Kamerstuk 36528-11

Motie van het lid Van Nispen c.s. over de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening met voorrang, voortvarend en concreet uitwerken

Dossier: Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten


Nr. 11 MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) ook diverse aanbevelingen heeft gedaan die de rol en werkwijze van de Tweede Kamer betreffen;

overwegende dat deze aanbevelingen van belang zijn voor het goed uit kunnen voeren van de wetgevende en controlerende taak van de Kamer en derhalve nadere uitwerking vergen, en de motie-Kamminga c.s. (35 867, nr. 10) heeft geleid tot een werkgroep;

verzoekt het presidium de opdracht te verstrekken aan de werkgroep-Kamminga of aan de commissie voor de Werkwijze om de aanbevelingen van de PEFD met voorrang, voortvarend en concreet uit te werken, nog dit (kalender)jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Michon-Derkzen

Chakor

Ergin

Palmen