Gepubliceerd: 23 april 2025
Indiener(s): Judith Uitermark (minister ) (NSC)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36725-IV-2.html
ID: 36725-IV-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);

de begrotingsstaat voor het BES-fonds (H).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2025. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2025 opgebouwd (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 1).

De stand van de vastgestelde begroting 2025 is inclusief het amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 10), het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 32)

In deze eerste suppletoire begroting wordt in de tabel budgettaire gevolgen van beleid de cijfers van zes begrotingsjaren weergegeven. In de kolom van begrotingsjaar 2030 zijn de middelen in verband met de extrapolatie gepresenteerd.

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2025

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. Slavernijverleden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 10 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

2. Beleid Koninkrijksrelaties

2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

263.150

213.988

205.655

177.595

148.787

– 233

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Grensbewaking

1

– 21.250

0

0

0

0

0

2) Recherche capaciteit

1

– 15.312

– 950

0

0

0

0

3) Rechtelijke macht

1

– 8.049

0

0

0

0

0

4) Slavernijverleden, subsidies

2

– 4.296

2.100

2.196

0

0

0

4) Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden

2

– 14.333

9.933

4.400

0

0

0

5) Tijdelijke Werkorganisatie

4

– 12.000

– 10.000

22.000

0

0

0

6) Toeslagen op pensioenen NA

4

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

7) Voedselzekerheid

4

– 5.180

1.727

1.727

1.726

0

0

8) Loon- en prijsbijstelling 2025

7

6.923

6.135

5.942

5.485

5.307

5.166

9) Extrapolaties 2030

Alle

0

0

0

0

0

139.862

10) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

Alle

0

– 1.295

– 1.938

– 2.571

– 2.974

– 2.974

11) Eindejaarsmarge

Alle

778

0

0

0

0

0

12) Overige mutaties

Alle

3.523

1.773

2.098

1.504

1.505

1.508

               

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

189.954

219.411

238.080

179.739

148.625

139.329

Toelichting

1. Grensbewaking

In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee (KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland en de Caribische landen. Circa € 21,3 mln. wordt overgeboekt van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van het Ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke Marechaussee.

2. Recherche capaciteit

De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam (RST) worden beschikbaar gesteld aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit betreft een overboeking van circa € 14,4 mln. van de begroting van Koninkrijksrelaties. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling van 2025 en 2026 toegevoegd aan het budget van het RST.

3. Rechtelijke macht

De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2025 worden overgeheveld van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid. Dit betreft middelen voor 2025 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 2,4 mln.), Openbaar Ministerie Aruba (€ 1,9 mln.) en het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten en de BES (€ 3,7 mln.).

4. Slavernijverleden, subsidies

Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is vanaf de tweede helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. De subsidieregeling zal naar alle waarschijnlijkheid per juli 2025 worden opengesteld en er zal maar 1 aanvraagtijdvak in 2025 plaatsvinden, de andere aanvraagtijdvakken zijn na 2025. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

5. Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden

Op 1 juli a.s. leveren Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten de planvorming aan waarin de op 19 december 2022 gedane toezeggingen zijn uitgewerkt tot concrete programma- en projectplannen. Rekening houdende met daaropvolgende beoordelings- en besluitvormingstermijn en de absorptiecapaciteit van de eilanden, wordt verwacht dat de meeste uitgaven pas in 2026 en 2027 worden gedaan. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

6. Tijdelijke werkorganisatie

De besteding van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketten verloopt minder snel dan verwacht. Dit komt onder andere doordat het finaliseren van plannen of besluitvorming in de Landen langer duurt dan verwacht, waardoor de precieze startdata van projecten moeilijk te bepalen zijn. Om gedegen planvorming en besluitvorming te faciliteren, is het budget van 2025 en 2026 naar 2027 doorgeschoven.

7. Voedselzekerheid

In 2025 wordt een kwartiermaker aangesteld om de lijnen uit te zetten hoe de gelden besteed gaan worden, waardoor het grootste gedeelte van het beschikbare budget niet in 2025 tot besteding gaat komen. De kwartiermaker levert naar verwachting in september 2025 zijn advies op, waarna de besteding van de middelen kan starten. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar de jaren 2026 tot en met 2028 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

8. Loon- en prijsbijstelling 2025

De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de KR-begroting. Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

9. Extrapolatie 2030

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

10. Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

Een deel van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord wordt budgettair ingevuld en gedekt uit artikel 7 «Onvoorzien», artikel 4 «Bevorderen sociaaleconomische structuur» en de uitgekeerde prijsbijstelling 2025 op de begroting van Koninkrijksrelaties.

