Kamerstuk 36740-IV-1

Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024

Dossier: Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024

Gepubliceerd: 21 mei 2025
Indiener(s): Judith Uitermark (minister ) (NSC)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36740-IV-1.html
ID: 36740-IV-1

Nr. 1 JAARVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES EN HET BES-FONDS

Ontvangen 21 mei 2025

Vergaderjaar 2024–2025

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Koninkrijksrelaties

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 212.198.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 165.395.000,-

BES-fonds

Figuur 3 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 103.883.000,-

Figuur 4 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 103.883.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2024 aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2024.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De minister van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesJ.J.M.Uitermark

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2024 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit betreft een niet-departementale begroting.

Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de apparaatskosten van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Het jaarverslag 2024 is als volgt opgebouwd:

A. Een algemeen deel met de dechargeverlening;B. Het beleidsverslag 2024 Koninkrijksrelaties met de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;B. Het beleidsverslag 2024 BES-fonds met de beleidsprioriteiten, het beleidsartikel en de bedrijfsvoeringsparagraaf;C. De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2024;C. De jaarrekening BES-fonds 2024;D. De bijlagen.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2025. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Groeiparagraaf

In de bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland wordt op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 19) de realisatie van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland op artikelniveau gepresenteerd in plaats van een totaalbedrag per begrotingshoofdstuk per jaar, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording over 2024 als focusonderwerp prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt aangewezen. Een kwalitatieve analyse hierover is opgenomen in het beleidsverslag, bij het budgettaire overzicht met de totale onderuitputting.

Het beleidsverslag

Het beleidsverslag bestaat uit de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Beleidsprioriteiten

In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2024. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, een overzicht met risicoregelingen, een overzicht met de implementatie van de mensenrechtenverdragen en een budgettair overzicht met de totale onderuitputting.

Openbaarheidsparagraaf

Voor de openbaarheidsparagraaf van hoofdstuk 4 wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Beleidsartikelen

In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kent een andere indeling, te weten:

  • A. Tabel Budgettaire gevolgen;

  • B. Toelichting op de financiële instrumenten.

Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2024 als basis gebruikt.

Toelichting op financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste, tweede en september suppletoire en incidentele begrotingswetten of de slotwet.

De beleidsmatige verschillen en technische verschillen, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat verschillen beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Overzicht ondergrens beleidsmatige en technische verschillen conform RBV 2025 in € mln. (stand ontwerpbegroting 2024)

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. Slavernijverleden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2024 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2024

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.

Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording

De WNT-verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Externe inhuur

De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De bijlagen

In het jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds (IV) zijn de volgende bijlagen opgenomen:

  • Afgeronde evaluatie- en overig onderzoek;

  • Moties en toezeggingen;

  • Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland;

Het jaarverslag BES-fonds 2024

Beleidsprioriteiten

In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2024.

Beleidsartikel

In de paragraaf «Beleidsartikel» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2025 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2024 als basis gebruikt.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag BES-fonds 2024 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor het BES-fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2024

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.

B. BELEIDSVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES

3. Beleidsprioriteiten

Van een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid naar bouwen aan een gezamenlijke toekomst

In de tweede helft van 2024 is een nieuw kabinet aangetreden met nieuwe beleidsprioriteiten. In dit onderdeel van het jaarverslag kijken we terug op 2024, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende speerpunten:

  • Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid

  • Toekomstbestendige overheidsfinanciën

  • Het vergroten van de zelfredzaamheid

De staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties heeft in mei 2024 het Bestuursakkoord Bonaire 2024-2027 getekend. De bestuursakkoorden voor Saba en Sint Eustatius waren in 2023 getekend en in 2024 hebben we voor Caribisch Nederland een eerste stap gezet naar een nieuwe uitvoeringsagenda. De bestuurlijke afspraken met de drie eilanden over het versterken van uitvoeringskracht zijn geactualiseerd en waar nodig aangescherpt. We hebben bestuurlijke afspraken gemaakt met de drie eilanden over de vormgeving van een ondersteuningsprogramma voor de gezaghebbers, gedeputeerden, eilandraadsleden, griffiers en eilandsecretarissen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met het doel om de samenwerking en uitwisseling met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te intensiveren. In 2024 heeft het kabinet samen met de eilanden gewerkt aan het beter toepasbaar en uitvoerbaar maken van nieuw beleid en wet- en regelgeving voor de eilanden. De periodieke wetgevingsoverzichten die we ook in 2024 hebben opgesteld vormen hierbij een belangrijk instrument. BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het financieel beheer op een adequaat niveau brengen en houden. Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba beter in staat te stellen de eilandelijke taken goed uit te voeren zijn in 2024 structurele middelen toegevoegd aan de vrije uitkeringen van de eilanden. Dit is gedaan naar aanleiding van het onderzoek van IdeeVersa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3).

In de samenwerking met de drie autonome Caribische landen in het Koninkrijk ligt de focus op deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. Eind 2024 is er een overeenkomst getekend voor de bouw van een nieuwe detentiefaciliteit. De nieuwe gevangenis wordt naar verwachting in 2028 opgeleverd. Om de verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld aan te pakken hebben we binnen de vier landen van het Koninkrijk in 2023 afspraken gemaakt over het ontwikkelen van bestuurlijke mogelijkheden om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Deze afspraken zijn bestendigd in het protocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit in de Caribische landen van het Koninkrijk. In 2024 is uitvoering gegeven aan de in 2023 door BZK beschikbaar gestelde subsidies. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben gewerkt aan het opstellen van ondermijningsbeelden, het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne, de inhuur van wetgevingscapaciteit en de organisatie van de Integrity Summit Dutch Caribbean. In het kader van de landspakketten is in Curaçao onder meer onderzoek verricht naar de impact van handelsovereenkomsten. Voor Aruba zijn de mogelijkheden van kasteelt onderzocht, wat de basis moet leggen voor een op te richten Agri Innovation Park. Voor Sint Maarten is bijgedragen aan het ondernemerschapsbeleid door additionele wetgevingscapaciteit te financieren.

Caribisch Nederland (CN)

Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid

Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland

De staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties heeft in 2024 het Bestuursakkoord Bonaire getekend. De bestuursakkoorden voor Saba en Sint Eustatius waren al in 2023 getekend en in 2024 is een eerste stap gezet naar een nieuwe uitvoeringsagenda. De bestuurlijke afspraken helpen om de samenwerking tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen te sturen en resultaatgericht aan de slag te gaan. Er zijn afspraken gemaakt over belangrijke thema’s zoals versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht, armoedebestrijding, financiën en economische diversificatie. Hierbij hebben de openbare lichamen zelf de prioriteiten bepaald. Hierna worden de prioriteiten aangegeven per openbaar lichaam.

Prioriteiten Bestuursakkoord Bonaire 2024-2027

Bonaire heeft de volgende drie prioriteiten bepaald: een rechtvaardige samenleving, een integrale aanpak duurzame ontwikkeling en een krachtig bestuur & participatieve democratie. Dit houdt in dat Bonaire werkt aan het realiseren van openbaar vervoer, het doorontwikkelen van een strategische aanpak op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en het versterken van het openbaar bestuur op het gebied van integriteit en weerbaarheid. Hiernaast hebben we afspraken gemaakt over uitvoeringscapaciteit. Bonaire heeft zich gecommitteerd voor het structureel versterken van de organisatie en het werven van de benodigde capaciteit, dit borgen zij binnen de eigen begroting. Hiernaast hebben we financiële afspraken gemaakt binnen het bestuursakkoord om prioriteiten van Bonaire te ondersteunen. Hieronder valt de matching van de aanvraag van Bonaire bij de Erfgoeddeal, investeringen in het havenbedrijf via mobiele kranen, versnelling van de organisatieontwikkeling via een GAP-analyse en een extra bijdrage aan het realiseren van openbaar vervoer.  

Prioriteiten Saba Package Agreement 2023-2027

Saba heeft uitvoering gegeven aan vier prioriteiten, namelijk bestaanszekerheid en welzijn, economische en ruimtelijke ontwikkeling, klimaat en natuur en milieu en goed bestuur. Zo heeft Saba uitvoering gegeven aan het verder ontwikkelen en professionaliseren van de eigen ambtelijke organisatie, met meer aandacht voor onder andere leren en ontwikkelen van ambtenaren, het stroomlijnen van interne procedures en meer capaciteit voor het versterken van kernfuncties. Met de verhoging van de Vrije Uitkering van Saba bij de Voorjaarsnota in 2024 is het voor het Openbaar Lichaam Saba mogelijk geworden om deze functies te financieren met structureel geld. Verder hebben Saba en het Rijk gewerkt aan concrete initiatieven genoemd in de Saba Package, zoals het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen, het gezamenlijk wegnemen van barrières die de economische ontwikkeling van het eiland in de weg staan en de verdere digitalisering van de overheidsorganisatie. Er is ook belangrijk voorbereidend werk verricht voor het opstellen van een ruimtelijk ontwikkelingsplan Saba.  

Prioriteiten Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024-2027

In de bestuurlijke afspraken met Sint Eustatius staan economische ontwikkeling, circulariteit met focus op (digitale) infrastructuur, welzijn en goed bestuur centraal. Dit houdt onder meer in dat er meer sociale huurwoningen worden gebouwd, het cultureel erfgoed nog intensiever wordt beschermd, er aandacht is voor integriteit, ingezet wordt op uitvoeringskracht, de versterking van de digitale vaardigheden van de inwoners wordt gestimuleerd, verschillende mogelijkheden voor het uitbreiden van de economie worden onderzocht en er verder wordt gewerkt aan de versterking van de infrastructuur. Daarnaast is Sint Eustatius in 2024 begonnen met het uitwerken van de prioriteiten binnen het brede programma Strong Roots en zet in op integraal armoedebeleid in samenwerking met het Rijk.

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht  

In 2024 hebben we voortgebouwd op bestaande programma’s en activiteiten voor het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht. De bestuurlijke afspraken met de drie eilanden over het versterken van uitvoeringskracht hebben we geactualiseerd en waar nodig aangescherpt. Om taken en middelen meer in balans te brengen en de uitvoeringskracht van de eilanden te versterken is de hoogte van de vrije uitkering structureel verhoogd (€ 13,6 mln.). We hebben bestuurlijke afspraken gemaakt met de drie eilanden over de vormgeving van een ondersteuningsprogramma voor de gezaghebbers, gedeputeerden, eilandraadsleden, griffiers en eilandsecretarissen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba die in 2025 van start zal gaan. Hierbij zal de samenwerking en uitwisseling met de VNG verder worden geïntensiveerd. Via het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International is gewerkt aan het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise door uitwisseling en gerichte inzet van experts vanuit gemeenten en andere organisaties.

Om gericht te werken aan professionalisering van medewerkers van de openbare lichamen en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is een gezamenlijk opleidingsfaciliteit (CN-academy) gerealiseerd met op maat gesneden (cursus)aanbod en opleidingsmogelijkheden. Ook is het Projectenbureau CN (PBCN) in de tweede helft van 2024 van start gegaan. Door het leveren van hoogwaardige projectmanagementdiensten aan zowel RCN-diensten als openbare lichamen wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoeringskracht in CN. Om expertise en talent aan te trekken en te behouden zijn de eerder achtergebleven arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren van openbare lichamen verbeterd.

In reactie op het rapport ‘Ambtelijk bestuurlijke integriteit’ van het Wetenschappelijk Onderzoek -en Documentatiecentrum (WODC) is een gezamenlijke aanpak gepresenteerd met aanvullende bestuurlijke afspraken gericht op het verstevigen van het juridisch kader en procedures, voorbeeldgedrag aan de top, versteviging van het interbestuurlijk toezicht en het zorgen voor maatschappelijke randvoorwaarden en monitoring van integriteit.

Vergroten van zelfredzaamheid

Comply or explain

Het kabinet werkt aan het verbeteren van de bestaanszekerheid en de voorzieningen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de hand van het principe van ‘comply or explain’. Dit betekent dat alle beleidsintensiveringen en de daaruit voortvloeiende wetgeving en/of financiële consequenties van toepassing (zullen) zijn voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. In 2024 heeft het kabinet samen met de eilanden gewerkt aan het beter toepasbaar en uitvoerbaar maken van nieuw beleid en wet- en regelgeving voor de eilanden. De periodieke wetgevingsoverzichten die in 2024 zijn opgesteld vormen hierbij een belangrijk instrument.

Toekomstbestendige overheidsfinanciën

Financieel beheer

BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het financieel beheer op een adequaat niveau brengen en houden. Het College financieel toezicht BES (Cft BES) adviseert de minister van BZK over het financieel beheer en het begrotingsbeheer van de openbaar lichamen.

Het financieel en begrotingsbeheer van Sint Eustatius verbetert gestaag. De kwaliteit van de begrotingsdocumenten is aanzienlijk verbeterd. Dit is mede het gevolg van de ingebruikname van de nieuwe administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) begin 2024. Dit systeem zal de komende jaren door middel van interne audits verder worden geoptimaliseerd. Waarop Sint Eustatius nog verdere stappen moet zetten is het tijdig aanleveren en bijsturen van begrotingsdocumenten. De jaarrekening 2023 van Sint Eustatius is door de externe accountant voorzien van een oordeelonthouding. De verbeteringen in het financieel en begrotingsbeheer moeten ertoe leiden dat er over de jaarrekening 2024 een goedkeurende controleverklaring wordt afgegeven.

Bonaire en Saba hebben de afgelopen jaren flinke vooruitgang geboekt. Dit was met name op de volledigheid van de begrotingsdocumenten en de tijdigheid van de jaarstukken. De jaarrekening 2023 van Bonaire en Saba zijn daarnaast voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant. De doorontwikkeling van het financieel beheer op Bonaire blijkt echter broos te zijn. De kwaliteit van de vierde uitvoeringsrapportage was onvoldoende doordat een groot aantal mutaties nog niet waren verwerkt. Hierdoor gaf de rapportage geen representatief beeld over 2024. Gelet op bovenstaande is en blijft het van belang dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba aandacht blijven houden voor de doorontwikkeling van het financieel en begrotingsbeheer en de positieve ontwikkelingen duurzaam verankeren binnen de organisatie.

Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba beter in staat te stellen de eilandelijke taken goed uit te voeren zijn in 2024 structurele middelen toegevoegd aan de vrije uitkeringen van de eilanden. Dit is gedaan naar aanleiding van het onderzoek van IdeeVersa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3). Daarnaast is, met ingang van 2024, een nieuwe indexatiesystematiek van kracht op het BES-fonds; de BBP-systematiek. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente- en Provinciefonds. BBP staat voor Bruto Binnenlands Product en is een indicator voor de economische groei. Met deze toevoegingen is een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van de financiën van de eilanden.

