.4 |
Signalering en gevolgen van seksuee misbruik bij kinderen (GGD en AMC) | Ex durante | 2026 | Lopend | Longitudinaal onderzoek Signalering en gevolgen van seksueel misbruik bij kinderen op korte, middellange en lange termijn. In 2012 zijn de GGD Amsterdam en het Academisch Medisch Centrum (AMC) een onderzoek gestart naar de Amsterdamse zedenzaak, met de focus op signalen en (langdurige) gevolgen van seksueel misbruik bij zeer jonge kinderen. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in deze specifieke doelgroep, aangezien de wetenschap en de zorgpraktijk momenteel onvoldoende handvatten bieden voor de omgang met deze kinderen en om beter aan te sluiten bij de behoeften van slachtoffers en hun ouders in het hulpaanbod. Dit onderzoek is van groot maatschappelijk belang en kan leiden tot waardevolle en vernieuwende inzichten voor slachtoffers, organisaties en professionals. Het onderzoek liep tot 2018 en zal worden voortgezet tot en met 2025, met financiering van de ministeries van VWS en JenV. | |
Onderzoeksproject T@CKLE (Transdisciplinary Analysis and Co-creation of Knowledge to Lead Efforts against Online and Offline Sexually Transgressive Behaviour and Sexual Violence) | Ex durante | 2030 | Te starten | In het kader van het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld zijn er financiële middelen beschikbaar gesteld voor onderzoek. Het grootste deel van deze middelen (€ 1.500.000,-) wordt geïnvesteerd via het onderzoeksprogramma van de Nationale Wetenschapsagenda van NWO. In april 2025 is de aanvraag voor het vijfjarige onderzoeksproject T@CKLE, geleid door hoofdaanvrager Prof. Dr. Daphne van de Bongardt van de Erasmus Universiteit Rotterdam, gehonoreerd. Het consortium bestaat uit diverse partners. T@CKLE pakt het complexe probleem van offline en online seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld (SGOG) aan met een integrale aanpak. T@CKLE richt het eerste nationale SGOG-netwerk op om transdisciplinaire samenwerking te versterken en bestaande praktijken te integreren. Wetenschappelijke resultaten worden vertaald naar praktische toolkits, educatie voor professionals en het publiek, en campagnes voor maatschappelijke impact.Het project creëert vijf impactroutes op verschillende sociaal-ecologische en stakeholderniveaus:1. Effectievere preventie van grensoverschrijdend gedrag door daders,2. Beter afgestemde ondersteuning voor slachtoffers,3. Meer professionele aanpak binnen organisaties,4. Minder maatschappelijke acceptatie en verbeterde narratieven,5. Een geïntegreerde en toekomstbestendige aanpak. | 34.4 |
Resultaat en effect-meting nieuwe werkwijze voor de hulp aan slachtoffers van seksueel geweld (nnb) | Ex ante | 2026 | Te starten | JenV en VWS werken samen met ketenpartners en hulporganisaties aan een betere organisatie van de hulp en ondersteuning voor slachtoffers in afhankelijkheidsrelaties. In het kader van het Nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, (NAP) wordt met actielijn vijf beoogt goede en makkelijk vindbare hulp te bieden aan slachtoffers van seksueel geweld. Samen met politie, OM, CSG, SHN, Veilig thuis en Perpectief Herstelbemiddeling en met betrokkenheid van slachtoffers is een nieuwe manier van samenwerken ontwikkeld, die bestaat uit drie elementen: Slachtoffers of melders ontvangen een goed afgestemd en georganiseerd eerste contact met één van de organisaties. Het maakt niet uit waar zij zich melden (één entree); Slachtoffers komen snel op de juiste plek door doorlopende multidisciplinaire weging en triage (MDT) van casuïstiek; Slachtoffers worden gekoppeld aan een regiehouder die het vaste aanspreekpunt is voor het slachtoffer en zijn/haar (in)directe omgeving en zorgt voor warme overdracht richting instanties.De werkwijze wordt vanaf Q3 2025 getest in de regio’s Den Haag en Oost- Brabant, zodat kan worden vastgesteld of dit ook de gewenste verbetering oplevert voor slachtoffers. | 34.4 |
PHD-project Bereavement in criminal trials (MH17-onderzoek) | Ex durante | 2026 | lopend | Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in het effect van de gebruikmaking van het spreekrecht op de mentale gezondheid van nabestaanden in diverse strafzaken, en op basis van dit inzicht slachtoffers, wetgever en beleidsmakers handvatten te bieden om slachtoffers in strafzaken zo goed en effectief mogelijk van hun spreekrecht gebruik te kunnen laten maken. Dit doen de onderzoekers aan de hand van de volgende vraagstellingen:1.Heeft de gebruikmaking van het spreekrecht in de strafzaken in geval van levensdelicten, dodelijke verkeersongevallen en verliezen door MH-17 ramp een effect op de mentale gezondheid van nabestaanden?2.Welke factoren spelen hierbij een belangrijke rol?3.Wat kan hiervan worden geleerd met betrekking tot strafzaken waarin slachtoffers gebruik kunnen maken van het spreekrecht en hoe kunnen deze lessen in de justitiële en klinische praktijk gebruikt worden? | 34.4 |
Subthema Strafrechtelijke sancties | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Actieonderzoek Huis van Herstel | Ex durante | 2026 | Lopend | Actieonderzoek naar project Huis van Herstel (kleinschalige detentievoorziening bij PI Almelo) | 34.3 |
Recidivemonitor TA | Ex post | Periodiek vierjaarlijks (volgende 2026) | Lopend | Vierjaarlijkse monitor recidive en reïntegratie na verblijf op de terroristenafdeling (TA), eerste monitor is in 2022 aan TK gezonden. | 34.3 |
Onderzoek WETS | Ex post | 2025 | Te starten | Toezegging Kamer nav EU-evaluatie kaderbesluit 2008/909/JBZ. Een verkennend onderzoek naar onderdelen van de erkenningsprocedure in het kader van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS). | 34.3 |
Evaluatie Orthodoxe Zendende Instantie | Ex durante | 2025 | Te starten | De Orthodoxen zijn toegekend als voorlopige zendende instantie (ZI) naar aanleiding van een eerder onderzoek. Afsgesproken is om na een proefperiode de voorlopige ZI te evalueren en te beslissen of de toekenning definitief wordt. | 34.3 |
Evaluatiekader maatregelen Voortgezet Crimineel Handelen in Detentie (VCHD) | ‒ | 2025 | Te starten | Onderzoek naar hoe maatregelen die afgelopen jaren zijn genomen om VCHD tegen te gaan gemonitord kunnen worden en de effecten (gewenst en ongewenst) in kaart gebracht. Met als doel om een dashboard te creëren voor monitoring van resultaten. | 34.3 |
Preventieve detentie | Ex ante | 2026 | Lopend | WODC onderzoek nav 41bis beleidsreactie | 34.3 |
Recidivemonitor | Ex post | Periodiek (tweejaarlijks), volgende 2025 | Lopend | WODC recidivemonitor | 34.3 |
Monitor nazorg ex-gedetineerden | Ex post | Periodiek (tweejaarlijks), volgende 2026 | Lopend | Situatie van ex-gedetineerden op het gebied van werk en inkomen, onderdak en schulden in kaart en derelatie tussen de situatie op basisvoorwaarden en recidive. | 34.3 |
ID-kaarten | Ex post | 2025 | Afgerond | Evalueren ID kaarten proces (per september 2023 ingeregeld) | 34.3 |
Evaluatie Wet straffen en Beschermen | Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie Wet straffen en Beschermen | 34.3 |
Onderzoek effecten lange straffen | Ex post | 2025 | Lopend | WODC-onderzoek naar de effecten van lange straffen | |
Eindevaluatie Wet langdurig toezicht | Ex post | 2026 | Te starten | Eindevaluatie Wet langdurig toezicht (3125K) | 34.4 |
Wensen en belangen van slachtfoffers en daders (Wet langdurig toezicht) | Ex post | 2025 | Lopend | Wensen en belangen van slachtoffers en daders (3125F) | 34.4 |
Recidivemeting tijdens v.i. (Wet langdurig toezicht) | Ex post | 2026 | Te starten | Recidivemeting tijdens v.i. (3125I) | 34.4 |
Recidivemeting na v.i. (Wet langdurig toezicht) | Ex post | 2026 | Te starten | Recividemeting na v.i. (3125J) | 34.4 |
Toepassingen van de Wlt bij terroristen (Wet langdurig toezicht) | Ex post | 2026 | Te starten | Onderzoek Wlt en terroristen (3125G) | 34.4 |
Evaluatie van de wetswijzigingen in voorwaardelijke beeindiging van de tbs-maatregel (Wet langdurig toezicht) | Ex post | 2025 | Lopend | Evaluatie twee wetswijzigingen VB (3125E) | 34.4 |
Evaluatie pilot Intensivering advisering (Straffen op maat) | Ex durante / ex post | 2026 | Te starten | In het kader van het traject Straffen op maat is een pilot gestart waarin de advisering door de reclassering wordt geïntensiveerd. De pilot wordt na afloop geëvalueerd. |
Genoegdoening aan slachtoffers en samenleving
Subthema Rechten, hulp en schadevergoeding aan slachtoffers
Slachtoffers verdienen erkenning en ondersteuning bij het te boven komen van de gevolgen van een strafbaar feit. Deze maatschappelijke opgave is actueel en relevant: iedereen kan slachtoffer worden, ongeacht status, opleiding, achtergrond. In 2024 werd één op de vijf mensen slachtoffer van traditionele criminaliteit en één op circa zes mensen slachtoffer van criminaliteit in de gedigitaliseerde wereld. De impact van een strafbaar feit kan groot zijn en voor sommige slachtoffers en nabestaanden geldt dat hun leven er blijvend door verandert. Zij kunnen het vertrouwen in de medemens kwijtraken en het geloof in een rechtvaardige samenleving kan onder druk komen te staan. Slachtofferschap wordt mensen aangedaan, de regie wordt hen ontnomen en ten onrechte ervaren zij soms zelf gevoelens van schuld en schaamte.
