Gepubliceerd: 18 april 2024
Indiener(s): Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU), Christianne van der Wal (minister zonder portefeuille landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36550-XIV-2.html
ID: 36550-XIV-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitP.Adema

De Minister voor Natuur en StikstofCh. van der Wal-Zeggelink

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven t

Vastgestelde begroting t

 

3.999.161

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) WEcR 2

22

195.400

2) Eindejaarsmarge

diverse

407.000

3) PAS-melders

22

150.000

4) Brexit adjustment reserve

51

‒ 63.000

5) Loon- en prijsbijstelling

51

104.313

6) Inzet loon- en prijsbijstelling t.b.v. problematiek

51

‒ 61.915

7) Uitvoeringskosten medeoverheden

22

49.000

8) RVO tariefstijging

24

39.570

9) Overheveling IenW

51

29.300

10) Overheveling EZK aanpak piekbelasters

51

‒ 87.000

11) Kasschuif MGB

21

‒ 68.550

12) Kasschuif versnellingsmiddelen kennis & innovatie

23

‒ 129.700

13) Bronmaatregelen Natuurcompensatiebank

22

‒ 22.231

14) Overige mutaties

 

‒ 83.384

Stand 1e suppletoire begroting t

 

4.457.964

Toelichting

  • 1. WEcR 2

    In het kader van het Nationaal programma landelijk gebied wordt in 2024 € 195,4 mln. onttrokken van de reservering voor het Transitiefonds op de Aanvullende post. Deze middelen worden overgeheveld aan de provincies voor de uitvoering van maatregelen op het gebied van natuur, klimaat en waterkwaliteit.

  • 2. Eindejaarsmarge

    Er wordt € 407 mln. onderuitputting uit 2023 opnieuw aan de LNV-begroting toegevoegd. Dit betreft € 168 mln. Transitiefonds-budget, € 155 mln. bronmaatregelen budget, € 65 mln. budget uit de Brexit Adjustment Reserve en € 17 mln. reguliere eindejaarsmarge.

  • 3. PAS-melders

    Er wordt € 150 mln. vrijgemaakt op de LNV-begroting ten behoeve van de legalisatie van PAS-melders.

  • 4. Brexit Adjustment Reserve

    EZK ontvangt € 63 mln. vanuit de LNV-begroting voor maatregelen in het kader van de Brexit.

  • 5. Loon- en prijsbijstelling

    De loon- en prijsbijstelling 2024 wordt toegevoegd aan de LNV-begroting.

  • 6. Inzet loon- en prijsbijstelling t.b.v. problematiek

    Om de problematiek op de LNV-begroting van dekking te voorzien wordt een deel van de loon- en prijsbijstelling ingezet.

  • 7. Uitvoeringskosten medeoverheden

    De provincies voeren het nationaal programma landelijk gebied uit. De uitvoeringskosten (€ 49 mln.) worden onttrokken uit de reservering voor het Transitiefonds op de Aanvullende post.

  • 8. RVO tariefstijging

    De tariefstijging RVO is hoger dan er met de loon- en prijsbijstelling compenseerd wordt. Dit wordt van dekking voorzien door middel van diverse ombuigingen binnen de LNV-begroting.

  • 9. Overheveling IenW

    In het kader van de stikstofaanpak worden middelen van de Aanvullende Post overgeheveld aan IenW ten behoeve van stisktofreducerende maatregelen in de bouw en de scheepvaart.

  • 10. Overheveling EZK aanpak piekbelasters

    De overheveling aan EZK wordt ingezet voor de reductie van stikstofemissies door industriële piekbelasters.

  • 11. Kasschuif MGB

    Er is vertraging opgelopen bij het uitwerken van de provinciale uitkoopregeling Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB).

  • 12. Kasschuif Versnellingsmiddelen Kennis & Innovatie

    In 2023 is € 177 mln. beschikbaar gesteld voor kennis- en innovatiemaatregelen in de landbouwsector. Vanwege de complexiteit van de opgaven is een kasschuif nodig, zodat regelingen en projecten kunnen worden doorontwikkeld en uitgevoerd.

  • 13. Bronmaatregelen Natuurcompensatiebank

    Omdat verschillende maatregelen uit het bronmaatregelenpakket in het kader van de structurele aanpak stikstof niet het gewenste doelbereik opleveren, wordt budget alternatief aangewend binnen de sitkstofaanpak.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven t

Vastgestelde begroting t

 

97.775

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Onttrekking begrotingsreserve t.b.v. vestigingssteun jonge boeren

21

43.100

2) Overige mutaties

 

4.725

Stand 1e suppletoire begroting t

 

145.600

Toelichting

  • 1. Onttrekking begrotingsreserve t.b.v. Vestigingssteun jonge boeren

    Het amendement 36410XIV nr. 28 Vedder en Grinwis regelt een ophoging van het budget voor vestigingssteun voor jonge boeren. Dit is een aanvullende onttrekking uit de begrotingsreserve om het amendement meerjarig te verwerken.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

1.540.083

1.576.900

3.116.983

516.281

3.633.264

119.763

‒ 2.875

47.318

5.073

280.742

           

Uitgaven

909.109

459.900

1.369.009

‒ 113.774

1.255.235

151.600

28.252

65.184

‒ 17.541

210.711

           

Subsidies (regelingen)

          

Sociaal economische positie boeren

48.588

119.900

168.488

‒ 52.956

115.532

63.856

14.200

16.200

‒ 2.400

5.538

Duurzame veehouderij

346.871

340.000

686.871

23.925

710.796

‒ 4.714

‒ 1.479

‒ 319

‒ 319

20.502

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

111.751

0

111.751

5.289

117.040

15.618

16.883

6.510

‒ 25.450

92.764

Mestbeleid

72.937

0

72.937

‒ 788

72.149

7.174

‒ 30.000

0

0

7.672

Diergezondheid en dierenwelzijn

4.567

0

4.567

‒ 59

4.508

‒ 61

0

0

0

5.046

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

1.616

0

1.616

‒ 30

1.586

‒ 30

‒ 30

‒ 30

‒ 30

1.616

Integraal voedselbeleid

8.389

0

8.389

‒ 721

7.668

‒ 805

‒ 71

0

0

4.694

Leningen

          

Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw

43.600

0

43.600

‒ 19.100

24.500

‒ 3.600

‒ 3.600

26.300

0

0

Garanties

          

Bijdrage borgstellingsreserve

3.627

0

3.627

‒ 3.627

0

‒ 3.627

‒ 3.627

‒ 3.627

‒ 3.627

0

Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit

1.805

0

1.805

0

1.805

0

0

0

0

1.805

Opdrachten

          

Sociaal economische positie boeren

3.585

0

3.585

953

4.538

15.375

18.075

7.075

6.800

10.928

Duurzame veehouderij

4.500

0

4.500

‒ 128

4.372

0

0

‒ 500

0

0

Mestbeleid

13.600

0

13.600

‒ 10.098

3.502

0

0

0

0

0

Diergezondheid en dierenwelzijn

14.637

0

14.637

4.249

18.886

‒ 244

‒ 227

‒ 40

‒ 40

10.836

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

3.276

0

3.276

0

3.276

0

0

0

0

3.226

Integraal voedselbeleid

3.088

0

3.088

‒ 1.262

1.826

‒ 1.240

40

40

40

3.339

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

          

College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden

1.866

0

1.866

0

1.866

0

0

0

0

1.406

Centrale Commissie Dierproeven

2.470

0

2.470

0

2.470

0

0

0

0

2.503

Medebewind/voormalige productschappen

687

0

687

0

687

‒ 500

‒ 600

‒ 600

‒ 600

87

Raad voor de Plantenrassen

1.492

0

1.492

0

1.492

0

0

0

0

1.492

Keuringsdiensten

4.337

0

4.337

4.800

9.137

7.844

6.138

4.248

4.058

7.124

Bijdrage aan medeoverheden

          

Specifieke uitkeringen

185.314

0

185.314

‒ 68.976

116.338

52.927

8.923

6.300

400

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

          

FAO en overige contributies

11.633

0

11.633

‒ 300

11.333

0

0

0

0

11.633

Storting/onttrekking begrotingsreserve

          

Storting begrotingsreserve landbouw

0

0

0

1.428

1.428

0

0

0

0

0

Storting begrotingsreserve apurement

2.500

0

2.500

0

2.500

0

0

0

0

2.500

Storting begrotingsreserve borgstelling

0

0

0

3.627

3.627

3.627

3.627

3.627

3.627

3.627

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

          

Diergezondheidsfonds

12.373

0

12.373

0

12.373

0

0

0

0

12.373

           

Ontvangsten

31.780

19.900

51.680

44.728

96.408

0

0

0

0

29.080

           

Ontvangsten

          

Sociaal economische positie boeren

245

0

245

0

245

0

0

0

0

245

ZBO's/RWT's

2.300

0

2.300

200

2.500

0

0

0

0

2.300

Agroketens

2.013

0

2.013

0

2.013

0

0

0

0

513

Mestbeleid

7.209

0

7.209

0

7.209

0

0

0

0

7.209

Garanties

1.800

0

1.800

0

1.800

0

0

0

0

1.800

Weerbare planten en teeltsystemen

0

0

0

1.428

1.428

0

0

0

0

0

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.600

0

11.600

0

11.600

0

0

0

0

11.600

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

5.413

0

5.413

0

5.413

0

0

0

0

5.413

Onttrekkingen begrotingsreserves

1.200

19.900

21.100

43.100

64.200

0

0

0

0

0

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Subsidies

Sociaal economische positie boeren

Het kasbudget in 2024 neemt met € 53,0 mln. af. Dit wordt voor € 50,0 mln. veroorzaakt door de verdere budgettaire verwerking van amendement Flach (36410 XIV, nr. 27). Zoals de toelichting op het amendement stelt, zal de uitbetaling van de ecoregeling voor 2024 plaatsvinden in 2025. Het betreffende uitgavenbudget is daarom in deze eerste suppletoire begroting van 2024 naar 2025 verplaatst.

Duurzame veehouderij

Het kasbudget in 2024 stijgt met € 23,9 mln. Dit is een saldo van verhogingen en verlagingen. Hoofdzakelijk komt dit door het doorschuiven van de onbenutte € 23,0 mln. voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) van 2023 die in 2024 tot uitgaven leidt. Het doel van de Lbv-plus is het realiseren van blijvende forse daling van stikstofdepositie op overbelaste en voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden door beëindiging van de piekbelasters. De Lbv-plus is een bronmaatregel en levert een bijdrage aan de realisatie van de reductiedoelstellingen zoals vastgelegd in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Verder wordt een deel van de onbenutte middelen (€ 10,4 mln.) die beschikbaar waren gesteld voor de PAS-melders in 2023 doorgeschoven naar 2024 voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv). Daarnaast is er sprake van een aantal verlagingen van het budget in 2024. Zo is € 5,6 mln. overgeboekt naar artikel 23 voor de financiering van de klimaatopdracht van Wageningen Research en wordt € 2,3 mln. via een decentralisatie uitkering voor de Lbv en de Lbv-plus naar provincies en gemeenten uitgekeerd. Het overige verschil wordt verklaard door kleinere mutaties.

Leningen

Investeringsfonds Duurzame Landbouw

Van het beschikbare kasbudget voor 2024 wordt € 19,1 mln. doorgeschoven naar 2027 omdat de inrichting van het definitieve fonds in de loop van 2024 wordt vormgegeven. Het totale budget van € 130,8 mln. voor fondsvermogen is niet gewijzigd.