Landen

Versterken uitvoerings- en bestuurskracht

Landspakketten

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt sinds eind 2020 de Caribische Landen in het Koninkrijk bij de uitvoering van de hervormingen die zijn afgesproken in de zogenoemde landspakketten. De maatregelen en hervormingen uit de landspakketten zien met name toe op de volgende thema’s: financieel beheer, kosten en effectiviteit publieke sector, belastingen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid, economie, zorg en onderwijs.

TWO heeft in 2024 wederom budget ingezet voor het inhalen van achterstanden bij de Arubaanse belastingdienst en daarnaast onder meer voor het ontwerpen van een blauwdruk voor de doorontwikkeling van de Arubaanse overheid. In Curaçao is geïnvesteerd in de informatievoorziening binnen de overheid en de optimalisatie van de belastingdienst. Voor Sint Maarten droeg TWO bij aan versterking van het IT departement, waarbij de overheidsdienst digitalisering ICTU ondersteunde en is bijgedragen aan de transformatie van de Belastingdienst. Ook is een organisatieontwerp opgesteld voor de op te richten Kansspelautoriteit Sint Maarten.

Specifiek voor Curaçao is daarnaast wederom geïnvesteerd in onderhoud van de scholen. Verder is, in goed overleg met de landen, gestart met een nieuwe wijze van planning en monitoring, waarbij Uitvoeringsagenda en – rapportage nu inzichtelijker zijn geworden en de activiteiten die de landen met ondersteuning van TWO ontplooien, duidelijker gerelateerd zijn aan de beoogde resultaten.

Versterken economische structuur

In het kader van de landspakketten is in Curaçao onder meer onderzoek verricht naar de impact van handelsovereenkomsten. Voor Aruba zijn de mogelijkheden van kasteelt onderzocht, wat de basis moet leggen voor een op te richten Agri Innovation Park. Het Agri Innovation Park stimuleert de lokale productie van groenten en fruit door innovatieve teelttechnologieën toe te passen, waarmee het bijdraagt aan een duurzame landbouwsector op Aruba. Dit initiatief bevordert voedselzekerheid, vermindert de afhankelijkheid van import en ondersteunt agrarische ondernemers met moderne technologieën. Voor Sint Maarten is bijgedragen aan het ondernemerschapsbeleid door additionele wetgevingscapaciteit te financieren. De gefinancierde ondersteuning zal bijdragen aan het schrijven en bijwerken van wetten gericht op verbetering van het ondernemerschaps- en investeringsklimaat. Er is een tenderprocedure doorlopen en een uitvoeringspartij geselecteerd.

Toekomstbestendige overheidsfinanciën

Overheidsfinanciën, financieel beheer en financieel toezicht

Het op orde brengen van het financieel beheer in Aruba, Curaçao en Sint Maarten is een belangrijk thema en doelstelling in de Landspakketten. In Curaçao stond 2024 vooral in het teken van het duurzaam oplossen van specifieke knelpunten in de getrouwheid van de financiële administratie en de rechtmatigheid van de inkomsten en uitgaven van het land (Roadmap) en de versterking van de capaciteit van de financiële functie die daarvoor nodig is. Vanuit de TWO is hieraan bijgedragen door middel van het faciliteren van technische assistentie vanuit de Auditdienst Rijk en de tijdelijke externe ondersteuning van projecten, wat heeft geleid tot verdere verbeteringen in het jaarrekeningproces en de start van een aantal implementatietrajecten op het gebied van de controleerbaarheid van de financiële informatie. In Aruba zijn, met behulp van tijdelijke financiering van capaciteit en expertise, wezenlijke stappen gezet in de vormgeving en de implementatie van een begrotingssysteem en van de verbeterde uitvoering en beheersing van de financiële werkprocessen, conform het zogenaamde 3-lines model. In Sint Maarten zijn in het programma Future of Finance de fundamenten gelegd voor de implementatie van een nieuwe financieel (ERP) systeem voor de financiële boekhouding en verbeterde financiële processen. Met financiering vanuit BZK is een stevige programmaorganisatie opgezet, die de organisatie ondersteunt bij het bereiken van haar doelstellingen in verschillende samenhangende implementatie- en ontwikkeltrajecten.

Door middel van het financieel toezicht en de hulp bij de implementatie van de hervormingen uit de Landspakketten worden de Landen ondersteund. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) adviseren de Rijksministerraad en de Landen over de overheidsfinanciën van de Landen, gericht op het bewerkstelligen van een duurzame financiële overheidshuishouding. Dit doet het Cft voor Curaçao en Sint Maarten op basis van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba op basis van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). De LAft is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuwe ontwerp-Rijkswet.

In 2024 zijn de covidleningen aan de landen nogmaals, maar nu langjarig, geherfinancierd. De langjarige herfinanciering kon worden verstrekt, omdat aan de voorwaarden werd voldaan. Voor Curaçao en Sint Maarten ging het om een akkoord over de oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA en voor Aruba een wijziging van de LAft en een akkoord over het traject om te komen tot een nieuw ontwerp-Rijkswet.

Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid

Versterken rechtsstaat op Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Het versterken van de rechtsstaat en de rechtshandhaving is een aangelegenheid van de autonome landen binnen het Koninkrijk. Ondersteuning vanuit Nederland gebeurt op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen. In 2024 heeft het ministerie van BZK in nauwe afstemming met het ministerie van Defensie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Financiën de landen waar mogelijk ondersteund bij de aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit. Daarnaast is meer prioriteit gegeven aan het thema deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, in lijn met de centrale thema’s voor de samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk.

Aanpak van ondermijnende criminaliteit

Het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal (PPG) en Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) zijn net als de afgelopen jaren gefinancierd met als doel capaciteit in te zetten op de duurzame aanpak van ondermijning op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Sinds 2022 ontvangen het RST, PPG en het Hof via een ingroeimodel extra gelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 177 en nr. 186). Deze investeringen maken het mogelijk om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel-economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschriften en witwassen.

Om de verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld aan te pakken hebben we binnen de vier landen van het Koninkrijk in 2023 afspraken gemaakt over het ontwikkelen van bestuurlijke mogelijkheden om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Deze afspraken zijn bestendigd in het protocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit in de Caribische landen van het Koninkrijk (Stcrt. 2023, nr. 33574). In 2024 is uitvoering gegeven aan de in 2023 door BZK beschikbaar gestelde subsidies. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben gewerkt aan het opstellen van ondermijningsbeelden, het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne, de inhuur van wetgevingscapaciteit en de organisatie van de Integrity Summit Dutch Caribbean.

Versterking grenstoezicht

De Caribische landen van het Koninkrijk zijn ook in 2024 versterkt met personeel van Douane Nederland en de Koninklijke Marechaussee. Zij werden ingezet om kennis over te dragen, te twinnen en te ondersteunen waar nodig. Bij twinning wordt iemand van bijvoorbeeld Douane Nederland tijdens het werk gekoppeld aan een lokaal personeelslid, om elkaar te helpen en van elkaars kennis en ervaringen te leren. In zowel Aruba, Curaçao als Sint Maarten zijn in 2024 in de uitvoering van de plannen van aanpak stappen gezet, maar hebben onder meer de beperkte capaciteit van de lokale diensten en de trage inkoopprocessen voor vertraging gezorgd. 2024 was tevens het laatste jaar van dit plan van aanpak van Aruba en Curaçao. Het plan van aanpak van Sint Maarten loopt af in 2025. In 2024 zijn het protocol versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk en de plannen van aanpak van Aruba en Curaçao geëvalueerd. Deze plannen van aanpak zijn verlengd, omdat ze door de eerdergenoemde vertraging niet volledig konden worden uitgevoerd. De aanbevelingen worden meegenomen bij de vaststelling van verlengde plannen van aanpak. Daarmee willen we herhaalde vertraging voorkomen en een vlotte uitvoering bewerkstellingen.

Detentie

Eind 2024 is een overeenkomst getekend voor het bouwen van een nieuwe detentiefaciliteit op Sint Maarten. De nieuwe gevangenis is naar verwachting in 2028 gereed. Nederland draagt € 16 mln. bij aan de bouw. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft met diverse adviezen en ondersteuning hulp geboden aan het ministerie van Justitie Sint Maarten en de gevangenis en heeft de National Recovery Program Bureau (NRPB) twee opdrachten in uitvoering gebracht: één voor het herstel van de politiecellen en één voor het aantrekken van een programmamanager en om systematisch uitvoering te brengen aan het plan van aanpak 2018. Het kabinet wil hiermee bijdragen aan het verbeteren van het gevangeniswezen op Sint Maarten.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Wederopbouw

Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw met de inzet van de Wereldbank via een trustfonds en met technische assistentie. In totaal is € 445,11 mln. door Nederland overgemaakt aan het trustfonds ($ 519,42 mln.) en worden er momenteel tien projecten uitgevoerd. Ook zijn er twee projecten afgerond en zijn er twee projecten in voorbereiding. Met de vorderingen in de uitvoering zijn steeds meer resultaten zichtbaar voor de bevolking van Sint Maarten, zo ook in 2024. Zo is het vliegveld, een belangrijke infrastructuurpijler voor de economie van Sint Maarten, in november volledig heropend. Daarnaast is er zichtbare voortgang bij de bouw van het nieuwe ziekenhuis, hebben 36 lokale MKB-bedrijven leningen ontvangen onder het Enterprise Support Project (ESP), zijn alle illegale bewoners bij de afvalberg geherhuisvest en werden onder het NGO-project R4CR nog eens 14 nieuwe projecten goedgekeurd. Als laatste is ook aan de duurzame weerbaarheid van Sint Maarten gewerkt, bijvoorbeeld door de ondersteuning van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur (VROMI) in het kader van de afvalprojecten van het trustfonds.

Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

Tabel 2 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

           

BD/PR

Thema

Artikel(en)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Kamerstuk

BD

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

1

     

X

 

Kamerstuk

 

4

        

BD

5

      

X

Kamerstuk

BD

8

     

X

 

Kamerstuk

Beleidsdoorlichting van artikel 5 schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

De beleidsdoorlichting van artikel 5 van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (over periode 2016 ‒ 2022) biedt een gemengd beeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de ingezette instrumenten, zoals schuldsanering, leningen en financiële regels/protocollen. Hoewel de inzet grotendeels heeft bijgedragen aan transparantie en financiële stabiliteit, is de effectiviteit bij het realiseren van houdbare overheidsfinanciën en structurele economische ontwikkeling beperkt gebleven, met name door het uitblijven van verbeteringen in het financieel beheer van de landen. De doorlichting benadrukt het belang van het verbeteren van het financieel beheer en het doorvoeren van structurele hervormingen en doet onder andere aanbevelingen om een aantal bepalingen te expliciteren, een langetermijnvisie op overheidsfinanciën te ontwikkelen en expliciete kaders te formuleren voor financiële steun en externe schokken. De staatssecretaris zal de bevindingen verder bespreken met de betrokken landen en instanties.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage ''Afgerond evaluatie- en overig onderzoek''.

Overzicht risicoregelingen Koninkrijksrelaties

In 2024 zijn er geen verstrekte garanties.

Tabel 3 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x 1.000) per 31 december 2024

Art.

Omschrijving

Uitstaande lening (in andere valuta)

Uitstaande lening (in €)

Looptijd lening

Totaalstand risicovoorziening 2024 (in €)

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2024 en 2023(in €)

       

Totaal verstrekte lening

  

2.619.373

   
       

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen

  

2.582.481

   
       

Totaal leningen Curacao

  

1.440.973

   
       
 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 139.735

55.720

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875

ANG 370.000

147.540

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%

ANG 474.900

189.369

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%

ANG 582.391

232.231

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 62.604

25.226

30 jaar (2013-2043)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%

ANG 247.036

103.186

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%

ANG 180.000

91.798

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%

ANG 33.296

17.997

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%

ANG 59.050

29.702

30 jaar (2016-2046)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%

ANG 60.000

28.448

30 jaar (2017-2047)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%

ANG 69.100

34.167

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineaire lening 0,00%

ANG 78.720

35.982

15 jaar (2020-2035)

 

Lening ter afwikkeling Giro Bank

ANG 71.962

18.507

16 jaar (2021-2037)

 

Liquiditeitslening Curaçao 2,9%

ANG 911.000

431.100

20 jaar (2023-2043)

       

Totaal leningen Sint Maarten

  

459.603

   
       
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%

ANG 73.500

29.461

15 jaar (2010-2025)

  
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %

ANG 78.571

31.494

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%

ANG 50.000

20.042

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%

ANG 50.000

20.042

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%

ANG 58.652

24.765

15 jaar (2014-2029)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%

ANG 44.818

18.739

20 jaar (2014-2034)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%

ANG 39.526

16.510

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%

ANG 21.190

8.732

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%

ANG 13.023

5.222

25 jaar (2017-2032)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%

ANG 29.497

14.154

30 jaar (2019-2049)

  
 

Onderhandse lineaire lening Sint Maarten 0,00%

ANG 47.880

19.861

15 jaar (2020-2035)

 

Lening lopende inschrijving SXM 3,240% nov 10 2023-2043

ANG 60.354

30.595

20 jaar (2023-2043)

  
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,43%

ANG 132.000

66.000

25 jaar (2024-2049)

  
 

Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9%

ANG 292.400

140.354

30 jaar (2023-2053)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9%

ANG 24.000

13.632

30 jaar (2023-2053)

       

Totaal leningen Aruba

  

681.905

   
       
 

Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen

1.341

29 jaar (2001-2030)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

247

30 jaar (1993-2023)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

188

30 jaar (1994-2024)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

44

30 jaar (1995-2025)

 

Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%

AWG 3.219

1.771

30 jaar (1995-2025)

 

Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64 %

AWG 177.100

83.826

7 jaar (2021-2028)

 

Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64 %

AWG 346.000

175.371

7 jaar (2022-2029)

  
 

Liquiditeitslening Aruba 5,1%

AWG 915.500

419.117

20 jaar (2023-2043)

  
       
       
       

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

  

36.892

   
       

Totaal leningen Sint Maarten

  

36.892

   
       
 

Liquiditeitssteun Sint Maarten 0%

ANG 50.000

21.769

30 jaar (2018-2048)

 

Liquiditeitssteun Sint Maarten 0%

ANG 31.513

15.123

30 jaar (2018-2048)

Toelichting

De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) en Arubaanse florin (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's. Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende koers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde).

Lopende inschrijving Sint Maarten

Ten behoeve van de lening lopende in 2024 is er een lopende inschrijving aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag van ANG 132,0 mln. (€ 66,0 mln.) met een looptijd van 25 jaar tegen 2,43% rente.

Liquiditeitsleningen Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Vanwege de pandemie heeft de Staat der Nederlanden de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liquiditeitssteun gegeven op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

De liquiditeitsleningen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn in oktober geherfinancierd. Voor Curaçao en Sint Maarten is dit gebeurd voor een periode van 30 jaar tegen een rentepercentage van 2,9%. De liquiditeitslening van Aruba is geherfinancierd tegen een rentepercentage van 5,1% voor de komende twee jaar. De looptijd van deze lening is 20 jaar.

Implementatie van mensenrechtenverdragen

Naar aanleiding van een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken uit 2018 heeft de Rijksministerraad toegezegd de Staten-Generaal jaarlijks via de memorie van toelichting van de ontwerpbegroting te informeren over de voortgang van de uitvoering van mensenrechtenverdragen in het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33 826, nr. 29). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de ontwerpbegroting, wordt hier ook in het jaarverslag aandacht aan besteed.

Ten aanzien van deze implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in een of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Na overleg tussen de minister van Buitenlandse Zaken, de staatssecretaris van BZK en Aruba, Curaçao en Sint Maarten is besloten om het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de achterstanden in de medegelding van verdragen in te lopen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken, die is ingesteld ter bevordering van de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk en die tot nu toe verantwoordelijk is geweest voor de uitvoering van het traject t.a.v. mensenrechtenverdragen (Kamerstukken II 2023/24, 23 530, nr. 144).

Van deze mensenrechtenverdragen zijn twee verdragen in 2024 inwerking getreden, te weten: het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen voor Curaçao (in werking getreden per 1 februari 2024) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel voor Curaçao (in werking getreden per 1 maart 2024). Het eerstgenoemde verdrag is eerder reeds bekrachtigd en inwerking getreden voor respectievelijk het Europese en Caribische deel van Nederland en het als tweede genoemde verdrag voor respectievelijk het Europese deel van Nederland en voor Aruba.

Tabel 4 Schematisch overzicht mensenrechtenverdragen

Verdrag

Titel Nederlands

Totstandkoming

In werking

Koninkrijk

Ratificatie

In werking

Medegelding wenselijk

Uitvoeringswetgeving

000692

Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen

25-10-1980

1-12-1983

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

27-11-2023

1-2-2024

Ja

Niet nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

18-10-2010

1-1-2011

  

Nederland (in Europa)

12-6-1990

1-9-1990

  

009290

Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind

25-5-2000

18-1-2002

Aruba

17-10-2006

17-10-2006

  

Curaçao

20-9-2022

20-9-2022

  

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

11-10-2010

10-10-2010

  

Nederland (in Europa)

23-8-2005

23-9-2005

  

009949

Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

18-12-2002

22-6-2006

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Status onbekend

 

Nederland (in Europa)

28-9-2010

28-10-2010

  

011298

Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

16-5-2005

1-2-2008

Aruba

23-1-2015

1-5-2015

  

Curaçao

8-11-2023

1-3-2024

Ja

Gereed

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Status onbekend

 

Nederland (in Europa)

22-4-2010

1-8-2010

  

011595

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

13-12-2006

3-5-2008

Aruba

  

Beraden

 

Curaçao

  

Beraden

 

Sint Maarten

  

Beraden

 

Nederland (Caribisch

  

Ja

Nodig

Nederland (in Europa)

14-6-2016

14-7-2016

  

011563

Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning

20-12-2006

23-12-2010

Aruba

21-12-2017

21-12-2017

  

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

23-3-2011

22-4-2011

  

Nederland (in Europa)

23-3-2011

22-4-2011

  

012294

Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld

11-5-2011

1-8-2014

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Ja

Nodig

Nederland (in Europa)

18-11-2015

1-3-2016

  

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. Van de totale onderuitputting worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.

De posten met onderuitputting van groter dan € 1 mln. ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2024 zijn opgenomen in de tabel en worden onderstaand toegelicht.

Tabel 5 Grootste posten met onderuitputting in 2024 KR
 

x € 1000

Als percentage van de vastgestelde netto begroting 2024 (%)

Uitgaven

  

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) Subsidie regeling

‒ 1.996

‒ 1,2%

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) Opdrachten

‒ 1.726

‒ 1,0%

Overige materiële uitgaven

‒ 1.042

‒ 0,6%

Overig

  

Overig

211

0,1%

Totaal

‒ 4.553

‒ 2,7%

Toelichting

Tijdelijke Werkorganisatie Subidie regeling

Er zijn door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) minder subsidies versterkt aan derde partijen dan aanvankelijk werd verondersteld. Derhalve is er minder uitputting in 2024.

Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachten

Er zijn door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) minder opdrachten versterkt aan derde partijen dan aanvankelijk werd verondersteld. Derhalve is er minder uitputting in 2024.

Overige materiële uitgaven

Van het ministerie van Justitie en Veiligheid is per slotwet nog een overboeking ontvangen voor de doorberekening van de kosten van de basisdienstverlening van SSO-CN. Hier was geen rekening mee gehouden.

BES-fonds

Er is geen sprake van onderuitputting in 2024.

Focusonderwerp: prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt

De Tweede Kamer heeft het thema «Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt» aangewezen als focusonderwerp voor de verantwoording over het jaar 2024. Het focusonderwerp vloeit voort uit de conclusie van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR) 2023, waaruit blijkt dat personeelstekorten het moeilijk maken om alle doelen te behalen. De Tweede Kamer vraagt dan ook naar meer informatie over de capaciteitsinzet van het Rijk.

Het focusonderwerp bestaat uit twee onderdelen: de inzet van capaciteit en het prioriteren van beleid, en de personeelsinzet binnen het Rijk. In onderstaande wordt ingegaan op het eerste onderdeel. Voor het tweede onderdeel verwijzen we naar het FJR 2024.

Inleiding

In theorie vormt arbeidsmarktkrapte een probleem dat kan leiden tot vertraging in de beleidsuitvoering en soms ook tot onderuitputting van budgetten. Het lijkt er echter op dat bij de budgetten waarop in dit jaarverslag zichtbare onderuitputting optreedt, dit veelal toe te schrijven is aan andere oorzaken dan arbeidsmarktkrapte.

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

In 2024 is op de begroting van Koninkrijksrelaties de grootste onderuitputting te vinden in de budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO). Het gaat hier om in totaal € 4 mln. op de subsidie- en opdrachtenbudgetten. De onderuitputting wordt hier echter niet veroorzaakt door krapte op de (Nederlandse) arbeidsmarkt, maar door minder verstrekte subsidies en opdrachten dan aanvankelijk werd verondersteld. Dat subsidies of projecten geen doorgang vonden, heeft niet te maken met de krapte op de arbeidsmarkt.

4. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

4.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en door ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.

Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

C. Beleidsconclusies

Bestrijding ondermijning

In 2024 ontvingen het recherchesamenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba (PPG), het Openbaar Ministerie op Aruba (OM) en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) via een ingroeimodel de jaarlijkse extra gelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 177 en nr. 186). De strafrechtelijke onderzoeken hadden betrekking op criminaliteit met een financieel-economische component en met betrokkenheid van zgn. Politically Exposed Persons (PEP), ambtenaren, overheids-NV’s, facilitators of organisaties in de collectieve sector. De onderzoeken richtten zich naast corruptie op ernstige vormen van belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, vervalsing van documenten en witwassen. In 2024 is er volgens het ingroeimodel ongeveer € 3 mln. extra beschikbaar gesteld aan bovengenoemde organisaties.

Integriteit en maatschappelijk middenveld

Om ondermijning preventief aan te pakken is door het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) de werkgroep Bestuurlijke Aanpak van Ondermijning ingesteld. Jaarlijks stelt het ministerie van BZK hiervoor € 1 mln. ter beschikking. Daarnaast is ingezet op de bevordering van de democratische rechtsstaat, mede door het organiseren van de tweede Integrity Summit Dutch Caribbean. Tot slot is er in 2024 geld vrijgemaakt voor een pilot om op Aruba, Curaçao en Sint Maarten lokale organisaties in staat te stellen projecten te organiseren om het maatschappelijk middenveld te versterken. Dit gaat onder andere om projecten die de professionalisering van het maatschappelijk middenveld bevorderen.

Grenstoezicht

Om uitvoering te geven aan het protocol inzake de versterking grenstoezicht in de Caribische landen werken de landen aan de implementatie van de plannen van aanpak. Op het vlak van de multidisciplinaire samenwerking tussen de lokale grensdiensten evenals de samenwerking met de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane Nederland kent de uitvoering van de plannen van aanpak vooruitgang. De Douane en KMar hebben ook in 2024 hun personele bijdrage geleverd in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vanwege het beperkte absorptievermogen bij de lokale diensten ten behoeve van twinning en opleidingen en beperkte capaciteit bij de KMar hebben nog niet alle plaatsingen en uitzendingen plaatsgevonden.

Detentie Sint Maarten

Eind 2024 is met de regering van Sint Maarten en de United Nations Office for Project Services (UNOPS) een overeenkomst gesloten voor de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten. Deze nieuwe fase is een voortzetting nadat UNOPS in een eerdere fase (de periode vanaf eind 2022) het ontwerp heeft gemaakt. Dit zijn belangrijke stappen richting structurele verbetering van het gevangeniswezen op Sint Maarten, zoals afgesproken in het Plan van Aanpak detentie Sint Maarten. De nieuwe gevangenis wordt naar verwachting in 2028 opgeleverd. In 2024 is de resterende bevoorschotting verstrekt aan de National Recovery Program Bureau (NRPB), een ZBO van het land Sint Maarten, van de bijdragen om een programmamanager en -team aan te trekken voor de systematische uitvoering van het Plan van Aanpak 2018 en het herstellen van de politiecellen in Philipsburg.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Artikel

Verplichtingen

12.966

20.321

32.741

9.172

33.095

80.049

‒ 46.954

         
 

Uitgaven

12.836

20.186

32.418

14.559

33.893

80.049

‒ 46.156

         

1.0

Versterken rechtsstaat

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Detentie - Algemeen

0

0

1.000

0

23

0

23

 

Bestuurlijke aanpak

0

0

0

0

0

1.044

‒ 1.044

 

Opdrachten

       
 

Detentie - Algemeen

0

0

107

0

0

2.118

‒ 2.118

 

Diverse opdrachten

0

36

168

75

186

0

186

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

1.858

0

0

0

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

0

0

0

185

1.105

0

1.105

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Overige bijstand aan de landen

0

8.000

14.300

0

499

0

499

 

Bestuurlijke aanpak

0

0

0

743

388

0

388

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Detentie - Vastgoed

0

0

3.741

0

17.050

17.882

‒ 832

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Grensbewaking (Defensie)

6.339

6.467

6.673

6.673

7.464

27.576

‒ 20.112

 

Recherchecapaciteit (JenV)

0

0

0

0

9

15.233

‒ 15.224

 

Rechterlijke macht (JenV)

4.639

5.684

6.429

6.883

7.169

11.332

‒ 4.163

 

Douane (Financiën)

0

0

0

0

0

4.864

‒ 4.864

         
 

Ontvangsten

1.311

0

4.000

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Subsidies (regelingen)

Bestuurlijke aanpak

Tijdens de eerste suppletoire begroting is er budget ten behoeve van bestuurlijke aanpak overgeheveld naar bijdrage aan medeoverheden.

Opdrachten

Detentie - Algemeen

Het verschil tussen de begroting en de realisatie van € 2,1 mln. wordt veroorzaakt door het overboeken van het budget naar bijdrage aan ZBO's/RWT's. De middelen worden verstrekt aan de ZBO National Recovery Program Bureau (NRPB) en kunnen daarom niet als een opdracht verstrekt worden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Detentie - Algemeen

Voor het doorontwikkelen van het gevangeniswezen van Sint Maarten zijn er in 2023 twee bijdragen verstrekt aan de NRPB: een voor het herstellen van de politiecellen in Philipsburg, zodat deze in lijn kunnen worden gebracht met de standaarden van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) die in 2023 een rapport uitbracht over het Koninkrijk der Nederlanden. De ander is voor de doorontwikkeling van het Plan van Aanpak 2018 voor detentie; het aantrekken van een programmamanager en -team voor de uitvoering van het plan van aanpak. De resterende bevoorschotting voor deze bijdragen is in 2024 overgeboekt naar de NRPB.

Bijdrage aan medeoverheden

Bestuurlijke aanpak

Jaarlijks stelt het ministerie van BZK € 1 mln. ter beschikking voor de bestuurlijke aanpak van ondermijning in de Caribische landen. Dit gaat onder andere om bewustwordingscampagnes, wetgevingscapaciteit voor aanpassing lokale wetgeving voor inzet van bestuurlijke instrumenten, oprichting en ondersteuning van Taskforces in de Landen (vergelijkbaar met de Regionale Informatie en Expertise Centra in Nederland) en multidisciplinaire handhavingscontroles. Daarnaast heeft er een seminar plaatsgevonden in 2024 gericht op de samenwerking tussen de Landen en het leren van elkaars bestuurlijke aanpak en successen.

Bijdrage aan internationale organisaties

Detentie - Vastgoed

Eind 2024 is met het ministerie van Sint Maarten en de United Nations Office for Project Services (UNOPS) een overeenkomst gesloten voor de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten, gefinancierd door Nederland voor € 16 mln.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

In 2024 werd, via een overboeking naar het ministerie van Defensie, de inzet van 37,5 fte van de KMar in de Caribische landen gefinancierd ter versterking van het grenstoezicht. Deze inzet vindt plaats onder het zogenaamde Protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee. Naar aanleiding van afspraken in het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk wordt door de KMar en Douanepersoneel (63,25 geplaatste fte KMar en 11,5 fte Douane aan kortlopende uitzendingen) beschikbaar gesteld. De plaatsingen waren vertraagd om meerdere redenen: het plan van aanpak versterking grenstoezicht Sint Maarten werd pas later vastgesteld, de benodigde voorbereidingen namen meer tijd in beslag, door onderbezetting was het lokale absorptievermogen voor twinning beperkter en de KMar kon niet alle capaciteit leveren. Hierdoor is in 2024 minder uitgegeven dan begroot.

Recherchecapaciteit (JenV)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde Recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in 2024 uitvoering gegeven aan de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast heeft het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied verricht. In het Convenant Financieringssystematiek recherchesamenwerkingsteam is opgenomen dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen behoudt. De financiële middelen werden per eerste suppletoire begroting 2024 overgeboekt naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid; dit verklaart tevens het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie. Voor de realisatie en financiële verantwoording wordt verwezen naar het jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Rechterlijke macht (JenV)

In de vastgestelde begroting voor 2024 was € 11,3 mln. begroot voor de rechterlijke macht. Door gesprekken van JenV en BZK met RST, Parket-Generaal Aruba, OM Carib en Gemeenschappelijk Hof over de verdeling en effectieve besteding van de ondermijningsgelden is dit niet zoals gebruikelijk uitgegeven via de najaarsnota 2024. In plaats daarvan wordt voorzien dat ze na afronding van deze gesprekken bij de Voorjaarsnota 2025 naar JenV gaan. Dit verklaart het verschil tussen de vastgestelde begroting en realisatie.