Slachtoffers wordt vanuit de overheid erkenning geboden door hen 1) een duidelijke positie in het recht te geven, hen 2) waar nodig te beschermen, 3) te zorgen voor een evenwichtig schadestelsel en hen 4) te ondersteunen bij hun herstel. De overheid is niet in staat alle criminaliteit en de gevolgen daarvan (volledig) ongedaan te maken. Wel zorgt een betrouwbare overheid ervoor dat de aan het slachtoffer toegekende rechten in de praktijk worden gerealiseerd, dat gewekte verwachtingen niet worden beschaamd en dat de ketenpartners sachtofferbewustzijn in hun handelen tot uitdrukking brengen.
Er worden verschillende maatregelen en voorzieningen getroffen om uitvoering te geven aan deze 5 beleidsdoelen. Bestaande slachtofferrechten - met laatstelijk de volledige implementatie van de Wet uitbreiding slachtofferrechten in 2024 - én reeds voorgenomen versterkingen (conform het regeerprogramma, het nieuwe wetboek van Strafvordering en herziene EU-richtlijnen) vormen hiervoor de basis. De maatregelen en voorzieningen die worden getroffen zijn te vinden in de nieuwe Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2025-2028.
Om effectief beleid voor slachtoffers te blijven waarborgen, is meer inzicht nodig in de doeltreffendheid en doelmatigheid van alle maatregelen en voorzieningen die we treffen. Het WODC voert daarom een meerjarig onderzoeksprogramma uit naar de omvang van de doelgroep (Q3 2025), het gebruik van rechten en voorzieningen (Q1 2026) en de impact en ervaringen op weg naar herstel voor slachtoffers (Q3 2026 en Q2 2029). De uitkomsten worden gebruikt om in de toekomst beleidsdoelen aan te scherpen en het huidige beleid waar nodig te herijken. Daarnaast lopen er onderzoeken op specifieke onderzoeksgebieden waar relevante aanbevelingen zullen worden betrokken bij de beleidsvorming en in de uitvoering.
Subthema Strafrechtelijke sancties
Het doel van strafrechtelijke sancties is een snelle, zekere en persoonsgerichte tenuitvoerlegging, met het oog op het bereiken van de strafdoelen. Daarnaast is in het traject Straffen op maat een verkenning gedaan naar de doorontwikkeling van het sanctiestelsel en de sanctietoepassing, waarbij twee ontwikkellijnen zijn gevolgd 1) een divers instrumentarium en 2) een sterke informatiepositie van de rechter. Dit heeft geleid tot negen maatregelen die verder worden uitgewerkt.
Voor het subthema strafrechtelijke sancties wordt nog dit jaar een inzichtsbehoefte opgesteld aan de hand van een beleidstheorie.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot voorkomen (herhaald) crimineel gedrag, subthema forensische zorg. | 34.2, 34.3 |
Periodieke rapportage | Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot voorkomen (herhaald) crimineel gedrag, subthema kansspelen. | 34.2 |
Subthema Forensische Zorg | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie ketensamenwerking gemaximeerde tbs | Ex durante | 2025 | Te starten | Evaluatie ketensamenwerking gemaximeerde tbs door WODC | 34.2 |
Werktitel: patiëntreis / preventie tbs | Ex post | 2025 | lopend | Het doel van dit onderzoek is om - aan de hand van een analyse van casussen - meer zicht te krijgen op de voorgeschiedenis van tbs-gestelden en aanknopingspunten daarin om escalatie naar een tbs-waardige delict te voorkomen. | 34.3 |
Middelengebruik in de forensische zorg | Ex durante/ex post | 2025 | te starten | In dit advies zal de RSJ ingaan op de vraag hoe meer balans kan worden gebracht in het kader van de rechtspositie van de justitiabele, rekening houdend met zowel een goed verloop van de resocialisatie als de veiligheid van de samenleving en een veilig klimaat binnen de instellingen. | 34.3 |
Onderzoeksprogramma Evaluatie Wet Forensische zorg | Ex post | N.t.b. | lopend (2021 ‒ 2026) | Brede wetsevaluatie door WODC. Bestaat uit verschillende deelprojecten. Twee zien op artikel 2.3 Wfz en zijn in 2021 resp. 2022 opgeleverd. | 34.3 |
Monitoring Wet forensische zorg: Een cijfermatige blik op de forensische zorg | Ex durante | Periodiek | lopend | Deelproject Monitor Wfz door WODC | 34.3 |
Doelbereikingsevaluatie Wfz | Ex durante | 2025 | Te starten | Doelbereikingsevaluatie waarin wordt nagegaan in hoeverre de belangrijkste beoogde doelen worden behaald | 34.3 |
Justitiabelen in de Maatschappelijke Opvang van gemeente Rotterdam | Ex durante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar justitiabelen met een wooncomponent die verblijven in de Maatschappelijke Opvang van gemeente Rotterdam. Onderzoek in samenwerking met gemeente Rotterdam. | 34.5 |
Gegevensdeling gemeenten met buitenlandse autoriteiten | Ex ante | 2025 | Te starten | Als gemeenten BIJ-meldingen hebben ontvangen, of 18b meldingen dan is nu niet bekend of en zo ja, hoe gegevens mogen worden gedeeld met buitenlandse autoriteiten. Het WODC gaat hiertoe een onderzoek uitvoeren | 34.2 |
Technologische innovaties in de Forensische Zorg | Ex ante | 2025/2026 | Te starten | WODC onderzoek naar de Forensische Variant (incl. 0-meting) | 34.3 |
Maatschappelijke kosten/baten analyse werkagenda | Ex ante | 2025/2026 | Te starten | Maatschappelijke Kosten/Batenanalyse Werkagenda aansluiting forensische zorg en reguliere zorg | 34.3 |
Subthema Screenen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie van de VOG Politiegegevens | Ex durante | 2027 | Te starten | Evaluatie van de Wet van 11 november 2021 tot wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van afgifte van een verklaring omtrent het gedrag op basis van politiegegevens (kortgezegd de Wet VOG P). De evaluatie van de Wet VOG P bevat twee afzonderlijke evaluaties: een procesevaluatie en een effectevaluatie. | 34.2 |
Gebruik politiegegevens bij screening voor werken in gezags- of afhankelijkheidsrelatie | Ex ante | 2025/2026 | Lopend | Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) wil daarom inzicht krijgen in de voor- en nadelen van het standaard betrekken van politiegegevens als zelfstandige weigeringsgrond in de VOG-screening. Met het oog op de bescherming van kwetsbare personen, gaat het daarbij om de VOG-screening voor functies waarin sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of op een locatie waar kwetsbare personen zich bevinden. Het betreft de voor- en nadelen ten opzichte van de huidige werkwijze. | 34.2 |
Subthema Kansspelen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Speelautomaten | Ex durante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar modernisering speelautomatenbeleid en de effecten van indexatie, geidentificeerd spelen, en cashless betalen op speelgedrag en verslaving. | 34.2 |
Kansspelreclame | Ex durante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar de effecten van reclame en bonussen met oog op mogelijk verdergaand reclameverbod | 34.2 |
Dataverzameling en -deling in verband met onderzoek naar kansspelen | Ex ante | 2025 | Lopend | Onderzoek naar de mogelijkheden voor het gebruik van data (waaronder CDB) voor kansspelonderzoek | 34.2 |
Verdiepend onderzoek naar problematisch gokken | Ex durante | 2025 | Lopend | Kwalitatief onderzoek naar het onstaan en de gevolgen van prolematisch gokgedrag en ervaringen van mensen met risicovol en problematisch gokgedrag | 34.2 |
Draagkrachttoets overkoepelende speellimiet | Ex ante | 2025 | Lopend | Instrumenten en indicatoren voor financiële draagkrachtbeoordeling als onderdeel van overkoepelende speellimieten | 34.2 |
Deelname aan kansspelen in Nederland: meting 2025 | Ex durante | 2025 | Lopend | Periodieke monitoring van deelname aan verschillende kansspelen en prevalentie van risico- en probleemspelers volgens de PGSI | 34.2 |
Risicoclassificatie kansspelen | Ex ante | 2025 | Te starten | Onderzoek naar onderscheid in risico's op gokschade van verschillende kansspelen en opties om hoogrisico elementen te verbieden | 34.2 |
Effectmeting Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag | Ex durante | 2025 | Te starten | Meting naar de eerste effecten van de Rsbs. Herhaling van de nulmeting: «Speellimieten bij online kansspelen» | 34.2 |
Perspectief van Nederlanders op kansspelen 2025 | Ex durante | 2025 | Te starten | Periodiek panelonderzoek om de perspectieven van deelnemers aan kansspelen in kaart te brengen op diverse onderwerpen, waaronder informatiebehoeften en kennislacunes | 34.2 |
AML richtlijnen kansspelen | Ex ante | 2025 | Te starten | Risicobeoordeling van verschillende kansspelen ten aanzien van de implementatie van de AML richtlijnen (witwassen) | 34.2 |
Systeemanalyse online kansspelen | Ex ante | 2025 | Te starten | Vervolg op kwalitatieve systeemanalyse van TNO op online kansspelen. Onderzoekt mogelijkheden voor kwantificeren van het systeem om beleidsmaatregelen te toetsen. | 34.2 |
