Gepubliceerd: 23 april 2025
Indiener(s): Eelco Heinen (minister ) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36725-IX-2.html
ID: 36725-IX-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën, E. Heinen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties; in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2. voor artikel 11 en 12 van IXA.

Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvooschriften (RBV) worden per artikel de (meerjarige) mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

2. Beleid

2.1. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven.

Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025 incl. amendementen

 

27.626.425

28.773.238

11.009.747

9.990.674

10.037.267

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Uitvoeringskosten aanvullend herstel box 3

1

45.000

50.000

0

0

0

 

2) Inzage Fiscaal Dossier (IFD)

1

15.705

8.865

0

0

0

 

3) Belasting- en invorderingsrente

1, 9

92.120

73.045

70.395

76.657

75.676

 

4) Naleving sancties

1, 9

3.829

3.400

26.522

26.522

26.522

 

5) Reservering TenneT

3

3.000.000

0

0

0

0

 

6) Update verliesraming EIB-EGF

4

33.841

16.793

– 2.077

0

0

 

7) Wereldbank

4

0

0

0

0

95.028

 

8) Kasschuif Wereldbank

4

329.438

– 329.438

0

0

0

 

9) Btw-compensatiefonds (BCF)

6

15.979

5.854

6.239

5.406

3.593

 

10) Kasschuiven scan & detectie

9

– 20.118

11.700

0

8.418

0

 

11) Eindejaarsmarge

10

19.487

0

0

0

0

 

12) Loon- en prijsbijstelling

10

235.608

215.086

206.352

196.854

195.893

 

13) Toeslagen Herstel

13

289.044

444.592

19.643

7.635

0

 

14) Kasschuiven Toeslagen Herstel

13

– 892.479

– 60.448

590.547

362.380

0

 

15) Doorverdeling (apparaats)taakstellingen

div

0

0

0

0

0

 

a. Taakstellingen totaal (hoofdlijnenakkoord (HLA) en Onderwijsbegroting)

div

37.821

57.444

70.122

83.878

93.281

 

b.1 HLA: aandeel Belastingdienst

1

0

– 4.398

– 9.162

– 13.968

– 17.205

 

b.2 HLA: aandeel Kerndepartement

8

0

– 14.198

– 21.119

– 28.745

– 32.949

 

b.3 HLA: aandeel Douane

9

0

– 700

– 1.412

– 2.440

– 2.859

 

b.4: HLA: aandeel Toeslagen

13

0

– 327

– 608

– 904

– 2.447

 

c: Dekking voor maatregelenpakket OCW-begroting (amendement Bontebal c.s.)

1

– 37.821

– 37.821

– 37.821

– 37.821

– 37.821

 

16) Overige kasschuiven

div

– 7.157

7.157

0

0

0

 

17) Interdepartementale overboekingen

div

17.768

1.069

2.532

2.663

2.134

 

18) Overige mutaties & extrapolatie

div

– 28.320

– 19.965

22.316

17.961

12.090

10.321.853

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

30.776.170

29.200.948

11.952.216

10.695.170

10.448.203

10.321.853

Toelichting

1. Uitvoeringskosten aanvullend herstel box 3

Vanaf de Aanvullende Post wordt € 45 mln. voor 2025 en € 50 mln. voor 2026 overgeheveld naar de Belastingdienst ten behoeve van de uitvoeringskosten van het aanvullend herstel van box 3. Het gaat hierbij om een gedeelte van de uitvoeringskosten, die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3.

2. Inzage Fiscaal Dossier (IFD)

Het amendement Omtzigt1voorziet in een recht op inzage in het eigen fiscale dossier. Ten behoeve van de uitvoering hiervan wordt € 25 mln. gereserveerd. Het amendement is gericht op het voldoen aan artikel 66a van het Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), dat op 31 december 2025 van kracht wordt. In de Kamerbrief van 20 januari jl. is de Kamer geïnformeerd over het proces van de uitvoering van het amendement en de budgettaire consequenties2.

3. Belasting- en invorderingsrente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) en de realisatiecijfers uit 2024. Verder wordt er in 2025 € 23 mln. aan rentevergoedingen geraamd in verband met het dossier Sondervermögen (waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat een Duits fonds geen buitenlands belastingplichtige is in Nederland).

4. Naleving sancties

Om de sanctienaleving in Nederland te continueren en verder te versterken, worden extra middelen voor de uitvoering van sanctiemaatregelen beschikbaar gesteld. Voor Financiën betreft dit structurele middelen voor het continueren van de inzet van Douane en FIOD. De kosten bedragen structureel € 26,5 mln. Voor de begrotingswijziging omtrent naleving sancties ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) voordat hierover wordt gestemd.

5. Reservering TenneT

In totaal is een reservering van € 7,3 mld. voor kapitaalstortingen in TenneT Duitsland opgenomen. Hiervan is € 3,0 mld. opgenomen op de Financiënbegroting, de overige € 4,3 mld. is op de Aanvullende Post gereserveerd. De gehele reservering moet worden gezien als een last resort maatregel, die zal worden gebruikt in het onverwachte geval dat de deelname van private investeerders niet voldoende is om de gehele kapitaalbehoefte in te vullen. Het kabinet acht een deelname van private investeerders in TenneT Duitsland de beste structurele oplossing voor het invullen van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland.

6. Update verliesraming EIB-EGF

Het pan-Europees garantiefonds (EGF) van de European Investment Bank (EIB) is opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis te beperken. De allocatieperiode voor de producten in het fonds is afgelopen, waardoor het EGF nu in een fase zit waarin de garanties ingeroepen kunnen worden. Omdat de investeringen onder het garantiefonds een hoog risicoprofiel hebben, is een verliesraming opgenomen. De betalingen voor 2025 en 2026 vallen naar schatting hoger uit dan het eerder gereserveerde bedrag voor deze jaren. Dit komt doordat moeilijk te ramen is wanneer de verliezen zich precies voordoen en verliezen zich later voordoen vanwege een eerdere verlenging van het fonds. Het totale Nederlandse aandeel in de verliezen zal naar verwachting niet stijgen (blijft 20% van de totale garantie, verdeeld over de looptijd van het fonds).

7. Wereldbank

Dit betreft extra middelen ten gunste van de International Development Association (IDA) bijdrage aan de Wereldbank, overgeheveld vanuit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). De IDA bijdrage valt onder het ODA-budget.

8. Kasschuif Wereldbank

Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de IDA bijdrage aan de Wereldbank. De geplande betalingen van € 329,4 mln. in 2026 worden al bijgedragen in 2025.

9. Btw-compensatiefonds (BCF)

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar het gemeente- of provinciefonds wordt het geraamde btw-deel van dit budget in het BCF gestort (meerjarig € 37,2 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw die verband houdt met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. Een onder- of overschrijding bij het BCF komt ten laste of ten gunste van het gemeente- en provinciefonds.

10. Kasschuiven scan en detectie

Dit betreffen kasschuiven voor de aanschaf van scan- en detectiematerialen door Douane, als onderdeel van de vervangingsopgave van scan- en detectiemateriaal voor het realiseren van afbouw van het gebruik van elektronica uit landen met een offensief cyberprogramma.

11. Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge 2024 van € 19,5 mln. wordt toegevoegd aan de begroting van Financiën.

12. Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de begroting van Financiën. Er wordt 50% van de prijsbijstelling tranche 2025 uitgekeerd. Tevens wordt de loonbijstelling op de budgetten voor externe inhuur niet uitgekeerd.

13. Toeslagen Herstel

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten inzake aantallen, bedragen, nu adequaat geachte aannames en gekozen richting. Als gevolg van deze herijking worden € 289 mln. niet bestede middelen uit 2024 en middelen vanuit de Aanvullende Post (€ 471,9 mln.) toegevoegd aan de begroting. Deze middelen worden ingezet op het budget van personeel, opdrachten, bijdrage aan medeoverheden en (schade)vergoedingen in 2025, 2026, 2027 en 2028 (respectievelijk € 289 mln., € 444,6 mln., € 19,6 mln. en € 7,6 mln.). Dit budget dekt naast de apparaatsuitgaven van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) en opdrachten van Programma DG Herstel voornamelijk de uitgaven voor de brede ondersteuning door gemeenten, dwangsommen, emotioneel herstel en aanvullende schaderoutes. Een integraal overzicht van de financiële stand van zaken van de Hersteloperatie Toeslagen is te vinden in de bijlage Toeslagen Herstel van de Voorjaarsnota 2025. Voor de voortgang per compensatieregeling wordt verwezen naar de voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen3. Voor de begrotingswijziging omtrent emotioneel herstel ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1), voordat hierover wordt gestemd.

14. Kasschuiven Toeslagen Herstel

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Ten gevolge hiervan wordt er € 892,5 mln. uit 2025 en € 60,4 uit 2026 naar 2027 (€ 590,5 mln.) en 2028 (€ 362,4 mln.) geschoven, voornamelijk door een wijziging in het kasritme van de middelen ten behoeve van de compensatie van aanvullende schade.

15. Doorverdeling (apparaats)taakstellingen

Regel 15, a: taakstellingen totaal

Naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord (HLA) is een taakstelling op de apparaatsbudgetten van het Ministerie van Financiën doorgevoerd oplopend tot € 71 mln. structureel. Hiervan is in de ontwerpbegroting 2025 reeds € 16 mln. structureel, zijnde de HLA-tranche 2025, doorverdeeld naar diverse onderdelen van het ministerie. De resterende taakstellingsreeks voor 2026–2029 en verder, € 55 mln. structureel, wordt in deze 1e suppletoire begroting 2025 concreet verdeeld over de apparaatsbudgetten. Daarnaast is de Financiënbegroting met € 38 mln. structureel verlaagd als gevolg van het maatregelenpakket voor de OCW-begroting. Tezamen betekent dit dat in deze suppletoire begroting € 93 mln. aan taakstellingen wordt doorverdeeld. Dit is nader uitgesplitst en toegelicht in de regels b1 tot en met c (zie tabel en zie onder).

Regel 15, b1-b4: verdeling resterende HLA-taakstelling van € 55 mln.

Het Ministerie van Financiën heeft ervoor gekozen om het zwaartepunt van de HLA-taakstelling te laten neerslaan bij het kerndepartement, en daarbinnen te bezuinigen op de materiële uitgaven, op overhead en – in lijn met het regeerprogramma – tevens het aantal ambtenaren op termijn te verlagen. Ook dragen de uitvoeringsDG’s op verantwoorde wijze relatief beperkt bij aan het realiseren van de HLA-taakstelling, waarbij de publieke dienstverlening wordt ontzien.

Dit resulteert in de verdeling van genoemde resterende € 55 mln. over de organisatieonderdelen van Financiën, zoals in de regels b1 t/m b4 van tabel 2 weergegeven: kerndepartement: € 33 mln., de Belastingdienst: € 17 mln., Douane: € 3 mln. en Toeslagen € 2 mln. Voor het kerndepartement komt deze taakstelling neer op een daling van circa 10% van de beschikbare budgetten (inclusief de al in de Ontwerpbegroting 2025 verwerkte tranche 2025 betreft het circa 12%) voor de uitvoering komt het overeen met een daling van circa 0,6% van de budgetten (inclusief de al in de Ontwerpbegroting 2025 verwerkte tranche 2025 betreft dit circa 0,8%).

Regel 15, c: invulling korting maatregelenpakket OCW-begroting (amendement Bontebal c.s.)

Verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord zijn, naar aanleiding van het amendement van het lid Bontenbal c.s., teruggedraaid of verlaagd. De dekking voor het maatregelenpakket in dit amendement is verspreid over meerdere begrotingen. De begroting van Financiën wordt hierbij structureel verlaagd met € 38 mln.4 Dit wordt gedekt binnen nog niet verdeelde middelen binnen artikel 1 (Belastingen).