11. Eindejaarsmarge

Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge van 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

205.344

223.831

147.608

238.753

302.955

0

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Extrapolaties 2030

5

0

0

0

0

0

302.955

2) Desaldering SSO-CN

6

1.705

0

0

0

0

0

3) Diverse ontvangsten

Div

150

0

0

0

0

0

               

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

207.199

223.831

147.608

238.753

302.955

302.955

Toelichting

1. Extrapolatie 2030

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

2. Desaldering SSO-CN

De ontvangen middelen voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende opdrachtgevende departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget eigen personeel.

3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

3.1. Artikel 1. Versterken rechtsstaat

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

69.706

800

70.506

– 44.540

25.966

– 929

19

19

10

91.967

                       
 

Uitgaven

69.706

800

70.506

– 44.540

25.966

– 929

19

19

10

91.967

                       

1.0

Versterken rechtsstaat

69.706

800

70.506

– 44.540

25.966

– 929

19

19

10

91.967

 

Opdrachten

0

0

0

50

50

0

0

0

0

0

 

Diverse opdrachten

0

0

0

50

50

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.180

0

1.180

11

1.191

11

9

9

0

0

 

Detentie – Algemeen

1.180

0

1.180

11

1.191

11

9

9

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.102

0

1.102

10

1.112

10

10

10

10

1.112

 

Bestuurlijke aanpak

1.102

0

1.102

10

1.112

10

10

10

10

1.112

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

67.424

800

68.224

– 44.611

23.613

– 950

0

0

0

90.855

 

Grensbewaking (Defensie)

30.961

800

31.761

– 21.250

10.511

0

0

0

0

31.646

 

Recherchecapaciteit (JenV)

18.531

0

18.531

– 18.312

219

– 950

0

0

0

42.594

 

Rechterlijke macht (JenV)

12.805

0

12.805

– 5.049

7.756

0

0

0

0

11.488

 

Douane (Financiën)

5.127

0

5.127

0

5.127

0

0

0

0

5.127

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2025

juridisch verplicht

3%

bestuurlijk gebonden

92%

beleidsmatig gereserveerd

5%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 3% juridisch verplicht.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee (KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland en de Caribische landen. Circa € 21,3 mln. wordt overgeboekt van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van het Ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke Marechaussee.

Recherchecapaciteit (JenV)

De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam (RST) worden beschikbaar gesteld aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit betreft een overboeking van circa € 14,4 mln. van de begroting van Koninkrijksrelaties. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling 2025 en 2026 toegevoegd aan het budget van het RST.

Verder is er een reallocatie van € 3 mln. naar de rechterlijke macht (JenV) om zo van het juiste onderdeel te kunnen overboeken naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Rechterlijke macht (JenV)

De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2025 worden overgeheveld van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid. Dit betreft middelen voor 2025 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 2,4 mln.), Openbaar Ministerie Aruba (€ 1,9 mln.), het Openbaar Miniserie van Curaçao, Sint Maarten en de BES (€ 3,7).

Verder is er is een reallocatie van € 3 mln. van recherchecapaciteit (JenV) om zo van het juiste onderdeel te kunnen overboeken naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

3.2. Artikel 2. Slavernijverleden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

27.799

– 800

26.999

8.758

35.757

– 1.733

– 1.768

– 2.982

– 1.982

0

                       
 

Uitgaven

27.799

– 800

26.999

– 18.575

8.424

12.200

6.632

18

18

0

                       

2.0

Slavernijverleden

27.799

– 800

26.999

– 18.575

8.424

12.200

6.632

18

18

0

 

Subsidies (regelingen)

6.666

0

6.666

– 4.296

2.370

2.100

2.196

0

0

0

 

Maatschappelijke initiatieven

6.666

0

6.666

– 4.296

2.370

2.100

2.196

0

0

0

 

Opdrachten

800

– 800

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Maatschappelijke initiatieven

800

– 800

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

20.333

0

20.333

– 14.279

6.054

10.100

4.436

18

18

0

 

Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden

20.333

0

20.333

– 14.279

6.054

10.100

4.436

18

18

0

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 7 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
 

2025

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

100%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

De middelen zijn 0% juridisch verplicht, maar wel 100% bestuurlijk gebonden.

