Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2025
Zoals bekend hebben de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als stelselverantwoordelijke, en de Minister-President vanwege de goede werking van het decoratiestelsel besloten om de voordrachten te ondertekenen. Hierover zijn alle Vice-Ministers-President, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als stelselverantwoordelijke voor het decoratiestelsel en ik vooraf geïnformeerd. Hiermee kon dit besluit op draagvlak rekenen binnen het kabinet. In het vragenuur van heden heb ik toegelicht waarom ik een aantal voordrachten voor de Koninklijke Onderscheidingen niet heb getekend. Ik heb tevens gezegd dat het besluit van de Minister van BZK en de Minister-President mede namens mij is. Dit betekent dat ik het besluit onderschrijf. Dit is blijkbaar niet voldoende overgekomen in het vragenuurtje van vandaag, ook heb ik te vaak gewezen op mijn overwegingen om de voordrachten niet te ondertekenen en dat betreur ik.
Ik hecht eraan te benadrukken dat ik 100% achter het besluit van de Minister-President sta en er dus volledige eenheid van kabinetsbeleid is. Deze brief is opgesteld mede namens de Minister-President.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst