Voorgesteld 24 september 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de verruiming van de mogelijkheid tot ontzetting uit ambt of beroep bedoeld is om te voorkomen dat veroordeelden functies bekleden van waaruit zij criminele netwerken kunnen faciliteren;
overwegende dat de naleving van zo'n beroepsverbod nu grotendeels afhankelijk is van het vragen van een vog door werkgevers, terwijl dit niet in alle sectoren verplicht of gebruikelijk is;
overwegende dat hiermee het risico bestaat dat een beroepsverbod in de praktijk onvoldoende effectief kan worden gehandhaafd;
verzoekt de regering jaarlijks aan de Kamer te rapporteren hoeveel beroepsverboden zijn opgelegd, op welke wijze toezicht op de naleving plaatsvindt, wat de effectiviteit hiervan is en op welke wijze deze naleving kan worden geoptimaliseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mutluer