Ontvangen 30 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3 Sociale vooruitgang worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 4.000 (x € 1.000).
Met dit amendement beoogt de indiener de bezuinigingen op artikel 3.2 (Vrouwenrechten en Gendergelijkheid) ongedaan te maken. Dit wordt bekostigd door vanaf 2026 het rijksbrede budget voor de inhuur van externe consultants te beperken. De in de beleidsbrief aangekondigde bezuinigingen op artikel 3.2 worden daarmee opgeheven. Dit betreft in 2026 een bedrag van 34,5 miljoen EUR, wat in de jaren daarna richting de 46 miljoen doorgroeit.
In de BHO begroting van 2025 werd al een bezuiniging van 4 miljoen euro ingeboekt. Dit amendement maakt ook die bezuiniging ongedaan door middel van een eenmalige kasschuif vanuit het budget voor externe inhuur. Het budget voor vrouwenrechten en gendergelijkheid komt daarmee terug op het niveau van de begroting van 2024.
De indiener acht het noodzakelijk om de bezuinigingen op vrouwenrechten en gendergelijkheid terug te draaien. Wereldwijd staan vrouwenrechten steeds meer onder druk, door de opkomst van georganiseerde conservatieve bewegingen en partijen. Met een zeer geringe beperking van het budget voor externe inhuur (nu 3,7 miljard EUR), kunnen we de bezuinigingen op dit artikel volledig terugdraaien.
Dobbe