Uitgaven

Subsidies (regelingen)

Maatschappelijke initiatieven

Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is vanaf de tweede helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd. De subsidieregeling zal naar alle waarschijnlijkheid in de zomer van 2025 worden opengesteld en er zal maar 1 aanvraagtijdvak in 2025 plaatsvinden, de andere aanvraagtijdvakken zijn na 2025. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

Bijdrage aan medeoverheden

Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden

Op 1 juli a.s. leveren Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten de planvorming aan waarin de op 19 december 2022 gedane toezeggingen zijn uitgewerkt tot concrete programma- en projectplannen. Rekening houdende met daaropvolgende beoordelings- en besluitvormingstermijn en de absorptiecapaciteit van de eilanden, wordt verwacht dat de meeste uitgaven pas in 2026 en 2027 worden gedaan. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

3.3. Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

99.952

0

99.952

– 13.147

86.805

– 5.976

30.111

6.642

4.667

8.364

                       
 

Uitgaven

100.746

0

100.746

– 18.886

81.860

– 11.715

20.372

– 3.458

– 5.433

8.364

                       

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

46.796

0

46.796

– 15.932

30.864

– 13.811

18.176

– 5.264

– 5.514

1.639

 

Subsidies (regelingen)

33.670

0

33.670

– 11.835

21.835

– 9.794

22.196

36

0

0

 

Diverse subsidies

250

0

250

27

277

30

33

36

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

22.754

0

22.754

– 11.862

10.892

– 9.824

22.163

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

10.666

0

10.666

0

10.666

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

5.604

0

5.604

– 27

5.577

– 30

– 33

– 1.301

– 1.515

115

 

Opdrachten landen

604

0

604

– 27

577

– 30

– 33

– 1.301

– 1.515

115

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdrachten

5.268

0

5.268

– 4.050

1.218

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

1.268

 

Toeslagen op pensioenen NA

5.268

0

5.268

– 4.050

1.218

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

1.268

 

Bijdrage aan medeoverheden

2.000

0

2.000

– 21

1.979

12

12

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

2.000

0

2.000

– 21

1.979

12

12

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

254

0

254

1

255

1

1

1

1

256

 

Diverse bijdragen

254

0

254

1

255

1

1

1

1

256

4.2

Caribisch Nederland

47.950

0

47.950

915

48.865

8

108

80

81

6.725

 

Subsidies (regelingen)

846

0

846

1.768

2.614

928

1.000

1.000

1.000

1.846

 

Subsidies Caribisch Nederland

846

0

846

1.768

2.614

928

1.000

1.000

1.000

1.846

 

Opdrachten

2.350

0

2.350

– 238

2.112

– 238

– 238

– 238

– 238

2.120

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

1.758

0

1.758

– 238

1.520

– 238

– 238

– 238

– 238

1.520

 

Opdrachten Caribisch Nederland

592

0

592

0

592

0

0

0

0

600

 

Inkomensoverdrachten

1.349

0

1.349

0

1.349

0

0

0

0

1.349

 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

1.349

0

1.349

0

1.349

0

0

0

0

1.349

 

Bijdrage aan medeoverheden

43.405

0

43.405

– 615

42.790

– 682

– 654

– 682

– 681

1.410

 

Sociaaleconomische initiatieven

34.000

0

34.000

0

34.000

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

9.405

0

9.405

– 615

8.790

– 682

– 654

– 682

– 681

1.410

4.3

Stimuleringsregelingen

6.000

0

6.000

– 3.869

2.131

2.088

2.088

1.726

0

0

 

Subsidies (regelingen)

6.000

0

6.000

– 5.180

820

1.727

1.727

1.726

0

0

 

Voedselzekerheid

6.000

0

6.000

– 5.180

820

1.727

1.727

1.726

0

0

 

Garanties

0

0

0

1.311

1.311

361

361

0

0

0

 

Borgstelling MKB

0

0

0

1.311

1.311

361

361

0

0

0

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

150

150

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 9 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2025

juridisch verplicht

67%

bestuurlijk gebonden

30%

beleidsmatig gereserveerd

2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

1%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 67% juridisch verplicht.

Artikel 4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De besteding van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketten verloopt minder snel dan verwacht. Dit komt onder andere doordat het finaliseren van plannen of besluitvorming in de Landen langer duurt dan verwacht, waardoor de precieze startdata van projecten moeilijk te bepalen zijn. Om gedegen planvorming en besluitvorming te faciliteren, is het budget van 2025 en 2026 naar 2027 doorgeschoven.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen NA

Er vindt een structurele ramingsbijstelling plaats vanaf 2025. Met dit budget wordt geld gereserveerd voor de verrekening van wisselkoersfluctuaties op pensioenen van voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden. Omdat het aantal pensioengerechtigden steeds kleiner wordt kan de raming worden verlaagd met € 4 mln. structureel.