Bingo | Ex ante | 2025-2026 | Te starten | Onderzoek naar de mogelijkheden voor verruiming van de voorwaarden voor aanbod van bingo als klein kansspel | 34.2 |
Periodieke rapportage | Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie van het brede kansspelbeleid | 34.2 |
Subthema Aanpak criminaliteitsfenomenen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Maatschappelijke kosten-batenanalyse IPTA | Ex durante | 2026 | Te starten | Dit onderzoek naar de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van de Integrale en Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid (IPTA) heeft als doel de economische effecten van de interventie te evalueren. De MKBA zal zowel de directe als indirecte kosten en baten in kaart brengen, zoals de uitgaven voor de uitvoering van de interventie en de besparingen door verhoogde arbeidsparticipatie van de deelnemers. Daarnaast worden de bredere maatschappelijke effecten, zoals verbeterde gezondheid en minder afhankelijkheid van sociale voorzieningen, meegenomen in de analyse. Door de kosten van de interventie af te zetten tegen de behaalde baten, wordt inzicht gegeven in de efficiëntie en de maatschappelijke waarde van IPTA. Het resultaat van de MKBA zal bijdragen aan het onderbouwen van de duurzaamheid en schaalbaarheid van de interventie. | 34.2 |
Monitoring & evaluatie IPTA | Ex durante | 2026 (en later) | Te starten | Dit onderzoek naar de Integrale en Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid (IPTA) omvat zowel een procesevaluatie als een effectevaluatie. De procesevaluatie richt zich op het bereik van de interventie, de uitvoering volgens de geplande activiteiten, de succes- en faalfactoren en de waardering van zowel uitvoerders als deelnemers. De effectevaluatie zal de impact van de interventie meten door groepen (experimenteel en controle) gedurende twee jaar te volgen, met een follow-up na zes maanden en een mogelijke latere follow-up om het fade-out effect te onderzoeken op de lange termijn. | 34.2 |
Maatschappelijke kosten-batenanalyse RIO | Ex durante | 2026 | Te starten | Dit onderzoek naar de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van de Re-integratie Officier (RIO) heeft als doel de economische effecten van de interventie te evalueren. De MKBA zal zowel de directe als indirecte kosten en baten in kaart brengen, zoals de uitgaven voor de uitvoering van de interventie en de besparingen dooreen verbeterde re-integratie van de deelnemers. Daarnaast worden de bredere maatschappelijke effecten, zoals verbeterde gezondheid en minder afhankelijkheid van sociale voorzieningen, meegenomen in de analyse. Door de kosten van de interventie af te zetten tegen de behaalde baten, wordt inzicht gegeven in de efficiëntie en de maatschappelijke waarde van RIO. Het resultaat van de MKBA zal bijdragen aan het onderbouwen van de duurzaamheid en schaalbaarheid van de interventie. | 34.2 |
Monitoring & evaluatie RIO | Ex durante | 2026 (en later) | Te starten | Dit onderzoek naar de Re-integratie Officier (RIO) omvat zowel een procesevaluatie als een effectevaluatie. De procesevaluatie richt zich op het bereik van de interventie, de uitvoering volgens de geplande activiteiten, de succes- en faalfactoren, en de waardering van zowel uitvoerders als deelnemers. De effectevaluatie zal de impact van de interventie meten door groepen (experimenteel en controle) gedurende twee jaar te volgen, met een follow-up na zes maanden en een mogelijke latere follow-up om het fade-out effect te onderzoeken op de lange termijn. | 34.2 |
Vervolgonderzoek meisjescriminaliteit | Ex ante | 2026 | Te starten | Het gaat enerzijds om een vervolgonderzoek naar de aard en de omvang van criminaliteit gepleegd door jonge vrouwen en meisjes, evenals de achtergrondkenmerken van deze groep. Ook de verschillen tussen leeftijdsgroepen en stedelijkheidsniveaus zullen worden meegenomen. Anderzijds zal ook gekeken worden welke werkzame elementen en effectieve interventies er in de Nederlandse context ingezet zouden kunnen worden om meisjescriminaliteit te voorkomen. | 34.2 |
Achtergronden van ronselaars van uitvoerders aanslagen met explosieven | Ex ante | 2026 | Te starten | Dadergericht onderzoek naar de kenmerken, motieven en achtergronden van ronselaars voor aanslagen met explsoieven. | 34.2 |
Beleidsevaluatie aanpak aanslagen met explosieven | Ex durante | 2026-2027 | Te starten | Beleidsevaluatie beleid aanslagen met explosieven, zowel op nationaal als lokaal niveau. | 34.2 |
Subthema Aanpak jeugdcriminaliteit | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheidsonderzoek LIJ (Ritax) | Ex durante | Te starten | Doel van het onderzoek is de objectiviteit en reproduceerbaarheid van het gebruik van de Ritax testen, en inzicht verkrijgen in de consistentie van beoordelingen tussen verschillende beoordelaars. | 34.5 | |
Doeltreffendheid Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ’s) | Ex post | 2026 | Te starten | Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van het verblijf in de vijf KVJJ’s. | 34.5 |
Doelgroeponderzoek JJI''s | Ex ante | 2025 | Lopend | Om jongeren die in een justitiële jeugdinrichting (JJI) worden geplaatst een passend behandelaanbod aan te bieden (maatwerk) is het nodig om inzicht te hebben in de kenmerken van de actuele populatie in de JJI’s. Meer inzicht in de populatie helpt om het behandelaanbod in de praktijk zo goed mogelijk vorm te geven en geeft richting aan het type specialistische voorzieningen dat nodig is voor specifieke subgroepen binnen de totale doelgroep | 34.5 |
Knelpunten binnen het jeugdstrafrecht op de BES-eilanden | Ex ante | 2026 | Te starten | 34.5 | |
Procesevaluatie jeugdreclassering in verbinding | Ex durante | 2027 | Te starten | doel van dit onderzoek is te evalueren hoe de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe methodiek van de jeugdreclasserng is verlopen | 34.5 |
Monitor doorlooptijden jeugdstrafrechtketen | Ex durante | Te starten | 34.5 | ||
Monitor jeugdcriminaliteit | Ex durante | Lopend | In deze monitor worden periodiek de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit en afdoeningen beschreven en geanalyseerd | 34.5 | |
Recidivemonitor | Ex durante | Lopend | De recidivemonitor geeft een beeld van de recidive en criminele carrieres van zowel jongeren als volwassenen, steeds via dezelfde onderzoeksmethode waardoor de de uitkomsten onderling vergelijkbaar zijn | 34.5 | |
Nazorgmonitor | Ex durante | periodiek (eens in de 2 jaar) | Te starten | de monior beschrijft en analyseert de problemen van (ex) gedetineerden op basisvoorwaarden of leefdomen zoals zorg, dagbesteding, onderwijs, werk, inkomen, huisvesting | 34.5 |
Voorkomen (van) herhaald crimineel gedrag
Subthema forensische zorg
De forensische zorg kent twee strategische hoofddoelen, conform artikel 2.1 lid 1 Wet forensische zorg:
1. Het bevorderen van het herstel van de forensische patiënt.
2. Het verkleinen van de kans op recidive en daarmee het vergroten van de veiligheid van de samenleving.
Met de uitvoering van alle activiteiten in de forensische zorg moet worden bijgedragen aan de realisatie van deze strategische hoofddoelen.
Onder de strategische hoofddoelen zijn 4 strategische subdoelen gedefinieerd. Deze zijn afgeleid uit de memorie van toelichting van de Wet forensische zorg. Deze subdoelen zijn: 1. Goede kwaliteit van zorg, gericht op de veiligheid van de samenleving. 2. Beter passende capaciteit voor de forensische zorg. 3. Betere continuïteit van zorg. 4. Meer patiënten op de juiste plaats. In afstemming met de sector zijn de verschillende beleidsdoelen verder uitgewerkt en vastgelegd in documenten.
Het team Forensische Zorg (FZ) heeft samen met het WODC, de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) en andere partners in de afgelopen periode waardevolle kennis verzameld over uiteenlopende thema’s binnen de forensische zorg. Dit betreft onder meer doelmatigheid en doeltreffendheid van de zorg, continuïteit van zorg in de keten en innovatie. Daarnaast zijn onderwerpen onderzocht zoals recidive tijdens en na forensische zorg, het effect van langdurige detentie op tbs-behandeling, zorg na afloop van forensische zorg, besluitvorming bij artikel 2.3 van de Wet forensische zorg en wetswijzigingen rond voorwaardelijke beëindiging van tbs. Ook is gekeken naar de geschatte verblijfsduur van tbs-gestelden en gedetineerden (prognosemodel) en de kenmerken van langdurige tbs-verblijvers. Tot slot is de indicatiestelling en plaatsing binnen de Wet forensische zorg geëvalueerd.