Douane (Financiën)

In het kader van het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk heeft BZK ook in 2024 betalingen verricht voor de uitzending van Douanepersoneel naar de landen. Omdat de middelen voor de douane naar het Ministerie van Financiën zijn overgeboekt, staan deze niet als uitgaven geregistreerd.

4.2 Artikel 2. Slavernijverleden

A. Algemene doelstelling

De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld, zijn onder andere gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaarheid en inzichtelijkheid en (2) programmering en bestemming van deze middelen vindt in samenspraak met betrokkenen uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten plaats.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  • De minister van BZK coördineert het traject van de opvolging van de excuses voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Uitvoeren

  • De minister van BZK geeft uitvoering aan een subsidieregeling, waarmee maatschappelijke initiatieven een impuls kunnen geven aan onder andere meer kennis van en bewustwording over het trans-Atlantisch slavernijverleden in en voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking, waarmee concreet invulling wordt gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (Kamerstukken II 2022/2023, 36284 nr. 1).

C. Beleidsconclusies

Artikel 2 staat sinds de eerste suppletoire begroting van 2024 op begrotingshoofdstuk 4. Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is in de 2e helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. Hier is nog geen formele opdracht voor verstrekt - vandaar dat de middelen niet in 2024 zijn uitgeput. Omdat de subsidieregeling in 2025 wordt opengesteld, heeft er een kasschuif plaatsgevonden van € 3,33 mln. voor de subsidieregeling van 2024 naar 2029.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Art.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Opdrachten

       
 

Maatschappelijke initiatieven

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Opdrachten

Maatschappelijke initiatieven

Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is in de 2e helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. Hier is nog geen formele opdracht voor verstrekt - vandaar dat de middelen in 2024 niet zijn uitgeput.

4.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A. Algemene doelstelling

Het bewerkstelligen van een merkbare positieve verandering in het leven van de burgers in de Caribische delen van het Koninkrijk door te ondersteunen bij het creëren van een betrouwbare en goed functionerende overheid, het verbeteren van de arbeidsmarkt, het versterken van de bestaanszekerheid, de zorg en de rechtsstaat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.

  • De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de overheid, de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.

Regisseren

  • De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.

  • De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.

  • De minister geeft invulling aan zijn taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.

  • De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).

  • De minister monitort de uitvoering van de hervormingen en ontwikkelingen uit de landspakketten via de uitvoeringsagenda's en voortgangs rapportages die periodiek door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de landen worden opgesteld.

C. Beleidsconclusies

Onderlinge Regeling

Op 4 april 2023 is de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij hervormingen’ ondertekend door de staatsecretaris van Koninkrijksrelaties en de minister-presidenten van de Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Onderlinge Regeling geldt in principe voor vier jaar. Daarna is er de mogelijkheid van verlenging met telkens maximaal twee jaar. In de preambule van de regeling zijn drie leidende beginselen voor de samenwerking bij de uitvoering van de Landspakketten vastgelegd, namelijk eigenaarschap, gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de Landen bij de uitvoering van de hervormingen. Dit doet zij gezamenlijk met de Uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de Landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten.

Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de adviezen van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland heeft het kabinet in 2024 een belangrijke impuls gegeven aan het verbeteren van bestaanszekerheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De kern van het advies van de Commissie bestaat uit het verhogen van de inkomens en het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Deze maatregelen zijn door het vorige kabinet toegelicht in de eerste reactie van 2 februari 2024. Hiervoor was in 2024 € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 structureel € 32 mln. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstukken II 2023/2024, 36 410 IV, nr. 43 en Kamerstukken II 2023/2024,36600-IV-30).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Artikel

Verplichtingen

57.677

51.920

81.410

63.860

31.585

81.525

‒ 49.940

         
 

Uitgaven

56.995

53.280

76.265

44.255

30.876

83.919

‒ 53.043

         

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Diverse subsidies

0

574

0

2.562

981

100

881

 

Noodpakketten

39.700

29.897

2.138

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie/ NRPB

0

1.063

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

52

5.784

8.865

38.988

‒ 30.123

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

0

0

6.810

2.803

14.300

‒ 11.497

 

Opdrachten

       
 

Opdrachten landen

457

657

129

38

269

1.662

‒ 1.393

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

3.686

2.634

2.274

0

2.274

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Toeslagen op pensioenen NA

1.718

1.450

1.016

854

892

5.268

‒ 4.376

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Bijdrage aan landen

3.380

5.487

23.129

0

120

0

120

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

0

9.956

0

402

1.678

‒ 1.276

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

16.862

6.082

1.954

0

1.954

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Diverse bijdragen

110

121

121

276

488

158

330

         

4.2

Caribisch Nederland

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Subsidies Caribisch Nederland

454

507

2.090

2.328

3.669

1.139

2.530

 

Bonaire International Airport

3.400

3.051

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

       
 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

478

786

612

1.250

618

1.636

‒ 1.018

 

Opdrachten Caribisch Nederland

0

0

0

225

360

0

360

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

2.263

2.138

3.135

2.584

1.632

1.349

283

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Caribisch Nederland

0

0

0

0

32

0

32

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Sociaaleconomische initiatieven

486

0

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

4.549

7.549

13.339

11.960

5.479

17.641

‒ 12.162

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

0

0

0

868

38

0

38

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
         
 

Ontvangsten

11

804

8.336

648

1.824

0

1.824

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Voor de uitvoering van de maatregelen en hervormingen in de Landspakketten is na de invoering van de Onderlinge Regeling «Samenwerking bij Hervormingen» aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ongeveer € 8,8 mln. aan subsidies beschikbaar gesteld. Hieronder vallen bijvoorbeeld uitgaven voor de aanpak van Red Tape en vermindering van de Costs of Doing Business (€ 0,4 mln.), een subsidie voor het verstrekken van Agri leningen op Sint Maarten (€ 0,3 mln.) en implementatie van het zgn. Three Lines of Defence model om het financieel beheer van Aruba te verbeteren (€ 1,0 mln.). Mede vanwege vertraging in de uitvoering van projecten en een gebrek aan capaciteit op de landen, is hierop minder uitgegeven dan begroot.

Onderwijshuisvesting Curaçao

In het kader van het programma onderhoud scholen Curaçao, dat onderdeel is van het Landspakket Curaçao, heeft Nederland in totaal meerjarig € 30 mln. beschikbaar gesteld. In 2024 is hiervan € 2,5 mln. betaald aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao als onderdeel van de financiering van de tweede tranche scholen. Dit project heeft enige vertraging opgelopen bij het aanbestedigingsproces. Daarnaast was de staat van de huisvesting bij een aantal scholen slechter dan verwacht. Hierdoor waren aanpassingen noodzakelijk, waardoor het project verder werd vertraagd. Dit tezamen heeft ervoor gezorgd dat een gedeelte van het begrote bedrag nog niet is uitgegeven.

Opdrachten

Tijdelijke werkorganisatie (TWO)

Omdat TWO bij de invulling van de Onderlinge Regeling meer werkt met subsidies, is het aandeel van opdrachten substantieel afgenomen naar € 2,2 mln. Onder meer is een doorlichting van de Arubaanse overheid afgerond (€ 0,7 mln.). Het doel van deze doorlichting was het ontwikkelen van een afwegingskader. Dit afwegingskader helpt te bepalen wat wel en niet tot kerntaken van de Arubaanse overheid behoort.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen NA

Het verschil tussen de stand begroting en de realisatie wordt veroorzaakt doordat er in de september suppletoire begroting diverse reallocaties naar artikel 4.2, artikel 6 en naar artikel 8 zijn geweest.

Bijdrage aan medeoverheden

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

In 2024 is ongeveer circa € 1,9 mln. besteed aan bijdragen in het kader van de Landspakketten. Zo ging ook dit jaar geld naar het inhalen van achterstanden van de Arubaanse Belastingdienst (€ 554K), en ontving ICTU € 486K voor werkzaamheden voor de overheden van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

4.2 Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidies Caribisch Nederland

In 2024 is ruim € 3.6 mln. aan subsidies uitgegeven ten behoeve van Caribisch Nederland. Het grootste deel van deze subsidies is verstrekt aan CARTAC, namelijk € 2 mln. Deze subsidies zijn ingezet voor het steunen van activiteiten van verschillende organisaties in het kader van de versterking van de bestuurs- en uitvoeringskracht en armoedebestrijding. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International gericht op het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise. Daarnaast gaat het om de Voedselbank en de activiteiten het programma van Unicef gericht op het bevorderen van positief opvoeden en participatie van jongeren.

Opdrachten

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

De opdrachten voor Caribisch Nederland waren in 2024 gericht op het inhuren van beleids- en onderzoeksadvies en faciliteren van de samenwerking en uitwisseling, zo is afgelopen jaar de WolBES FinBES conferentie georganiseerd in Nederland waarbij een afvaardiging aanwezig was vanuit Caribisch Nederland.

Inkomensoverdrachten

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

Dit betreft de bijdragen die worden geleverd ten behoeve van pensioenen en wachtgelduitkeringen voor oud politici van Caribisch Nederland, en de herstelpremie ten behoeve van het Pensioenfonds Caribisch Nederland.

Bijdrage aan medeoverheden

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

Om de bestuurs- en uitvoeringskracht van de openbare lichamen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken zijn op basis van afspraken in de bestuurlijke akkoorden financiële bijdragen gegeven ter versterking van de bestuurskracht, organisatieontwikkeling van het bestuur en ambtelijk apparaat. Het gaat hierbij ondere andere om het werven van capaciteit op prioritaire thema’s en strategisch personeelsbeleid en het versterken van financieel beheer. Ook is aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) is voor € 4,9 mln. aan bijzondere uitkeringen en een renteloze lening verstrekt voor de klif en een schikking met Eco Statia. De bijzondere uitkeringen en de renteloze lening zijn bedoeld voor het stabiliseren en tegengaan van verdere erosie van de klif aan de havenzijde van het eiland, omdat er nu sprake is van veiligheidsrisico’s. De uitwerking van de noodmaatregelen vergt meer tijd waardoor een deel van de klif middelen niet kon worden ingezet en is doorgeschoven naar latere jaren.

Ontvangsten

Dit betreft met name terugvorderingen naar aanleiding van vastgestelde beschikkingen.

4.4 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

A. Algemene doelstelling

Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten gebeurt door schuldsanering, door het uitoefenen van financieel toezicht en door het aanbieden van de mogelijkheid van vervangen door financiering van investeringen met een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd. De schuldsanering in 2010 bestond uit het overnemen van een deel van de schulden van Curaçao, Sint Maarten en het land de Nederlandse Antillen en door herfinanciering van het resterende deel.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer worden beschouwd als een belangrijke randvoorwaarden voor een gezonde structurele economische ontwikkeling en voor financiële autonomie van de landen. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba in de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). Het beleid is ook gericht op het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën door middel van deugdelijk begrotingsbeleid, het beperken van de financieringslasten en het op orde brengen van het financieel beheer. Het financieel toezicht op Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, daarin geadviseerd door het College (Aruba) financieel toezicht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en de lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. De schuldsanering is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze regeling loopt nog tot 2030. Het overige deel van de schulden is door Nederland geherfinancierd. Voor dat deel van de schuldsanering is aan Curaçao en Sint Maarten een aantal leningen verstrekt waarvan de laatste aflopen in 2040. Verder zijn na orkaan Irma en tijdens de covidpandemie liquiditeitsleningen verstrekt om de publieke dienstverlening te kunnen continueren en steunmaatregelen voor burgers en bedrijfsleven mogelijk te maken. Daarnaast worden incidenteel onderhandse leningen verstrekt. Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de Landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

Uitvoeren

De Landsverordening financieel toezicht (LAft) is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad.

In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuw ontwerp-Rijkswet. Verder is afgesproken dat de ontwerp-Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft), die ter vaststelling in de Tweede Kamer ligt, in te trekken.

Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de Landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

C. Beleidsconclusies
Tabel 9 Overzicht covidleningen ACS (Bedragen in mln.)
 

initieel

 

actuele leningstand

 
 

AWG/ANG

EUR

AWG/ANG

EUR

Aruba

915,5

442,2

869,7

419,1

Curaçao

911,0

448,3

877,4

431,1

Sint Maarten

316,4

141,6

313,9

140,4

Totaal

2.142,9

1.032,1

2.061,0

990,6

Herfinanciering

In oktober 2024 zijn de covidleningen aan de landen nogmaals, maar nu langjarig, geherfinancierd. De langjarige herfinanciering kon worden verstrekt, omdat aan de voorwaarden daarvoor werd voldaan. Voor Curaçao en Sint Maarten betrof dit een akkoord over de oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA en voor Aruba een wijziging van de LAft en een akkoord over het traject om te komen tot een nieuw ontwerp-Rijkswet. Bij de herfinanciering is rekening gehouden met de financiële draagkracht van de landen. De totale omvang van de leningen, circa € 1 mld., is daarbij iets lager dan in 2023 als gevolg van de eerste aflossingen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Artikel

Verplichtingen

621.056

733.075

31.129

33.195

66.000

0

66.000

         
 

Uitgaven

649.573

597.611

223.627

61.712

94.517

28.517

66.000

         

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

       
 

Leningen

       
 

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

0

         

5.2

Leningen/ garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba

       
 

Leningen

       
 

Leningen aan Aruba

204.327

315.577

181.478

0

0

0

0

 

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

416.729

253.517

13.632

33.195

66.000

0

66.000

         
 

Ontvangsten

47.056

44.232

81.583

83.413

160.957

49.958

110.999

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels overgenomen en geherfinancierd. Dit betreft de schulden van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De overgenomen schulden zullen in deze begroting na 2030 volledig zijn afgewikkeld. De landen Curaçao en Sint Maarten hebben nog tot 2040 aflossingsverplichtingen die volgen uit de schuldsanering.

5.2 Leningen/garanties landen Curaçao en Sint Maarten en Aruba

Leningen

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

Aan Sint Maarten is een lening van € 66,0 mln. verstrekt voor investeringen. Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt verklaard door de suppletoire begroting september 2024 waarmee de lening aan Sint Maarten is verstrekt (€ 66,0 mln.).

Ontvangsten

De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. Verder zijn er in 2024 aflossingen ontvangen op de Covid-leningen waar eerder herfinanciering op heeft plaats gevonden. De aflossingen die zijn ontvangen zijn van Sint Maarten € 1,2 mln., van Aruba € 23,1 mln. en van Curaçao € 16,8 mln.