Opdrachten

Mestbeleid

Het kasbudget voor mestbeleid wordt met € 10,1 mln. verlaagd. Dit heeft te maken met een overboeking naar artikel 24 voor uitvoeringskosten door de NVWA.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Keuringsdiensten

De verhoging van het budget (€ 4,8 mln.) heeft met name te maken met het verhoogde budget voor Skal (€ 3,9 mln.). Dit is nodig om de wettelijke taken uit te kunnen blijven voeren en door te groeien in lijn met de ontwikkeling van de biologische landbouw. Daarnaast is een deel van deze wijziging toe te schrijven aan de gevolgen van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) over het niet mogen verwerken van sommige kosten van de keuringsdiensten in de tarieven voor het bedrijfsleven (€ 0,8 mln.).

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkeringen

Het budget voor Specifieke uiterkingen wordt met € 69,0 mln. verlaagd. Deze wijziging wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif van € 68,5 mln. van 2024 naar 2025 voor de uitvoering van de 2de tranche van de Maatregel Gerichte Aankoop (MGA).

Ontvangsten

De begrote ontvangsten op artikel 21 nemen met € 44,7 mln. toe. Het grootste deel daarvan, € 43,1 mln., betreft de verdere verwerking van amendement 36 410 XIV, nr. 31 (Vedder, Grinwis en Flach). Indieners hebben in de toelichting bij het amendement het kabinet verzocht om de uitgaven op artikel 21 in 2025 en verder op te hogen door € 43,1 mln. te dekken uit de module vermogensversterkend krediet (VVK) van de Borgstellingsfaciliteit. De ontvangst en inzet in het ritme € 12,5 mln. (2025), € 14,3 mln. (2026) en € 16,3 mln. (2027) voor uitgaven Vestigingssteun jonge landbouwers is in deze eerste suppletoire begroting verwerkt.

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

737.688

1.550.207

2.287.895

1.592.092

3.879.987

‒ 48.235

51.797

73.201

‒ 224.951

233.549

           

Uitgaven

770.485

689.308

1.459.793

412.351

1.872.144

140.016

258.417

52.928

44.176

502.660

           

Subsidies (regelingen)

          

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

6.085

150

6.235

2.857

9.092

‒ 375

‒ 875

‒ 1.280

‒ 1.280

5.418

Natuur en Biodiversiteit op land

78.238

‒ 7.772

70.466

‒ 30.618

39.848

‒ 30.763

28.634

39.142

41.246

53.691

Beheer Kroondomeinen

803

0

803

0

803

0

0

0

0

803

Duurzame visserij

14.859

0

14.859

22.405

37.264

5.000

25.000

20.000

0

6.462

Overige stelsel activiteiten

6.208

0

6.208

1.121

7.329

0

0

0

0

6.719

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

3.900

0

3.900

0

3.900

0

0

0

0

0

Leningen

          

Leningen rente en aflossing

22.145

0

22.145

0

22.145

0

0

0

0

22.145

(Schade)vergoeding

          

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

5.000

0

5.000

‒ 4.500

500

0

0

0

0

0

Opdrachten

          

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

15.147

0

15.147

‒ 3.358

11.789

‒ 838

‒ 838

‒ 838

‒ 838

11.201

Natuur en Biodiversiteit op land

75.344

0

75.344

19.509

94.853

13.429

9.250

11.800

14.050

56.291

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

34.056

0

34.056

9.259

43.315

9.031

9.117

754

‒ 437

29.822

Duurzame visserij

36.940

0

36.940

‒ 2.798

34.142

760

2.000

2.000

2.000

31.118

Overige stelsel activiteiten

0

0

0

0

0

200

400

0

0

0

Internationale Samenwerking

3.027

0

3.027

0

3.027

0

0

0

0

3.068

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

5.998

0

5.998

‒ 225

5.773

0

0

0

0

3.306

Bijdrage aan agentschappen

          

Rijksrederij

9.812

0

9.812

4.137

13.949

6.205

3.000

3.000

3.000

12.829

Rijksvastgoedbedrijf

100.000

0

100.000

‒ 3.579

96.421

20.559

4.632

15.000

25.000

0

Overige agentschappen

0

0

0

91

91

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

          

Staatsbosbeheer

30.987

0

30.987

0

30.987

0

0

0

0

30.573

Overige ZBO's

0

0

0

92

92

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

          

Caribisch Nederland

16.475

0

16.475

‒ 5.255

11.220

‒ 145

0

0

0

800

Specifieke uitkering

303.620

676.558

980.178

401.979

1.382.157

116.953

178.097

‒ 36.650

‒ 38.565

226.574

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

          

Internationale Samenwerking

1.841

0

1.841

0

1.841

0

0

0

0

1.840

Storting/onttrekking begrotingsreserve

          

Storting begrotingsreserve visserij

0

0

0

1.234

1.234

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

          

Bijdrage aan provinciefonds

0

20.372

20.372

0

20.372

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten

34.190

0

34.190

1.518

35.708

0

3.621

7.242

10.862

23.635

           

Ontvangsten

          

Landinrichtingsrente

22.845

0

22.845

0

22.845

0

0

0

0

14.190

Verkoop gronden

500

0

500

0

500

0

3.621

7.242

10.862

0

Overige ontvangsten natuur

2.089

0

2.089

284

2.373

0

0

0

0

9.445

Duurzame visserij

8.756

0

8.756

1.234

9.990

0

0

0

0

0

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Subsidies (regelingen)

Natuur en biodiversiteit op land

Het subsidiebudget Natuur en biodiversiteit op land wordt met € 30,6 mln. verlaagd. Dit is het saldo van meerdere mutaties waarvan de twee grootste mutaties hier worden toegelicht. Het beteft ten eerste een interdepartementale overboeking van € 20 mln. naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van de depositiereductie bij Yara Sluiskil waarbij de bovenwettelijke reductie van ammoniakemissies wordt beoogd. Daarnaast wordt het budget van de Regeling Versneld Natuurherstel met € 7,7 verlaagd omdat de deelname aan de regeling lager is dan verwacht.