Incidenteel zijn ook onderzoeken uitgevoerd door partijen over andere onderwerpen. De komende periode wordt de bestaande kennis geactualiseerd en verder uitgebreid. Nieuwe onderzoeksonderwerpen zijn: de gemaximeerde tbs, middelengebruik in de forensische zorg en de werking van de Beginselenwet verpleging tbs-gestelden. Deze kennisontwikkeling ondersteunt het maken van uitvoerbaar beleid binnen de forensische zorg
Subthema Screenen
Overheid, vrijwilligers, werknemers en werkgevers hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een integere en veilige samenleving. Dit stimuleert het ministerie door het aanbieden van screeningsinstrumenten als de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), met als doel het beschermen van kwetsbare personen, groepen en sectoren. Het instrument VOG wordt steeds verbeterd en er wordt toegewerkt naar een meer uniforme en risicogerichte toepassing daarvan. Daartoe wordt evaluatieonderzoek gedaan naar de Wet VOG politiegegevens en wordt onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van het standaard betrekken van politiegegevens als zelfstandige weigeringsgrond in de VOG-screening voor functies waarin sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of op een locatie waar kwetsbare personen zich bevinden.
Subthema Kansspelen
In 2024 is de Wet Kansspelen op afstand geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie en de gewijzigde beleidsvisie op kansspelen van 14 februari 2025 geven aanleiding tot een herziening van de Wet op de kansspelen. In 2025 wordt gewerkt aan de uitwerking van de in het verlengde van de visie voorgestelde maatregelen en de voorbereiding van de wetswijziging die in 2026 zal starten. Verschillende lopende en geplande onderzoeken zijn van belang voor de uitwerking en onderbouwing van deze maatregelen. Daarnaast worden periodiek monitoringsonderzoeken uitgevoerd om de effecten van het gewijzigde beleid te kunnen vaststellen. Naast aandacht voor online kansspelen loopt er ook onderzoek dat invulling geeft aan de inzichtbehoefte voor andere kansspelsectoren, zoals de speelautomaten. Met behulp van de uitkomsten van de in 2025 geagendeerde onderzoeken ontstaat een breed overzicht over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het kansspelbeleid.
Subthema Aanpak criminaliteitsfenomenen
De aanpak van criminele fenomenen binnen het Koninkrijk richt zich op high impact crimes (HIC). Dit zijn delicten die zwaar ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen. We hanteren een integrale aanpak waarbij we zoveel mogelijk evidence based maatregelen treffen langs de lijnen van voorkomen van slachtofferschap, tegenhouden van potentiële daders, opsporing en vervolging, recidivebeperking en slachtofferzorg. Typerend voor de zogeheten HIC-aanpak is de strategische inzet van (een mix van) primaire, secundaire en tertiaire dadergerichte, situationele en slachtoffergerichte preventie en repressieve maatregelen. Onderzoek naar de beleidsmatige aanpak is ten eerste van belang om zicht te krijgen op de achtergronden van criminele fenomenen, omdat deze aanknopingspunten bieden voor preventief beleid. Ten tweede biedt onderzoek inzicht in de effectiviteit van de ingezette maatregelen. Een van de uitgangspunten van de HIC-aanpak is dat uiteindelijk alleen ingezet wordt op bewezen effectieve maatregelen, zoals ook uiteengezet in het Landelijk kwaliteitskader voor effectieve jeugdinterventies.
Subthema Jeugdcriminaliteit
Bij de aanpak van jeugdcriminatieit staan een drietal doelstellingen centraal:
A. Passend straffen
Uitgangspunt in het jeugdstrafrecht is maatwerk op basis van gestructureerde risicotaxatie en de inzet van evidence based interventies en methodieken. Dit gebeurt volgens het zgn. Risk-Need-Responsivity model, RNR (Andrews & Bonta, 1998; Andrews & Bonta, 2010). Bij de risicotaxatie wordt gebruikt gemaakt van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ). Eén van instrumenten van het LIJ is de Ritax, toegepast door de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en jeugdreclassering (JR). De psychometrische kwaliteit van de Ritax is van groot belang voor individuele beslissingen over de jongere, de rechtsgelijkheid van jongeren en een effectieve toepassing van het jeugdstrafrecht in algemene zin. Daarom wordt voor de Ritax periodiek een interbeoordelaarsbetrouwbaarheidsonderzoek uitgevoerd door het WODC, als onderdeel van de kwaliteitscyclus van het LIJ. De afgelopen jaren hebben de gecertificeerde instellingen (GI’s) die jeugdreclassering uitvoeren een nieuwe, landelijke methodiek methodiek ontwikkeld, Jeugdreclassering in Verbinding (JRiV). Het proces van in- en uitvoering zal worden gevolgd door evaluatieonderzoek.
Op dit moment ligt het politiek-bestuurlijk zwaartepunt bij het uitwerken van de mogelijkheden van aanscherping van het jeugdstrafrecht bij ernstige misdrijven. Het verhogen van maximale straffen voor 14- en 15-jarigen is een opgave uit het regeerprogramma. Zodra de maatregel uit het regeerakkoord is uitgewerkt in concreet beleid, wordt een bijbehorend evaluatieprogramma opgesteld.
B. Versterking jeugdstrafrechtketen
In het jeugdstrafrecht staat het pedagogisch uitgangspunt centraal. Dat betekent onder meer dat de tijd tussen het plegen van het strafbare feit en de opgelegde straf zo kort mogelijk moet zijn om de jeugdige te laten leren van zijn fouten. Het verkorten van de doorlooptijden is daarom een belangrijk aandachtspunt. Om de doorlooptijden beter te kunnen monitoren is een monitor in ontwikkeling.
Onderzoek geeft aan dat goede nazorg essentieel is om de recidive van jeugdige justitiabelen te kunnen verminderen. De monitor nazorg volwassen ex-gedetineerden wordt daarom uitgebreid met jeugdigen.
Versterking van de aanpak is ook nodig in de zgn. BES-eilanden. Daarom wordt daar een knelpunteninventarisatie binnen het jeugdstrafrecht uitgevoerd.
C. Effectieve vrijheidsbeneming
Vrijheidsbeneming van jeugdigen is een uiterst middel. Als vrijheidsbeneming toch noodzakelijk is moeten behandeling, beveiliging en nazorg bijdragen aan de ontwikkeling van de jongere en worden de mogelijkheden om recidive te voorkomen geoptimaliseerd. Dat wordt gedaan door het bieden van maatwerk. Om jongeren die in een justitiële jeugdinrichting (JJI) worden geplaatst een passend behandelaanbod aan te bieden (maatwerk) is het nodig om inzicht te hebben in de kenmerken van de actuele populatie in de JJI’s. Daarom wordt een doelgroeponderzoek in de JJI’s uitgevoerd.
De Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ’s) zijn relatief nieuw in het justitieel jeugdlandschap. Het is onbekend of het verblijf in een KVJJ effectief is. Daarom wordt een onderzoek naar de doeltreffendheid van de KVJJ’s uitgevoerd.