4.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. De einddatum van dit trustfonds is in 2022 budgetneutraal verlengd met 36 maanden en blijft tot en met 2028 operationeel. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving of technische assistentie op gebied van financieel beheer.

Regisseren

  • De minister regisseerde tot 2021 de rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience Trust Fund waarin ook Sint Maarten en de Wereldbank zitting hebben. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.

Ook de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw van Sint Eustatius en Saba voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de betreffende ministeries.

C. Beleidsconclusies

De prioriteitsprojecten voor Nederland zijn de herbouw van de vliegtuigterminal, het afvalproject inclusief management van de afvalberg, het afvalwater zuiveringsproject en daarnaast ook het opzetten van een Disaster Reserve Fund. Daarbij zijn ook de thema’s good governance en het vinden van additionele externe financiering voor Nederland van belang.

Er zijn in totaal 13 wederopbouwprojecten in uitvoering gegaan (waarvan 2 projecten afgerond zijn). Ook is er nog 1 project in ver gevorderde staat van voorbereiding: het Sustaining Program Effectiveness and Advancing Resilient Government Capacity Project. De wederopbouw van Sint Maarten is nog steeds op koers, al blijft er nog veel te doen.

In 2024 is een aantal belangrijke mijlpalen bereikt. Zo is het vliegveld, een belangrijke infrastructuurpijler voor de economie van Sint Maarten, in november volledig heropend. Daarnaast ondersteunde het trust fund in 2024 ook de samenleving van Sint Maarten, onder andere via 36 leningen aan midden- en kleine bedrijven, 14 subsidies aan niet-gouvernementele organisaties en het herstel van de nationale bibliotheek.

De directe bijdragen vanuit het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties in 2024 waren er vooral op gericht om aanvullende (financiële) ondersteuning te leveren aan organisaties die betrokken zijn bij de projecten onder het trust fund. Dit waren de Royal Schiphol Group voor het herstel van de luchthaven, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur (VROMI) en de National Recovery Program Bureau (NRPB) voor de afvalprojecten en de vervanging van de stormwaterpompen waarbij RVO, de Stichting Overheidheidsaccountantbureau (SOAB) en VROMI betrokken zijn.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Artikel

Verplichtingen

100.802

92.602

6.984

2.305

3.505

0

3.505

         
 

Uitgaven

102.682

91.485

8.456

2.709

2.888

0

2.888

         

8.1

Wederopbouw

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Diverse subsidies

0

1.854

762

2.020

1.921

0

1.921

 

Opdrachten

       
 

Wederopbouw op Sint Maarten

1.298

999

694

689

661

0

661

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Wederopbouw op Sint Maarten

0

0

0

0

306

0

306

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

KPSM

6.039

0

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Eustatius

3.345

2.517

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Wederopbouw op Sint Maarten

2.000

0

7.000

0

0

0

0

 

Wereldbank

90.000

86.115

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

14.036

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

8.1 Wederopbouw

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

Bij de september suppletoire begroting is € 1,0 mln. van diverse artikelen binnen de KR begroting gerealloceerd voor de hieronder genoemde verstrekte subsidies.

In 2024 heeft Nederland een voorschot verstrekt ten behoeve van de extra capaciteit die de National Recovery Program Bureau (NRPB) levert aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu op Sint Maarten om hen te helpen bij institutionele hervormingen die nodig zijn voor de afvalprojecten van het trustfonds wederopbouw op Sint Maarten. Op deze manier wordt ook gewerkt aan de duurzame versterking van de uitvoeringskracht van de Sint Maartense overheid.

Daarnaast is in het kader van stormwaterpompen voor de stad Philipsburg een beschikking verstrekt voor de aanschaf van de pompen door de overheid van Sint Maarten.

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

Bij de eerste en september suppletoire begroting is er van diverse andere artikelen binnen de KR begroting budget gerealloceerd voor de hieronder genoemde opdrachten.

De Royal Schiphol Group heeft circa € 0,64 mln. aan operationele bijstand voor de luchthaven Sint Maarten (PJIA) geleverd. Daarnaast is in het kader van de begeleiding van de aanschaf van de stormwaterpompen (zie subsidies) een bijdrage verstrekt van € 0,1 mln. aan de Stichting Overheidheidsaccountantbureau (SOAB) Sint Maarten.

Bijdrage aan ZBO's

Wederopbouw op Sint Maarten

In 2024 is een bijdrage verstrekt van € 0,3 mln. aan het National Recovery Program Bureau (NRPB) voor technische assistentie bij de uitvoering van het grote afvalproject op Sint Maarten. Hierbij is door de NRPB ook expertise ingewonnen bij VNG international (VNGi). Tevens is een bijdrage van € 0,1 mln. gedaan om trainingen voor ambulancepersoneel in Nederland en op Sint Maarten te bekostigen.

5. Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 6. Apparaat

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 12 Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

artikel

Verplichtingen

30.779

31.652

34.526

32.718

53.429

29.045

24.384

         
 

Uitgaven

29.879

30.335

34.195

32.678

50.024

29.045

20.979

6.0

Apparaat

       
 

Personele uitgaven

       
 

Eigen personeel

14.294

15.264

16.543

20.719

22.955

15.770

7.185

 

Inhuur externen

2.323

2.813

1.384

1.702

1.433

557

876

         
 

Materiële uitgaven

       
 

Overige materiële uitgaven

13.262

12.258

16.268

10.257

14.905

12.718

2.187

 

Wisselkoersverschillen

0

0

0

0

10.731

0

10.731

         
 

Ontvangsten

1.063

7.073

10.109

4.625

2.614

0

2.614

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Dit betreft de uitgaven van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN), de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), de Colleges Financieel Toezicht (Cft), Rijksvertegenwoordiger, de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS).

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO-CN, RCN, Rijksvertegenwoordiger, Cft, TWO en het lokaal personeel van de VN ACS.

Het verschil tussen de begroting en de realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de eerste suppletoire begroting een reallocatie van € 6,2 mln plaats heeft gevonden van artikel 4 subsidies Tijdelijke Werkorganisatie om de apparaatsuitgaven op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Inhuur externen

Er is onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen bij SSO-CN. Ook voor specifieke dienstverlening en diverse projecten is er ingehuurd. Projecten waarvoor extra capaciteit beschikbaar is gesteld zijn:

  • Diverse verbeteringstrajecten zoals het optimaliseren digitale archief/DMS.

  • Informatiebeveiliging door een CISO-ondersteuning.

Materiële uitgaven

Overige materiële uitgaven

Dit betreffen de uitgaven voor overige materiële posten van SSO CN, RCN, Cft, Rijksvertegenwoordiger, TWO en de VN ACS. Hieronder vallen onder andere huisvestingskosten, ICT-kosten en communicatiekosten.

Wisselkoersverschillen

Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd op artikel 6. Over begrotingsjaar 2024 zijn er voor € 10,7 mln. aan negatieve koersresultaten behaald.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten van SSO CN over 2024 uit de verrekening met de andere departementen. Verrekening vindt plaats op basis van toe- of afname van de basisdienstverlening en de specifieke dienstverlening van SSO CN.

5.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 13 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Artikel

Verplichtingen

0

0

0

0

0

1.673

‒ 1.673

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

1.673

‒ 1.673

7.0

Nog onverdeeld

       
 

Onvoorzien

0

0

0

0

0

1.673

‒ 1.673

 

Wisselkoersreserve

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Onvoorzien

Vanuit dit artikel is er € 0,3 mln. overboekt naar artikel 4.2 ter dekking van de diverse subsidies voor Caribbean Regional Technical Assistance Centre (CARTAC). Ook is er € 0,6 mln. aangewend ter dekking van opdrachten op artikel 4.2. Verder is er vanuit dit artikel € 0,8 mln. gerealloceerd naar artikel 8 om de uitgaven voor Schiphol TA te kunnen dekken.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf Koninkrijksrelaties

Paragraaf 1 - Rapportage voor volgende verplichte onderdelen:

Rechtmatigheid

1a - Rechtmatigheid

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering

Voor het begrotingsbeheer, het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik

Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor de overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1f - Fraude- en corruptierisico's

Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

B. BELEIDSVERSLAG BES-FONDS

7. Beleidsprioriteiten

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt verstrekt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.

8. Beleidsartikel BES-fonds

8.1 Artikel 1. BES-fonds

A. Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.

C. Beleidsconclusies

In 2024 zijn structurele middelen aan het BES-fonds toegevoegd. Naar aanleiding van het onderzoek van Ideeversa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland is € 8,6 mln. structureel toegevoegd aan de vrije uitkeringen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kamerstukken II, 2023/24, 36550 IV, nr. 3). Met de toevoeging worden de eilanden in staat gesteld de eilandelijke taken adequaat uit te voeren.

Daarnaast is, met ingang van 2024, een nieuwe indexatiesystematiek (BBP-systematiek) van kracht op het BES-fonds. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de (nieuwe) systematiek van het Gemeente-en Provinciefonds. BBP staat voor Bruto Binnenlands Product en is een indicator voor de economische groei. De toevoeging voor 2024 bedraagt € 4,5 mln. Met de nieuwe systematiek krijgen de eilanden naast een vergoeding om loon- en prijsstijgingen op te kunnen vangen, ook meer ruimte om eigen beleidsafwegingen te kunnen maken. Deze volumeontwikkeling wordt gebaseerd op een 8-jaars gemiddelde van het bbp van Europees Nederland. Hierdoor hebben economische schommelingen niet direct effect op de indexatie en is stabiliteit van de indexatie geborgd. Verder kunnen de openbare lichamen met de introductie van deze systematiek makkelijker een meerjarige begroting opstellen omdat er een raming wordt gemaakt van de indexatie over meerdere jaren. Deze raming zal jaarlijks worden geactualiseerd aan de hand van de publicatie van het Centraal Economisch Plan (CEP). De hoogte van de indexatie is mede afhankelijk van de omvang van de vrije uitkering, het volume bbp (8-jaars historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp), prijs bbp en de geldende begrotingskoers.

Tot slot is er € 5 mln. aan het BES-fonds toegevoegd om de gevolgen van de verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) op te kunnen vangen en eenmalig een beweging te kunnen maken in de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden van de eilanden ten opzichte van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

51.304

51.710

67.092

87.850

106.723

71.170

35.553

        

Uitgaven

51.304

51.710

67.092

87.850

103.883

71.170

32.713

        

Bijdrage aan medeoverheden

       

Vrije uitkering

51.304

51.710

67.092

87.850

103.883

71.170

32.713

        

Ontvangsten

51.304

51.710

67.092

87.850

103.883

71.170

32.713

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Bijdragen aan medeoverheden

Vrije uitkering

De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit het BES-fonds ontvangen, zijn vrij besteedbaar. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars.

In 2022 zijn er via de eerste suppletoire begroting 2022 vanuit de Caribisch Nederland envelop extra middelen toegevoegd aan het BES-fonds. Dit betreft een oplopende reeks tot € 13 mln. in 2025. Daarnaast is in 2024 via de eerste suppletoire begroting € 18,1 mln. (waarvan € 13,6 mln. structureel) toegevoegd aan het BES-fonds naar aanleiding van het onderzoek van Ideeversa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland. Middels deze verhogingen worden de openbare lichamen in staat gesteld om hun eilandelijke taken beter uit te voeren.

Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire (de lening van Saba is in 2021 afgelost) in de onderwijshuisvesting en de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid, van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten opgenomen.

9. Bedrijfsvoeringsparagraaf BES-fonds

Paragraaf 1. Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

1a - Rechtmatigheid

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Voor het begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik

Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1f - Fraude- en corruptierisico's

Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

C. JAARREKENING KONINKRIJKSRELATIES

10. Verantwoordingsstaat Koninkrijksrelaties

Tabel 15 Verantwoordingsstaat 2024 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3)=(2)-(1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

192.292

223.203

49.958

187.614

212.198

165.395

‒ 4.678

‒ 11.005

115.437

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Versterken rechtsstaat

80.049

80.049

0

33.095

33.893

0

‒ 46.954

‒ 46.156

0

2

Slavernijverleden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

81.525

83.919

0

31.585

30.876

1.824

‒ 49.940

‒ 53.043

1.824

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen

0

28.517

49.958

66.000

94.517

160.957

66.000

66.000

110.999

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden

0

0

0

3.505

2.888

0

3.505

2.888

0

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

6

Apparaat

29.045

29.045

0

53.429

50.024

2.614

24.384

20.979

2.614

7

Nog onverdeeld

1.673

1.673

0

0

0

0

‒ 1.673

‒ 1.673

0

11. Saldibalans Koninkrijksrelaties

Tabel 16 Saldibalans per 31 december 2024 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2024

 

31-12-2023

 

Passiva

31-12-2024

 

31-12-2023

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

212.198

 

155.913

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

165.395

 

88.686

3)

Liquide middelen

280.080

 

191.025

3)

Liquide middelen

   

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

 

0

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

327.098

 

257.873

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

4.206

 

4.520

7)

Schulden buiten begrotingsverband

3.991

 

4.899

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

496.484

 

351.458

Subtotaal intra-comptabel

496.484

 

351.458

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

2.624.756

 

2.621.286

10a)

Tegenrekening vorderingen

2.624.756

 

2.621.286

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

701.185

 

660.753

12a)

Tegenrekening voorschotten

701.185

 

660.753

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

180.928

 

199.540

14)

Andere verplichtingen

180.928

 

199.540

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

3.506.869

 

3.481.579

Subtotaal extra-comptabel

3.506.869

 

3.481.579

          

Totaal

4.003.353

 

3.833.037

Totaal

 

4.003.353

 

3.833.037

Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De liquide middelen worden op balansdatum niet gewaardeerd tegen de dagkoers. De liquide middelen worden gedurende het jaar per boeking tegen de geldende wisselkoers (ANG/ AWG/ USD) van de valutadatum op het bankafschrift in euro’s gewaardeerd. Aan het einde van het jaar wordt vervolgens het Eurosaldo vanuit de financiële administratie verantwoord in plaats van het saldo van het laatste bankafschrift tegen de geldende wisselkoers per 31 december 2024. De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 17 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten

1.053.019

b) College Financieel Toezicht

306.425

c) Rijksdienst Caribisch Nederland

47.933.303

d) Bank lopende inschrijving

230.786.526

  

Totaal

280.079.272

Ad a t/m c)

De mutaties van de liquide middelen van de maandverantwoording Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS), College Financieel Toezicht (CFT) en SSO-CN van december 2024 zijn in de verslagperiode verwerkt.

