Kamerstuk 36725-XVII-20

Gewijzigd amendement van de leden Hirsch en De Korte ter vervanging van nr. 15 over het gedeeltelijk terugdraaien van de kaalslag op het budget voor de samenwerking met maatschappelijke organisaties

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Gepubliceerd: 30 juni 2025
Indiener(s): Daniƫlle Hirsch (GL)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36725-XVII-20.html
ID: 36725-XVII-20
Origineel: 36725-XVII-15

52,0 %
48,0 %

GroenLinks-PvdA

CDA

D66

PVV

FVD

CU

BBB

NSC

VVD

JA21

SP

Volt

SGP

DENK

PvdD


Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HIRSCH EN DE KORTE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 30 juni 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Sociale vooruitgang wordt het verplichtingenbedrag verlaagd met € 22.000 (x € 1.000).

II

In artikel 3 Sociale vooruitgang wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 22.000 (x € 1.000).

Toelichting

Het werk van maatschappelijke organisaties wereldwijd is onmisbaar voor betekenisvolle verandering. Maatschappelijke organisaties zijn diep verankerd in de samenleving en vervullen meerdere cruciale rollen: als waakhond van de rechtsstaat en democratie, en tegenkracht tegen autocratie. Met dit amendement willen de indieners een deel van de kaalslag op dit budget terugdraaien. Voor de samenwerking met maatschappelijke organisaties stelde het kabinet een indicatief budget van circa EUR 490 miljoen beschikbaar voor de periode 2026–2030. De indieners stellen voor om dit totaalbudget in plaats daarvan vast te leggen op 600 miljoen euro, wat een toevoeging van 22 miljoen euro per jaar betekent op artikel 3.3. Met dit amendement wordt dit in ieder geval voor komend jaar geregeld, door dit bedrag als verplichtingen toe te voegen op de begroting van 2025, zodat de Minister in 2026 deze uitgaven kan doen. De bedoeling van de indieners is dat de regering dit voor de jaren hierna ook doet, zodat er 22 miljoen per jaar bijkomt tot en met 2030, optellend tot 110 miljoen. Dekking hiervoor wordt gevonden binnen de begroting in de vrije ruimte op artikel 3.1, zonder dat dit ten koste gaat van de inzet op seksuele gezondheid en reproductieve rechten.

Hirsch De Korte