Tenslotte worden de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit en recidive voortdurend gevolgd met de Monitor Jeugd Criminaliteit (MJC) en de Recidivemonitor, om de aanpak steeds te kunnen actualiseren en verder verbeteren. De MJC staat ook in verbinding met de kennislijn jeugdcriminaliteit van het WODC.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage | Ex post | 2027 | Te starten | Perioodieke rapportage met betrekking tot het beschermen van kinderen. | 34.1, 34,5 |
Subthema Jeugdbescherming | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling | Ex durante | Lopend | Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling (CBS, jaarlijks rapport naar TK, halfjaarlijks vernieuwd op online CBS-dashboard) | 34.5 | |
Preventiemonitor huiselijke geweld en seksueel overschrijdend gedrag | Ex durante | 2026 en 2028 | Lopend en te starten | Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel overschrijdend gedrag (WODC & CBS) | 34.5 |
Beleidsinformatie veilig thuis | Ex durante | Lopend | Beleidsinformatie Veilig Thuis (CBS, halfjaarlijks) | 34.5 | |
Meerjarenonderzoeksprogramma huiselijk geweld en kindermishandeling | Ex durante/ex post | 2024 ‒ 2029 | Lopend | Meerjarenonderzoeksprogramma huiselijk geweld en kindermishandeling (WODC) | 34.5 |
Jeugdmonitor | Ex durante | periodiek | Lopend | CBS monitor op jeugdhulp, inclusief jeugdbescherming en jeugdreclassering | 34.5 |
GI monitor | Ex durante | periodiek | Lopend | JenV monitor op capaciteit, werklast en wachtlijsten van GI’s | 34.5 |
Nieuwe werkwijzen | Ex durante | 2026 | Lopend | Proeftuinen monitor Toekomstscenario en VJI onderzoek | 34.5 |
Evaluatie wet wijziging boek 1 BW | Ex post | 2027 | Te starten | Evaluatie Wet tot wijziging van Boek 1 BW in verband met de introductie van de dubbele geslachtsnaam | 34.2 |
Subthema Veranderende gezinsverbanden | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Advies kindvriendelijke juridische procedures bij scheiding | Ex ante | 2025 | Lopend | Waar zijn verbeteringen mogelijk om juridische procedures bij scheiding nog kindvriendelijker te laten verlopen | 34.5 |
Steunfiguren voor minderjarigen bij gerechtelijke procedures in het familie- en jeugdbeschermingsrecht. | Ex ante | 2025 | Lopend | Welke steunfiguren zijn er beschikbaar voor kinderen gedurende gerevhtelijke procedures in het familie en jeugdbeschermingsrecht | 34.5 |
Werking van een nieuwe scheidingsaanpak | Ex ante | 2025 | Lopend | De werking van een nieuw ontwikkelde werkwijze voor de ondersteuning van ouders in scheiding (met inzet gezinsvertegenwoordigers en scheidingsadviesteam) | 34.5 |
Evaluatie van het digiplein uitelkaarmetkinderen.nl | Ex post | 2025 | Afgerond | Hoe wordt de website bezocht en ervaren? Waar zijn verbeteringen mogelijk? | 34.5 |
Aandacht en aanpak gemeenten voor (echt)scheidingen | Ex ante | 2025 | Afgerond | Hoe staat het bij de gemeenten ervoor qua aandacht en aanpak voor complexe scheidingen. Voor de zomer naar de TK. | 34.5 |
Scheiden zonder rechter | Ex ante | 2025 | Lopend | Wat zijn de voor en nadelen van het inrichten van een scheidingsprocedure zonder tussenkomst van de rechter | 34.5 |
Waar geweld uit beeld raakt | Ex ante | 2025 | Afgerond | In hoeverre is er aandacht voor veilugheidsrisico's bij beslissingen rondom gezag en omgang in het familierecht | 34.5 |
Onderzoek door de CCRA (Centre for Children's Rights Amsterdam) naar de toepassing van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) in de Nederlandse rechtspraak. | Ex post | 2025 | Lopend | Dit levert informatie op over de mate waarin en de wijze waarop het IVRK wordt toegepast binnen de rechtspraak bij rechterlijke beslissingen. | 34.5 |
Onderzoek naar doelgroepen voor meerouderschap en meerpersoonsgezag | Ex ante | 2025 | Afgerond | Onderzoek naar doelgroepen voor meerouderschap en meerpersoonsgezag | 34.5 |
Uitvoeringstoets meerouderschap en meerpersoonsgezag | Ex ante | 2025 | Afgerond | Onderzoek naar de impact van de invoering van een regeling voor meerouderschap en meerpersoonsgezag. | 34.5 |
Subthema Adoptie en identiteit | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Onderzoek commissie de Winter: binnenlandse afstand en adoptie | Ex post | 2025 | Lopend | Onderzoek naar het verloop van procedures van binnenlandse afstand en adoptie in het verleden en de rol van de overheid daarbij. | 34.5 |
Evaluatie aanbod INEA; expertisecentrum voor interlandelijk geadopteerden | Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie van het ondersteuningsaanbod vanuit de ervaringen van geadopteerden en andere betrokkenen. | 34.5 |
Tussenevaluatie subsidieregeling belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden | Ex post | 2025 | Afgerond | Evaluatie van de uitvoering van de subsidieregeling ter versterking van de belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden en hun aanbod. | 34.5 |
Doorlichting besluit geslachtnaamswijziging | Ex post | 2025 | Afgerond | Doorlichting van het besluit geslachtnaamswijziging | 34.5 |
Beschermen van kinderen
Subthema Jeugdbescherming
Het strategische hoofddoel is: Veilig en gezond kunnen opgroeien en leven in gezinnen/huishoudens.
Dit valt uiteen de volgende strategische doelen:
1. Het komt tijdig aan het licht dat er sprake is van onveiligheid;
2. Er wordt tijdig passende hulp en bescherming geboden;
3. Kinderen en volwassenen voelen zich gehoord, geholpen en beschermd.
Om de strategische doelen te kunnen bereiken is een stelsel van kind- en gezinsbescherming ingericht, dat bestaat uit een geheel van publieke en private, centrale en decentrale organisaties die grofweg in een keten werken, van hulpvraag/signaal naar vrijwillige en/of gedwongen hulp en bescherming.
Dit stelsel wordt gedragen door wet- en regelgeving, samenwerkingsafspraken, kaders voor werkwijzen en financiële arrangementen. Op Rijksniveau ligt de verantwoordelijkheid voor het ontwerp en het functioneren van dit stelsel bij de departementen van VWS en JenV samen.
Het hoofddoel op dit niveau is: Een proportioneel, doeltreffend, doelmatig en betrouwbaar stelsel van kind- en gezinsbescherming
Om uitspraken te doen over de doeltreffendheid worden verschillende monitors benut op het gebied van huiselijk geweld en proeftuinen. Het blijkt zeer lastig om goed te kunnen vaststellen of bepaalde interventies erin slagen om tijdelijk of duurzaam veiligheid te creëren. Dit geldt zelfs op het niveau van kinderbeschermingsmaatregelen (VJI onderzoek, longitudinale studies). Centraal in de beleidsaanpak staat het bevorderen van methoden en werkwijzen volgens een gezins- of systeemgerichte aanpak die gericht is op de oorzaken.
Over de betrouwbaarheid van het stelsel kunnen uitspraken worden gedaan met de GI-monitor en monitoring voor de RvdK (wachtlijsten, capaciteit, werklast). Vanuit JenV ligt in de beleidsaanpak de zorg voor de uitvoeringscapaciteit van GI’s.
Ook doelmatigheid zijn uitspraken te doen vanuit de resultaten monitor proeftuinen Toekomstscenario. Beleidsinzet hier is om tot efficiënter werkwijzen tussen organisaties te komen en dubbel werk of «doorschuiven» (estafettes) te vermijden.
Op het gebied van proportionaliteit is met name de evaluatie pilot Kosteloze Rechtsbijstand van belang. Hier zijn de beleidsinstrumenten gericht op een verbeterde rechtsbescherming in het gedwongen kader.
Subthema Veranderende gezinsverbanden
Onder het subthema Veranderende gezinsverbanden vallen de beleidsontwikkelingen gericht op het waarborgen van de belangen van kinderen en ouders binnen veranderende gezinsverbanden, als bij het uiteenvallen van gezinnen (aanpak complexe scheidingen, veiligheid binnen het familierecht, internationale kindontvoering).
Onderzoek ten aanzien van veranderende gezinsverbanden richt zich op het verkrijgen van inzicht in aard en prevalentie van veranderende gezinsverbanden in de samenleving en de vraag of overheidsbemoeienis, verdere regulering en wet- en regelgeving gewenst en uitvoerbaar is (draagmoederschap, meerouderschap en -gezag). Dit om ongelijkheid tussen verschillende gezinsvormen te voorkomen en de belangen van betrokken kinderen en ouders te waarborgen.
Voor de aanpak van complexe scheidingen staat enerzijds de ondersteuning van ouders in scheiding centraal. Onderzoek brengt de werking van een ontwikkelde scheidingsaanpak voor professionals in beeld (TNO onderzoek), de aandacht voor de aanpak van scheidingen op gemeentelijk niveau (significant), als ook de ervaringen met een ontwikkeld digiplein uitelkaarmetkinderen.nl (WODC). Met gerichte ondersteuning aan ouders in scheiding wordt beoogd verdere escalatie en juridisering tussen (ex)partners en schade bij kinderen te voorkomen.
Vanuit die zelfde doelstelling wordt anderzijds gewerkt aan kindvriendelijker juridische procedures bij scheiding. Onderzoek maakt inzichtelijk in hoeverre juridische procedures bij scheiding nog kindvriendelijker kunnen worden ingericht (informatiepositie van de rechter, verbinding zorg en recht, communicatie met kinderen) en ook de rechtsbescherming en ondersteuning van kinderen kan worden verbeterd. Naleving van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind speelt daarbij een belangrijke rol en wordt gemonitord.
Subthema Adoptie en identiteit
Onder het subthema Adoptie en identiteit vallen zowel de beleidsontwikkelingen op het terrein van interlandelijke adoptie als binnenlandse afstand en adoptie en daaraan gerelateerd ook de beleidsontwikkelingen om het recht op afstammingsinformatie en identiteit te versterken.
Interlandelijke adoptie wordt afgebouwd. Dit in navolging op het rapport van de commissie Joustra in 2021 naar misstanden in het verleden. Het afbouwplan is vastgesteld en wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt gewerkt aan doorontwikkeling van ondersteuningsaanbod aan geadopteerden voor het beantwoorden van vragen over hun adoptie, afkomst en identiteit. Onderzoek biedt inzicht in ervaringen met en verbetermogelijkheden voor recent ontwikkelde diensten als ook in nieuwe verbetermogelijkheden, zoals vereenvoudiging van naamswijziging. Voorts zal de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam worden geëvalueerd.
Voor binnenlandse afstand en adoptie biedt het onderzoek van de commissie de Winter (opgeleverd zomer 2025) inzicht in het verloop van procedures in het verleden en de rol van de overheid daarbij. Dit inzicht vormt leidraad voor het overheidsbeleid richting de betrokkenen bij afstand en adoptie in het verleden, onder meer gericht op het kennen je afkomst en herstel.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
|---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage Contraterrorisme | Ex post | 2025 | Lopend | Om inzicht te verweven in de effectiviteit en efficientie van het beleid op het domein van het subthema contraterrorisme zal een periodieke rapportage worden uitgevoerd. | 36.2 |
Periodieke rapportage Bewaken en beveiligen; Crisisbeheersing; Cybersecurity; Statelijke Dreigingen | Ex post | 2026 | Te starten | Om inzicht te verweven in de effectiviteit en efficientie van het beleid op het domein van de subthema's bewaken en beveiligen, crisisbeheersing, cybersecurity en statelijke dreigingen zal een periodieke rapportage worden uitgevoerd. | 36.2 |
Midterm Review Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden | Ex durante | 2026/2027 | Te starten | Om inzicht te krijgen in de effecten van de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029, daarvan te leren en om verantwoording af te kunnen leggen over de uitvoering ervan, wordt deze tussentijds geëvalueerd. | 36.2 |
Evaluatie Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden | Ex post | 2029 | Te starten | Om inzicht te krijgen in de effecten van de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029, daarvan te leren en om verantwoording af te kunnen leggen over de uitvoering ervan, wordt deze geëvalueerd. | 36.2 |
Subthema Bewaken en Beveiligen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Subthema Contraterrorisme | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie Wet Precursoren Explosieven | Ex post | 2026 | Te starten | De Europese Commissie dient voor februari 2026 de Europese verordening 2019/1148 te evalueren. De evaluatie van de Wet precursoren explosieven ligt in het verlengde van de evaluatie van de verordening. | 36.2 |
Interventies bij radicalisering | Ex post | 2025 | Lopend | Doel van het onderzoek naar interventies bij radicalisering is om inzicht te bieden in de stand van de kennis op het gebied van interventies uit het zorg- en sociale domein die zouden kunnen worden toegepast om mogelijk gewelddadig gedrag van geradicaliseerde personen met psychosociale problematiek te signaleren, te voorkomen of te beperken. | 36.2 |
Evaluatie Nationale Contraterrorisme Strategie | Ex post | 2026 | Te starten | Om inzicht te krijgen in de effecten van de Nationale Contraterrorisme Strategie 2022-2026, daarvan te leren en om verantwoording af te kunnen leggen over de uitvoering ervan, wordt deze geëvalueerd. | 36.2 |
Evaluatie Uitvoeringswet TOI | Ex post | 2026 | Te starten | De evaluatie van de uitvoeringswet TOI moet inzichtelijk maken wat de effecten van de maatregelen uit de Uitvoeringswet TOI in de praktijk zijn en in hoeverre de wet met deze effecten aan de beoogde doelen tegemoet komt (doelmatigheid). | 36.2 |
Subthema Crisisbeheersing | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Subthema Cybersecurity | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Meetinstrument digitale weerbaarheid | Ex ante | 2025 | Lopend | Om effectief cybersecuritybeleid te kunnen ontwikkelen, is noodzakelijk om een kwantitatief beeld te hebben over de digitale weerbaarheid van organisaties in Nederland. In dat kader wordt een onderzoek gestart naar een meetinstrument dat de digitale weerbaaheid bij organisaties kan meten. Dit instrument zal vervolgens frequent ingezet kunnen worden om de trends in digitale weerbaarheid en de effectiviteit van beleid t.a.v. de verhoging van digitale weerbaarheid te kunnen meten en daarmee beleidsontwikkeling te helpen sturen. | 36.2 |
Tussentijdse evaluatie Nederlandse Cybersecurity Strategie | Ex durante | 2025 | Te starten | Om inzicht te krijgen in de effecten van de Nederlandse Cybersecurity Strategie 2022-2028, daarvan te leren en om verantwoording af te kunnen leggen over de uitvoering ervan, wordt deze tussentijds geëvalueerd. | 36.2 |
Evaluatie van de Nederlandse Cybersecurity Strategie | Ex post | 2028 | Te starten | Om inzicht te krijgen in de effecten van de Nederlandse Cybersecurity Strategie 2022-2028, daarvan te leren en om verantwoording af te kunnen leggen over de uitvoering ervan, wordt deze geëvalueerd. | 36.2 |
Subthema Statelijke dreigingen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Evaluatie aanpak ongewenste buitenlandse inmenging (OBI) | Ex durante | 2026 | Te starten | Doel van de evaluatie aanpak ongewenste buitenlandse inmenging is te bezien of de beschreven intensivering van de aanpak uit de eerdere Kamerbrief van 6 april 2023 tot een effectieve aanpak van OBI heeft geleid en in hoeverre een eventuele verdere aanscherping van de maatregelen wenselijk is. | 36.2 |
Nationale Veiligheid
Subthema Bewaken en beveiligen
De NCTV heeft in het stelsel bewaken en beveiligen twee verantwoordelijkheden. Ten eerste is de NCTV stelselverantwoordelijke, wat betekent dat zij belast is met het inrichten, onderhouden en functioneren van het stelsel. De NCTV zorgt ervoor dat de taken en rollen goed worden verdeeld en dat de kaders waarbinnen dat gebeurt helder zijn, zodat het stelsel adequaat kan functioneren. Ook evalueert de NCTV (de werking van) het stelsel, als onderdeel van kwaliteitsbewaking, en zorgt dat tussentijds bijgestuurd kan worden als dat nodig is. Daarnaast heeft de NCTV een bijzondere (meer operationele) verantwoordelijkheid voor een beperkte groep personen, objecten en diensten: het zogenoemde rijksdomein. De NCTV besluit namens de minister van Justitie en Veiligheid tot het nemen van bewakings- en beveiligingsmaatregelen voor de groepen die binnen dit rijksdomein vallen. Hiertoe verzamelt, beoordeelt en evalueert de NCTV de verkregen informatie(producten) van onder andere het Openbaar Ministerie, de politie, en de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
De afgelopen jaren zijn de zaken binnen het stelsel bewaken en beveiligen complexer, langduriger en extremer in omvang en zwaarte geworden. Dit heeft geleid tot een toenemende druk op het stelsel bewaken en beveiligen. Daarom wordt momenteel geïnvesteerd in de doorontwikkeling en versterking van het stelsel bewaken en beveiligen. De stelselherziening bewaken en beveiligen kent verschillende maatregelen die doorlopen tot 2025 en tot doel hebben een lerend stelsel te realiseren dat adequaat op opkomende dreigingen en vraagstukken kan reageren:
1. De NCTV zal de kwaliteit in het stelsel gaan monitoren om, indien nodig, bij te kunnen sturen. Hiervoor worden een kwaliteitsmonitor en evaluatiefunctie ingericht.
2. De Inspectie Justitie en Veiligheid zal op de wettelijke taakuitvoering in het nieuwe stelsel beveiligen van personen gaan toezien.
3. Het onafhankelijk Adviesorgaan BenB zal periodiek reflecteren op de kwaliteit van het functioneren van het stelsel en over de doorontwikkeling ervan.
Integrale evaluatie van deze maatregelen is vanaf 2027 opportuun. De inzichtbehoefte zal in dit verband de komende jaren worden ontwikkeld. Eventuele evaluatieonderzoeken in dit verband zullen t.z.t. op de SEA verschijnen.
Subthema Contraterrorisme
De NCTV coördineert de inspanningen van alle partijen in Nederland die een rol hebben bij terrorismebestrijding. De nationale aanpak van terrorismebestrijding staat beschreven in de Nationale Contraterrorismestrategie (NCTS). De NCTV werkt daarnaast samen met andere overheden en in internationale samenwerkingsverbanden, zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties. De NCTV is tevens verantwoordelijk voor het opstellen en actueel houden van het beleid en de regelgeving voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, zowel nationaal als internationaal (EU, ICAO en bilateraal met andere landen). De NCTV monitort het beveiligingsniveau op de luchthavens en doet onderzoek naar nieuwe beveiligingsconcepten, -processen en -apparatuur.
In het kader van de operationalisering van de Nationale Contraterrorisme Strategie 2022-2026 hebben de op de SEA vermelde evaluatieonderzoeken als doel het inzicht te verhogen waar het gaat om de effecten van wetgeving, beleidsmaatregelen en de werking van beleidsinstrumenten gericht op de verbetering van de maatschappelijke weerbaarheid tegen terroristische dreigingen.
Subthema Crisisbeheersing
De minister van Justitie en Veiligheid is de coördinerend minister op het gebied van crisisbeheersing. De minister is verantwoordelijk voor de inrichting, de werking, de samenhang en de integrale aanpak van het crisisbeheersingsbeleid en het bijbehorende stelsel. Ook heeft de minister, in nauwe samenwerking met de andere ministeries, de regie voor het versterken van de nationale veiligheid. De NCTV geeft invulling aan deze coördinerende verantwoordelijkheid van de minister.
In de Contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg (Kamerstuk 29517, nr. 225, 13 december 2022) is aangekondigd dat Rijk en veiligheidsregio’s in het kader van de Landelijke Agenda Crisisbeheersing een meerjarig onderzoeks- en innovatieprogramma opzetten. De Landelijke Agenda Crisisbeheersing31 is op 10 juni 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 29517, nr. 255) . Het aangekondigde onderzoeks- en innovatieprogramma wordt de komende jaren ontwikkeld, dat geldt ook voor de inzichtbehoefte. Eventuele evaluatieonderzoeken in dit verband zullen t.z.t. op de SEA verschijnen.
Subthema Cybersecurity
De toenemende afhankelijkheid van ICT maakt de samenleving en de economie kwetsbaar. Een samenleving zonder internet is niet meer denkbaar. Om de samenleving en de economie niet te verstoren, is digitale veiligheid, of cybersecurity, van vitaal belang. Daarom richt de NCTV zich op de maatschappelijke opgave om Nederland digitaal veilig te maken. In de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022-2028 wordt de visie op de digitaal weerbare samenleving beschreven en wordt de rol van overheid, bedrijven en burgers bij het digitaal veiliger maken van Nederland belicht.
In het coalitieakkoord 2021-2025 is afgesproken dat het kabinet investeert in een brede meerjarige cybersecurity aanpak. Hiervoor zijn ook financiële middelen ter beschikking gesteld. Deze aanpak bouwt voort op eerdere strategieën, waaronder de Nederlandse Cybersecurity Agenda (NCSA). Om te kunnen leren en verantwoorden over deze inzet is het noodzakelijk om onderweg en achteraf te evalueren. De tussentijdse evaluatie van de NLCS heeft als doel om lessen op te leveren die kunnen worden meegenomen in de beleidsvorming.
Subthema Statelijke dreigingen
Nederland hanteert een brede aanpak met een integrale benadering (van preventie tot respons en nazorg) op het signaleren en tegengaan van en het versterken van de weerbaarheid tegen statelijke dreigingen. Daarbij wordt gekeken naar hybride dreigingen, economische veiligheid (waaronder kennisveiligheid en vitale infrastructuur) en ongewenste buitenlandse inmenging. Effectieve internationale en Europese samenwerking is hierbij van belang. De aanpak is maatschappijbreed, landenneutraal, en adaptief en maakt gebruik van bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden en informatiestromen. De NCTV heeft hierbij een coördinerende rol.
De evaluatie van de aanpak Ongewenste Buitenlandse Inmenging (OBI) is in de Kamerbrief over de stand van zaken aanpak OBI van 17 oktober 2024 door het kabinet aangekondigd. De evaluatie geeft meer zicht op de effectiviteit van het beleid en beantwoordt de vraag welke maatregelen met het oog op de te verwachten effecten eventueel genomen zouden kunnen worden om de aanpak te versterken.
Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. Deze bijlage bevat een overzicht van specifieke uitkeringen en voornemens tot specifieke uitkeringen.
SiSa nr. | Onderdeel | Toelichting | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A2 | Naam | Brede doeluitkering rampenbestrijding | 252,8 | 267,1 | 258,6 | 258,6 | 258,6 | 258,6 |
Korte duiding | Bijdrage aan de veiligheidsregio's in de kosten van de taken van de veiligheidsregio's, genoemd in de Wvr | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | Met de bijdrage worden de regio's in staat gesteld uitvoering te geven aan de volgende hoofdtaken: de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing, het instandhouden van de brandweer en geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. | |||||||
Ontvangende partijen | Veiligheidsregio's | |||||||
Artikel | 36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding | |||||||
A17 | Naam | Regeling specifieke uitkering voorkomen georganiseerde en ondermijnende jeugdcriminaliteit 2022 | 45,6 | 45,6 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | specifieke uitkering ten behoeve van het treffen van maatregelen ter voorkoming van georganiseerde en ondermijnende jeugdcriminaliteit. | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | ||||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 33.3 Opsporing en vervolging | |||||||
A20 | Naam | Specifieke uitkering versterking van de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme 2023-2026 | 7 | 7 | 7 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | Specifieke uitkering versterking van de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | Het bestrijden en verzwakken van extremistische bewegingen in Nederland, het voorkomen van nieuwe aanwas en het tegengaan van radicalisering. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding | |||||||
A21 | Naam | Regeling specifieke uitkering ter voorkoming van georganiseerde en ondermijnende jeugdcriminaliteit 2023 | 16,6 | 17,6 | 8,9 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | specifieke uitkering ten behoeve van het treffen van maatregelen ter voorkoming van georganiseerde en ondermijnende jeugdcriminaliteit. | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | ||||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 33.3 Opsporing en vervolging | |||||||
A30 | Naam | Structurele Mainports gelden | 28,3 | 28,7 | 28,7 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | Het bestrijden van georganiseerde drugscriminaliteit bij 5 grote logistieke knooppunten: | |||||||
- Rotterdamse Haven | ||||||||
- Schiphol | ||||||||
- Noordzee Kanaal Gebied | ||||||||
- Havens Zeeland west-Brabant | ||||||||
- Bloemenveilingen | ||||||||
Juridische grondslag | Artikel 33, 33.3, Rijksbegroting, VI Justitie en Veiligheid | |||||||
Maatschappelijke effecten | Significant terugdringen van drugssmokkel en onze mainports zo onaantrekkelijk mogelijk maken voor drugscriminelen. | |||||||
Ontvangende partijen | 5 Beheergemeenten Mainports | |||||||
Artikel | 33.3. Opsporing en vervolging | |||||||
A31 | Naam | Specifieke uitkering ter voorkoming van jeugdcriminaliteit 2024-2027 | 5 | 10 | 10 | 5 | 0 | 0 |
Korte duiding | specifieke uitkering ten behoeve van het treffen van maatregelen ter voorkoming van jeugdcriminaliteit. | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | ||||||||
Ontvangende partijen | Gemeente | |||||||
Artikel | 33.3 Opsporing en vervolging | |||||||
A49 | Naam | Frictiebudget 2025 & 2026 | 0 | 7,2 | 5,0 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | Tegemoetkoming knelpunten na afronding periode 2022-2024. | |||||||
Juridische grondslag | Artikel 33, 33.3, Rijksbegroting, VI Justitie en Veiligheid | |||||||
Maatschappelijke effecten | Regionale aanpak Ondermijning | |||||||
Ontvangende partijen | 10 Beheergemeenten van de RIEC's | |||||||
Artikel | 33.3. Opsporing en vervolging | |||||||
A50 | Naam | Structurele algemene Rijksbijdrage RIEC's | 0 | 61,4 | 61,4 | 61,4 | 61,4 | 0,0 |
Korte duiding | Periodieke financiering Regionale Informatie Expertise Centra. 2025-2028. | |||||||
Juridische grondslag | Artikel 33, 33.3, Rijksbegroting, VI Justitie en Veiligheid | |||||||
Maatschappelijke effecten | Regionale aanpak Ondermijning | |||||||
Ontvangende partijen | 10 Beheergemeenten van de RIEC's | |||||||
Artikel | 33.3. Opsporing en vervolging | |||||||
AV | Naam | Specifieke uitkering versterking van de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme 2027-2030 | 0 | 0 | 0 | 7 | 7 | 7 |
Korte duiding | Specifieke uitkering versterking van de lokale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme | |||||||
Juridische grondslag | ||||||||
Maatschappelijke effecten | Het bestrijden en verzwakken van extremistische bewegingen in Nederland, het voorkomen van nieuwe aanwas en het tegengaan van radicalisering. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding | |||||||
Begrotingsnummers (oud, nieuw) | Artikelnaam | Omschrijving | 2.025 | 2.026 | 2.027 | 2.028 | 2.029 | 2.030 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
6 | JenV | Verplichtingen | 526.142 | |||||
15 | SZW | Verplichtingen | 420.392 | 352.211 | 345.366 | 312.181 | 271.472 | |
6 | JenV | Uitgaven | 527.142 | |||||
15 | SZW | Uitgaven | 421.392 | 353.211 | 345.366 | 312.181 | 271.472 | |
6 | JenV | Ontvangsten | 72.212 | |||||
15 | SZW | Ontvangsten | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |
Beleidsartikelen (uitsplitsing) | ||||||||
6.38 | Inburgering | verplichtingen | 525.824 | |||||
15.13 | Integratie en maatschappelijke samenhang | verplichtingen | 419.857 | 349.001 | 341.643 | 308.458 | 267.749 | |
6.38 | Inburgering | uitgaven | 526.824 | |||||
15.13 | Integratie en maatschappelijke samenhang | uitgaven | 420.857 | 350.001 | 341.643 | 308.458 | 267.749 | |
6.38.2 | Inburgering | Inburgering | 526.824 | |||||
15.13 | Integratie en maatschappelijke samenhang | 420.857 | 350.001 | 341.643 | 308.458 | 267.749 | ||
6.38.2.1 | Inburgering | Bijdrage aan Agentschappen | 29.264 | |||||
15.13.0.18 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Bijdrage aan Agentschappen | 29.595 | 26.256 | 25.445 | 25.445 | 25.445 | |
6.38.2.1.20 | Inburgering | DUO | 29.264 | |||||
15.13.0.18.1 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Agentschap DUO | 29.595 | 26.256 | 25.445 | 25.445 | 25.445 | |
6.38.2.2 | Inburgering | Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 59.628 | |||||
15.13.0.15 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 63.571 | 35.453 | 35.453 | 35.453 | 35.453 | |
6.38.2.2.20 | Inburgering | COA | 59.628 | |||||
15.13.0.15.1 | Integratie en maatschappelijke samenhang | COA | 63.571 | 35.453 | 35.453 | 35.453 | 35.453 | |
6.38.2.3 | Inburgering | Bijdrage aan medeoverheden | 382.497 | |||||
15.13.0.19 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Bijdrage aan medeoverheden | 290.878 | 261.311 | 255.009 | 222.489 | 181.780 | |