Duurzame Visserij

Het budget Duurzame Visserij wordt met € 22,4 mln. verhoogd. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door vertraging van de energie-efficiëntieregeling waardoor € 18,4 mln. aan onderuitputting in 2023 is ontstaan. Deze middelen worden aan de begroting voor 2024 toegevoegd. Daarnaast zijn in 2023 de sanerings-, liquiditeits- en stilligregeling van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) uitgevoerd. € 2,8 mln. aan niet bestede middelen wordt in 2024 toegevoegd voor het dekken van een risico betreffende bezwaarschriften.

Opdrachten

Natuur en biodiversiteit op land

Het opdrachtenbudget Natuur en biodiversiteit op land wordt per saldo met € 19,5 mln. verhoogd. Dit bedrag valt uiteen in meerdere mutaties waarvan de belangrijkste hier worden toegelicht. Er wordt in 2024 € 9,8 mln. toegevoegd voor de inhuur van zaakbegeleiders voor de aanpak piekbelasters. Daarnaast wordt € 8,5 mln. toegevoegd voor investeringen om natuurbranden te voorkomen en gevolgen van natuurbranden te mitigeren. Verder wordt € 4,9 mln. beschikbaar gesteld voor het beheer, onderhoud, en doorontwikkeling van AERIUS. Daarnaast wordt er € 3,2 mln. toegevoegd voor de uitvoering van de nationale grondbank. Voor verschillende opdrachten aan de RVO wordt er € 5,7 mln. aan budget van artikel 22 overgeheveld naar artikel 24. Dit wordt aldaar verantwoord.

Natuur en biodiversiteit Grote Wateren

Het opdrachtenbudget Natuur en biodiversiteit Grote Wateren wordt per saldo met € 9,3 mln. verhoogd. Dit is een saldo van diverse verhogingen en verlagingen. Hoofdzakelijk komt dit door de toevoeging van de onbenutte € 8,7 mln. voor het programma digitalisering ecologische monitoring aan de begroting 2024. Daarnaast is € 2,8 mln. toegevoegd aan de LNV-begroting voor de Nadeelcompensatie Voordelta door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook zijn meerdere technische mutaties uitgevoerd waardoor het saldo uitkomt op € 9,3 mln.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkeringen

Het budget voor specifieke uitkeringen voor medeoverheden wordt met € 402,0 mln. verhoogd. Dit bedrag bestaat uit een reservering van € 195,4 mln. voor de eerste maatregelpakketten ten behoeve van de transitie in het landelijk gebied. Dit bedrag is onderdeel van de totale reservering van € 434,2 mln. voor maatregelpakketten die in juli 2023 zijn ingediend en door Wageningen Economic Research zijn beoordeeld als ‘low regret’. Verdere toetsing door het Rijk vindt nog plaats voordat de middelen worden overgeheveld richting de provincies. Daarnaast wordt € 150 miljoen toegevoegd die bestemd is voor de legalisatie van PAS-melders. Voor de uitvoeringskosten van het opstellen van de gebiedsprogramma's is voor provincies, gemeenten en waterschappen in 2025 € 49 mln. beschikbaar. Deze middelen worden in 2024 beschikbaar gesteld aan de provincies.

3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

328.288

0

328.288

199.886

528.174

18.031

16.894

14.810

26.840

236.860

           

Uitgaven

379.608

0

379.608

‒ 21.514

358.094

87.961

78.886

72.176

110.606

258.231

           

Subsidies (regelingen)

          

Beleidsondersteunend onderzoek

35.653

0

35.653

18.599

54.252

7.191

2.198

96

30

19.973

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

67.641

0

67.641

‒ 7.600

60.041

‒ 7.600

‒ 7.600

‒ 7.600

‒ 7.600

59.540

Kennisverspreiding en groen onderwijs

140.977

0

140.977

‒ 47.416

93.561

79.418

76.359

74.261

113.466

43.661

Opdrachten

          

Kennisontwikkeling en innovatie

10.297

0

10.297

8.451

18.748

1.469

1.740

7

‒ 420

9.182

Bijdrage aan agentschappen

          

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

10.408

0

10.408

3.704

14.112

661

589

312

30

5.913

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

          

Wageningen Research

114.137

0

114.137

2.748

116.885

6.822

5.600

5.100

5.100

117.719

ZonMw

495

0

495

0

495

0

0

0

0

2.243

           

Ontvangsten

7.543

0

7.543

1.452

8.995

0

0

0

0

7.474

           

Ontvangsten

          

Kennisontwikkeling en innovatie

7.543

0

7.543

1.452

8.995

0

0

0

0

7.474

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Verplichtingen

Op artikel 23 zijn de verplichtingen meerjarig verhoogd. Dit betreft ophogingen van verplichtingenbudget direct gekoppeld aan de onderstaande kasophogingen.

Subsidies

Beleidsondersteunend onderzoek

Het budget voor beleidsondersteunend onderzoek wordt met € 18,6 mln. verhoogd. Deze verhoging is het saldo van bijdragen vanuit andere artikelen van de LNV-begroting aan beleidsondersteunend onderzoek voor subsidiebeschikking aan Wageningen Research. Dit betreft onder andere klimaatonderzoek, onderzoeken naar visserij en glastuinbouw.

Missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid

Het budget wordt structureel met € 7,6 mln. verlaagd. Dit betreft een technische mutatie binnen artikel 23 naar het onderdeel Bijdrage aan ZBO's/RWT's in verband met het in 2023 vastgelegde Kennis- en Innovatieconvenant (KIC).

