Kamerstuk 36800-IIA-2

Memorie van toelichting

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2026

Gepubliceerd: 16 september 2025
Indiener(s): Rijkaart
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36800-IIA-2.html
ID: 36800-IIA-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2025–2026

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.) Totaal € 288.241.000,-

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.) Totaal € 3.865.000,-

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,F.Rijkaart

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2026 van de Staten-Generaal (IIA).

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2025 zijn geen wijzigingen voorzien.

Beleidsagenda

Een College dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.

Beleidsartikelen

Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:

  • Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

  • Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

  • Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

  • Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de instrumenten

Voor de toelichting op het niveau van de financiële instrumenten wordt, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025, gebruik gemaakt van onderstaande staffel.

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van Rijksbegrotingsvoorschriften 2025

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

2. Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven 4 mln.Ontvangsten 2 mln.

4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

Budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

Niet-beleidsartikel

De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:

  • Artikel 10. Nog onverdeeld

De begroting IIA valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A. Algemene doelstelling

De Eerste Kamer is een deeltijdparlement met als kerntaak de totstandkoming van deugdelijke wetgeving. Dat doet ze als medewetgever door wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen, te toetsen voordat deze in werking kunnen treden. De Eerste Kamer controleert daarnaast het beleid van de regering.

Toetsing

De 75 senatoren toetsen wetsvoorstellen onder meer op rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Bij de beoordeling van wetsvoorstellen spelen daarnaast ook politieke afwegingen een rol.

Proces

De behandeling van een wetsvoorstel start in een Kamercommissie. Daar kunnen de senatoren hun oordeel over een wetsvoorstel scherp stellen door middel van schriftelijke vragen aan de betrokken bewindspersoon, via deskundigenbijeenkomsten of technische briefings. Een deel van de wetsvoorstellen wordt als hamerstuk aangenomen. Over een deel van de wetsvoorstellen wordt een debat gehouden. Dit gebeurt in plenaire vergaderingen op dinsdag, de vaste vergaderdag van de Eerste Kamer. De plenaire vergaderingen, waar ook de uiteindelijke besluitvorming over een wetsvoorstel plaatsvindt, worden voorgezeten door de Voorzitter van de Eerste Kamer.

Zorgvuldigheid en transparantie zijn belangrijke kernbegrippen voor de Eerste Kamer. Voor een ordentelijke beoordeling van wetsvoorstellen wordt de tijd genomen die de senatoren daarvoor nodig achten: in de Eerste Kamer vindt immers de laatste toets plaats voordat een wet in werking kan treden. De wekelijkse vergaderingen in commissies en de plenaire debatten op dinsdagen zijn te volgen vanaf de publieke tribune en via de livestream. Vergaderingen kunnen ook worden teruggekeken. Op de Eerste Kamerwebsite worden zowel woordelijke debatverslagen als samenvattingen gepubliceerd. Op die manier kunnen burgers en belanghebbenden het werk van de Eerste Kamer volgen.

Ondersteuning

De Eerste Kamer wordt in haar werk ondersteund door de griffie, de ambtelijke organisatie onder leiding van de Griffier. De griffie bestaat uit ongeveer 80 medewerkers die er samen voor zorgen dat het wetgevingsproces en de bedrijfsvoering op effectieve en efficiënte wijze verlopen.

Staatsrechtelijk bestel

Samen met de Tweede Kamer vormt de Eerste Kamer de Staten-Generaal. Het politieke primaat ligt bij de Tweede Kamer, die bestaat uit direct gekozen fulltime politici en meer bevoegdheden heeft. De indirect gekozen Eerste Kamer opereert met enige afstand tot de dagelijkse politiek. Ze vormt de laatste schakel in de keten van het wetgevingsproces en is daarmee een belangrijk instituut binnen onze democratische rechtsstaat. Naast nationale wetgeving is de Eerste Kamer, net als de Tweede Kamer, ook betrokken bij Europese wetgeving en beleid.

De leden van de Eerste Kamer doen hun politieke werk in deeltijd: er is één vaste vergaderdag per week en de meeste leden hebben naast hun Kamerlidmaatschap ook nog één of meerdere andere functies.

De Voorzitter van de Eerste Kamer is ook de Voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, zoals de vergadering op Prinsjesdag waarin de koning de troonrede voorleest.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Openbaarmaking van informatie

Rekening houdend met de Wet open overheid (Woo) streeft de Eerste Kamer naar maximale transparantie, toegankelijkheid en het versterken van een open bestuurscultuur. De Woo legt een inspanningsverplichting op aan bestuursorganen om zoveel mogelijk informatie proactief openbaar te maken. Daarnaast zijn bestuursorganen verplicht om informatie uit 17 wettelijke informatiecategorieën – voor zover van toepassing – actief te publiceren.