Ad d) bank lopende inschrijving

Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:

Tabel 18 Overzicht rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

275.928.478

b) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN

51.169.139

  

Totaal

327.097.617

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 19 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Type vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

3.971.317

b) Intra-comptabele voorschotten

235.042

c) Intra-comptabele debiteuren

87

  

Totaal

4.206.446

Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS), College Financieel Toezicht (CFT) en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b) Intra-comptabele voorschotten

Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 20 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Schulden

Saldo

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

3.711.664

b) Overige intra-comptabele schulden

279.123

  

Totaal

3.990.787

Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten

De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de SSO-CN bestaan voor namelijk uit nog te betalen aan derden en diverse te verrekenen salarissen.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het saldo per 31 december 2024 kan als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 21 Overzicht vorderingen per artikel per 31 december 2024 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving

Saldo

1

Versterken rechtsstaat

0

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

1.008.597

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

2.586.174.801

6

Apparaat

680.406

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

36.891.659

   

Totaal

 

2.624.755.463

Tabel 22 Overzicht vorderingen naar ontstaansjaar per 31 december 2024 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Saldo

t/m 2019

1.184.421.394

2020

55.844.000

2021

102.377.909

2022

175.371.287

2023

449.912.003

2024

656.828.869

  
  

Totaal

2.624.755.463

Tabel 23 Overzicht vorderingen naar de mate van opeisbaarheid per 31 december 2024 (bedragen in €)

Type vordering

Direct opeisbaar

Op termijn opeisbaar

Totaalbedrag

a) Algemeen

1.689.003

0

1.689.003

b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8

0

2.623.066.460

2.623.066.460

    

Totaal

1.689.003

2.623.066.460

2.624.755.463

Toelichting

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Dit betreft verschillende vorderingen die openstaan bij derden. Het gaat hier om afrekeningen van SSO CN richting O&P-Rijk en RVB en een verstrekte subsidie aan Sint Maarten met betrekking tot bouwkundige verbetermaatregelen.

Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Tabel 24 Overzicht leningen artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen per 31 december 2024 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

a) Lening OBNA

in €

 

1.340.105

b) Maatregel Tussenbalans

in €

 

15.062

c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995)

AWG 0,50

3.258.740

1.629.370

d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

in €

 

991.367.656

e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

in €

 

309.310.377

f) Liquiditeitssteun Curaçao

in €

 

431.241.470

g) Liquiditeitssteun Aruba

in €

 

419.116.975

h) Liquiditeitssteun St Maarten

in €

 

153.985.939

i) Rentelastverlichting Aruba

in €

 

259.196.972

j) Lening ter afwikkeling Girobank

in €

 

18.506.627

k) Overige vorderingen

in €

 

464.248

Totaal

  

2.586.174.801

Ad a) Lening OBNA

De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.

Ad b) Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse florin ad AWG 3,3 mln. (€ 1,6 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %.

Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Curaçao. In 2024 zijn er geen lopende inschrijvingen aan Curaçao verstrekt. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2024 zijn er lopende inschrijvingen aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag van ANG 618 mln. (€ 309 mln.) met een looptijd van 30 jaar tegen 2,43% rente. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad f) Liquiditeitssteun Curaçao

In de periode 2020-2021 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Curaçao vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie. Deze liquiditeitsleningen zijn op 10 oktober 2024 geherfinancierd middels een lening van € 431,2 mln. met een looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 2,9%. Curaçao heeft voor 2024 geen extra liquiditeitssteun aangevraagd en ontvangen.

Ad g) Liquiditeitssteun Aruba

In de periode 2020-2022 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie. Op 10 oktober 2024 zijn alle door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen geherfinancierd middels een lening van € 419,1 mln. met een looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 5,1%.

Ad h) Liquiditeitssteun Sint Maarten

Op 10 oktober 2024 zijn de in de periode 2020-2022 door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen aan Sint Maarten vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie, geherfinancierd middels een lening van € 154 mln. met een looptijd van 30 jaar en een rentepercentage van 2,9%.

Ad i) Rentelastverlichting Aruba

Nederland heeft de buitenlandse schuldverplichting van Aruba voor 2022 geherfinancierd middels een lening van € 175,4 mln. tegen een rente van 2,64% met een looptijd van zeven jaar. Deze telt samen met de lening verstrekt in 2021 van € 83,8 mln. op tot totaal € 259,2 mln.

Ad j) Lening ter afwikkeling Girobank

Nederland heeft voor de afwikkeling van de Girobank aan Curaçao een lening verstrekt. De lening zal maximaal de hoogte hebben van de waarde van de leningenportefeuille van de Girobank te weten ANG 170 mln. (€ 80,3 mln.). De looptijd van de lening is tot augustus 2037. De rente voor de lening is gebaseerd op de rente die de Nederlandse Staat verschuldigd zou zijn voor een Dutch State Loan met een looptijd van 15 jaar, en bedraagt 0 %. In 2024 is een aflossing van € 9,9 mln. ontvangen na afwikkeling van een deel van de Girobank middelen. De resterende lening bedraagt € 18,5 mln.

Ad k) Overige vorderingen

Per jaareinde heeft Aruba de leningen die via Atradius lopen voor een totaal van € 0,5 mln. afgelost. Echter zijn de middelen per jaareinde 2024 nog niet ontvangen van Atradius. Derhalve is er per jaareinde een vordering ontstaan op Atradius voor € 0,5 mln.

Artikel 6: Apparaat

Dit betreft de aan derden gefactureerde bedragen door Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) per jaareinde 2024. De afwikkeling wordt bezien in 2025.

Artikel 8: Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Tabel 25 Overzicht artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden per 31 december 2024 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

l) Liquiditeitshulp St. Maarten

in €

 

36.891.659

Totaal

  

36.891.659

Ad l) Liquiditeitshulp Sint Maarten

In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste renteloze lening (€ 21,8 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van vanaf januari 2023. De tweede renteloze lening (€ 15,1 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing vanaf januari 2023.

De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen. De belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Tabel 26 Totaaloverzicht leningen per 31 december 2024 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

1) Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

in €

 

2.586.174.801

2) Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

in €

 

36.891.659

Totaal

  

2.623.066.460

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2024 openstaande voorschotten en van de in 2024 afgerekende voorschotten worden hieronder per artikel en per jaar gespecificeerd:

Tabel 27 Overzicht openstaande voorschotten per artikel per 31 december 2024 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving artikel

Saldo

1

Versterken rechtsstaat

40.755.050

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

143.827.643

5

Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

0

6

Apparaat

48.803.980

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

467.797.781

 

Totaal openstaande voorschotten

701.184.454

Tabel 28 Overzicht afgerekende voorschotten naar ontstaansjaar per 31 december 2024 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2024

Correctie beginstand(niet in sap)

Gecorrigeerde beginstand 1.1.2024

Herwaardering 1.1.2024

Verstrekt 2024

Afgerekend 2024

31-12-2024

t/m 2019

290.668.575

‒ 1.680.000

288.988.575

  

2.538.241

286.450.334

2020

99.619.888

‒ 650.000

98.969.888

  

430.812

98.539.076

2021

135.651.409

0

135.651.409

‒ 1.235.907

 

4.136.040

130.279.462

2022

86.634.461

0

86.634.461

‒ 316.802

 

88.475

86.229.184

2023

48.177.783

2.330.000

50.507.783

‒ 486.945

 

768.948

49.251.890

2024

0

0

0

2.039.654

48.440.325

45.470

50.434.509

Totaal

660.752.115

0

660.752.115

0

48.440.325

8.007.985

701.184.454

Toelichting

Artikel 1: Versterken rechtsstaat

Het gaat hier ondere andere om bijdragen voor versterking van het grenstoezicht aan Curaçao en Aruba. Voor Curaçao betreft dit € 7,3 mln. en voor Aruba ook. De vaststellingen van deze voorschotten vinden plaats in 2026. Daarnaast is er een bijdrage geleverd aan Sint Maarten voor de nieuwbouw denetie (UNOPS) van € 17,1 mln. Ook is er aan Sint Maarten een bijdrage (€ 3,3 mln.) geleverd voor de Rule of Fac Phase 1.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Dit betreft bijdragen aan de landen in verband met de landspakketten (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) en het onderhoud van scholen op Curaçao. Grootste gedeelte vaststellingen vinden plaats in 2025 en 2026. Daarnaast heeft Curaçao een voorschot van € 20 mln. ontvangen zodat Curaçao CMD Holding NV in staat gesteld kon worden te investeren in het droogdok van Damen Shiprepair Curaçao BV. De vaststelling is in 2026. Ook heeft Curaçao een subsidie ontvangen voor het herdenkingsjaar slavernijverleden. De vaststelling is in 2025.

Artikel 6: Apparaat

De door RCN betaalde pensioenpremies zijn opgenomen als voorschot. Deze bedragen voor 2024 € 48 mln.

Artikel 8: Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

De voorschotten op artikel 8 hebben te maken met de wederopbouw bovenwindse eilanden. Het grootste gedeelte betreft voorschotten uit eerste tranche (€ 112 mln.), de tweede tranche (€ 150 mln.), de derde tranche (€ 90 mln.) en de vierde tranche (€ 86 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten. Het trustfonds is verlengd tot en met 2028.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Er zijn geen garantieverplichtingen.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:

Tabel 29 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichtingen BiBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

199.539.741

 

Correctie beginstand SSO-CN

7.422.289

+/+

Verplichtingen per 1/1

206.962.029

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

187.614.000

+/+

 

394.576.029

 
   

Tot betaling gekomen in 2024

212.198.000

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

1.795.822

-/-

   

Totaal

180.582.207

 

Toelichting

De toelichting heeft enkel betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan € 25 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2023.

Tabel 30 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichting BUBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

0

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

527.180

+/+

 

527.180

 

Tot betaling gekomen in 2024

182.142

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

0

-/-

   

Totaal

345.038

 

Toelichting

Tabel 31 Overzicht recapitulatie balanspost (bedragen in €)

Verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV)

180.582.207

 

Verplichtingen buiten begrotingsverband (BuBV)

345.038

+/+

   

Totaal:

180.927.245

 

Ad 15. Deelnemingen

Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.

Tabel 32 Specificatie deelnemingen (bedragen x € 1.000)

Deelnemingen

Saldo

a) Saba Statia Cable System BV (SSCS)

0

  

Totaal

0

Het aandelenkapitaal van Saba Statia Cable System BV (SSCS) bedraagt USD 10. Het deelnemingspercentage is 100% en is om niet verkregen. SSCS is statutair gevestigd op Bonaire en is op 17 september 2012 opgericht. De primaire activiteiten van SSCS liggen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud, reparatie en exploitatie van een onderzeese glasvezelkabel die de eilanden Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Saints Kitts, en Saint-Barthélémy met elkaar verbindt.

C. JAARREKENING BES-FONDS

12. Verantwoordingsstaat BES-fonds

Tabel 33 Verantwoordingsstaat 2024 van het BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

71.170

71.170

71.170

106.723

103.883

103.883

35.553

32.713

32.713

           

1

BES-fonds

71.170

71.170

71.170

106.723

103.883

103.883

35.553

32.713

32.713

13. Saldibalans BES-fonds

Tabel 34 Saldibalans per 31 december 2024 van het BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2024

 

31-12-2023

 

Passiva

31-12-2024

 

31-12-2023

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

103.883

 

87.850

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

103.883

 

87.850

3)

Liquide middelen

0

 

0

     

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1

0

 

0

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

 

0

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

0

 

0

7)

Schulden buiten begrotingsverband

0

 

0

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

103.883

 

87.850

Subtotaal intra-comptabel

103.883

 

87.850

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

0

 

0

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

 

0

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

103.883

 

87.850

12a)

Tegenrekening voorschotten

103.883

 

87.850

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

2.840

 

0

14)

Andere verplichtingen

2.840

 

0

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

106.723

 

87.850

Subtotaal extra-comptabel

106.723

 

87.850

          

Totaal

210.606

 

175.700

Totaal

210.606

 

175.700

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2024 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 4a. Rekening‑courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.

Tabel 35 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

0

  

Totaal

0

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2024 openstaande voorschotten en van de in 2024 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Tabel 36 Overzicht openstaande voorschotten per ontstaansjaar per 31 december 2024 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

stand 01-01-2024

verstrekt 2024

afgerekend 2024

stand 31-12-2024

t/m 2019

0

0

0

0

2020

0

0

0

0

2021

0

0

0

0

2022

0

0

0

0

2023

87.849.621

0

87.849.621

0

2024

0

103.882.484

0

103.882.484

Totaal

87.849.621

103.882.484

87.849.621

103.882.484

     
Tabel 37 Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2024 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving artikel

Saldo

1

BES-fonds

103.882.484

   
 

Totaal openstaande voorschotten

103.882.484

Toelichting

Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2024 verstrekte voorschotten aan Bonaire (€ 54,8 mln.), Sint Eustatius (€ 23,9 mln.) en Saba (€ 23,6 mln.) inzake de vrije uitkeringen. Deze worden begin 2026 vastgesteld.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:

Tabel 38 Overzicht opbouw stand openstaande verplichtingen BiBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

0

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

106.723.000

+/+

 

106.723.000

 
   

Tot betaling gekomen in 2024

103.883.000

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

0

-/-

   

Totaal

2.840.000

 

Toelichting

Een deel van de Vrij Uitkering (VU) van 2024 is abusievelijk niet uitgekeerd aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba, terwijl dit wel verplicht was. In 2025 is alsnog aan deze verplichtingen voldaan.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1. Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Tabel 39 Uitkomsten Strategische Evaluatie Agenda thema Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Subthema Versterken Rechtstaat

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel(en)

Vindplaats onderzoek

Beleidsdoorlichting Versterken Rechtsstaat

Beleidsdoorlichting

2023

Afgerond

1

Kamerstuk 33189, nr. 17

Subthema Bevorderen sociaaleconomische structuur

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel(en)

Vindplaats onderzoek

Bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

Ex durante

2024

Afgerond

4

Link naar onderzoek

Coronasteunpakketten Caribisch Nederland

Ex durante

2024

Afgerond

4

Link naar onderzoek

Noodhulpprogramma's Caribische landen (voedselhulp)

Ex durante

2024

Afgerond

4

Link naar onderzoek

Bestuursakkoord Bonaire 2018-2022

Ex post

2024

Afgerond

4

Link naar onderzoek

Evaluatie Rijkswet financieel toezicht 2021

Ex post

2023

Afgerond

4

Link naar onderzoek

Financieel beheer BES

Ex post

2023

Afgerond

4

Link naar onderzoek

TOP Bonaire

Ex durante

2024

Afgerond

4

Nvt1

Subthema Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel(en)

Vindplaats onderzoek

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Beleidsdoorlichting

2024

Afgerond

5

Kamerstuk 33189, nr. 20

X Noot
1

Deze evaluatie is afgerond en wordt betrokken bij de nu lopende periodieke rapportage van artikel 4, welke eind 2025 wordt afgerond en ter beschikking wordt gesteld aan de Tweede Kamer."