Kennisverspreiding en groen onderwijs

De totale uitgaven worden met € 47,4 mln. verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door de volgende wijzigingen:

  • Transitie landbouw: met de Toekomst Landbouw brief is in totaal € 177 mln. beschikbaar gekomen op artikel 23 voor 2023 en 2024 voor Innovatie op het boerenerf, Fieldlabs, Meten en berekenen en Digitalisering. In 2023 is € 75 mln. niet besteed en wordt daarom in 2024 toegevoegd. Tegelijkertijd is gebleken dat de onderliggende activiteiten een langere looptijd hebben dan twee jaar, daarom worden de programma’s nu meerjarig opgezet en de middelen doorgeschoven naar latere jaren, dit leidt tot een verlaging van het kasbudget in 2024 van € 129,7 mln. Per saldo worden de uitgaven daarmee verlaagd met € 54,7 mln.

  • Met deze suppletoire begroting worden de middelen voor drie Nationaal Groeifonds (NGF) projecten toegevoegd aan de LNV-begroting. Het betreft de volgende projecten met een ophoging van € 15,6 mln. voor 2024:

    • RE-GE-NL (€ 11,7 mln.): In totaal is er vanuit het NGF € 129 mln. toegekend voor het project RE-GE-NL. Het project richt zich op de overgang van het huidige landbouwsysteem naar een regeneratief landbouwsysteem. Regeneratieve landbouw is een manier van landbouw die voedselproductie combineert met natuurherstel. Het voorkomt uitputting van de bodem. Het voorstel biedt niet alleen een mogelijke oplossing voor de brede landbouw milieuproblematiek, maar biedt ook economische kansen voor het gehele agri-food complex inclusief Nederlandse boerenbedrijven.

    • HOLOMICROBIOOM (€ 3,7 mln.): In totaal is er vanuit het NGF € 60 mln. toegekend voor het project Holomicrobioom. Het consortium gaat voor het eerst onderzoeken hoe microbiomen in alle delen van ons voedselsysteem samen één groot netwerk vormen: een 'holomicrobioom'. Geholpen door kunstmatige intelligentie gaat het Instituut microbiomen begrijpen en hun (wissel)werking modelleren en voorspellen. Dat brengt veel toepassingen dichterbij: manieren om grondstoffen te recyclen, microbiële mest voor gewassen, gezondere voedingsproducten, nieuwe diagnostische hulpmiddelen, en nieuwe behandelingen voor mens, dier en milieu − ingrepen waarvan de effectiviteit én de veiligheid eerst moeten worden bewezen.

    • CPBT (€ 0,2 mln.): In totaal is er vanuit het NGF € 55 mln. toegekend voor het project Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT). Het CPBT wordt een nationaal centrum voor het valoriseren en dissemineren van proefdiervrije innovaties en expertise. Het centrum heeft als doel om de stap van nieuwe biomedische innovaties naar patiënt en gebruiker te verbeteren en te versnellen, met minder kosten en zonder proefdieren. Dit zorgt onder meer voor veiliger, effectievere en betere medicijnen met minder dierenleed.

    Daarnaast wordt € 6,8 mln. voor het NGF-project cellulaire agricultuur doorgeschoven naar latere jaren.

    Per saldo worden de uitgaven voor de LNV NGF-projecten daarmee opgehoogd met € 8,8 mln.

Opdrachten

Kennisontwikkeling en innovatie

Het budget wordt met € 8,5 mln. verhoogd. Deze verhoging is het saldo van bijdragen vanuit andere artikelen van de LNV-begroting aan dit artikel en zijn voornamelijk voor opdrachtverlening aan de RIVM.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Wageningen Research

Het budget wordt per saldo met € 2,7 mln. verhoogd. Als gevolg van een technische mutatie wordt het budget opgehoogd met € 7,6 mln. ten laste van artikel 23 Missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid en de desaldering van de ontvangsten voor de HCU bijdrage van € 1,5 mln. Het budget wordt tegelijkertijd verlaagd met € 6,3 mln., dit bedrag wordt overgeboekt naar artikel 24 ten behoeve van de NVWA voor de uitvoering van de Wettelijke Onderzoekstaken (WOT) voedselveiligheid en handhaving.

3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

527.403

0

527.403

108.065

635.468

56.666

13.843

14.203

14.203

525.553

           

Uitgaven

527.461

0

527.461

108.007

635.468

56.666

13.843

14.203

14.203

525.553

           

Bijdrage aan agentschappen

          

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

273.633

0

273.633

42.647

316.280

24.331

13.011

13.371

13.371

314.842

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

253.828

0

253.828

65.360

319.188

32.335

832

832

832

210.711

           

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

Nederlandse Voesel- en Warenautoriteit (NVWA)

De bijdrage aan de NVWA in 2024 neemt met € 42,7 mln. toe. Een belangrijk deel van deze wijziging is toe te schrijven aan de gevolgen van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) op 26 september 2023 over het niet mogen verwerken van sommige kosten van de NVWA in de tarieven voor het bedrijfsleven. Het effect van de uitspraak is € 18,7 mln., waarvan ongeveer € 17 mln. is bestemd voor het corrigeren van facturen op grond van bezwaren (12.000 zaken) uit de periode 2013 tot en met 2023. Het overige deel betreft de kosten voor 2024 die niet meer zijn door te berekenen aan het bedrijfsleven.