In 2026 gaat de Eerste Kamer verder met de actieve openbaarmaking van informatie op eigen initiatief en verplichtingen implementeren die voortvloeien uit de gefaseerde invoering van de Woo. Dit betreft informatie behorend tot de vierde tranche van de inwerkingtreding van de openbaarmakingsverplichtingen. Naast actieve openbaarmaking verplicht de Woo tot het openbaar maken van informatie op verzoek van burgers (passieve openbaarmaking). In 2026 optimaliseert de Eerste Kamer de afhandeling van de Woo-verzoeken en gaat verder met het verbeteren van de informatiehuishouding.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

26.224

28.553

28.286

27.040

26.737

25.010

24.732

         
 

Uitgaven

25.531

28.553

28.286

27.040

26.737

25.010

24.732

         

1.0

Wetgeving en controle Eerste Kamer

25.531

28.553

28.286

27.040

26.737

25.010

24.732

 

Institutionele inrichting

19.548

22.359

22.192

20.954

20.650

18.923

18.923

 

Apparaat Eerste Kamer

19.548

22.359

22.192

20.954

20.650

18.923

18.923

 

Personele uitgaven

5.495

5.702

5.602

5.602

5.602

5.602

5.602

 

Vergoedingen voorzitter/leden Eerste Kamer

5.495

5.702

5.602

5.602

5.602

5.602

5.602

 

Materiële uitgaven

488

492

492

484

485

485

207

 

Verenigde vergadering

488

492

492

484

485

485

207

         
 

Ontvangsten

135

140

140

140

140

140

140

         
E. Toelichting op de financiële instrumenten

Institutionele inrichting

Apparaat Eerste Kamer

Het artikelonderdeel Apparaat Eerste Kamer maakt de ondersteuning van de Eerste Kamer mogelijk. Hieronder vallen zowel de capaciteit voor ondersteuning als exploitatie en beheer van de organisatie, huisvesting en de fractiekosten.

Personele uitgaven

Vergoeding Voorzitter/leden Eerste Kamer

Dit betreft de vergoedingen aan de Voorzitter en de leden van de Eerste Kamer en daaruit voortvloeiende uitgaven.

Materiële uitgaven

Verenigde Vergadering

De Voorzitter van de Eerste Kamer is ook de Voorzitter van de Verenigde Vergaderingen en daarom ook verantwoordelijk voor de uitvoering van deze vergaderingen. Voor 2026 staat één vergadering gepland (Prinsjesdag).

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de afwikkeling van verstrekte voorschotten met betrekking tot de Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer uit het voorgaande begrotingsjaar.

2.2 Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, geschaard.

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, zorg voor de uitgaven ten behoeve van:

  • De schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer;

  • De wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2026 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

48.514

45.523

45.055

44.463

50.706

45.574

45.054

         
 

Uitgaven

44.289

45.523

45.055

44.463

50.706

45.574

45.054

         

2.0

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

44.289

45.523

45.055

44.463

50.706

45.574

45.054

 

Institutionele inrichting

28.390

30.805

30.805

30.805

30.805

30.805

30.805

 

Schadeloosstelling

28.390

30.805

30.805

30.805

30.805

30.805

30.805

 

Personele uitgaven

15.899

14.718

14.250

13.658

19.901

14.769

14.249

 

Pensioenen en wachtgelden

15.899

14.718

14.250

13.658

19.901

14.769

14.249

         
 

Ontvangsten

58

86

86

86

86

86

86

         
E. Toelichting op de financiële instrumenten

Materiële uitgaven

Schadeloosstelling

Op dit artikelonderdeel staan de uitgaven voor de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer. Ingevolge de Wet Schadeloosstelling leden Tweede Kamer draagt de Tweede Kamer de uitgaven voor schadeloosstelling en de reis- en overige onkostenvergoedingen voor de leden van de Tweede Kamer.

Personele uitgaven

Pensioenen en wachtgelden

Op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers draagt de Tweede Kamer zorg voor de uitgaven van pensioenen en wachtgelden voor de oud-leden van de Tweede Kamer.

Ontvangsten

De ontvangsten op dit artikelonderdeel hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten.