Toelichting

Deze tabel geeft de voortgang van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) uit de begroting 2024 weer. Een interactieve versie van de SEA is te vinden op www.rijksfinancien.nl

Bijlage 2. Moties en toezeggingen

Tabel 40 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Aukje de Vries: Verzoekt de regering in de nieuwe aanpak voor goed bestuur in de eerste helft 2025 in te zetten op een stevigere aanpak en op maatregelen op het gebied van fraudebestrijding, ondermijnende criminaliteit, bestrijding en het bevorderen van integriteit die daadwerkelijk effect en resultaat hebben, en indien ze onvoldoende effect hebben daaraan ook concrete gevolgen te verbinden.

Kamerstuk II 2024/25, 36 600 IV, nr. 45

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste helft 2025 geïnformeerd.

De motie van de leden White en Kröger; Verzoekt de regering om te inventariseren wat aanvullend nodig is vooreffectief klimaatbeleid op de eilanden en deze inventarisatie met de Tweede Kamer te delen.

Kamerstuk II 2024/25, 36 600 IV, nr. 43

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Nispen c.s.; verzoekt de regering om in samenspraak met het bestuurscollege en de gezaghebber toe te werken naar een nadere regulering van de migratie naar Bonaire en te onderzoeken hoe een wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES hieraan bij kan dragen.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 20

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe interdepartementale begrote rijksuitgaven aan Caribisch Nederland inzichtelijker kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een syllabus, en de Tweede Kamer uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 te informeren.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering voorafgaand aan het IPKO in juni 2025 met een uitgebreide reactie te komen op de voorstellen en daarin gezamenlijk op te trekken met de stakeholders van de landen; en besluit dat de Kamer samen met de landen een overleg zal plannen om, conform de adviezen, op zoek te gaan naar een gelijkwaardigere relatie.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 18

In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in mei 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid White c.s.; verzoekt de regering om in samenspraak met de eilanden te komen met een plan van aanpak om het onderwijs en de voor- en naschoolse opvang te verbeteren.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 14

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om in samenspraak met de eilanden te inventariseren wat er nodig is om tot een ov-netwerk in Caribisch Nederland te komen en hierbij de aanbevelingen uit het rapport Een waardig bestaan te betrekken, en de Kamer hierover voor de Voorjaarsnota te informeren.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 12

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd.

De motie van de leden White en Paternotte; Spreekt uit dat de Caribische eilanden van het Koninkrijk welkom zijn om, mits zij voldoen aan de voorwaarden, deel uit te gaan maken van de Europese Unie als UPG; Verzoekt de regering om samen met de drie BES-eilanden een analyse te maken van de voordelen en benodigde stappen van het omzetten van de LGO-status naar UPG en deze analyse begin 2025 aan de Kamer en de eilandraden te doen toekomen; Verzoekt de regering voorts om, op verzoek van de drie landen, bijstand te verlenen in het maken van een kosten- en batenanalyse van het toetreden tot de UPG van de Europese Unie.

Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Bruyning; Verzoekt de regering om een plan op te stellen waarin de ministeries op een efficiëntere manier interdepartementaal gaan samenwerken wat betreft zaken die de Caribische landen van het Koninkrijk aangaan.

Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 10

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van de leden Bruyning en Paternotte; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over de wenselijkheid om bij de totstandkoming van wet- en regelgeving een uitvoeringstoets gericht op het perspectief van de BES-eilanden uit te voeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 65

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering in navolging van Bonaire te bewerkstelligen dat er een centrum voor ondernemerschap komt voor Saba en Sint-Eustatius, dan wel het centrum voor ondernemerschap op Bonaire ook open te stellen voor Saba en Sint-Eustatius.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 60

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Raak en Bosman; Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden.

Kamerstuk II 2018/19, 35000 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Bosman; Verzoekt de regering, om voor 1 oktober 2020 met een voorstel te komen om heldere, duidelijke en werkbare verhoudingen en verantwoordelijkheden vast te leggen binnen het Koninkrijk.

Kamerstuk II 2019/20, 35300 IV, nr. 18

In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen.

Tabel 41 Afgedane moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Ceder en White; Verzoekt de regering om de CAS-landen actief te betrekken bij de verdere ontwikkeling van het meerjarige programma voor forensische zorg en behandeling en de mogelijkheid te onderzoeken om de beoogde kleinschalige tbs-voorziening ook toegankelijk te maken voor inwoners van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 21

Afgedaan. De uitvoering van deze motie is overgenomen door JenV.

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering om een strategie te ontwikkelen om de groeiende Chinese invloed op de CAS-landen te mitigeren, met bijzondere aandacht voor kritieke sectoren, zoals telecommunicatie en energie; Verzoekt de regering jaarlijks de Tweede Kamer te rapporteren over de economische, politieke en technologische invloed van China op de CAS-landen, inclusief maatregelen om deze te beperken.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 22

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van BuZa.

De motie van het lid Bamenga c.s.; Verzoekt de regering om jaarlijks een voorgangsrapportage op te stellen over het sociaal minimum en de adviezen daarover van de commissie Thodé en om voortaan bij ieder vierjaarlijks onderzoek naar het sociaal minimum in Europees Nederland ook onderzoek te doen naar het sociaal minimum in Caribisch Nederland.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30).

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om bij de kabinetsreactie op het rapport met een concreet plan van aanpak inclusief tijdlijn te komen hoe de aanbevelingen uit worden gevoerd.

Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 11

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30).

De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over het verlenen van expertise aan de eilanden en de haalbaarheid van een projectbureau om de eilanden te ondersteunen bij het aanspreken van EU-fondsen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 64

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 5).

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om samen met de eilanden een structuur te (laten) maken waarin een goede dataverzameling geborgd wordt op basis waarvan het toekomstig gevormde beleid kan worden bepaald.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 62

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31).

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om voor de drie afzonderlijke eilanden te monitoren of de stappen die nu gezet zijn voldoende zijn en per eiland te inventariseren welke eventuele verdere stappen noodzakelijk zijn om het bestaansminimum te bereiken en de Tweede Kamer hierover voor de begroting Koninkrijksrelaties voor het jaar 2025 te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 61

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31).

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om constructief en creatief in gesprek te gaan met de betrokken overheidspartners aan Nederlandse zijde en aan de zijde van Saba opdat Saba de plannen voor de haven kan realiseren; Verzoekt de regering om de Tweede Kamer uiterlijk 15 juni te informeren over de uitslag van de tenderprocedure.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 59

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 5).

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken wat het effect is van de verhoging van het minimumloon op kleine, lokale mkb-ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES, en hierbij ook de hoogte van de compensatie te betrekken, en de Tweede Kamer kort na de zomer over de resultaten van het onderzoek te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 58

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd door stasSZW (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31).

De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren.

Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 11

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van de leden Van den Berg en Wuite; Verzoekt de regering de resultaten daarvan te verwerken in de begroting 2025; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om meer overzicht te krijgen over de bijzondere uitkeringen die andere departementen doen en hoe deze structureel gemaakt kunnen worden.

Kamerstukken II 2022/23, 36360 IV, nr. 12

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van de leden Bouchallikh en Wuite; Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te evalueren hoe de onderlinge hulp en bijstand kan worden versterkt.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 87

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering bij het bepalen van de aflossingscapaciteit van de landen, meerjarige financiële en begrotingseffecten van de hervormingen mee te wegen.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 81

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 44).

De motie van het lid Kröger c.s.; Verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om voor de BES-eilanden tot een klimaatadaptatieplan te komen; Verzoekt de regering tevens in kaart te brengen welke internationale klimaatfinanciering toegankelijk is voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en tijdens de COP28 en op andere relevante momenten te ijveren voor meer fondsen voor eilandstaten.

Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 26

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief door minIenW geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693).

De motie van de leden Ceder en Wuite; verzoekt de regering samen met de eilanden te verkennen of men meerwaarde ziet in het opstellen van een Koninkrijkscanon en indien dit het geval is in gezamenlijkheid daartoe over te gaan.

Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 25

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering voor het jaarverslag 2023 een voorstel naar de Tweede Kamer te zenden over hoe de coördinerende rol/regierol van BZK wordt versterkt.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 24

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52).

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Nationale Jeugdraad over de wijze waarop een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken kan worden aangesteld, en hier de Tweede Kamer voor het eerste kwartaal van 2024 over te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 22

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52).

De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering over de resultaten en de voortgang van het verbeterplan voor het onderwijs op Curaçao aan de Tweede Kamer te blijven rapporteren, in ieder geval via de Uitvoeringsrapportages en zo nodig tussentijds.

Kamerstukken II 2023/24, 36200 IV, nr. 100

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 45).

De motie van het lid Rosenmöller; Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren.

Kamerstukken I 2020/21, 35570 IV, nr. L

Afgedaan. De Eerste Kamer is de afgelopen periode geïnformeerd middels brieven, mondelinge overleggen en dergelijke.

De motie van het lid Van Raan c.s.; Verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 22

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 januari 2024 per brief geïnformeerd (Aanhangsel handeling II 2023/24, nr. 798).

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie bijzondere gemeenten en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden; Verzoekt tevens de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren.

Kamerstukken II 2023/24, 36200 IV, nr. 97

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55).

Tabel 42 Door de bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220).

Plenair debat Consensus rijkswetsvoorstellen (32017 t/m 320020, 32026, 32041, 32178 en 32179, 32186, 32213) d.d. 6 juli 2010 (Handelingen II, 2009/10, nr. 36, 1594-1611 en 1566-1582)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2027 geïnformeerd.

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van afspraken over de landspakketten en de hervormingen (T03672).

Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt eveneens in 2025 geïnformeerd, zoals in de afgelopen jaren.

Voor 1 maart 2025 wordt er een voorstel gedaan aan de Tweede Kamer voor stevigere en effectievere aanpak van corruptie en ondermijning.

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in februari 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris komt in samenspraak met SZW op een later moment terug op de voorstellen van de Centraal Dialoog op het gebied van het sociaal minimum en de kabinetsreactie daarop (TZ202304-154).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in februari 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris stuurt in het voorjaar van 2025 de kabinetsreactie op het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen CN 2050 aan de Tweede Kamer.

Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen Ontwerpbegroting 2025 KR d.d. 15 oktober 2024 (2024-0000822490)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar 2025 geïnformeerd.

In maart 2025 komt de staatssecretaris terug op het voorkómen van kwalijke effecten door het opkopen van stranden en monumentale panden voor commerciële doelen.

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar 2025 geïnformeerd.

In Q2 2025 informeert de staatssecretaris van BZK de Kamer over de nadere waarborgen voor comply or explain (TZ202412-094).

Commissiedebat Sociaal minimum Caribisch Nederland d.d. 11 december 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 40)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer een kabinetsreactie voor de zomer van 2025 zal ontvangen met een concreet tijdspad dat gekoppeld is aan de aanbevelingen van de commissie Thodé.

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces 2025 geïnformeerd.

De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2025 geïnformeerd over het voorstel om artikel 1 'versterken rechtsstaat' te herzien.

Kamerbrief Herijking Nederlandse inzet in de rechtsstaat van Aruba, Curaçao en Sint Maarten d.d. 18 oktober 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 29279, nr. 911)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces geïnformeerd.

De voortgang op de bestuurlijke afspraken met het OLE wordt gemonitord en besproken in de periodieke bestuurlijke overleggen die met de eilandbesturen worden gevoerd. De Kamers worden eind 2024 geïnformeerd over de voortgang.

Kamerbrief Twaalfde voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 16 januari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 40)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor in het eerste kwartaal van 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK informeert de Tweede Kamer begin februari over de verdere invulling van het jaarlijkse integrale weegmoment koopkrachtmaatregelen en het bijbehorende tijdpad (TZ202412-093).

Commissiedebat Sociaal minimum Caribisch Nederland d.d. 11 december 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 40)

In behandeling. Zal in februari 2025 zijn verzonden.

De staatssecretaris zegt toe, naar aanleiding van de motie Van Raak en Bosman (35570-IV, nr. 11), de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop een onderzoek naar de besluitvorming rondom de nieuwe staatkundige verhoudingen ("10-10-10") gedaan kan worden, ook in relatie met de eerdere motie Van Raak over dit onderwerp.

Plenair debat Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 6 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 10, item 14)

In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen.

De staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe in gesprek te treden met de Caribische Landen van het Koninkrijk over de uitvoering van de Eerste Kamermotie-De Graaf en de Tweede Kamermotie-Van Raak inzake de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden (T03275).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7)

In behandeling. Eerder werd besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen.

De staatssecretaris informeert de Eerste en Tweede Kamer voor de zomer over de mogelijke oplossingsrichtingen en de voortgang van de besprekingen met de landen met betrekking tot hoe de landen democratisch versterkt kunnen worden.

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 35925 IV, nr. K)

In behandeling. Eerder werd besloten verschillende constitutionele onderwerpen, waaronder het democratisch tekort, onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan deze thematiek gevolg te geven. Hierop zal voor de zomer van 2025 worden teruggekomen.

Tabel 43 Afgedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris stuurt voor einde 2024 de kabinetsreactie op het rapport «Een waardig bestaan» aan de Tweede Kamer.

Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen Ontwerpbegroting 2025 KR d.d. 15 oktober 2024 (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 30).

In het voorjaar van 2025 gaat de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren hoe het verkrijgen van data op de eilanden beter kan.

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties (36 600 IV) Antwoord 1e termijn + rest d.d. 23 oktober 2024 (Handeling II 2024/25, nr. 17, item 10)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 december 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 36600 IV, nr. 31).

De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd over de voortgang van de klimaatplannen van de BES-eilanden.

Kamerbrief Beantwoording vragen Kamerlid White over voorbereiding BES-eilanden op het orkaanseizoen d.d. 2 september 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 2406)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693).

De minister voor Klimaat en Energie zegt toe dat in de brief die het ministerie van BZK voor de zomer naar de Tweede Kamer stuurt over de voortgang van regelingen en fondsen, ook een update wordt gegeven over de voortgang van het gebruik van fondsen voor innovatieve klimaat en energie projecten (TZ202404-046).

Commissiedebat Klimaat Caribisch deel Koninkrijk d.d. 9 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1409).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813/31239, nr. 1402).

De staatssecretaris stuurt binnen een week een brief over welke middelen beschikbaar zijn gesteld uit de Regiodeals, het Groeifonds en SDE++ en wat daarvan is benut op de BES-eilanden (TZ202404-004).

Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 144).

De staatssecretaris deelt de definitieve versie van de afsprakenlijst van de Werkconferentie WolBES/FinBES met de Tweede Kamer (TZ202404-003).

Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris is in gesprek met departementen over de financiering van de eilandelijke taken, de toereikendheid van de vrije uitkering en in hoeverre bijzondere uitkeringen structureel kunnen worden gemaakt of aan de vrije uitkering kunnen worden toegevoegd. De Tweede Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de uitkomst van deze besprekingen.

Kamerbrief Beantwoording vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) over het bericht ‘Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie Nederland’, kenmerk: 2024Z03193 d.d. 20 maart 2024 (Aanhangsel Handeling II 2023/24, nr. 1286)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36550 IV, nr. 3).

De staatssecretaris J&V informeert de Tweede Kamer in de eerste helft van 2024 over de voortgang op de aanpak van de vreemdelingenproblematiek in de landen (TZ202402-073).

Parlementair agendapunt: Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2024 per brief geïnformeerd door min JenV (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 76).

De staatssecretaris informeert de Kamer over de uitkomsten van haar aanstaande reis naar de landen en de gesprekken daar over de Onderlinge Regeling, de Landspakketten en de investeringsfondsen (TZ202402-072).

Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 54).

De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren op het moment dat er een voorzitter voor de klimaattafel Bonaire bekend is en het kabinet keuzes heeft gemaakt over de verdere inrichting van het proces.

Kamerbrief Kabinetsreactie op adviesrapport «Het is nooit te laat» d.d. 7 november 2023 (Kamerstuk 2023/24, nr. 2813-1312).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693).

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (GroenLinks-PvdA), toe de Eerste Kamer uiterlijk op 1 januari 2024 schriftelijk te informeren over de stand van zaken van de herziening van de Landsverordening Aruba financieel toezicht met bijbehorend protocol in relatie tot het Rijkswetsvoorstel financieel toezicht Aruba (36032) en de herfinanciering van de coronaleningen aan Aruba (T03728).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties 2023 inzake herfinanciering covidleningen (36401) d.d. 10 oktober 2023 (Handeling 2023/24, nr. 3, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H).

De staatssecretaris zal de agenda en de Nederlandse inzet voor de Koninkrijksconferentie vooraf met de Tweede Kamer delen (TZ202305-130).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer eind van het jaar 2023 een totaaloverzicht aan te bieden van wet- en regelgeving die op de wat langere termijn wordt opgesteld voor Caribisch Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 63)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55).

De staatssecretaris zal de Kamers begin 2024 nader informeren over de geboekte voortgang van de Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland (Kamerstuk II 2023/24, 36410-IV-4, Kamerstuk I 2023/24, 36410-IV-A).

Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4)

Afgedaan. De Kamers zijn op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 42).

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeren ook de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling SZW over het rapport van de commissie Sociaal minimum CN.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. 43).

De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer een brief over de stand van zaken met betrekking tot het stageprogramma binnen het Koninkrijk (TZ202310-148).

Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer samen met de minister voor Klimaat en Energie een reactie op de aangenomen motie over klimaatadaptatie van de eilandsraad van Bonaire (TZ202310-146).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 november 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2024/25, 27625, nr. 693).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok (PVV) toe, de discussie over autonomie in Caribisch Nederland en wat de Commissie van Wijzen daarover in haar rapport heeft geschreven, te willen voeren maar niet voor de zomer van 2018 (T02536).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handeling II, 2017/18, nr. 18, item 5)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe met de Caribische landen van het Koninkrijk te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht en de Eerste Kamer daarover te informeren (T03273).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 september 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. I).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer het rapport van de beleidsdoorlichtingen van artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 33189, nr. 20).

De staatsecretaris zegt toe om in de Kamerbrief over de uitvoering van de Koninkrijksconferentie in te gaan op welke wijze betrokkenheid van burgers wordt vormgegeven in de voorbereiding en uitvoering van de Koninkrijksconferentie. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-177).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

Bijlage 3. Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). In de bijlage van de betreffende (departementale) begrotingen is deze toelichting terug te vinden en hieronder alleen voor de begroting Koninkrijksrelaties.

Op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr 19) wordt de realisatie van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland in het onderstaande overzicht op artikelniveau gepresenteerd, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.

Naast de Rijksuitgaven van departementen aan Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen via het BES-fonds ook een vrije uitkering voor de uitvoering van de eilandelijke taken. Voor een overzicht van het BES-fonds verwijs ik u naar het jaarverslag van het BES-fonds.

Tabel 44 Totaaloverzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Begroting

Artikel

Instrument

Realisatie

    

2020

2021

2022

2023

2024

         
 

Totaal Rijksuitgaven

  

515.023

553.123

532.922

534.110

621.397

IIB

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

  

339

365

404

447

502

  

Artikel 3 Nationale ombudsman

Institutionele inrichting

339

365

404

447

502

IV

Koninkrijksrelaties

  

14.975

16.548

19.175

19.215

11.789

  

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies (regelingen)

3.854

3.558

2.090

2.328

3.668

   

Opdrachten

478

786

612

1.476

978

   

Inkomensoverdrachten

2.263

2.138

3.135

2.583

1.632

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

32

   

Bijdrage aan medeoverheden

5.035

7.549

13.338

11.960

5.479

   

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

868

0

  

Artikel 8 Wederopbouw Sint Maarten

Bijdrage aan medeoverheden

3.345

2.517

0

0

0

VI

Justitie en Veiligheid

  

34.200

38.085

44.822

50.531

70.259

  

Artikel 31 Politie

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s1

     
   

Bijdrage aan medeoverheden

22.996

24.630

28.919

31.146

33.188

  

Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand

Opdrachten

0

165

0

5

807

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

13.955

  

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Bijdrage aan medeoverheden

7.451

6.800

6.553

12.076

715

   

Opdrachten

0

463

416

383

0

  

Artikel 34 Straffen en beschermen

Subsidies (regelingen)

1.726

1.684

1.976

2.140

2.406

   

Bijdrage aan agentschappen

8.489

10.001

12.022

15.360

17.199

   

Bijdrage aan medeoverheden

989

1.142

1.489

1.497

1.989

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  

3.411

5.382

12.169

11.326

18.765

  

Artikel 3 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

1.553

4.058

8.801

9.227

13.523

   

Opdrachten

54

24

51

14

59

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

30

334

  

Artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

1.730

0

0

  

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Subsidies (regelingen)

17

34

17

0

0

   

Opdrachten

40

0

0

67

112

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

302

   

Bijdrage aan medeoverheden

75

0

0

0

0

   

Bijdrage aan agentschappen

1.672

1.266

1.570

1.988

3.742

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  

59.432

67.059

85.501

88.038

91.908

  

Artikel 1 Primair onderwijs

Subsidies (regelingen)

1.713

476

2.709

129

0

   

Bekostiging

19.959

23.689

28.918

30.132

32.251

   

Opdrachten

815

440

564

369

753

   

Bijdragen aan medeoverheden

4.445

5.572

8.354

15.395

12.945

  

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

Subsidies (regelingen)

1.383

1.323

3.612

818

890

   

Bekostiging

18.211

21.532

24.775

23.434

25.779

  

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Subsidies (regelingen)

454

775

395

449

449

   

Bekostiging

5.744

6.943

9.399

10.405

10.516

   

Bijdrage aan medeoverheden

1.306

1.223

1.157

1.367

1.420

  

Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Subsidies (regelingen)

0

0

0

73

97

  

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdrachten

2.852

2.554

2.684

2.058

1.959

  

Artikel 14 Cultuur

Subsidies (regelingen)

0

26

9

0

0

   

Opdrachten

0

6

14

0

20

   

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

403

909

2.292

   

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

50

0

0

0

0

  

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Bekostiging

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

  

Artikel 25 Emancipatie

Subsidies (regelingen)

0

0

8

0

134

IX

Financiën en Nationale Schuld

  

14.808

18.068

18.323

21.042

20.984

  

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

12.216

14.347

16.432

18.080

18.385

  

Artikel 2 Financiële markten

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.000

1.000

1.000

0

0

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.592

2.721

891

2.962

2.599

X

Defensie

  

  

Artikel 2 Koninklijke Marine

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2

     
  

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2

     
  

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2

     
  

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven2

     

XII

Infrastructuur en Waterstaat

  

61.328

36.489

29.266

18.938

25.862

  

Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Subsidies (regelingen)

8.114

10.144

10.912

11.609

9.295

   

Opdrachten

39

60

0

0

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

144

0

0

2.474

  

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Bijdrage aan medeoverheden

13.501

11.038

9.820

0

8.313

  

Artikel 17 Luchtvaart

Subsidies (regelingen)

691

425

420

286

1.269

   

Opdrachten

1.364

940

287

223

176

   

Leningen

0

3.774

0

0

0

   

Bijdrage aan agentschappen

6.411

5.806

5.058

3.435

465

   

Bijdrage aan medeoverheden

9.049

0

0

1.546

512

  

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Opdrachten

45

61

0

0

57

   

Bijdrage aan medeoverheden

16.714

35

0

0

0

  

Artikel 21 Duurzaamheid

Opdrachten

0

0

0

47

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

2.737

1.374

350

788

1.655

  

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Subsidies (regelingen)

77

0

0

0

0

   

Opdrachten

131

122

72

55

106

   

Bijdrage aan agentschappen

0

0

231

252

349

   

Bijdrage aan medeoverheden

434

501

1.197

0

0

  

Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Bijdrage aan medeoverheden

1.043

1.064

919

697

1.191

  

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Bijdrage aan agentschappen

978

1.001

0

0

0

XIII

Economische Zaken en Klimaat

  

30.080

62.177

40.147

24.236

27.206

  

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidies (regelingen)

1.843

2.890

3.629

3.560

10.361

   

Opdrachten

29

0

0

0

0

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

651

651

651

651

651

  

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Subsidies (regelingen)

12.601

25.831

422

0

65

   

Opdrachten

496

501

558

961

1.030

  

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering

Subsidies (regelingen)

14.460

32.304

34.887

19.064

15.099

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

  

3.002

4.065

3.212

2.708

1.087

  

Artikel 22 Natuur en biodiversiteit

Opdrachten

2.629

0

0

0

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

373

4.065

3.212

2.708

1.087

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  

80.863

68.484

79.195

94.670

130.962

  

Artikel 1 Arbeidsmarkt

Subsidies (regelingen)

28.735

15.580

25

0

0

  

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Inkomensoverdrachten

4.015

4.347

12.424

7.370

9.815

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

2.636

  

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

690

668

1.083

1.099

1.360

  

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

36

294

46

1

0

  

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

Inkomensoverdrachten

2.963

4.958

8.129

8.677

9.415

  

Artikel 7 Kinderopvang

Subsidies (regelingen)

0

5.221

7.535

10.992

15.206

   

Opdrachten

953

73

270

753

196

   

Bijdrage aan medeoverheden

7.580

2.636

6.897

6.398

11.639

  

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

22.999

22.009

28.148

39.908

54.940

  

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

1.172

1.209

1.600

2.078

2.829

  

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Inkomensoverdrachten

4.486

4.433

5.597

8.350

14.670

  

Artikel 11 Uitvoering

Bekostiging

0

0

7.441

9.044

8.256

  

Artikel 98 Algemeen

Bekostiging

7.234

7.056

0

0

0

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  

212.585

236.401

200.708

202.959

222.073

  

Artikel 1 Volksgezondheid

Subsidies (regelingen)

0

0

0

252

252

   

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

4.482

4.205

  

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Subsidies (regelingen)

3.316

3.182

3.864

4.023

4.733

   

Bekostiging

203.120

228.364

184.929

184.068

199.853

   

Opdrachten

0

0

0

3.134

3.857

   

Bijdrage aan medeoverheden

6.149

4.855

11.915

6.750

9.163

  

Artikel 6 Sport en bewegen

Subsidies (regelingen)

0

0

0

0

10

  

Artikel 9 Algemeen

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

250

0

X Noot
1

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

X Noot
2

De taken die bij het Ministerie van Defensie zijn belegd, zijn Koninkrijkstaken. Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is daarom niet te bepalen.

Toelichting

Begroting Koninkrijksrelaties

Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Koninkrijksrelaties afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 45 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2020

2021

2022

2023

2024

Totaal uitgaven

  

14.975

16.548

19.175

19.215

11.789

        

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

  

11.630

14.031

19.175

19.215

11.789

Subsidies (regelingen)

R

I

3.854

3.558

2.090

2.328

3.668

Opdrachten

E

I

478

786

612

1.476

978

Inkomensoverdrachten

R

S

2.263

2.138

3.135

2.583

1.632

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

R

I

0

0

0

0

32

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

5.035

7.549

13.338

11.960

5.479

Bijdrage aan agentschappen

E

I

0

0

0

868

0

Artikel 8 Wederopbouw Sint Maarten

  

3.345

2.517

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

3.345

2.517

0

0

0

Toelichting

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies (regelingen)

In 2024 is ruim € 3,6 mln. aan subsidies uitgegeven ten behoeve van Caribisch Nederland. Het grootste deel van deze subsidies is verstrekt aan CARTAC, namelijk € 2 mln. Deze subsidies zijn ingezet voor het steunen van activiteiten van verschillende organisaties in het kader van de versterking van de bestuurs- en uitvoeringskracht en armoedebestrijding. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het Caribisch Uitwisselingsnetwerk van VNG International gericht op het versterken van bestuurlijke en ambtelijke capaciteit en expertise. Daarnaast gaat het om de Voedselbank en de activiteiten het programma van Unicef gericht op het bevorderen van positief opvoeden en participatie van jongeren.

Opdrachten

De opdrachten voor Caribisch Nederland waren in 2024 gericht op het inhuren van beleids- en onderzoeksadvies en faciliteren van de samenwerking en uitwisseling, zo is afgelopen jaar de WolBES FinBES conferentie georganiseerd in Nederland waarbij een afvaardiging aanwezig was vanuit Caribisch Nederland.

Inkomensoverdrachten

Uit deze middelen zijn de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, nr. 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.

Bijdrage aan medeoverheden

Om de bestuurs- en uitvoeringskracht van de openbare lichamen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken zijn op basis van afspraken in de bestuurlijke akkoorden financiële bijdragen gegeven ter versterking van de bestuurskracht, organisatieontwikkeling van het bestuur en ambtelijk apparaat. Het gaat hierbij ondere andere om het werven van capaciteit op prioritaire thema’s en strategisch personeelsbeleid en het versterken van financieel beheer. Ook is aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) is voor € 4,9 mln. aan bijzondere uitkeringen en een renteloze lening verstrekt voor de klif en een schikking met Eco Statia. De bijzondere uitkeringen en de renteloze lening zijn bedoeld voor het stabiliseren en tegengaan van verdere erosie van de klif aan de havenzijde van het eiland, omdat er nu sprake is van veiligheidsrisico’s.