Voor de bekostiging van het NVWA jaarplan 2024 worden budgetten overgeheveld naar artikel 24 vanuit andere artikelen van de LNV-begroting. Voor het project ‘real-time Vervoersbewijs Dierlijke Mest’ (rVDM) wordt een bedrag van € 10,1 mln. overgeheveld. Voor de wettelijke onderzoeks- en handhavingstaken op het terrein van voedselveiligheid is € 6,3 mln. overgeheveld. Voor bekostiging van uitvoeringskosten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is € 4,9 mln. beschikbaar gesteld. € 1,3 mln. is bestemd voor Good Distribution Practices (GDP) voor diergeneesmiddelen en het bijbehorende toezichtarrangement. Ten slotte is € 1,1 mln. bedoeld voor voorbereiding op de handhaving van de Europese Verordening Ontbossingsvrije Producten (EUDR). De verordening moet per 31 december 2024 worden gehandhaafd, daarvoor worden o.a. inspecteurs en juristen geworven.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland neemt met € 65,4 mln. toe. De goedkeuring van het RVO jaarplan 2024 vroeg voor bekostiging van de in het jaarplan opgenomen opdrachten een forse extra compensatie vanuit de beleidsartikelen vanwege de tariefstijging RVO 2024 met ruim 13%, dit omvat € 39,6 mln. van de genoemde € 65,4 mln. Daarnaast is er sprake van groei of wijziging van lopende opdrachten en toevoeging van nieuwe opdrachten aan de RVO. De bijbehorende uitvoeringskosten zijn overgeheveld van de beleidsartikelen naar de agentschapsbijdrage RVO. Te noemen zijn kosten voor uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027 (€ 10,2 mln.), de Uitvoering Aanpak Piekbelasting (€ 4,0 mln), uitvoeringskosten van een programma voor bevordering van de groei de afzetmarkt voor producten uit de biologische landbouw (€ 1,7 mln.), kosten RVO ten gevolge van het in 2023 gestarte samenwerkingsverband tussen 6 Rijksuitvoerings-organisaties in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (€ 1,7 mln.) ter ondersteuning van de provincies, kosten RVO ten behoeve van een Innovatiehub (€ 1,2 mln) en uitvoeringskosten RVO voor uitvoering van de subsidieregeling behoud grasland bij afbouw van derogatie (€ 0,9 mln).

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 50 Apparaat

Tabel 8 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

229.031

0

229.031

12.987

242.018

9.760

35.362

2.158

2.158

192.627

           

Uitgaven

229.031

0

229.031

12.987

242.018

9.760

35.362

2.158

2.158

192.627

           

Personele uitgaven

          

Eigen personeel

169.984

0

169.984

7.049

177.033

5.877

32.751

‒ 878

‒ 751

119.996

Externe inhuur

7.289

0

7.289

6.070

13.359

3.475

2.776

2.526

2.399

26.576

Overige personele uitgaven

3.282

0

3.282

0

3.282

0

0

0

0

2.196

Materiële uitgaven

          

ICT

500

0

500

0

500

0

0

0

0

1.041

Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

12.929

0

12.929

0

12.929

0

0

0

0

12.929

SSO DICTU

25.049

0

25.049

‒ 649

24.400

‒ 442

‒ 442

‒ 442

‒ 442

22.901

Overige materiële uitgaven

9.998

0

9.998

517

10.515

850

277

952

952

6.988

           

Ontvangsten

4.362

0

4.362

127

4.489

0

0

0

0

4.362

           

Ontvangsten

          

Ontvangsten

4.362

0

4.362

127

4.489

0

0

0

0

4.362

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 7,0 mln. Dit is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk is opgebouwd uit een toevoeging van € 2,8 mln. voor het organisatie ontwikkelingsprogramma LNV in beweging. Daarnaast zijn er toevoegingen aan het budget voor eigen personeel gedaan voor o.a. de benodigde managementondersteuning en de administratie. Verder zijn er middelen toegevoegd aan de gedeelde bedrijfsvoeringsonderdelen van het ministerie van EZK en LNV.

Externe inhuur

Het budget voor externe inhuur wordt per saldo verhoogd met € 6,1 mln. De stijging van het saldo voor externe inhuur wordt voor circa € 2,7 mln. verklaard door doorbelastingen van externe inhuur aan het personeels- of beleidsbudget van de inhurende directie. Externe inhuur in tijden van drukte of wegens ziekte van vaste medewerkers (‘piek en ziek’) wordt centraal vergoed voor maximaal 6 maanden. Hier wordt aan het begin van het begrotingsjaar op begroot. Voor overige inhuur (met andere oorzaken dan ‘piek en ziek’ of na 6 maanden) wordt vanuit de beleids- of personeelsbudgetten van directies gedurende het jaar middelen overgeheveld naar het centrale budget op artikel 50 van de LNV-begroting voor externe inhuur. De rest van de verhoging van het budget wordt verklaard doordat er door een technische weeffout middelen worden opgenomen onder «externe inhuur» die in werkelijkheid onder «eigen personeel» zouden moeten vallen.

4.2 Artikel 51 Nog onverdeeld

Tabel 9 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

Verplichtingen

47.009

‒ 12.750

34.259

60.746

95.005

16.709

45.373

41.556

45.488

64.270

           

Uitgaven

47.009

‒ 12.750

34.259

60.746

95.005

16.709

45.373

41.556

45.488

64.270

           

Prijsbijstelling

0

0

0

16.202

16.202

29.103

14.600

7.529

6.843

6.814

Loonbijstelling

0

0

0

39.669

39.669

36.458

32.931

33.170

32.282

32.105

Nog te verdelen

47.009

‒ 12.750

34.259

4.875

39.134

‒ 48.852

‒ 2.158

857

6.363

25.351

           

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

De loon- en prijsbijstelling tranche 2024 is op artikel 51 geplaatst en wordt bij een volgend begrotingsmoment verdeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van diverse prijsindexen.