Artikel 4.2 Caribisch Nederland

Subsidies (regelingen)

Subsidies Caribisch Nederland

Er is een overboeking van € 0,6 mln. voor 2025 van de begroting van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (hoofdstuk 7) voor de actieagenda goed bestuur Caribisch Nederland zoals is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord voor goed bestuur en democratische rechtsstaat. Voor 2026 wordt er € 0,6 mln. overgeboekt en voor de jaren 2027 tot en met 2030 wordt er jaarlijks € 1,0 mln. overgeboekt.

Verder is er een overboeking van € 1,1 mln. in 2025 en € 0,3 mln. in 2026 van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van versterking Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) voor de taakuitvoering op Caribisch Nederland. Het doel is om te komen tot een professionele uitvoering van de VTH-taken op de eilanden, die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

Artikel 4.3 Stimuleringsregelingen

Subsidies (regelingen)

Voedselzekerheid

In 2025 wordt een kwartiermaker aangesteld om de lijnen uit te zetten hoe de gelden besteed gaan worden, waardoor het grootste gedeelte van het beschikbare budget niet in 2025 tot besteding gaat komen. De kwartiermaker levert naar verwachting in september 2025 zijn advies op, waarna de besteding van de middelen kan starten. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 (- € 5,2 mln.) naar de jaren 2026 tot en met 2028 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

3.4. Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       
 

Uitgaven

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

9.811

                       

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

9.811

 

Leningen

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

9.811

 

Schuldsanering

28.517

0

28.517

0

28.517

0

0

0

0

9.811

                       
 

Ontvangsten

205.344

0

205.344

0

205.344

0

0

0

0

302.955

Geschatte budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 100% juridisch verplicht en dit betreft volledig het instrument leningen.

Leningen

Het totale uitgavenbudget op artikel 5 is bestemd voor de leningen vanuit de schuldsanering van Curaçao en Sint Maarten via de begroting Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren naar de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze leningen zijn voor 100% juridisch verplicht.

3.5. Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

722

0

722

778

1.500

0

0

0

0

0

                       
 

Uitgaven

722

0

722

778

1.500

0

0

0

0

0

                       

8.1

Wederopbouw

722

0

722

778

1.500

0

0

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

0

0

0

460

460

0

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

0

0

0

460

460

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

722

0

722

318

1.040

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

722

0

722

318

1.040

0

0

0

0

0

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 is 100% juridisch verplicht.

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

Er wordt uit de eindejaarsmarge € 0,5 mln. toegevoegd aan artikel 8 om overlopende posten die in 2024 begroot stonden maar niet tot uitbetaling zijn gekomen. Deze posten worden in 2025 betaald.

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

Er wordt uit de eindejaarsmarge € 0,3 mln. toegevoegd aan artikel 8 om overlopende posten die in 2024 begroot stonden maar niet tot uitbetaling zijn gekomen zoals de aanbesteding voor de stormwaterpompen Sint Maarten in het kader van wederopbouw. Deze posten worden in 2025 betaald.

4. Niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

4.1. Artikel 6. Apparaat

Budgettaire gevolgen

Tabel 13 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

35.021

0

35.021

1.312

36.333

1.303

1.458

1.538

1.583

24.138

                       
 

Uitgaven

35.021

0

35.021

1.312

36.333

1.303

1.458

1.538

1.583

24.138

                       

6.0

Apparaat

35.021

0

35.021

1.312

36.333

1.303

1.458

1.538

1.583

24.138

 

Personele uitgaven

22.937

0

22.937

669

23.606

2.334

3.057

3.706

3.978

16.767

 

Eigen personeel

21.775

0

21.775

642

22.417

2.285

2.986

3.613

3.876

16.224

 

Inhuur externen

1.162

0

1.162

27

1.189

49

71

93

102

543

 

Materiële uitgaven

12.084

0

12.084

643

12.727

– 1.031

– 1.599

– 2.168

– 2.395

7.371

 

Overige materiële uitgaven

12.084

0

12.084

643

12.727

– 1.031

– 1.599

– 2.168

– 2.395

7.371

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

1.705

1.705

0

0

0

0

0

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

Er vindt een overboeking plaats naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van € 2,9 mln. naar artikel 11 centraal apparaat voor de dekking van de apparaatskosten van de Tijdelijke Werkorganisatie.

De ontvangen middelen (€ 1,7 mln.) voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende opdrachtgevende departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget eigen personeel.

Ontvangsten

De ontvangen middelen voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende opdrachtgevende departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget eigen personeel.