Met deze doorverdelingen zijn de (resterende) taakstellingen concreet belegd bij de organisatieonderdelen van Financiën en resteert er geen nog te verdelen bedrag meer.

16. Overige kasschuiven

Op artikel 10 Nog onverdeeld vindt een kasschuif van € 6,1 mln. naar 2026 plaats binnen de gereserveerde middelen voor Informatiehuishouding op Orde. Daarnaast wordt € 1,1 mln. apparaatsbudget naar 2026 doorgeschoven ten behoeve van de vernieuwing van het Treasury Management System bij het Agentschap.

17. Interdepartementale overboekingen

Dit betreft verschillende overboekingen met andere begrotingen, bijvoorbeeld voor uitvoeringskosten voor de verkenningsfase voor een alternatief met betrekking tot de kinderopvangtoeslag (€ 4,5 mln. in 2025), extra werkzaamheden van Dienst Toeslagen (€ 5 mln. in 2025) en een bijdrage voor categoriemanagement (€ 5,4 mln. in 2025).

Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire niet-belastingontvangsten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

3.658.166

4.426.019

4.665.294

4.581.884

4.561.018

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Incidentele vrijval middelen

1

15.000

15.000

0

0

0

 

2) Belasting- en invorderingsrente

1, 9

125.082

94.567

116.075

122.923

137.240

 

3) Dividendraming update

3

– 198.800

– 222.000

– 177.000

– 207.000

– 202.000

 

4) Aanpassing renteontvangsten TenneT

3

– 115.134

– 158.882

– 12.911

0

0

 

5) Premieontvangsten garantie TenneT

3

3.000

33.000

75.000

115.000

157.000

 

6) Verkoop aandelen ABN AMRO

3

409.737

0

0

0

0

 

7) Aflossing lening Griekenland

4

0

– 159.919

– 159.919

– 159.919

0

 

8) Overige mutaties & extrapolatie

div

16.032

8.820

13.291

11.461

8.964

4.694.936

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

3.913.083

4.036.605

4.519.830

4.464.349

4.662.222

4.694.936

Toelichting

1. Incidentele vrijval middelen

Dit betreft een meevaller (€ 30 mln. in totaal) die voortkomt uit de bijstelling van de raming van de niet-belastingontvangsten (boetes en schikkingen), deze meevaller wordt afgedragen aan het generale beeld.

2. Belasting- en invorderingsrente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd n.a.v. de nieuwe raming van de korte rente uit het CEP van het CPB en de realisatiecijfers uit 2024. De belasting- en invorderingsrente maakt onderdeel uit van het inkomstenkader.

3. Dividendraming update

De dividendraming van de niet-financiële staatsdeelnemingen wordt aangepast als gevolg van de huidige marktomstandigheden. Er worden per saldo hogere ontvangsten verwacht, onder meer de winst van Schiphol valt de komende jaren hoger uit dan was geraamd in de begroting. Wel is het dividenduitkeringspercentage van Schiphol verlaagd, om Schiphol een gezonde financiële positie te laten behouden, gegeven haar grote investeringsagenda.

Voor de financiële staatsdeelnemingen worden lagere ontvangsten verwacht, onder andere door de afbouw van het belang in ABN AMRO. Hierdoor wordt over minder aandelen dividend ontvangen.

Per saldo voor zowel de financiële als niet-financiële staatsdeelnemingen betreft het in 2025 een bijstelling naar beneden van circa € 199 mln.

4. Aanpassing renteontvangsten TenneT

De raming van de renteontvangsten op de lening aan TenneT wordt bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten ten aanzien van het betaalritme waarmee TenneT de rente op leningsfaciliteit voldoet en de hoogte van de rente.

5. Premieontvangsten garantie TenneT

De Staat ontvangt als garantieverstrekker garantiepremie voor het verstrekken van de garantie aan TenneT Nederland. De premie wordt betaald over alle schuld die TenneT nieuw heeft aangetrokken onder de garantie en wordt gelijkgesteld aan het verwachte financieringsvoordeel dat TenneT krijgt door het verstrekken van de garantie.

6. Verkoop aandelen ABN AMRO

De verwachte ontvangsten worden met € 409,7 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door het lopende verkoopprogramma van aandelen ABN AMRO tot en met maart 2025.

7. Aflossing lening Griekenland

Na indiening van de begroting heeft Griekenland in 2024 een deel van de uitstaande leningen onder de Greek Loan Facility vervroegd afgelost (€ 479,8 mln.). Het totale bedrag staat gelijk aan de voorziene aflossing voor 2026, 2027 en 2028, waardoor in deze jaren niet zal worden afgelost.

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Tabel 4 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

33.281.701

44.295.112

51.196.916

51.622.433

49.812.276

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Rente vaste schuld

11

– 637.000

– 1.066.000

– 1.076.000

– 1.083.000

– 1.221.000

 

2) Rente vlottende schuld

11

81.000

467.000

571.000

615.000

684.000

 

3) Aflossing vaste schuld

11

2.000

– 123.000

– 626.000

2.000

2.444.000

 

4) Rente kasbeheer

12

– 484.599

– 337.049

– 202.415

– 159.417

12.336

 

5) Overige mutaties & extrapolatie

div

0

2.065

910

0

0

50.968.797

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

32.243.102

43.238.128

49.864.411

50.997.016

51.731.612

50.968.797

Toelichting

1. Rente vaste schuld

De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit met name als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er minder schuld wordt uitgegeven op de kapitaalmarkt. Daarentegen is er gerekend met hogere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in het CEP. Hierdoor ontstaat per saldo een structurele meevaller van € 637 mln. in 2025 oplopend tot € 1,2 mld. in 2029.

2. Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in het CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2025 rekening is gehouden. Echter, doordat de omvang van de kortlopende schuld naar verwachting toeneemt, ontstaat een structurele tegenvaller van € 81 mln. in 2025 oplopend tot € 684 mln. in 2029.

3. Aflossing vaste schuld

Door de vervroegde aflossing van obligaties in 2024 zal in 2026 en 2027 minder afgelost worden (in totaal € 749 mln.). In 2029 neemt de aflossing van de vaste schuld met € 2,4 mld. toe als gevolg van de uitgifte van een nieuwe staatsobligatie.

4. Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer daalt in 2025 met € 485 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 met name door de verwachting dat sociale fondsen minder middelen zullen aanhouden in de schatkist. Hierdoor ontstaat een meevaller van € 485 mln. in 2025 aflopend tot € 159 mln. in 2028.

Tabel 5 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

84.307.569

109.782.052

83.197.411

82.524.062

80.316.093

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Uitgifte vaste schuld

11

– 29.084.000

– 10.172.000

2.511.000

– 1.743.000

– 5.329.000

 

2) Mutatie vlottende schuld

11

28.203.000

0

0

0

0

 

3) Rente kasbeheer

12

– 29.762

– 29.882

– 28.433

– 26.790

– 24.622

 

4) Ontvangen aflossingen

12

– 939

– 3.154

– 5.451

– 26.111

– 47.740

 

5) Mutaties in rekening courant en deposito

12

– 1.880.811

– 1.841.836

81.957

715.506

1.648.528

 

6) Extrapolatie

div

0

0

0

0

0

79.005.244

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

81.515.057

97.735.180

85.756.484

81.443.667

76.563.259

79.005.244

Toelichting

1. Uitgifte vaste schuld

De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met € 29,1 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2025. Daarin is opgenomen dat de Nederlandse staat € 40 mld. aan staatsobligaties zal uitgegeven. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2025 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. Daarnaast is de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2026, 2028 en 2029 naar beneden bijgesteld als gevolg van een lager geraamd kastekort. In 2027 wordt naar verwachting per saldo meer schuld uitgegeven door hogere uitgaven van de rijksoverheid.

2. Mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld neemt in 2025 naar verwachting toe met € 28,2 mld. als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er meer financiering wordt aangetrokken op de geldmarkt. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

3. Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is in de periode van 2025 tot en met 2029 lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie van verstrekte leningen en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB.

4. Ontvangen aflossingen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen en rechtspersonen met een wettelijke taak in het kader van schatkistbankieren worden afgesloten, in de periode van 2025 tot en met 2029 per saldo lager uitvallen dan eerder geraamd.

5. Mutaties in rekening courant en deposito

Uit de actualisatie van de raming van uitgaven en ontvangsten van sociale fondsen blijkt dat deze fondsen in 2025 en 2026 naar verwachting minder overtollige middelen zullen storten in de schatkist. Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s daalt ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025. Voor de periode van 2027 tot en met 2029 is de verwachting dat de sociale fondsen meer middelen aanhouden in de schatkist.

3. Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

3.547.362

0

3.547.362

577.084

4.124.446

– 117.628

51.915

356.352

152.246

3.311.000

                     

Uitgaven (1) + (2)

3.682.000

0

3.682.000

116.777

3.798.777

67.161

22.712

17.039

3.430

3.413.275

                     

(1) Apparaatsuitgaven

3.605.884

0

3.605.884

9.981

3.615.865

– 13.398

– 54.906

– 57.163

– 61.811

3.277.127

                     

Personele uitgaven

3.088.999

0

3.088.999

– 15.011

3.073.988

– 25.143

– 53.334

– 56.720

– 61.368

2.874.670

Eigen personeel

2.678.071

0

2.678.071

– 64.133

2.613.938

– 41.358

– 53.334

– 56.720

– 61.368

2.543.892

Inhuur externen

369.268

0

369.268

49.122

418.390

16.215

0

0

0

321.875

Overig personeel

41.660

0

41.660

0

41.660

0

0

0

0

8.903

                     

Materiële uitgaven

516.885

0

516.885

24.992

541.877

11.745

– 1.572

– 443

– 443

402.457

ICT

37.503

0

37.503

12.391

49.894

58

58

0

0

30.907

Bijdrage aan SSO's

388.481

0

388.481

– 12.503

375.978

– 9.643

– 22.469

– 21.282

– 21.282

280.842

Overig materieel

90.901

0

90.901

25.104

116.005

21.330

20.839

20.839

20.839

90.708

                     

(2) Programma-uitgaven

76.116

0

76.116

106.796

182.912

80.559

77.618

74.202

65.241

136.148

                     

Garanties

181

0

181

0

181

0

0

0

0

181

Garantie procesrisico's

181

0

181

0

181

0

0

0

0

181

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

13.999

0

13.999

1.448

15.447

1.478

1.187

0

0

13.999

Waarderingskamer

2.489

0

2.489

0

2.489

0

0

0

0

2489

Kadaster

2.933

0

2.933

0

2.933

0

0

0

0

2933

Kamer van Koophandel

341

0

341

0

341

0

0

0

0

341

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

8.236

0

8.236

1.448

9.684

1.478

1.187

0

0

8.236

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.387

0

3.387

48

3.435

0

0

0

0

3.387

Internationale Douaneraad

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage overige (inter)nationale organisaties

3.387

0

3.387

48

3.435

0

0

0

0

3.387

                     

Opdrachten

391.097

0

391.097

22.445

413.542

16.471

16.471

7.980

0

373.356

ICT opdrachten

330.721

0

330.721

22.445

353.166

16.471

16.471

7.980

0

305.900

Overige opdrachten

60.376

0

60.376

0

60.376

0

0

0

0

67.456

                     

Bijdrage aan agentschappen

12.889

0

12.889

1.170

14.059

0

0

0

0

12.877

Bijdrage Logius

4.287

0

4.287

0

4.287

0

0

0

0

4.275

Bijdrage overige agentschappen

8.602

0

8.602

1.170

9.772

0

0

0

0

8.602

                     

(Schade)vergoeding

28.385

0

28.385

– 435

27.950

– 435

– 435

– 435

– 435

5.950

(Schade)vergoedingen

24.993

0

24.993

– 435

24.558

– 435

– 435

– 435

– 435

2.558

Vergoeding proceskosten

3.392

0

3.392

0

3.392

0

0

0

0

3.392

                     