Het onderdeel Nog te verdelen bestaat uit verschillende mutaties. De eindejaarsmarge is toegevoegd en vervolgens ingezet, er zijn reserveringen ingezet om de problematiek op de LNV-begroting van dekking te voorzien en er zijn middelen van de Aanvullende Post onttrokken en ingezet ten behoeve van de stikstofaanpak. Per saldo leidt dit tot een verlaging van de uitgaven van € 1,8 mln.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap NVWA

Tabel 10 Baten-lastenagentschap NVWA Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting1

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

- Omzet

574.677

2.801

577.478

waarvan omzet moederdepartement

285.641

11.518

297.159

waarvan omzet overige departementen

151.342

‒ 5.452

145.890

waarvan omzet derden

137.695

‒ 3.266

134.429

Rentebaten

360

2.140

2.500

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

22.604

19.876

42.480

Totaal baten

597.641

24.817

622.458

    

Lasten

   

Apparaatskosten

579.242

19.645

598.887

- Personele kosten

353.153

12.804

365.957

waarvan eigen personeel

312.057

11.980

324.037

waarvan inhuur externen

27.668

0

27.668

waarvan overige personele kosten

13.428

823

14.251

- Materiële kosten

226.089

6.842

232.931

waarvan apparaat ICT

3.300

651

3.951

waarvan bijdrage aan SSO's

74.486

4.401

78.887

waarvan overige materiële kosten

148.303

1.790

150.093

Rentelasten

200

5.200

5.400

Afschrijvingskosten

7.810

‒ 47

7.763

- Materieel

1.810

‒ 200

1.610

waarvan apparaat ICT

200

0

200

- Immaterieel

6.000

153

6.153

Overige lasten

10.389

19

10.408

waarvan dotaties voorzieningen

500

0

500

waarvan bijzondere lasten

9.889

19

9.908

Totaal lasten

597.641

24.817

622.458

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

X Noot
1

Let op: bovenstaande staat van baten en lasten is exclusief de financiële impact van de cao aanpassing per 1 juli 2024.

Toelichting

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)  

De omzet moederdepartement is hoger (€ 11,5 mln.) dan begroot door ten eerste extra opdrachten die in het Jaarplan 2024 zijn opgenomen en ten tweede de vergoeding voor de incidentele kosten voor HSKT (€ 4,4 mln.). Daarnaast is eind 2023 besloten om e-CertNL per 2024 integraal op te nemen in de financiële verantwoording van de NVWA. Daarom is e-CertNL in deze suppletoire begroting toegevoegd.

De volgende tabel laat de verdeling van de omzet moederdepartement over de productgroepen zien. Productgroep ‘overig’ betreft werkzaamheden die aan derden worden uitbesteed zoals bijvoorbeeld laboratorium onderzoek door Wageningen Food Safety Research.

Tabel 11 Omzet moederdepartement
 

Slotwet 2023

Vastgestelde begroting

1e suppletoire begroting 2024

2024

Toezicht

243.299

266.220

277.165

Overig

15.353

19.421

19.994

Totaal

258.652

285.641

297.159

Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

De omzet overige departementen is lager dan begroot, doordat in het uiteindelijke Jaarplan 2024 zowel bij VWS, als bij DGF en de Provincies minder uren zijn opgenomen.

De volgende tabel laat de verdeling van de omzet overige departementen over de productgroepen zien. Productgroep ‘overig’ betreft werkzaamheden die aan derden worden uitbesteed zoals bijvoorbeeld laboratorium onderzoek door Wageningen Food Safety Research of onderzoeken door het RIVM.

Tabel 12 Omzet overige departementen
 

Slotwet 2023

Vastgestelde begroting

1e suppletoire begroting 2024

2024

Toezicht

106.717

121.980

117.247

Overig

27.293

29.362

28.643

Totaal

134.010

151.342

145.890

Omzet derden

De omzet derden is in het Jaarplan 2024 hoger ingeschat dan de oorspronkelijke begroting (circa € 6,2 mln.). Ook is in deze suppletoire begroting de omzet vanuit e-CertNL meegenomen (circa € 4,0 mln.). Daar tegenover staat dat de NVWA als gevolg van de uitspraak CBB een deel van de in rekening gebrachte facturen moet terugbetalen (€ 13,4 mln.). De wettelijke rente over dit bedrag (€ 5 mln.) is verantwoord onder de rentelasten.

Rentebaten

Doordat de rente op de uitstaande middelen op de rekening-courant bij het ministerie van Financiën is gestegen, hebben we € 2,5 mln. rentebaten in deze suppletoire begroting opgenomen.

Bijzondere baten

De compensatie die wij van opdrachtgevers ontvangen als gevolg van de uitspraak CBB (€ 19,5 mln. zijnde incidentele uitvoeringskosten € 1,1 mln. + terugbetaling bedrijfsleven € 18,4 mln.) worden verantwoord onder de bijzondere baten.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De personele kosten nemen toe met € 12,8 mln. (excl. impact nieuwe cao), met name als gevolg van de extra opdrachten voor de opdrachtgevers (€ 7,4 mln.). Daarnaast stijgen de kosten omdat er meer capaciteit nodig is voor HSKT (€ 0,9 mln. incidentele kosten) en voor het verwerken van de gevolgen van de uitspraak CBB (€ 1,1 mln. incidentele uitvoeringskosten). Ook is in deze suppletoire begroting e-CertNL meegenomen (€ 3,5 mln.)

Materiële kosten

De bijdrage aan SSO’s is hoger dan in de vastgestelde begroting, als gevolg van prijsstijgingen door de hoge inflatie. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventuele kostenstijgingen als gevolg van de hogere kosten bij de SSO’s partners vanwege de cao-stijging. De overige materiële kosten zijn hoger als gevolg van HSKT (incidentele programmakosten KDS en Merita en incidentele transitiekosten).

Rentelasten

Onder de rentelasten is een bedrag van € 5 mln. opgenomen als wettelijke rente over de terug te betalen bedragen als gevolg van de uitspraak CBB.

