Gepubliceerd: 28 maart 2025
Indiener(s): Michiel van Nispen , Mirjam Bikker (CU)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36547-9.html
ID: 36547-9

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN BIKKER

Ontvangen 28 maart 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan het in artikel I, onderdeel C, voorgestelde artikel 273f wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Niet strafbaar is de persoon ten aanzien van wie een feit als omschreven in het eerste of tweede lid is gepleegd, die in rechtstreeks verband daarmee een feit begaat waartoe die persoon is gedwongen.

II

Aan het in artikel II, onderdeel A, voorgestelde artikel 286f wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Niet strafbaar is de persoon ten aanzien van wie een feit als omschreven in het eerste of tweede lid is gepleegd, die in rechtstreeks verband daarmee een feit begaat waartoe die persoon is gedwongen.

Toelichting

Een slachtoffer van mensenhandel of kinderhandel zou niet mogen worden gestraft voor strafbare feiten die onder dwang zijn gepleegd en in rechtstreeks verband staan met deze mensenhandel of kinderhandel. Het beginsel van niet bestraffing (non-punishment) is niet opgenomen in het wetsvoorstel, ondanks herhaalde voorstellen daartoe. Het non-punishmentbeginsel is onder meer opgenomen in het Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van Mensenhandel (Warschau, 2005, artikel 26) en in de herziene EU Richtlijn inzake mensenhandel (2024/36/EU, artikel 8). Het beginsel heeft het doel om slachtoffers te beschermen, samenwerking tussen slachtoffers en autoriteiten en de toegang tot hulpverlening te bevorderen.

Vooral bij criminele uitbuiting zijn slachtoffers soms ook dader, onder dwang. De opsporing heeft nu al mogelijkheden om dit beginsel toe te passen en slachtoffers van mensenhandel die onder dwang strafbare feiten begaan in niet te bestraffen, al lijkt dat tot nu toe niet al te vaak te gebeuren. Een wettelijke verankering van dit beginsel van niet bestraffing van het slachtoffer van mensenhandel dat onder dwang een delict heeft gepleegd kan de opsporing juist versterken, bijdragen aan het leggen van nadruk op de criminelen in plaats van de slachtoffers die gedwongen zijn Het toetsen in een vroeg stadium of sprake is van daderschap onder dwang leidt tot dit onderscheid. Daarmee kan worden voorkomen dat slachtoffers worden vervolgd en veroordeeld, wat bij kan dragen aan het vertrouwen in de opsporing van uitbuiters en de bereidheid van slachtoffers hieraan mee te werken.

Benadrukt wordt dat het van belang blijft om maatwerk te leveren. Situaties zijn niet zwart wit maar vergen een zorgvuldige afweging, waarbij in ieder geval rekening zal moeten worden gehouden met de ernst van het delict, de mate van dwang, de leeftijd van de verdachte en de toegebrachte schade.

Van Nispen Bikker