4.2. Artikel 7. Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

872

– 233

639

6.715

7.354

4.564

3.944

4.027

3.660

5.282

                       
 

Uitgaven

872

– 233

639

6.715

7.354

4.564

3.944

4.027

3.660

5.282

                       

7.0

Nog onverdeeld

872

– 233

639

6.715

7.354

4.564

3.944

4.027

3.660

5.282

 

Nog te verdelen

872

– 233

639

6.715

7.354

4.564

3.944

4.027

3.660

5.282

 

Onvoorzien

852

– 233

619

6.735

7.354

4.584

3.964

4.047

3.680

5.282

 

Wisselkoersreserve

20

0

20

– 20

0

– 20

– 20

– 20

– 20

0

                       
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Nog te verdelen

Onvoorzien

De loon- en prijsbijstelling van 2025 is toegevoegd aan het artikel nog onverdeeld. De prijsbijstelling is voor 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

Doorverdeling vindt later in 2025 plaats.

Voor dekking van amendement Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 VII, nr. 121) heeft er een overboeking van H7 BZK plaatsgevonden.

5. Beleid BES-fonds

5.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 15 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

0

               

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Uitbetaling restant 2024

1

2.840

0

0

0

0

0

2) Indexatie BBP cijfers

1

616

1.152

1.721

2.328

2.927

5.692

3) Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek

1

3.217

3.242

3.261

3.309

3.358

3.358

4) Wisselkoersactualisatie

1

779

812

817

829

841

841

5) Extrapolaties 2030

1

0

0

0

0

0

92.518

6) Overige mutaties

1

1.282

1.282

1.282

1.282

1.282

1.282

               

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

97.376

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

Toelichting

1. Uitbetaling restant 2024

In 2024 is abusievelijk een deel van de Vrije Uitkering (VU) niet uitbetaald aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Bij elkaar gaat het om € 2,8 mln. Dit bedrag wordt in 2025 alsnog betaald.

2. Indexatie BBP cijfers

Het BES-fonds is per 2024 overgestapt naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis van BBP-cijfers. Dit in plaats van indexatie op basis van loon- en prijsontwikkeling. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de systematiek van het Gemeente- en Provinciefonds. Deze reeks betreft de mutatie van tranche 2025 en van de reservering voor toekomstige tranches.

3. Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek

De tranche 2025 van de prijsbijstelling wordt overgemaakt naar het BES-fonds. Dit is het prijsdeel van de nieuwe BBP-indexatiesystematiek.

4. Wisselkoersactualisatie

Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,11 in 2024 naar EUR/USD 1,1 in 2025 zijn er meer euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen voldoen. Om deze reden wordt er voor de jaren 2025 tot en met 2030 jaarlijks € 0,8 mln. toegevoegd aan de begroting.

5. Extrapolatie 2030

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn in deze 1e suppletoire begroting toegevoegd.

Tabel 16 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

0

               

Belangrijkste suppletoire mutaties

             

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

8.734

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

               

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

97.376

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

Toelichting

1. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd.

6. Beleidsartikel BES-fonds

6.1. Artikel 1. BES-fonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2025 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2025(3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

 

Verplichtingen

88.642

0

88.642

8.734

97.376

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

                       
 

Uitgaven

88.642

0

88.642

8.734

97.376

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

                       
 

Bijdrage aan medeoverheden

                   

1

Vrije uitkering

88.642

0

88.642

8.734

97.376

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

                       
 

Ontvangsten

88.642

0

88.642

8.734

97.376

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

Toelichting

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen wettelijk en toebedeelde taken.

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

In 2024 is abusievelijk een deel van de Vrije Uitkering (VU) niet uitbetaald aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Bij elkaar gaat het om € 2,8 mln. Dit bedrag wordt in 2025 alsnog betaald.

Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,11 in 2024 naar EUR/USD 1,1 in 2025 zijn er meer euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen voldoen. Om deze reden wordt er voor de jaren 2025 tot en met 2030 jaarlijks € 0,8 mln. toegevoegd aan de begroting.

De tranche 2025 van de prijsbijstelling wordt overgemaakt naar het BES-fonds. Dit is het prijsdeel van de nieuwe BBP-indexatiesystematiek. Voor 2025 € 0,6 mln. oplopend naar € 5,7 mln. in 2030.

Het BES-fonds is per 2024 overgestapt naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis van BBP-cijfers. Dit in plaats van de indexatie op basis van loon- en prijsontwikkeling. Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de systematiek van het Gemeente- en Provinciefonds. Deze reeks betreft de mutatie van tranche 2025 en van de reservering voor toekomstige tranches. Voor 2025 is er € 3,2 mln. aan de begroting toegevoegd, oplopend naar € 3,4 mln. in 2030.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.