Tabel 13 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap NVWA Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

1

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

64.167

1.573

65.740

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

597.641

24.817

622.458

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

-/- 589.331

-/- 24.864

-/-614.195

2

Totaal operationele kasstroom

8.310

-/- 47

8.263

 

Totaal investeringen (-/-)

-/- 10.850

-/- 1.200

-/- 12.050

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3

Totaal investeringskasstroom

-/- 10.850

-/- 1.200

-/- 12.050

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

-/- 6.247

253

-/- 5.994

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

10.850

1.200

12.050

4

Totaal financieringskasstroom

4.603

1.453

6.056

5

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

66.230

1.779

68.009

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is de rekening courant per 1 januari € 1,6 mln. hoger. De operationele kasstroom in 2023 was lager door een negatief resultaat. Daartegenover stond een hogere investeringskasstroom dan begroot (minder investeringen) en een hogere financieringskasstroom, met name door een storting in het eigen vermogen door het moederdepartement.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is vrijwel hetzelfde als begroot, doordat de baten en lasten in dezelfde mate stijgen. Het kleine verschil wordt veroorzaakt doordat de afschrijvingskosten lager zijn (afschrijvingen zorgen niet voor een kasstroom).

Investeringskasstroom

De totale investeringen zijn € 1,2 mln. hoger dan begroot, met name als gevolg van een verhoging het investeringsbudget voor immateriële vaste activa (IV/ICT actieplan).

Financieringskasstroom

De totale financieringskasstroom is € 1,5 mln. hoger dan in de vastgestelde begroting. Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er € 0,3 mln. minder afgelost en wordt voor € 1,2 mln. extra beroep gedaan op de leenfaciliteit, conform de toename in de investeringen.

Rekening courant

De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de vastgestelde begroting toe met € 1,8 mln. tot € 68,0 mln.

Tabel 14 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

2024

2024

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Tarieven

  

Gemiddelde kostprijs (€/uur)

135,54

136,03

Index 2012 = € 94,07 = 100

144,08

144,61

Omzet per productgroep ( in € mln.)

  

Toezicht (moeder- en overige departementen)

388,2

394,4

Overige producten (derden)

137,7

134,4

Percentage meerwerk t.o.v. Jaarplan

0,00%

0,00%

FTE

  

Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1

3.310

3.310

Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur)

2.615/695

2.615/695

Salariskosten per fte

94.266

98.018

Saldo van baten en lasten

  

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0%

0%

Kwaliteit

  

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen

90%

90%

Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen)

95%

95%

X Noot
1

De gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief Van-WerkNaarWerk-kandidaten.

6 Begrotingsfonds

6.1 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)

Tabel 15 Budgettaire gevolgen Diergezondheidsfonds Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)

Art. 1

Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Ontwerpbegroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 20291

 
 

Verplichtingen

15.624

0

15.624

6.342

21.966

0

0

0

0

30.939

 

Uitgaven

30.939

0

30.939

9.855

40.794

0

0

0

0

30.939

            
 

Opdrachten

          
 

Bewaking van dierziekten

5.052

0

5.052

‒ 5.052

0

0

0

0

0

5.052

 

Bestrijding van dierziekten

8.130

0

8.130

3.514

11.644

0

0

0

0

8.130

 

Overig

1.155

0

1.155

0

1.155

0

0

0

0

1.155

            
 

Subsidies

          
 

Bewaking van dierziekten

14.404

0

14.404

‒ 14.404

0

0

0

0

0

14.404

 

Overig

1.348

0

1.348

‒ 611

737

0

0

0

0

1.348

 

Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen

850

0

850

3.242

4.092

0

0

0

0

850

            
 

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

          
 

Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's)

0

0

0

22.159

22.159

0

0

0

0

0

 

Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's)

0

0

0

1.007

1.007

0

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

31.558

0

31.558

27.673

59.231

0

0

0

0

30.939

 

Ontvangsten LNV

12.373

0

12.373

0

12.373

0

0

0

0

12.373

 

Ontvangsten sector

14.079

0

14.079

0

14.079

0

0

0

0

13.460

 

Ontvangsten EU

419

0

419

0

419

0

0

0

0

419

 

Bijdrage sector crisisreserve

4.687

0

4.687

0

4.687

0

0

0

0

4.687

 

Saldo van de afgesloten rekeningen

0

0

0

27.673

27.673

0

0

0

0

0

X Noot
1

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Toelichting

Uitgaven bewaking van dierziekten

Op aangeven van ADR is bewaking van dierziekten gesplitst in opdrachten, subsidies en bijdrage aan ZBO’s/RWT’s. Hiertoe is een overheveling nodig ad € 5,1 mln. van bewaking (opdrachten) en € 14,4 van bewaking (subsidies) naar bijdrage aan ZBO’s/RWT’s. Voorts is een bijstelling in de 1e suppletoire doorgevoerd van € 2,7 mln. als gevolg van indexaties en nagekomen uitgaven 2023.

Uitgaven bestrijding van dierziekten

In de uitgaven bestrijding van dierziekten is een bijstelling van de prognose nodig als gevolg van verwachte vogelgriep uitbraken in 2024. In de 1e suppletoire begroting wordt uitgegaan van 14 vogelgriepuitbraken in 2024 op basis van een (wetenschappelijk) onderzoek, het zogenaamde WEcr rapport. De bijstelling op bestrijding (opdrachten) en de bijstelling op bestrijding (schadevergoeding) bedraagt respectievelijk € 3,5 mln. en € 3,2 mln.

Toelichting op de ontvangsten

Conform de vigerende systematiek wordt bij voorjaarsnota het eindsaldo DGF van het voorgaande jaar (2023) toegevoegd aan de ontvangsten van het lopende jaar (2024). Op het saldo van de afgesloten rekeningen is derhalve € 27,7 mln. toegevoegd.