6.38.2.3.20 | Inburgering | Maatschappelijke begeleiding | 2 | |||||
15.13.0.19.1 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Gemeenten maatschappelijke begeleiding | ||||||
6.68.2.3.21 | Inburgering | Inburgeringsvoorzieningen | 367.016 | |||||
15.13.0.19.2 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Gemeenten inburgeringsvoorzieningen | 290.878 | 261.311 | 255.009 | 222.489 | 181.780 | |
6.38.2.3.22 | Inburgering | Onderwijsroute | 15.479 | |||||
15.13.0.19.3 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Specifieke uitkering onderwijsroute | ||||||
6.38.2.4 | Inburgering | Subsidies | 15.365 | |||||
15.13.0.12 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Subsidies | 12.724 | 7.658 | 7.207 | 6.667 | 6.667 | |
6.38.2.4.20 | Inburgering | Vroege Integratie | 12.896 | |||||
15.13.0.12.5 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Vroege Integratie en Participatie | 12.217 | 7.658 | 7.207 | 6.667 | 6.667 | |
6.38.2.4.29 | Inburgering | Overig | 2.469 | |||||
15.13.0.12.4 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Overige subsidies algemeen | 507 | |||||
6.38.2.5 | Inburgering | Opdrachten | 11.058 | |||||
15.13.0.13 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Opdrachten | 7.741 | 6.790 | 6.790 | 6.790 | 6.790 | |
6.38.2.5.20 | Inburgering | Inburgering en Integratie | 11.058 | |||||
15.13.0.13.1 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Inburgering en Integratie | 7.741 | 6.790 | 6.790 | 6.790 | 6.790 | |
6.38.2.6 | Inburgering | Leningen | 29.012 | |||||
15.13.0.22 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Leningen | 16.348 | 12.533 | 11.739 | 11.614 | 11.614 | |
6.38.2.6.20 | Inburgering | DUO | 29.012 | |||||
15.13.0.22.1 | Integratie en maatschappelijke samenhang | DUO | 16.348 | 12.533 | 11.739 | 11.614 | 11.614 | |
6.91.1 | Apparaat kerndepartement | verplichtingen | 131 | |||||
15.96 | Apparaat kerndepartement | verplichtingen | 131 | 131 | 131 | 131 | 131 | |
6.91.1 | Apparaat kerndepartement | uitgaven | 131 | |||||
15.96 | Apparaat kerndepartement | uitgaven | 131 | 131 | 131 | 131 | 131 | |
6.91.1.1 | Apparaat kerndepartement | Apparaat kerndepartement | 131 | |||||
15.96.0.20 | Apparaat kerndepartement | Apparaat kerndepartement | 131 | 131 | 131 | 131 | 131 | |
6.91.1.1.11 | Apparaat kerndepartement | Apparaat kerndepartement | 131 | |||||
15.96.0.20.1 | Apparaat kerndepartement | Apparaat kerndepartement | 131 | 131 | 131 | 131 | 131 | |
6.92.1 | Onverdeeld | verplichtingen | 187 | |||||
15.99.0.21.11 | Nog onverdeeld | verplichtingen | 404 | 3.079 | 3.592 | 3.592 | 3.592 | |
6.92.1 | Onverdeeld | uitgaven | 187 | |||||
15.99.0.21.11 | Nog onverdeeld | uitgaven | 404 | 3.079 | 3.592 | 3.592 | 3.592 | |
6.92.1.1 | Onverdeeld | Onverdeeld | 187 | |||||
15.99.0.21 | Nog onverdeeld | 404 | 3.079 | 3.592 | 3.592 | 3.592 | ||
6.92.1.1.11 | Onverdeeld | Onverdeeld | 187 | |||||
15.99.0.21.11 | Nog onverdeeld | Programma | 404 | 3.079 | 3.592 | 3.592 | 3.592 | |
Ontvangsten | ||||||||
6.38 | Inburgering | Ontvangsten | 72.212 | |||||
15.13 | Integratie en maatschappelijke samenhang | Ontvangsten | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
AAS | Amsterdam Airport Schiphol |
|---|---|
AP | Autoriteit persoonsgegevens |
ATKM | Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal |
AVG | Algemene Verordening Gegevensbescherming |
BDuR | Brede doelUitkering Rampenbestrijding |
BenT | Boeten en Transacties |
BES-eilanden | Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
BFT | Bureau Financieel Toezicht |
BIBOB | Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur |
BKCN | Brandweerkorps Caribisch Nederland |
BZK | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
CBO | Collectieve Beheersorganisatie |
CBS | Centraal Bureau voor de Statistiek |
Cbw | Cyberbeveiligingswet |
CCV | Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid |
CEP | Centraal Economisch Plan |
CJIB | Centraal Justitieel Incasso Bureau |
CN | Caribisch Nederland |
Comensha | Coördinatiecentrum Mensenhandel |
CRM | College voor de Rechten van de mens |
CSRD-richtlijn | Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) |
CSV | Criminele Samenwerkings Verbanden |
CVOM | Centrale Verwerking Openbaar Ministerie |
CvTA | College van Toezicht Auteursrechten |
DJI | Dienst Justitiële Inrichtingen |
DON | Dreigingsbeeld Ondermijning Nederland |
DUO | Dienst Uitvoering Onderwijs |
EBI | Extra Beveiligde Inrichting |
EES | Entry Exit System |
EK | Eerste Kamer der Staten-Generaal |
EOKM | Expertisebureau Online Kindermisbruik |
EU | Europese Unie |
EZK | Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
FIU | Financial Intelligence Unit |
FPC | Forensisch psychiatrisch centrum |
GGP | gebiedsgebonden politie |
GGV | Gesloten Gezinsvoorziening |
GHOR | Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio |
GI | gecertificeerde instellingen |
GMS | geïntegreerd meldkamersysteem |
GW | Gevangeniswezen |
HALT | Het Alternatief |
HGIS | Homogene Groep Internationale Samenwerking |
HR | Hoge Raad |
HVP | Herstel- en Veerkrachtplan |
IBO | Interdepartementale Beleidsonderzoek |
IHH | Informatie huishouding |
IJenV | Inspectie Justitie en Veiligheid |
JenV | Justitie en Veiligheid |
JIO | Justitiële ICT organsatie |
JUSTID | Justitiële Informatiedienst |
Justis | Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit, Screening |
KCR2 | Knooppunt Coördinatie Regio’s Rijk |
KMar | Koninklijke Marrechaussee |
KPCN | Korps Politie Caribisch Nederland |
Ksa | Kansspelautoriteit |
LAC | Latijns-Amerika en het Caribische gebied |
LBIO | Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen |
LBIV | Landelijk Bureau Inlichtingen en Veiligheid |
LIEC | Landelijk Informatie en Expertise Centrum |
LMS | landelijke meldkamer samenwerking |
MPC | meerpersoonscel |
NAVO | Noord Atlantische Verdrags Organisatie |
NCAB | Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding |
NCSC | Nationaal Cyber Security Centrum |
NCTV | Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid |
NCV | noodcommunicatievoorziening |
NFI | Nederlands Forensisch Instituut |
NIPV | Nederlands Instituut Publieke Veiligheid |
NRGD | Nederlands Regeister Gerechtelijk Deskundigen |
NVvR | Nederlandse Vereninging voor Rechtspraak |
OM | Openbaar Ministerie |
OTA | onafhankelijke toezichthouder advocatuur |
OVV | Onderzoeksraad voor veiligheid |
PA | Politieacademie |
PI | Penitentiaire Inrichting |
PmG | Preventie met Gezag |
PmG | Preventie met Gezag |
PMJ | Prognosemodel Justitiële Ketens |
POK | Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag |
RCN | Rijksdienst Caribisch Nederland |
RIEC | Regionale Informatie en Expertise Centre |
RST | Recherche Samenwerkingsteam |
RTB | Richtlijn Tijdelijke Bescherming |
RvdK | Raad voor de Kinderbescherming |
Rvdr | Raad voor de rechtspraak |
RvR | Raad voor Rechtsbijstand |
RvS | Raad van State |
RWT | Rechtspersoon met een Wettelijke Taak |
SAOP | Stichting Arbeidsmarkt en opleidingsfonds Politie |
SEA | Strategegische Evaluatie Agenda |
SGC | Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken |
SGM | Schadefonds Geweldsmisdrijven |
SHN | Slachtofferhulp Nederland |
SiSa | Single information Single audit |
SPUK | Specifieke uitkering |
SRCN | Stichting Reclassering Caribisch Nederland |
SRN | Stichting Reclassering Nederland |
SSO | Shared Service Organisatie |
STAB | Stichting Advisering Bestuursrechtspraak |
Stb | Staatsblad |
Stcrt | Staatscourant |
SZW | Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
TK | Tweede Kamer der Staten-Generaal |
UAVG | Uitvoeringswet AVG |
UHP KOT | Uit Huis Plaatsing Kinder Opvang Toeslag |
USB | Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen |
UWV | Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen |
VCHD | voortgezet crimineel handelen vanuit detentie |
VNG | Vereniging Nederlandse Gemeenten |
VOG | Verklaring Omtrent het Gedrag |
VWS | Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
WAU | Werk Aan Uitvoering |
Whoa | Wet homologatie onderhands akkoord |
WODC | Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum |
WOO | Wet Open Overheid |
WOVOF | Wet overgang van onderneming in faillissement |
Wrb | Wet op de rechtsbijstand |
WSNP | Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen |
Wvr | Wet veiligheidsregio's |
WWFT | Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme |
Wwke | Wet weerbaarheid kritieke entiteiten |
XX | Hoofdstuk 20 van de rijksbegroting |
ZBO | Zelfstandig Bestuursorgaan |
ZM | Zittende Magistratuur |