2.3 Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Volksvertegenwoordiging

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), en 137 en 138 (grondwetgeving) van de grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

Het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2026 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

216.408

215.049

210.197

200.425

206.358

193.661

193.609

         
 

Uitgaven

199.874

215.049

210.197

200.425

206.358

193.661

193.609

         

3.0

Wetgeving en controle Tweede Kamer

199.874

215.049

210.197

200.425

206.358

193.661

193.609

 

Institutionele inrichting

138.488

157.549

152.797

145.955

143.475

139.000

138.999

 

Apparaat Tweede Kamer

138.080

156.128

151.376

144.534

142.054

137.579

137.578

 

Onderzoeksbudget

408

1.421

1.421

1.421

1.421

1.421

1.421

 

Materiële uitgaven

61.386

57.500

57.400

54.470

62.883

54.661

54.610

 

Drukwerk

1.562

2.273

2.273

2.273

2.273

2.273

2.273

 

Fractiekosten

54.987

49.290

49.151

49.084

57.497

49.275

49.224

 

Uitzending leden

330

547

547

547

547

547

547

 

Parlementaire enquêtes

2.048

2.824

2.863

0

0

0

0

 

Bijdrage ProDemos

2.459

2.566

2.566

2.566

2.566

2.566

2.566

         
 

Ontvangsten

8.575

3.639

3.639

3.639

3.639

3.639

3.639

         

Overzicht van risicoregelingen

Tabel 5 Overzicht garanties (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

Uitstaande garanties 2024

Verleende garanties 2025

Vervallen garanties 2025

Uitstaande garanties 2025

Garantie plafond 2025

Geraamd te verlenen 2026

Geraamd te vervallen 2025

Uitstaande garanties 2026

Garantie plafond 2026

Art.

Fractiekosten

5.451

0

0

5.451

0

0

0

5.451

5.451

           
 

Totaal

5.451

0

0

5.451

0

0

0

5.451

5.451

Toelichting

Op basis van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer 2014 krijgen de fracties een voorschot van 100% voor fractiekosten. De fracties kunnen zelf een egalisatiereserve opbouwen. Sinds 1 januari 2014 kunnen er geen nieuwe trekkingsrechten worden opgebouwd.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Institutionele inrichting

Apparaat Tweede Kamer

Dit artikelonderdeel bestaat uit personele en materiële componenten voor exploitatie en beheer van de Tweede Kamer.

Onderzoeksbudget

De Tweede Kamer beschikt over een bedrag voor uitgaven aan Kennis en Onderzoek om de Kamerbrede onderzoeken uit te voeren. Verder zijn 20 Kamercommissies ingesteld die ieder beschikken over een eigen budget.

Materiële uitgaven

Drukwerk

Op dit artikelonderdeel staan de geraamde uitgaven voor de publicatie van officiële documenten.

Fractiekosten

Op dit artikel staat het bedrag dat beschikbaar is voor de tegemoetkoming in de kosten van de fractiestichtingen.

Uitzending leden

Op dit artikelonderdeel staat het bedrag dat beschikbaar is voor commissies en werkbezoeken aan het buitenland.

Parlementaire enquêtes

Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven gepland voor parlementaire enquêtes. In 2025 en 2026 loopt de Parlementaire Enquête Corona.

Bijdrage ProDemos

Jaarlijks betaalt de Tweede Kamer een bijdrage aan ProDemos voor de uitvoering van educatieve activiteiten. Hierover maken de Tweede Kamer en ProDemos jaarlijks afspraken.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan uit diverse posten. De omzet van het restaurantbedrijf, doorbelastingen aan derden en inhoudingen op lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen. De ontvangsten blijven stabiel.

2.4 Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2026 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

1.418

3.098

4.703

1.683

1.683

1.683

1.683

         
 

Uitgaven

1.180

3.098

4.703

1.683

1.683

1.683

1.683

         

4.0

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1.180

3.098

4.703

1.683

1.683

1.683

1.683

 

Materiële uitgaven

1.180

3.098

4.703

1.683

1.683

1.683

1.683

 

Interparlementaire betrekkingen

1.180

3.098

4.703

1.683

1.683

1.683

1.683

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         
E. Toelichting op de financiële instrumenten

Materiële uitgaven

Interparlementaire betrekkingen

Het betreft de volgende uitgavenposten:

  • Uitzending van Kamerleden naar internationale organisaties;

  • Aandeel van Nederland in de kosten van interparlementaire organen;

  • Contacten tussen de (voormalige) parlementen van het Koninkrijk;

  • Ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;

  • De activiteiten van de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).

In verband met de geplande Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) congres in 2026 zijn de uitgaven in 2025 en 2026 hoger.

Kengetallen

Tabel 7 Overzicht interparlementaire betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Gemiddelde uitgaven per lid

2020

2021

2022

2023

2024

Interparlementaire betrekkingen

904

890

947

1.456

1.180

Gemiddeld per zetel (225)

4

4

4

6

5

3. Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 8 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

         

10.0

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0