Rente

93.149

0

93.149

82.120

175.269

63.045

60.395

66.657

65.676

143.220

Belasting- en invorderingsrente

93.149

0

93.149

82.120

175.269

63.045

60.395

66.657

65.676

143.220

                     

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

– 466.971

0

– 466.971

0

– 466.971

0

0

0

0

– 416.822

Toerekening uitgaven aan Douane

– 219.419

0

– 219.419

0

– 219.419

0

0

0

0

– 219.509

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

– 247.552

0

– 247.552

0

– 247.552

0

0

0

0

– 197.313

                     

Ontvangsten (3) + (4)

204.142.129

0

204.142.129

3.623.653

207.765.782

4.329.057

4.523.847

4.543.288

7.104.232

276.333.265

                     

Programma-ontvangsten (3)

204.050.740

0

204.050.740

3.603.593

207.654.333

4.312.997

4.507.787

4.535.228

7.103.172

276.249.395

                     

waarvan: Belastingontvangsten

202.574.477

0

202.574.477

3.475.511

206.049.988

4.215.430

4.403.712

4.424.305

6.977.932

274.849.173

                     

Bekostiging

230.864

0

230.864

0

230.864

0

0

0

0

230.864

Doorbelasten kosten vervolging

230.864

0

230.864

0

230.864

0

0

0

0

230.864

                     

Rente

1.006.758

0

1.006.758

113.082

1.119.840

82.567

104.075

110.923

125.240

930.717

Belasting- en invorderingsrente

1.006.758

0

1.006.758

113.082

1.119.840

82.567

104.075

110.923

125.240

930.717

                     

Boetes en schikkingen

238.641

0

238.641

15.000

253.641

15.000

0

0

0

238.641

Ontvangsten boetes en schikkingen

238.641

0

238.641

15.000

253.641

15.000

0

0

0

238.641

                     

Apparaatsontvangsten (4)

91.389

0

91.389

20.060

111.449

16.060

16.060

8.060

1.060

83.870

Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

3.547.362

0

3.547.362

577.084

4.124.446

– 117.628

51.915

356.352

152.246

3.311.000

waarvan garantieverplichtingen

336

0

336

0

336

0

0

0

0

336

Garantie procesrisico's

336

0

336

0

336

0

0

0

0

336

waarvan overige verplichtingen

3.547.026

0

3.547.026

577.084

4.124.110

– 117.628

51.915

356.352

152.246

3.310.664

Tabel 8 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2025

juridisch verplicht

69,9%

bestuurlijk gebonden

4,9%

beleidsmatig gereserveerd

25,2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

X Noot
1

De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven die in 2025 reeds zijn gedaan, zijn aangemerkt als juridisch verplicht. Inzake nog niet gerealiseerde uitgaven het volgende:

Uitgaven die vallen onder de rubriek «Rente» zijn voor 100% juridisch verplicht. Ze vloeien bijvoorbeeld voort uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 (rente-uitgaven). De programma-uitgaven die vallen onder de rubrieken «Bijdragen aan ZBO's/RWT's», «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties» en «Bijdragen aan agentschappen» zijn voor 100% bestuurlijk gebonden verplichtingen voor zover zij niet door getekende contracten al juridisch verplicht zijn. De bijdrage aan de Waarderingskamer is voor 100% bestuurlijk gebonden op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die worden gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Ook bij de bijdragen aan Agentschappen en bijdragen aan Internationale organisaties geldt dat afspraken zijn gemaakt over de bijdragen en de dienstverlening, waardoor ook deze uitgaven als 100% bestuurlijk gebonden worden aangemerkt.

De overige programma-uitgaven betreffen met name de categorie «Opdrachten», waarvoor geldt dat deze gedeeltelijk als juridisch verplicht zijn aan te merken op het moment van het vaststellen van de begroting 2025. Hiervoor zijn dan bijvoorbeeld contracten gesloten ten behoeve van ICT en/of andere benodigde diensten voor de uitvoering van de primaire processen van de Belastingdienst. Voorbeelden hiervan zijn (verlenging van) licenties en onderhoudscontracten voor software en hardware. Een ander voorbeeld zijn de uitgaven voor papieren dienstverlening (brieven aan burgers en bedrijven). Over het algemeen geldt wel dat de niet-juridische verplichte uitgaven noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de primaire processen.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt meerjarig aangepast en in 2025 verhoogd met € 577 mln. Voor een deel zijn de mutaties in de verplichtingen gelijk aan de uitgavenmutaties. Waar de mutaties gelijk zijn aan de mutaties in de uitgaven wordt dit toegelicht onder «Uitgaven». Het verplichtingenbudget wordt verhoogd vanwege een herijking als gevolg van het extra kasbudget, afwijkend verplichtingenritme en onderhandelingen en besluitvorming betreffende meerjarige contracten. Een ophoging van het verplichtingenbudget is nodig voor het aangaan of verlengen van nieuwe contracten waarvoor al meerjarig kasbudget beschikbaar is. Dit is voornamelijk het geval bij Opdrachten (ICT en overig). Contracten zoals de aanbestedingen voor de modernisering van het systeem Omzetbelasting en modernisering van het analytics platform, voor de internetverbinding van het overheidsdatacenter en voor de postbezorging zorgen naar verwachting voor een piek in 2025.

Uitgaven

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven van de Belastingdienst wordt per saldo verlaagd: € 15 mln. in 2025 en € 61 mln. structureel. De voornaamste reden is de bijdrage van € 38 mln. per jaar structureel vanaf 2025 ten behoeve van het terugdraaien of verlagen van verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord naar aanleiding van het amendement van het lid Bontenbal c.s. Daarnaast vallen de naar verwachting incidenteel niet benodigde middelen (€ 35 mln. in 2025 en € 26 mln. in 2026) vrij voor het generale beeld en draagt de Belastingdienst structureel € 17 mln. bij aan de rijksbrede taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord (die reeds verwerkt was op artikel 8 Apparaat). In verband met het aanvullende herstel box 3 wordt vanaf de Aanvullende Post € 35 mln. voor 2025 en € 38 mln. voor 2026 toegevoegd aan het personeelsbudget van de Belastingdienst (het overige budget wordt toegevoegd aan het materieel budget). Het gaat hierbij om een gedeelte van de uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3. In 2025 en 2026 wordt cumulatief € 25 mln. geheralloceerd voor werkzaamheden in het kader van inzage in het fiscaal dossier.5 Daarnaast ontvangt de Belastingdienst budget voor werkzaamheden in opdracht van DG Toeslagen (€ 8 mln. in 2025) en de uitvoering van sanctiemaatregelen in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (€ 4 mln. in 2025 en € 5 mln. structureel).

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt incidenteel verhoogd met € 25 mln. in 2025 en structureel verlaagd met € 0,4 mln. In verband met het aanvullend herstel box 3 wordt vanaf de Aanvullende Post € 10 mln. voor 2025 en € 12 mln. voor 2026 toegevoegd aan het materieel budget van de Belastingdienst (het overige budget wordt toegevoegd aan het personeelsbudget). Daarnaast wordt er vanuit artikel 13 Toeslagen € 15 mln. in 2025 naar de Belastingdienst overgeheveld voor overheadskosten ten gevolge van de groei van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).

Opdrachten

Het budget voor Opdrachten (ICT en overig) wordt incidenteel verhoogd met € 22 mln. in 2025. Dit heeft te maken met de kosten voor onder andere geleverde diensten door de Belastingdienst aan het overheidsdatacenter (ODC) en voor rijksbrede dienstverlening onder beheer van de Belastingdienst (zoals videobellen). Hiertegenover staan evenredige ontvangsten.

Rente

De uitgavenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) en de realisatiecijfers uit 2024. Verder wordt er in 2025 € 23 mln. aan rentevergoedingen geraamd in verband met het dossier Sondervermögen (waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat een Duits fonds geen buitenlands belastingplichtige is in Nederland).

Ontvangsten

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd n.a.v. de nieuwe raming van de korte rente uit het CEP van het CPB en de realisatiecijfers uit 2024.

Boetes en schikkingen

Op basis van de gerealiseerde boeteontvangsten in 2024, wordt de raming in 2025 en 2026 opwaarts bijgesteld.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsonvangsten worden opwaarts bijgesteld (€ 20 mln. in 2025 en € 1 mln. structureel). In 2025 worden hogere ontvangsten verwacht voor onder andere geleverde diensten door de Belastingdienst aan het overheidsdatacenter (ODC) en voor rijksbrede dienstverlening onder beheer van de Belastingdienst (zoals videobellen). Hiertegenover staan evenredige uitgaven.

Belastingontvangsten

In de Voorjaarsnota 2025 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de Voorjaarsnota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 9 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2025

ISB's

Vastgestelde begroting 2025 na ISB's (1)

Mutatie 1e suppletoire begroting (2)

Stand 1e suppletoire begroting 2025 (3) = (1+2)

Totaal belastingontvangsten

273.833.945

0

273.833.945

5.236.014

279.069.959

–/– Afdracht Gemeentefonds

44.896.000

0

44.896.000

1.359.633

46.255.633

–/– Afdracht Provinciefonds

3.552.438

0

3.552.438

226.511

3.778.949

–/– Afdracht BES-fonds

87.642

0

87.642

9.734

97.376

–/– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

4.248.694

0

4.248.694

15.979

4.264.673

–/– Belastingontvangsten artikel 9 Douane

18.474.694

0

18.474.694

148.646

18.623.340

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

202.574.477

0

202.574.477

3.475.511

206.049.988

Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

28.452

0

28.452

2.512

30.964

3.489

1.200

1.200

1.200

28.056

                     

Uitgaven

28.452

0

28.452

2.665

31.117

3.489

1.200

1.200

1.200

28.056

                     

Bekostiging

7.910

0

7.910

0

7.910

0

0

0

0

7.902

Accountantskamer

1.460

0

1.460

0

1.460

0

0

0

0

1.460

Muntcirculatie

5.115

0

5.115

0

5.115

0

0

0

0

5.107

IMVO convenanten

32

0

32

0

32

0

0

0

0

32

Overig

1.303

0

1.303

0

1.303

0

0

0

0

1.303

                     

Opdrachten

8.156

0

8.156

1.190

9.346

3.489

1.200

1.200

1.200

7.735

Wijzer in geldzaken

1.634

0

1.634

0

1.634

1.455

0

0

0

179

Vakbekwaamheid

4.660

0

4.660

0

4.660

0

0

0

0

4.660

Uitvoeringskosten SRH

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Schadeloosstelling SRH

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overig

1.862

0

1.862

1.190

3.052

2.034

1.200

1.200

1.200

2.896

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

11.095

0

11.095

1.475

12.570

0

0

0

0

11.068

Bijdrage AFM BES-toezicht

737

0

737

0

737

0

0

0

0

737

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.112

0

2.112

0

2.112

0

0

0

0

2.112

Bijdrage toezicht en handhaving MIF

488

0

488

– 330

158

0

0

0

0

488

Bijdrage PSD II

592

0

592

– 195

397

0

0

0

0

592

Bijdrage FEC

4.532

0

4.532

0

4.532

0

0

0

0

4.532

Overig

2.634

0

2.634

2.000

4.634

0

0

0

0

2.607

                     

Storting/onttrekking begrotingsreserve

625

0

625

0

625

0

0

0

0

625

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Dotatie begrotingsreserve NHT

625

0

625

0

625

0

0

0

0

625

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

666

0

666

0

666

0

0

0

0

726

IASB

441

0

441

0

441

0

0

0

0

441

(Caribean) Financial Action Task Force

225

0

225

0

225

0

0

0

0

285

                     

Ontvangsten

9.905

0

9.905

0

9.905

1.455

0

0

0

8.450

                     

Bekostiging

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

2.000

Ontvangsten muntwezen

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

2.000

Toename munten in circulatie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Opdrachten

1.455

0

1.455

0

1.455

1.455

0

0

0

0

Wijzer in geldzaken

1.455

0

1.455

0

1.455

1.455

0

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Ontvangsten

6.450

0

6.450

0

6.450

0

0

0

0

6.450

Overig

6.450

0

6.450

0

6.450

0

0

0

0

6.450

Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

28.452

0

28.452

2.512

30.964

3.489

1.200

1.200

1.200

28.056

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

– 153

– 153

0

0

0

0

0

Garantie SRF

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Garantie WAKO (kernongevallen)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Garantie DGS BES

0

0

0

– 153

– 153

0

0

0

0

0

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

waarvan overige verplichtingen

28.452

0

28.452

2.665

31.117

3.489

1.200

1.200

1.200

28.056

Muntcirculatie

5.115

0

5.115

0

5.115

0

0

0

0

5.107

Vakbekwaamheid

4.660

0

4.660

0

4.660

0

0

0

0

4.660

Schadeloosstelling SRH

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.112

0

2.112

0

2.112

0

0

0

0

2.112

Bijdrage FEC

4.532

0

4.532

0

4.532

0

0

0

0

4.532

Overige betalingsverplichtingen

12.033

0

12.033

2.665

14.698

3.489

1.200

1.200

1.200

11.645

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

71,0%

bestuurlijk gebonden

14,1%

beleidsmatig gereserveerd

14,9%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Van de uitgaven op artikel 2 is in 2025 71% juridisch verplicht. Deze verplichte uitgaven (€ 22,1 mln.) bestaan voor het grootste deel uit uitgaven voor vakbekwaamheid (€ 4,7 mln.), muntcirculatie (€ 5,1 mln.), de bijdrage aan het Financieel Expertise Centrum (FEC) (€ 4,5 mln.), de bijdragen aan AFM en DNB voor het toezicht op de BES-eilanden (€ 2,8 mln.), de uitgaven inzake Wijzer in geldzaken (€ 1,6 mln.) en uitgaven omtrent de Accountantskamer (€ 1,5 mln.).

De juridisch verplichte uitgaven aan vakbekwaamheid betreffen de kosten van de centrale Wft-examinering. Het inhoudelijk beheer van de Wft-examinering is opgedragen aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD), terwijl het functionele en technische beheer is ondergebracht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Uitgangspunt is dat de uitgaven worden gefinancierd uit de examengelden (leges) die worden afgedragen aan het ministerie (zie ontvangsten overig). De daaromtrent gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst met het CDFD en een overeenkomst met de DUO.

De juridisch verplichte uitgaven vanwege de muntcirculatie komen voort uit de Muntwet, de afspraken met DNB en de afspraken in muntcontract voor circulatiemunten en het muntcontract voor verzamelaarsmunten van DNB met de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM). De afspraken betreffen onder meer de te verstrekken vergoedingen vanwege:

  • de productie van circulatiemunten (hieronder vallen niet de aanschafkosten van de circulatiemunten);

  • de productie en distributie van munten die speciaal voor verzamelaars worden geslagen;

  • het verzorgen van de geldsomloop voor zover deze uit munten bestaat;

  • het fungeren als Nationaal Analysecentrum voor Munten.

De bestuurlijk gebonden uitgaven (14,1%) hebben met name betrekking op de uitvoeringstoets van het verbod op cashbetalingen van € 3.000 of meer. Tevens zien deze uitgaven op juridische kosten omtrent de zaak Conservatrix. De beleidsmatig gereserveerde uitgaven (14,9%) hebben betrekking op de implementatie en beheerskosten van de UBO-registers (Ultimate Beneficial Owners, uiteindelijke belanghebbenden).

Verplichtingen

Overige verplichtingen

Overige betalingsverplichtingen

De post overige betalingsverplichtingen is meerjarig bijgesteld. Zie ook de toelichtingen onder «Uitgaven» (Opdrachten – Overig en Bijdrage aan ZBO's/ RWT's – Overig).

Uitgaven

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

De reeds gemaakte financieringsafspraken met de partners van Wijzer in geldzaken voor 2026 waren nog niet opgenomen bij de uitgaven en ontvangsten. Zodoende is de post met € 1,5 mln. bijgesteld voor 2026.

Overig

De post overig is meerjarig bijgesteld. Onder andere betreffen dit juridische kosten omtrent de zaak Conservatrix, bancaire kosten in Saba en kosten inzake bijstand voor vitale sectoren door het Nationale Cybersecurity Centrum (NCSC).

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Overig

Door de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) zijn eind 2022 de UBO-registers gesloten. Omdat nog niet alle Wwft-instellingen weer uittreksels uit het register kunnen opvragen, zijn de beschikbare middelen niet toereikend om de kosten voor beheer en ontwikkeling te kunnen dekken. Deze kosten bedragen € 2,0 mln. in 2025.

Ontvangsten

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

Zie toelichting onder «Uitgaven».

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

19.975.561

0

19.975.561

54.966.460

74.942.021

– 300

– 300

– 300

– 300

109.874

                     

Uitgaven

14.783.893

0

14.783.893

2.999.700

17.783.593

– 300

– 300

– 300

– 300

109.874

                     

Garanties

20

0

20

0

20

0

0

0

0

20

Regeling Bijzondere Financieringen

20

0

20

0

20

0

0

0

0

20

                     

Leningen

14.200.000

0

14.200.000

0

14.200.000

0

0

0

0

0

Lening TenneT

14.200.000

0

14.200.000

0

14.200.000

0

0

0

0

0

                     

Opdrachten

4.704

0

4.704

0

4.704

0

0

0

0

4.985

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4.704

0

4.704

0

4.704

0

0

0

0

4.985

Opstart Invest International

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Vermogensverschaffing/-onttrekking

574.000

0

574.000

3.000.000

3.574.000

0

0

0

0

100.000

Kapitaalinjectie TenneT

0

0

0

3.000.000

3.000.000

0

0

0

0

0

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

100.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

0

330.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest International

144.000

0

144.000

0

144.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie regionale netbeheerders

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

5.169

0

5.169

– 300

4.869

– 300

– 300

– 300

– 300

4.869

NLFI

5.169

0

5.169

– 300

4.869

– 300

– 300

– 300

– 300

4.869

                     

Ontvangsten

1.812.752

0

1.812.752

98.803

1.911.555

– 347.882

– 114.911

– 92.000

– 45.000

2.772.992

                     

Garanties

1.000

0

1.000

3.000

4.000

33.000

75.000

115.000

157.000

189.000

Premieontvangsten garantie TenneT

0

0

0

3.000

3.000

33.000

75.000

115.000

157.000

188.000

Premieontvangsten garantie KLM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Premieontvangsten Gasunie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Premieontvangsten garantie FMO

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

1.000

                     

Leningen

743.252

0

743.252

– 115.134

628.118

– 158.882

– 12.911

0

0

1.632.492

Renteontvangsten lening KLM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Aflossing lening KLM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Renteontvangsten lening TenneT

743.252

0

743.252

– 115.134

628.118

– 158.882

– 12.911

0

0

1.632.492

                     

Vermogensverschaffing/-onttrekking

1.064.000

0

1.064.000

210.937

1.274.937

– 222.000

– 177.000

– 207.000

– 202.000

947.000

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

0

0

409.737

409.737

0

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

100.000

Dividenden staatsdeelnemingen

964.000

0

964.000

– 198.800

765.200

– 222.000

– 177.000

– 207.000

– 202.000

847.000

Winstafdracht DNB

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.500

0

4.500

0

4.500

0

0

0

0

4.500

NLFI

4.500

0

4.500

0

4.500

0

0

0

0

4.500

Tabel 14 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

                   

Verplichtingen

19.975.561

0

19.975.561

54.966.460

74.942.021

– 300

– 300

– 300

– 300

109.874

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

51.966.760

51.966.760

0

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Garantie FMO

0

0

0

– 33.240

– 33.240

0

0

0

0

0

Garantie TenneT

0

0

0

52.000.000

52.000.000

0

0

0

0

0

                     

waarvan overige verplichtingen

19.975.561

0

19.975.561

2.999.700

22.975.261

– 300

– 300

– 300

– 300

109.874

Lening KLM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Lening SRH

– 8.332

0

– 8.332

0

– 8.332

0

0

0

0

0

Lening TenneT

19.400.000

0

19.400.000

0

19.400.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

0

0

0

3.000.000

3.000.000

0

0

0

0

0

Verwerving vermogenstitels

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.000

0

100.000

0

100.000

0

0

0

0

100.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

0

330.000

0

330.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest International

144.000

0

144.000

0

144.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie regionale netbeheerders

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

9.893

0

9.893

– 300

9.593

– 300

– 300

– 300

– 300

9.874

Tabel 15 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

82,0%

bestuurlijk gebonden

18,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven op artikel 3 zijn in 2025 voor 82% juridisch verplicht en voor 18% bestuurlijk gebonden. De juridisch verplichte uitgaven bestaan voornamelijk uit de lening aan TenneT, (een deel van) de kapitaalinjecties aan Invest-NL en de afdrachten Staatsloterij. De bestuurlijk gebonden uitgaven bestaan vooral uit de gereserveerde kapitaastorting TenneT en de kapitaalinjecties aan Invest International.

Kapitaalinjectie Invest International en Invest-NL

De kapitaalinjecties voor Invest International zijn bestuurlijk gebonden. Na goedkeuring van de concrete aanvragen voor de kapitaalinjecties door Invest International wordt de verplichting juridisch vastgelegd. De kapitaalinjecties voor Invest-NL zijn grotendeels juridisch verplicht. Voor beide instellingen geldt dat de kapitaalinjecties naar verwachting nodig zijn om hun activiteiten uit te voeren.

Afdrachten Staatsloterij

De afdrachten Staatsloterij (uitgaven en ontvangsten) zijn 100% juridisch verplicht op basis van de Wet op de Kansspelen (WOK).

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantie FMO

De uitstaande garantie (USD 16 mld.) wordt naar beneden bijgesteld met € 33,2 mln. aan de hand van de EUR-USD wisselkoers per 1 maart 2025. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gestegen, daalt de waarde van deze garantie.

Garantie TenneT

De financieringsbehoefte van TenneT Nederland werd voorheen ingevuld met een combinatie van eigen vermogen en vreemd vermogen (ofwel schuld). Door de grote investeringsagenda neemt de financieringsbehoefte fors toe. Om te zorgen dat TenneT Nederland deze investeringsopgave kan financieren, heeft het kabinet besloten een garantie af te geven. Daarmee kan TenneT Nederland leningen aantrekken met dezelfde kredietwaardigheid als de Nederlandse staat (AAA). Als gevolg hiervan kan TenneT Nederland meer en goedkoper schuld ophalen op de kapitaalmarkt. In 2025 bedraagt het schuldplafond van de garantie € 52 mld. Over de garantie zal de Staat jaarlijks premie ontvangen.

Verplichtingen en uitgaven

Overige verplichtingen

Kapitaalinjectie TenneT

In totaal is een reservering van € 7,3 mld. voor kapitaalstortingen in TenneT Duitsland opgenomen. Hiervan is € 3,0 mld. opgenomen op de Financiënbegroting, de overige € 4,3 mld. is op de Aanvullende Post gereserveerd. De gehele reservering moet worden gezien als een last resort maatregel, die zal worden gebruikt in het onverwachte geval dat de deelname van private investeerders niet voldoende is om de gehele kapitaalbehoefte in te vullen. Het kabinet acht een deelname van private investeerders in TenneT Duitsland de beste structurele oplossing voor het invullen van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland.

Ontvangsten

Garanties

Premieontvangsten TenneT

De Staat ontvangt als garantieverstrekker garantiepremie voor het verstrekken van de garantie aan TenneT Nederland. De premie wordt betaald over alle schuld die TenneT nieuw heeft aangetrokken onder de garantie en wordt gelijkgesteld aan het verwachte financieringsvoordeel dat TenneT krijgt door het verstrekken van de garantie.

Leningen

Renteontvangsten Lening TenneT

De raming van de renteontvangsten op de lening aan TenneT wordt bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten ten aanzien van het betaalritme waarmee TenneT de rente op leningsfaciliteit voldoet en de hoogte van de rente.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Aan-/verkoop vermogenstitels

De verwachte ontvangsten worden met € 409,7 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door het lopende verkoopprogramma van aandelen ABN AMRO tot en met maart 2025.

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendraming van de niet-financiële staatsdeelnemingen wordt aangepast als gevolg van de huidige marktomstandigheden. Er worden per saldo hogere ontvangsten verwacht, onder meer de winst van Schiphol valt de komende jaren hoger uit dan was geraamd in de begroting. Wel is het dividenduitkeringspercentage van Schiphol verlaagd, om Schiphol een gezonde financiële positie te laten behouden, gegeven haar grote investeringsagenda.

Voor de financiële staatsdeelnemingen worden lagere ontvangsten verwacht, onder andere door de afbouw van het belang in ABN AMRO. Hierdoor wordt over minder aandelen dividend ontvangen.

Per saldo voor zowel de financiële als niet-financiële staatsdeelnemingen betreft het in 2025 een bijstelling naar beneden van circa € 199 mln.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

2.584.933

0

2.584.933

6.543

2.591.476

– 1

92.694

75.371

63.236

2.129

                     

Uitgaven

628.955

0

628.955

363.327

992.282

– 312.645

– 2.077

0

95.028

460.325

                     

Garanties

7.559

0

7.559

33.841

41.400

16.793

– 2.077

0

0

0

EIB pan-Europees garantiefonds

7.559

0

7.559

33.841

41.400

16.793

– 2.077

0

0

0

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

618.935

0

618.935

329.438

948.373

– 329.438

0

0

95.028

458.196

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

1.519

0

1.519

0

1.519

0

0

0

0

19

Rentecompensatie ESM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Wereldbank

323.080

0

323.080

329.438

652.518

– 329.438

0

0

95.028

458.177

EBRD

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Kapitaalinleg ESM

252.900

0

252.900

0

252.900

0

0

0

0

0

Bijdrage EU voor rente Oekraïne

41.436

0

41.436

0

41.436

0

0

0

0

0

                     

Leningen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Teruggave winsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Lening aan Oekraïne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Opdrachten

2.461

0

2.461

48

2.509

0

0

0

0

2.129

Technische assistentie

2.361

0

2.361

0

2.361

0

0

0

0

2.029

Overige opdrachten

100

0

100

48

148

0

0

0

0

100

                     

Ontvangsten

67.620

0

67.620

– 9.193

58.427

– 169.722

– 165.254

– 161.819

1.474

247.766

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.733

0

3.733

0

3.733

0

0

0

0

2.965

Ontvangsten IFI's

3.733

0

3.733

0

3.733

0

0

0

0

2.965

Ontvangsten ESM Kapitaal

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Leningen

63.887

0

63.887

– 9.193

54.694

– 169.722

– 165.254

– 161.819

1.474

244.801

Aflossing lening Griekenland

0

0

0

0

0

– 159.919

– 159.919

– 159.919

0

159.919

Renteontvangsten lening Griekenland

63.887

0

63.887

– 9.193

54.694

– 9.803

– 5.335

– 1.900

1.474

48.211

Aflossing lening Oekraïne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

33.333

Renteontvangsten lening Oekraïne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

3.338

Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

2.584.933

0

2.584.933

6.543

2.591.476

– 1

92.694

75.371

63.236

2.129

waarvan garantieverplichtingen

1.364.000

0

1.364.000

43.067

1.407.067

0

0

0

0

0

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Garantie aan DNB inzake IMF

0

0

0

57.124

57.124

0

0

0

0

0

ESM

1.364.000

0

1.364.000

0

1.364.000

0

0

0

0

0

EFSM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

AIIB

0

0

0

– 1.678

– 1.678

0

0

0

0

0

EIB

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Wereldbank

0

0

0

– 12.379

– 12.379

0

0

0

0

0

SURE

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

EIB – pan-Europees garantiefonds

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

NGEU

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

MFB

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

MFB Headroomgarantie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Oekraïne faciliteit

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

waarvan overige verplichtingen

1.220.933

0

1.220.933

– 36.524

1.184.409

– 1

92.694

75.371

63.236

2.129

EIB – pan-Europees garantiefonds

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

1

0

1

– 1

0

– 1

– 1

– 1

– 1

0

Rentecompensatie ESM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Wereldbank

965.571

0

965.571

– 36.571

929.000

0

92.695

75.372

63.237

0

EBRD

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Kapitaalinleg ESM

252.900

0

252.900

0

252.900

0

0

0

0

0

Bijdrage EU voor rente Oekraïne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Teruggave winsten SMP/ANFA

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Lening aan Oekraïne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Technische assistentie kiesgroeplanden

2.361

0

2.361

0

2.361

0

0

0

0

2.029

Overige betalingsverplichtingen

100

0

100

48

148

0

0

0

0

100

Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

99,7%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

In 2025 bedraagt het totaal aan juridisch verplichte uitgaven 99,7% van het totaal aan uitgaven. Het bestaat voornamelijk uit uitgaven op garanties en bijdragen aan internationale organisaties. De 0,3% bij beleidsmatig gereserveerd bestaat voornamelijk uit technische assistentie aan kiesgroeplanden waarvoor nog geen verplichting is aangegaan.

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantie aan DNB inzake IMF

De uitstaande garantie wordt met € 57,1 mln. bijgesteld op basis van de wisselkoers. De garantie is in SDR (Special Drawing Rights) ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

Wereldbank – IBRD

De uitstaande garantie aan de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD, onderdeel van de Wereldbank) wordt met € 12,4 mln. bijgesteld op basis van de wisselkoers. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

Overige verplichtingen

Wereldbank – IDA

Het verplichtingenbudget voor de International Development Association (IDA, onderdeel van de Wereldbank) wordt geactualiseerd op basis van de laatste ontwikkelingen. Zo wordt het budget in 2025 verlaagd en gelijk gesteld aan de toegezegde bijdrage aan IDA21 conform het onderhandelingsresultaat (€ 929 mln. op de FIN-begroting). Tevens wordt het verplichtingenbudget in 2027, 2028 en 2029 gelijk gesteld aan de resterende gereserveerde middelen voor toekomstige IDA-bijdragen.

Uitgaven

Garanties

EIB pan-Europees garantiefonds

De EIB heeft in 2020 het pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis te beperken. De allocatieperiode voor de producten in het fonds is afgelopen, waardoor het EGF nu in een fase zit waarin de garanties ingeroepen kunnen worden. De uitgaven zullen verspreid plaatsvinden over enkele jaren, daarom is deze verliesraming opgenomen. De betalingen voor 2025 en 2026 vallen naar schatting hoger uit dan het eerder gereserveerde bedrag, met een bedrag van € 33,8 mln. en € 16,8 mln. Dit komt doordat moeilijk te ramen is wanneer de verliezen zich precies voordoen en verliezen zich later voordoen vanwege een eerdere verlenging van het fonds. Om dezelfde reden vielen de verliezen in 2023 lager en in 2024 hoger uit dan geraamd. De investeringen onder het garantiefonds houden een hoog risicoprofiel, Nederland acht het daarom waarschijnlijk dat de garantie ingeroepen zal worden. Ondanks deze aanpassing is de verwachting dat het totale Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen niet zal stijgen (blijft 20% van de totale garantie, verdeeld over de looptijd van het fonds)6.

Wereldbank – IDA

Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de IDA bijdrage aan de Wereldbank. De geplande betalingen van € 329,4 mln. in 2026 worden al bijgedragen in 2025. Tevens worden vanaf 2029 vanuit de begroting van BHO extra middelen overgeheveld ten gunste van de IDA-bijdrage. De IDA bijdrage valt onder het ODA-budget.

Ontvangsten

Leningen

Aflossing lening Griekenland

In 2024 heeft Griekenland een deel van de uitstaande leningen onder de Greek Loan Facility vervroegd afgelost (€ 479,8 mln.). Het totale bedrag staat gelijk aan de voorziene aflossing voor 2026, 2027 en 2028, waardoor in deze jaren niet zal worden afgelost.

Renteontvangsten lening Griekenland

Op basis van de meest recente renteramingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de bijstelling van de aflossing van de lening worden de verwachte renteontvangsten van de lening aan Griekenland bijgesteld.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

10.086.158

0

10.086.158

12.586

10.098.744

5.396

4.016

4.016

4.016

10.090.827

                     

Uitgaven

148.158

0

148.158

7.586

155.744

396

– 984

– 984

– 984

147.827

                     

Opdrachten

19.386

0

19.386

2.586

21.972

1.396

16

16

16

20.033

Kostenvergoeding Atradius DSB

19.283

0

19.283

1.836

21.119

1.396

16

16

16

19.930

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

750

750

0

0

0

0

0

Overige uitgaven

103

0

103

0

103

0

0

0

0

103

                     

Garanties

57.000

0

57.000

6.000

63.000

0

0

0

0

57.000

Schade-uitkering EKV

57.000

0

57.000

0

57.000

0

0

0

0

57.000

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

6.000

6.000

0

0

0

0

0

                     

Storting/onttrekking begrotingsreserve

71.772

0

71.772

– 1.000

70.772

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

70.794

Mutatie begrotingsreserve EKV

71.772

0

71.772

– 1.000

70.772

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

70.794

                     

Ontvangsten

131.458

0

131.458

3.836

135.294

– 4.604

– 5.984

– 5.984

– 5.984

99.505

                     

Garanties

107.175

0

107.175

2.000

109.175

– 6.000

– 6.000

– 6.000

– 6.000

74.575

Premies EKV

70.244

0

70.244

0

70.244

0

0

0

0

70.244

Premies herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

7.000

7.000

0

0

0

0

0

Schaderestituties EKV voor 1999

26.743

0

26.743

0

26.743

0

0

0

0

0

Schaderestituties EKV vanaf 1999 tot 2019

1.528

0

1.528

– 1.000

528

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

550

Schaderestituties EKV na 2019

8.660

0

8.660

– 5.000

3.660

– 5.000

– 5.000

– 5.000

– 5.000

3.781

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

1.000

1.000

0

0

0

0

0

                     

Storting/onttrekking begrotingsreserve

24.283

0

24.283

1.836

26.119

1.396

16

16

16

24.930

Mutatie begrotingsreserve EKV

24.283

0

24.283

1.836

26.119

1.396

16

16

16

24.930

Tabel 20 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

10.086.158

0

10.086.158

12.586

10.098.744

5.396

4.016

4.016

4.016

10.090.827

waarvan garantieverplichtingen

9.995.000

0

9.995.000

5.000

10.000.000

5.000

5.000

5.000

5.000

10.000.000

Herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Exportkrediet-verzekeringen

9.995.000

0

9.995.000

5.000

10.000.000

5.000

5.000

5.000

5.000

10.000.000

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

9.995.000

0

9.995.000

5.000

10.000.000

5.000

5.000

5.000

5.000

10.000.000

waarvan: vervallen garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

waarvan overige verplichtingen

91.158

0

91.158

7.586

98.744

396

– 984

– 984

– 984

90.827

Kostenvergoeding Atradius DSB

19.283

0

19.283

1.836

21.119

1.396

16

16

16

19.930

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

750

750

0

0

0

0

0

Storting begrotingsreserve EKV

71.772

0

71.772

– 1.000

70.772

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

70.794

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

6.000

6.000

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

103

0

103

0

103

0

0

0

0

103

Tabel 21 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Opdrachten

Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB.

Garanties

Deze uitgaven zijn 100% juridisch verplicht, aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan, moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten

De reden van de toename van de uitvoeringskosten komt voornamelijk door het hoger uitvallen van de kostenvergoeding ADSB en kosten voor externe expertise. Deze uitvoeringskosten worden middels een desaldering gedekt uit de begrotingsreserve.

Garanties

De herverzekering leverancierskredieten betreft een coronamaatregel waarbij er door de Staat voorkomen werd dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilviel. De tijdelijke regeling is per 1 juli 2021 beëindigd, echter kunnen uitgaven en ontvangsten nog langer doorlopen. Uit de nieuwe raming van ADSB blijkt dat ook in 2025 uitgaven voor de schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten worden verwacht, daarom wordt de raming aangepast (€ 6 mln.).

Ontvangsten

Garanties

Premies herverzekering leverancierskredieten

Zie ook de toelichting onder «Uitgaven – garanties». Uit de nieuwe raming van ADSB blijkt dat ook in 2025 premieontvangsten voor de schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten worden verwacht, daarom wordt de raming bijgesteld (€ 7 mln.).

Schaderestituties ekv

De ontvangsten vanuit de schaderestituties worden meerjarig naar beneden bijgesteld op basis van de laatste inzichten. Hier is niet direct één oorzaak te geven, voor meerdere landen is de raming aangepast doordat er nu meer inzicht is in de recuperatie-mogelijkheden.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

4.248.694

0

4.248.694

15.979

4.264.673

5.854

6.239

5.406

3.593

4.252.229

                     

Uitgaven

4.248.694

0

4.248.694

15.979

4.264.673

5.854

6.239

5.406

3.593

4.252.229

                     

Bijdrage aan medeoverheden

4.248.694

0

4.248.694

15.979

4.264.673

5.854

6.239

5.406

3.593

4.252.229

Bijdragen aan gemeenten

3.811.094

0

3.811.094

4.006

3.815.100

1.422

1.787

954

0

3.811.036

Bijdragen aan provincies

437.600

0

437.600

11.973

449.573

4.432

4.452

4.452

3.593

441.193

                     

Ontvangsten

4.248.694

0

4.248.694

15.979

4.264.673

5.854

6.239

5.406

3.593

4.252.229

Tabel 23 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De bijdrage van het Rijk ter compensatie van de door decentrale overheden betaalde btw is opgenomen in de Wet op het Btw-compensatiefonds (BCF). De wet bevat de voorwaarden waarbinnen gemeenten en provincies kunnen claimen uit het BCF. Met ingang van 2015 is het BCF geplafonneerd.7 Dit plafond groeit jaarlijks mee met de uitkomst van de normeringssystematiek. Als minder geclaimd wordt uit het fonds dan het plafond, dan wordt de ruimte onder het plafond gestort in het Gemeente- en Provinciefonds. Als meer wordt geclaimd uit het fonds dan het plafond, dan wordt het bedrag boven het plafond teruggevorderd uit het Gemeente- en Provinciefonds. Hierdoor zijn het BCF en het Gemeente- en Provinciefonds communicerende vaten.

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar het gemeente- of provinciefonds wordt het geraamde btw-deel van de overheveling in het BCF gestort (meerjarig circa € 37,2 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw die verband houdt met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn. Een onder- of overschrijding bij het BCF komt ten laste of ten gunste van het gemeente- en provinciefonds.

Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

837.396

0

837.396

– 3.432

833.964

20.728

38.948

47.009

39.155

915.593

                     

Uitgaven (1) + (2)

837.396

0

837.396

– 3.432

833.964

20.728

38.948

47.009

39.155

915.593

                     

(1) Apparaatsuitgaven

569.535

0

569.535

610

570.145

1.226

31.146

30.258

29.842

646.004

                     

Personele uitgaven

564.366

0

564.366

783

565.149

922

29.862

28.956

28.540

580.521

Eigen personeel

544.020

0

544.020

783

544.803

922

29.862

28.956

28.540

575.091

Inhuur externen

19.676

0

19.676

0

19.676

0

0

0

0

5.200

Overig personeel

670

0

670

0

670

0

0

0

0

230

                     

Materiële uitgaven

5.169

0

5.169

– 173

4.996

304

1.284

1.302

1.302

65.483

ICT

1.466

0

1.466

– 205

1.261

– 18

– 18

0

0

2.458

Bijdrage aan SSO's

– 322

0

– 322

322

0

322

322

322

322

38.939

Overig materieel

4.025

0

4.025

– 290

3.735

0

980

980

980

24.086

                     

(2) Programma-uitgaven

267.861

0

267.861

– 4.042

263.819

19.502

7.802

16.751

9.313

269.589

                     

Bekostiging

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige bekostiging

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.488

0

1.488

0

1.488

0

0

0

0

1.488

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

1.488

0

1.488

0

1.488

0

0

0

0

1.488

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

196

0

196

1.085

1.281

0

0

0

0

196

Wereld Douane Organisatie

196

0

196

0

196

0

0

0

0

196

Bijdragen vertragingsrente EU

0

0

0

1.085

1.085

0

0

0

0

0

Bijdrage aan overige (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Opdrachten

40.189

0

40.189

– 15.212

24.977

9.417

– 2.283

6.666

– 772

31.742

ICT opdrachten

17.150

0

17.150

– 3.445

13.705

– 1.471

– 1.471

– 980

0

8.682

Overige opdrachten

23.039

0

23.039

– 11.767

11.272

10.888

– 812

7.646

– 772

23.060

                     

Bijdrage aan agentschappen

3.514

0

3.514

0

3.514

0

0

0

0

3.514

Bijdrage overige agentschappen

3.514

0

3.514

0

3.514

0

0

0

0

3.514

                     

Rente

3.000

0

3.000

10.000

13.000

10.000

10.000

10.000

10.000

13.000

Belasting- en invorderingsrente

3.000

0

3.000

10.000

13.000

10.000

10.000

10.000

10.000

13.000

                     

(Schade)vergoeding

55

0

55

85

140

85

85

85

85

140

(Schade)vergoedingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Vergoeding proceskosten

55

0

55

85

140

85

85

85

85

140

                     

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

219.419

0

219.419

0

219.419

0

0

0

0

219.509

Toegerekende uitgaven van Belastingen

219.419

0

219.419

0

219.419

0

0

0

0

219.509

                     

Ontvangsten (3) +(4)

18.485.399

0

18.485.399

160.646

18.646.045

130.734

184.821

259.231

341.410

21.649.972

                     

Programma-ontvangsten (3)

18.484.794

0

18.484.794

160.646

18.645.440

130.734

184.821

259.231

341.410

21.649.972

                     

waarvan: Belastingontvangsten

18.474.694

0

18.474.694

148.646

18.623.340

118.734

172.821

247.231

329.410

21.637.972

                     

Bekostiging

500

0

500

0

500

0

0

0

0

0

Doorbelasten kosten vervolging

500

0

500

0

500

0

0

0

0

0

                     

Rente

5.600

0

5.600

12.000

17.600

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

Belasting- en invorderingsrente

5.600

0

5.600

12.000

17.600

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

                     

Boetes en schikkingen

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

0

Ontvangsten boetes en schikkingen

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

0

                     

Apparaatontvangsten (4)

605

0

605

0

605

0

0

0

0

0

Tabel 25 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2025

juridisch verplicht

89%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

11%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

X Noot
1

De berekende budgetflexibiliteit heeft betrekking op de programma-uitgaven, waarbij de toegerekende uitgaven van Belastingen buiten beschouwing zijn gelaten.

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Bijdrage aan ZBO's/RWT

De bijdrage aan ZBO's en RWT's zijn beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Douane is verantwoordelijk voor de heffing en inning van de Traditionele Eigen Middelen (TEM, invoerrechten) en de tijdige terbeschikkingstelling van deze eigen middelen aan de Europese Commissie (EC). De heffing, inning en terbeschikkingstelling van TEM door de Nederlandse Douane zijn gebaseerd op wetgeving van de EU. De lidstaten hoeven bedragen niet ter beschikking van de EC te stellen als deze niet kunnen worden geïnd door redenen die niet aan hen te wijten zijn. De EC beoordeelt deze casussen en kan alsnog het verschuldigde TEM bedrag opeisen, inclusief progressieve verschuldigde vertragingsrente. De vertragingsrente is 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

Voor de correcte toepassing van de douanewetgeving worden opdrachten gegeven om ICT-systemen aan te passen. In de Algemene Douanewet staan de toezichtstaken en bevoegdheden uitgewerkt. Voor de uitvoering van de Algemene Douanewet geeft Douane opdrachten voor de inkoop van Douane specifieke middelen, bijvoorbeeld speurhonden, detectiesystemen, werktuigen, meldkamervoorzieningen en laboratoria. De post ICT opdrachten is voor 100% juridisch verplicht en de post Overige opdrachten is voor 50% juridisch verplicht en voor de overige 50% beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage agentschappen

Dit betreft met name de bijdrage aan de Rijksrederij van Rijkswaterstaat en is 100% juridisch verplicht vanuit samenwerkingsovereenkomsten.

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven voor 2025 zijn bijgesteld met € 0,8 mln. De meest belangrijke en relevante mutaties zijn:

  • Er is budget toegekend voor het continueren van sanctiemaatregelen (vanaf 2027 € 21,6 mln. structureel).

  • Douane moet nieuwe taken uitvoeren voor Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Op basis van de uitvoeringstoets zijn middelen toegevoegd. In 2025 gaat het om € 0,7 mln. en in 2026 om € 1,6 mln.

  • In het kader van het Programma Stuur in Eigen Hand is de dienstverlening (o.a. facilitaire zaken en O&P) vanuit de Belastingdienst aan Douane in kaart gebracht en zijn de diensten van tarieven voorzien. De budgetten zijn overgeheveld vanuit artikel 1 belastingen aan artikel 9 Douane. Douane heeft de budgetten terug overgeheveld als vergoeding voor de dienstverlening, behalve het budget vanaf 2027 voor de O&P dienstverlening (€ 9,6 mln.) en budget voor 2030 voor CFD en F&MI (€ 12,3 mln. en € 3,3 mln.)

  • De apparaatstaakstelling leidt in 2026 tot een bezuiniging op personele uitgaven van € 0,7 mln., oplopend naar € 2,9 mln. in 2030.

Opdrachten

De uitgaven aan opdrachten voor 2025 zijn bijgesteld met – € 15,2 mln. De meest belangrijke en relevante mutaties zijn:

  • Er is € 11,7 mln. aan het budget van 2025 toegevoegd voor de aanschaf van scan-en detectiematerialen, dit is een CCEI-subsidie(Customs Control Equipment Instrument) welke vorig jaar is ontvangen.

  • Van 2025 wordt in totaal € 20,1 mln. geschoven naar 2026 en 2028 op basis van de geplande uitgaven voor scan-en detectie materiaal.

  • Vanuit het Ministerie van Justitie & Veiligheid zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de inzet van drones en onderwaterdetectie in het kader van overkoepelende innovatieve initiatieven Mainportsaanpak (€ 1,1 mln.)

  • Douane heeft budget beschikbaar gesteld aan de Belastingdienst (€ 6,3 mln.) voor aanschaf van uniformen, extra ontwikkelcapaciteit voor het Douaneaangiften Management Systeem (DMS), en het nieuwe systeem voor het Douane vervoerproces (Ermis).

Rente

De uitgavenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de realisatiecijfers uit 2024.

Ontvangsten

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de realisatiecijfers uit 2024.

Belastingontvangsten

In de Voorjaarsnota 2025 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. Een specificatie van de Belastingontvangsten is te vinden onder de toelichting van artikel 1 Belastingen.

Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

2.661.086

0

2.661.086

– 619.082

2.042.004

387.351

613.307

372.755

1.197

361.973

                     

Uitgaven (1) + (2)

2.821.655

0

2.821.655

– 619.082

2.202.573

387.351

613.307

372.755

1.197

361.973

                     

(1) Apparaatsuitgaven

681.280

0

681.280

– 34.927

646.353

120.336

65.062

2.390

847

163.827

                     

Personele uitgaven

662.999

0

662.999

– 40.601

622.398

114.534

63.312

1.390

– 153

158.246

Eigen personeel

250.933

0

250.933

23.736

274.669

95.700

61.112

1.790

247

144.511

Inhuur externen

410.911

0

410.911

– 64.337

346.574

18.834

2.200

– 400

– 400

12.580

Overig personeel

1.155

0

1.155

0

1.155

0

0

0

0

1.155

                     

Materiële uitgaven

18.281

0

18.281

5.674

23.955

5.802

1.750

1.000

1.000

5.581

ICT

275

0

275

0

275

0

0

0

0

220

Bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige materiële uitgaven

18.006

0

18.006

5.674

23.680

5.802

1.750

1.000

1.000

5.361

                     

(2) Programma-uitgaven

2.140.375

0

2.140.375

– 584.155

1.556.220

267.015

548.245

370.365

350

198.146

                     

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

106

0

106

0

106

0

0

0

0

106

Bijdrage overige ZBO's/RWT's

106

0

106

0

106

0

0

0

0

106

                     

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.130

0

4.130

0

4.130

4.130

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.130

0

4.130

0

4.130

4.130

0

0

0

0

                     

Opdrachten

74.801

0

74.801

7.744

82.545

29.157

0

0

0

127

ICT opdrachten

27

0

27

0

27

0

0

0

0

27

Overige opdrachten

74.774

0

74.774

7.744

82.518

29.157

0

0

0

100

                     

Bijdrage aan medeoverheden

25.094

0

25.094

105.564

130.658

40.000

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

25.094

0

25.094

105.564

130.658

40.000

0

0

0

0

                     

(Schade)vergoeding

1.786.692

0

1.786.692

– 697.463

1.089.229

193.728

548.245

370.365

350

600

Compensatie toeslagengedupeerden

1.338.568

0

1.338.568

– 1.068.965

269.603

– 483.383

– 333.718

11.660

0

0

Kwijtschelden private schulden

124.338

0

124.338

– 70.238

54.100

21.745

27.673

0

0

0

Herstelprogramma voor kinderen

118.000

0

118.000

– 4.482

113.518

– 19.040

5.170

0

0

0

Herstelregeling voor ex-partners

126.480

0

126.480

– 91.480

35.000

– 150.104

– 157.410

0

0

0

Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen

28.800

0

28.800

– 11.520

17.280

11.360

160

0

0

0

Aanvullende schade

0

0

0

522.548

522.548

770.848

1.006.020

358.355

0

0

Overige (schade)vergoedingen

50.506

0

50.506

26.674

77.180

42.302

350

350

350

600

                     

Subsidies

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

0

Subsidie toeslagen herstel

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

0

                     

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

247.552

0

247.552

0

247.552

0

0

0

0

197.313

Toegerekende uitgaven van Belastingen

247.552

0

247.552

0

247.552

0

0

0

0

197.313

                     

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Apparaatsontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Programma-ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 27 Geschatte budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit

 
 

2025

juridisch verplicht

95,0%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

5,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De programma-uitgaven zijn overwegend gerelateerd aan de compensatie voor de gedupeerden van de problemen bij toeslagen. Deze uitgaven zijn voor circa 95% juridisch verplicht doordat regelingen zijn verankerd in wetgeving of anderszins bindende afspraken die contractueel zijn vastgelegd.

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De bijstelling van het budget voor personele uitgaven kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:

  • De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van de actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Hiermee wordt het personeelsbudget bijgesteld vanuit de niet bestede middelen 2024, de Aanvullende Post en herschikkingen binnen artikel 13. Daarnaast wordt het kasritme in lijn gebracht met het verwachte moment van uitvoering, en is er sprake van meer bezetting door eigen personeel en minder gebruik van externe inhuur. Dit leidt netto tot een verlaging van personeelsbudget in 2025 (€ 35,1 mln.) en een verhoging in 2026 en 2027 (respectievelijk € 109,3 mln. en € 61,5 mln.).

  • Er wordt vanuit artikel 10 Nog onverdeeld in 2026 incidenteel budget overgeheveld naar Dienst Toeslagen voor de implementatie van de nieuwe huisbank (€ 1,2 mln.) en modernisering van het IV-landschap (€ 2,0 mln.). Verder vindt er vanuit artikel 10 een budgetoverheveling plaats voor de eindejaarsmarge (€ 1,6 mln. in 2025) en de uitvoering voor Informatie Open Overheid (IOO) (€ 0,8 mln. in 2025 en € 0,6 mln. in 2026).

  • Er wordt om verschillende oorzaken budget overgeheveld tussen artikel 13 Toeslagen en artikel 1 Belastingen. Ten eerste wordt er budget overgeheveld naar artikel 1 Belastingen als gevolg van werkzaamheden door ketenpartner CAP (Centrale Administratieve Processen) (€ 2,5 mln. in 2025, € 2,3 mln. in 2026), de voortzetting van de banenafspraak (€ 2,8 mln. in 2025) en dekking voor de overheadskosten bij de Belastingdienst ten gevolge van de groei van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) (€ 14,6 mln. in 2025). Daarnaast wordt er € 1,4 mln. in 2025 overgeheveld naar artikel 13 Toeslagen ter correctie van het benodigde budget voor het extra Integratie Business Services (IBS) team bij de Belastingdienst.

  • Ten behoeve van de uitvoeringskosten voor verbeterings- en vereenvoudigingsmaatregelen voor de huurtoeslag wordt er in 2025 netto € 0,7 mln. budget overgeheveld vanuit het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening naar artikel 13 Toeslagen. Deze overheveling naar artikel 13 Toeslagen loopt vanaf 2026 op tot netto € 2,5 mln. structureel. Verder wordt er vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2025 incidenteel € 4,5 mln. overgeheveld voor de verkenningsfase voor een alternatief met betrekking tot de kinderopvangtoeslag, en in 2025 incidenteel € 5,0 mln. voor incidentele extra werkzaamheden in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag.

Opdrachten

Er vinden meerdere wijzigingen plaats op het budget van opdrachten:

  • De niet bestede middelen 2024, de reservering op de Aanvullende Post en herschikkingen binnen artikel 13 worden ingezet om het budget van opdrachten te verhogen met € 18 mln. in 2025 en € 31,4 mln. in 2026, voornamelijk voor de uitvoering van het kwijtschelden van private schulden door Sociale Banken Nederland (SBN), de uitvoering van de doorbraakmethode door het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) en de uitvoering van de ondersteuning aan ouders in het buitenland door Radar.

  • Er vindt een budgetoverheveling van € 7,9 mln. plaats naar de Belastingdienst voor de uitvoering van werkzaamheden voor het aanmeldportaal van de aanvullende schaderoutes.

  • Er wordt € 2,4 mln. in 2025 en € 2,3 mln. in 2026 overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de uitvoering van het programma uithuisplaatsingen van gedupeerden.

Bijdrage aan medeoverheden

De niet bestede middelen 2024 en herschikkingen binnen artikel 13 worden ingezet voor de brede hulp door gemeenten aan de gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag. Om de declaraties van de gemeenten over 2024 te kunnen voldoen is er in 2025 € 105,6 mln. budget beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt er in 2026 € 40 mln. gebudgetteerd in afwachting van de declaraties van de gemeenten uit 2025.

(Schade)vergoeding

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Als gevolg van de herijking worden de begrote compensatie- en hersteluitgaven bijgesteld door middel van herschikkingen binnen het herstelbudget, de reservering op de Aanvullende Post, en niet bestede middelen 2024. Ook is het budget voor aanvullende schaderoutes vanuit compensatie toeslagengedupeerden herschikt naar haar eigen budgetplaats. Tot slot vindt er een wijziging plaats in het kasritme van de herstelmiddelen, voornamelijk door een wijziging in het kasritme van de middelen ten behoeve van de compensatie van aanvullende schade.

De bijstellingen leiden tot een verlaging van het herstelbudget op (schade)vergoedingen in 2025 (€ 697,8 mln.) en tot een verhoging in 2026, 2027 en 2028 (respectievelijk € 193,4 mln., € 547,9 mln. en € 370,0 mln.). De hieruit voortkomende vrije middelen voor (schade)vergoedingen zijn herverdeeld over het budget voor de dwangsommen (€ 363,3 mln.) en de aanvullende schaderoutes (€ 68,3 mln.). Het integrale overzicht van de financiële stand van zaken van de Hersteloperatie Toeslagen is te vinden in de bijlagen van de Voorjaarsnota 2025. Voor de voortgang per compensatieregeling wordt verwezen naar de voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen8.

4. Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

27.683

0

27.683

– 554

27.129

– 720

– 1.130

– 466

1.907

43.818

                     

Uitgaven

27.683

0

27.683

– 554

27.129

– 720

– 1.130

– 466

1.907

43.818

                     

Opdrachten

21

0

21

0

21

2

1

0

0

21

Overige kosten

21

0

21

0

21

2

1

0

0

21

                     

Rente

7.713

0

7.713

– 556

7.157

– 599

– 505

– 468

– 537

15.062

Rente vaste schuld

6.565

0

6.565

– 637

5.928

– 1.066

– 1.076

– 1.083

– 1.221

13.358

Rente vlottende schuld

1.148

0

1.148

81

1.229

467

571

615

684

1.704

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Rente derivaten lang

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Rente derivaten kort

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Leningen

19.949

0

19.949

2

19.951

– 123

– 626

2

2.444

28.735

Aflossing vaste schuld

19.949

0

19.949

2

19.951

– 123

– 626

2

2.444

28.735

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Ontvangsten

69.114

0

69.114

– 881

68.233

– 10.172

2.511

– 1.743

– 5.329

60.270

                     

Rente

30

0

30

0

30

0

0

0

0

10

Rente vlottende schuld

30

0

30

0

30

0

0

0

0

10

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Rente derivaten lang

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Leningen

69.084

0

69.084

– 881

68.203

– 10.172

2.511

– 1.743

– 5.329

60.260

Uitgifte vaste schuld

69.084

0

69.084

– 29.084

40.000

– 10.172

2.511

– 1.743

– 5.329

60.260

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

28.203

28.203

0

0

0

0

0

Tabel 29 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

99,92%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0,08%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de algemene doelstelling bestaan uit renteontvangsten en -betalingen als gevolg van transacties op de geld- en de kapitaalmarkt. Omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld is de budgetflexibiliteit voor dit artikel zeer gering. De uitgaven zijn voor 99,92% als juridisch verplicht aan te merken. Enkele overige kosten (circa € 21,0 mln. structureel), zoals advieskosten en drukkosten, zijn niet juridisch verplicht.

Aangezien de (betalings)verplichtingen van de aangegane staatsschuld voortvloeien uit beleids- en bedrijfsvoeringsuitgaven die ten laste van andere begrotingen komen, heeft een verplichtingenbenadering (als begrotingsstelsel) voor de begroting van Nationale Schuld noch uit het oogpunt van budgettaire beheersing, noch uit het oogpunt van budgetrecht meerwaarde ten opzichte van het kasstelsel. Om die reden is in de Comptabiliteitswet 2016 bepaald dat voor de uitgaven ten laste van de begroting van Nationale Schuld de verplichtingen in een jaar gelijkgesteld mogen worden aan de uitgaven in dat jaar.

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit met name als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er minder schuld wordt uitgegeven op de kapitaalmarkt. Daarentegen is er gerekend met hogere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in het CEP. Hierdoor ontstaat per saldo een structurele meevaller van € 637 mln. in 2025 oplopend tot € 1,2 mld. in 2029.

Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in het CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2025 rekening is gehouden. Echter, doordat de omvang van de kortlopende schuld naar verwachting toeneemt, ontstaat een structurele tegenvaller van € 81 mln. in 2025 oplopend tot € 684 mln. in 2029.

Leningen

Aflossing vaste schuld

Door de vervroegde aflossing van obligaties in 2024 zal in 2026 en 2027 minder afgelost worden (in totaal € 749 mln.). In 2029 neemt de aflossing van de vaste schuld met € 2,4 mld. toe als gevolg van de uitgifte van een nieuwe staatsobligatie.

Ontvangsten

Leningen

Uitgifte vaste schuld

De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met € 29,1 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2025. Daarin is opgenomen dat de Nederlandse staat € 40 mld. aan staatsobligaties zal uitgegeven. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2025 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. Daarnaast is de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2026, 2028 en 2029 naar beneden bijgesteld als gevolg van een lager geraamd kastekort. In 2027 wordt naar verwachting per saldo meer schuld uitgegeven door hogere uitgaven van de rijksoverheid.

Mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld neemt in 2025 naar verwachting toe met € 28,2 mld. als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er meer financiering wordt aangetrokken op de geldmarkt. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

5.598

0

5.598

– 485

5.114

– 337

– 202

– 159

12

7.150

                     

Uitgaven

5.598

0

5.598

– 485

5.114

– 337

– 202

– 159

12

7.150

                     

Rente

2.898

0

2.898

– 485

2.414

– 337

– 202

– 159

12

4.450

Rente kasbeheer

2.898

0

2.898

– 485

2.414

– 337

– 202

– 159

12

4.450

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Leningen

2.700

0

2.700

0

2.700

0

0

0

0

2.700

Verstrekte leningen

2.700

0

2.700

0

2.700

0

0

0

0

2.700

                     

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Mutaties in rekening courant en deposito

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Ontvangsten

15.194

0

15.194

– 1.912

13.282

– 1.875

48

663

1.576

18.735

                     

Rente

193

0

193

– 30

163

– 30

– 28

– 27

– 25

400

Rente kasbeheer

193

0

193

– 30

163

– 30

– 28

– 27

– 25

400

Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

Leningen

1.364

0

1.364

– 1

1.363

– 3

– 5

– 26

– 48

2.078

Ontvangen aflossingen

1.364

0

1.364

– 1

1.363

– 3

– 5

– 26

– 48

2.078

                     

Mutaties in rekening-courant en deposito's

13.637

0

13.637

– 1.881

11.756

– 1.842

82

716

1.649

16.257

Mutaties in rekening courant en deposito's

13.637

0

13.637

– 1.881

11.756

– 1.842

82

716

1.649

16.257

Tabel 31 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en -baten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-courant-tegoeden die deelnemers in de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer daalt in de periode van 2025 tot en met 2028 ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 met name door de verwachting dat sociale fondsen minder middelen zullen aanhouden in de schatkist. Hierdoor ontstaat een meevaller van € 485 mln. in 2025 aflopend tot € 159 mln. in 2028.

Ontvangsten

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is in de periode van 2025 tot en met 2029 lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie van verstrekte leningen en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB.

Leningen

Ontvangen aflossingen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen en rechtspersonen met een wettelijke taak in het kader van schatkistbankieren worden afgesloten, in de periode van 2025 tot en met 2029 per saldo lager uitvallen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening courant en deposito's

Mutaties in rekening courant en deposito's

Uit de actualisatie van de raming van uitgaven en ontvangsten van sociale fondsen blijkt dat deze fondsen in 2025 en 2026 naar verwachting minder overtollige middelen zullen storten in de schatkist. Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s daalt ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025. Voor de periode van 2027 t/m 2029 is de verwachting dat de sociale fondsen meer middelen aanhouden in de schatkist.

5. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

Tabel 32 Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

431.251

2.000

433.251

24.124

457.375

18.994

29.434

36.938

40.323

378.898

                     

Uitgaven

431.246

2.000

433.246

24.124

457.370

18.994

29.434

36.938

40.323

378.898

                     

Personele uitgaven

287.425

2.000

289.425

3.508

292.933

– 4.978

1.340

5.829

6.597

244.305

Eigen personeel

272.815

2.000

274.815

– 3.002

271.813

– 6.965

– 773

3.493

4.112

233.463

Inhuur externen

13.698

0

13.698

6.510

20.208

1.878

1.950

2.119

2.246

9.724

Overig personeel

912

0

912

0

912

109

163

217

239

1.118

                     

Materiële uitgaven

143.821

0

143.821

20.616

164.437

23.972

28.094

31.109

33.726

134.593

ICT

18.927

0

18.927

1.061

19.988

5.808

5.732

5.809

6.170

19.687

Bijdrage aan SSO's

45.636

0

45.636

5.970

51.606

8.404

10.616

12.879

13.784

51.731

Overig materieel

79.258

0

79.258

13.585

92.843

9.760

11.746

12.421

13.772

63.175

                     

Ontvangsten

58.074

0

58.074

1.329

59.403

5.712

8.550

11.285

12.414

59.426

Apparaatontvangsten

58.074

0

58.074

1.329

59.403

5.712

8.550

11.285

12.414

59.426

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

  • In 2025 is er € 3 mln. extra budget toegekend vanuit artikel 10 voor onder andere implementatiekosten van Programma Beter Samenwerken. In het programma Beter Samen Werken (BSW) werken vier departementen samen aan het verbeteren van de informatiehuishouding (IHH) door het vernieuwen van de ICT-ondersteuning.

  • In de ontwerpbegroting 2025 is de HLA-taakstelling voor het departement tijdelijk op artikel 8 geplaatst (2026 en verder). Deze taakstelling is bij de 1e suppletoire begroting 2025 doorverdeeld naar artikel 1, 9 en 13. Het aandeel van het kerndepartement zelf in de HLA-taakstelling blijft op artikel 8 staan. Het effect van de taakstelling slaat neer op personele uitgaven, materiële uitgaven en ontvangsten. Zie tabel 2 «belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)» voor een overzicht van de HLA-taakstelling per artikel, inclusief kerndepartement.

Materiële uitgaven

  • In 2025 zijn er bijdragen ontvangen voor de dekking van het tekort op de inkoopcontracten Categorie Vakkennis en Persoonlijke Ontwikkeling (VPO). Deze dekking komt vanuit de andere departementen en vanuit Financiën zelf (o.a. de Belastingdienst).

  • Vanuit de vrije ruimte op artikel 10 is € 5,2 mln. structureel toegekend om het tekort te dekken bij de departementale ICT-uitgaven als gevolg van diverse ontwikkelingen op ICT-gebied, de marktwerking en SSO’s. Er wordt tevens gewerkt aan een beheersingsmodel voor deze uitgaven.

  • Op 1 oktober 2023 is de overgangsperiode van het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) van start gegaan. Dit betreft een Europese verordering9. Hiervoor is respectievelijk € 5,0, € 2,9 en € 1,9 mln. beschikbaar gesteld op artikel 8 voor de jaren 2025, 2026 en 2027.

Ontvangsten

De ontvangsten van artikel 8 apparaat nemen in 2025 met € 1,3 mln. toe. Deze toename bestaat uit een aantal kleine ramingsbijstellingen binnen de apparaatsontvangsten.

Zoals in de Ontwerpbegroting toegelicht, bedroeg de resterende, nog door te verdelen HLA-taakstelling per saldo € 55 mln. structureel. Dit nog in te vullen bedrag bevatte een reeks aan de uitgavenkant en een reeks aan de ontvangstenkant, te weten € 12,4 mln. structureel. De per saldo € 55 mln. taakstelling wordt bij deze 1e suppletoire begroting structureel ingevuld. Daarmee wordt ook de ontvangstencomponent van € 12,4 mln. verwerkt. Onderdeel Belangrijkste mutaties, Tabel 2, gaat nader in op de invulling en verdeling van de HLA-taakstelling van € 55 mln.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 33 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

51.797

– 37.821

13.976

242.101

256.077

236.682

233.990

225.433

228.294

292.494

                     

Uitgaven

51.797

– 37.821

13.976

242.101

256.077

236.682

233.990

225.433

228.294

289.624

                     

Nog te verdelen

51.797

– 37.821

13.976

242.101

256.077

236.682

233.990

225.433

228.294

289.624

Loonbijstelling programma

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Loonbijstelling apparaat

9.517

– 7.000

2.517

185.604

188.121

180.341

179.252

177.345

176.440

184.995

Prijsbijstelling apparaat

16.739

– 16.000

739

46.748

47.487

26.965

27.100

19.509

19.453

31.835

Onvoorzien programma

13.455

– 13.000

455

– 455

0

– 406

841

1.383

2.098

17.121

Onvoorzien apparaat

12.086

– 1.821

10.265

10.204

20.469

29.782

26.797

27.196

30.303

55.673

                     

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

Loonbijstelling apparaat

Op dit instrument wordt de loonbijstelling 2025 voor de Financiënbegroting ontvangen (€ 188 mln. in 2025 en € 176 mln. structureel). De loonbijstelling wordt in het volgende begrotingsstuk doorverdeeld naar de beleidsartikelen en het apparaatsartikel. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 2,5 mln.) en 2026 (€ 2,6 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Prijsbijstelling apparaat

De prijsbijstelling 2025 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting (€ 47 mln. in 2025 en € 19 mln. structureel). De prijsbijstelling wordt in het volgende begrotingsstuk doorverdeeld naar de beleidsartikelen en het apparaatsartikel. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 0,7 mln.) en 2026 (€ 5,1 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Onvoorzien programma

Incidenteel worden middelen vanuit de voorziening fiscale uitvoeringskosten overgeheveld naar artikel 1 Belastingen en structureel wordt deze voorziening juist gevuld door besparingen op artikel 1 naar aanleiding van herijkingen van uitvoeringstoetsen, zoals bijvoorbeeld beperken giftenaftrek Vpb en geven uit vennootschap. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 0,2 mln.) en 2026 (€ 0,3 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Onvoorzien apparaat

Per saldo wordt het budget verhoogd met € 10 mln. in 2025 en € 30 mln. structureel. De belangrijkste mutaties:

  • In verband met het amendement Bontenbal c.s. ten behoeve van het terugdraaien of verlagen van verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord is artikel 10 tijdelijk structureel verlaagd met € 38 mln. Deze taakstelling wordt gedekt binnen artikel 1 (Belastingen). Er wordt daarom € 38 mln. per jaar van artikel 1 naar artikel 10 overgeheveld.

  • De eindejaarsmarge 2024 van € 19 mln. wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting. De eindejaarsmarge wordt tegelijkertijd volledig overgeheveld naar de verschillende beleidsartikelen en het apparaatsartikel.

  • Een deel van de nog onverdeelde middelen wordt overgeheveld naar verschillende beleidsartikelen en het apparaatsartikel voor onder andere de doorontwikkeling van schatkistbankieren en de stijgende ICT-kosten van het kerndepartement (€ 10 mln. in 2025 en € 9 mln. structureel).

  • In 2025 bevat de voorziening Informatiehuishouding op Orde een overschot en in 2026 is er naar verwachting een tekort. Er vindt daarom een kasschuif van € 6 mln. plaats van 2025 naar 2026. Deze middelen zijn met name ten behoeve van een Document Management Systeem.

  • In het kader van Informatie Open Overheid (IOO) worden budgetten vanuit de voorziening Informatiehuishouding op Orde (volgend uit de kabinetsreactie Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POK)) overgeheveld naar beleidsartikelen ten behoeve van de Belastingdienst, Douane en Toeslagen en het apparaatsartikel (€ 5 mln. in 2025 en € 3 mln. in 2026). Het betreft onder andere implementatiekosten van Programma Beter Samenwerken. In het programma Beter Samen Werken (BSW) werken vier departementen samen aan het verbeteren van de informatiehuishouding door het vernieuwen van de ICT-ondersteuning.

  • De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 2,9 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.