Gepubliceerd: 5 oktober 2023
Indiener(s): Kuipers
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36444-2.html
ID: 36444-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om grondslagen ten behoeve van gegevensverwerking op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op te nemen dan wel aan te scherpen en voorts om het inzagerecht te verduidelijken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a.1, onderdeel a, vervalt «en anoniem» en wordt na «een telefonisch of elektronisch gesprek» ingevoegd «, dat niet direct tot hen herleidbaar is,».

B

In artikel 1a.2, vierde lid, wordt «persoonsgegevens betreffende de gezondheid en strafrechtelijke persoonsgegevens» vervangen door «gegevens over gezondheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard».

C

Na artikel 1a.2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a.3

  • 1. Bij het voeren van een telefonisch of elektronisch gesprek als bedoeld in artikel 1a.1, onderdeel a, worden het IP-adres of telefoonnummer van de jeugdige verwerkt, voor zover deze noodzakelijk zijn om:

    • a. het contact tot stand te brengen tussen de jeugdige en degene die met de jeugdige dit gesprek voert;

    • b. de bereikbaarheid te verbeteren.

  • 2. Bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 1a.1, onderdeel a, kunnen persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, worden verwerkt tijdens een elektronisch gesprek, voor zover deze uit eigen beweging door de jeugdige worden meegedeeld.

  • 3. De organisatie die de taken, bedoeld in artikel 1a.1, onderdeel a, uitvoert is slechts bevoegd informatie uit een elektronisch gesprek, waarin mogelijk persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, zijn opgenomen verder te verwerken als daarop pseudonimisering als bedoeld in artikel 4, onderdeel 5, van de Algemene Verordening gegevensbescherming is toegepast en vervolgens onafgebroken wordt gecontinueerd en voor zover dat noodzakelijk is voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van deze taken.

  • 4. Bij het in behandeling nemen van klachten kunnen persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard van de jeugdige die een telefonisch of elektronisch gesprek heeft gevoerd als bedoeld in artikel 1a.1, onderdeel a, worden verwerkt.

D

Artikel 9.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aan de met toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot het vijfde tot en met negende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

E

Artikel 9.5, derde lid, vervalt.

ARTIKEL II

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het zesde en zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Voor zover de betrokken zorgverlener uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de zorgverlener deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de in het eerste lid bedoelde ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken zorgverlener.

B

In artikel 25 wordt onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De zorgaanbieder en de zorgverleners verstrekken bij en naar aanleiding van een andere melding aan de in artikel 24 bedoelde ambtenaren de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten, die voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.

C

Artikel 29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Onze Minister is bevoegd een last onder dwangsom op te leggen aan de zorgaanbieder en de zorgverlener ter handhaving van het bepaalde in de artikelen 7b, tweede lid, 11, tweede lid en 25, tweede lid.

ARTIKEL III

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1.1, eerste lid, komt de begripsbepaling van dossier te luiden:

dossier:

geheel van schriftelijk of elektronisch vastgelegde gegevens met betrekking tot het bieden van maatschappelijke ondersteuning, tolkvoorzieningen als bedoeld in artikel 3a.1.1 dan wel met betrekking tot een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan;

B

In artikel 3a.1.2, onderdeel a, vervalt «en anoniem» en wordt na «een telefonisch of elektronisch gesprek» ingevoegd «, dat niet direct tot hen herleidbaar is,».

C

Artikel 3a.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Onder vernummering van het derde tot het vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

D

Artikel 4.1.1, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. het in kennis stellen van de politie, de raad voor de kinderbescherming, het openbaar ministerie, de reclassering of Slachtofferhulp Nederland van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, of van informatie die op die melding betrekking heeft, indien het belang van de betrokkene dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft;

E

In de artikelen 4.2.3, derde lid, 4.2.10, derde lid, 4.2.11, vijfde lid, 4.2.12, eerste en vijfde lid (nieuw), 4.2.13, 4.2.14, 4.3.1, eerste lid, 4.3.2, eerste en vierde lid, 4.3.3, eerste en tweede lid, 4.3.4, eerste en tweede lid, 5.2.7, tweede lid en 5.3.3, vierde lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» telkens vervangen door: «Onze Minister voor Rechtsbescherming».

F

Artikel 4.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste zin «ten behoeve van de verwerking, bedoeld in de artikelen 7.4.0, eerste lid, en 7.4.1, eerste en tweede lid, van de Jeugdwet» vervangen door «ten behoeve van de verwerking van gegevens voor beleidsinformatie».

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De gegevens kunnen persoonsgegevens zijn, waaronder persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst en religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, gegevens over gezondheid, gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het inzicht in de wijze waarop een Veilig Thuis-organisatie de taken, bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, uitoefent, en in de resultaten van die handelwijze.

3. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Veilig Thuis verstrekt kosteloos persoonsgegevens aan het college ten behoeve van de verwerking, bedoeld in:

    • a. artikel 7.4.0, eerste lid, van de Jeugdwet;

    • b. artikel 5.1.1, eerste tot en met derde lid.

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid».

G

Artikel 4.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

H

Artikel 4.3.3, derde lid, vervalt.

I

Artikel 5.1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, huiselijk geweld of kindermishandeling» vervangen door «persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard».

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij de uitvoering van artikel 4.1.1, derde lid, kan Veilig Thuis persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid en andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, verwerken tijdens een elektronisch gesprek, voor zover deze uit eigen beweging door degene die advies vraagt worden meegedeeld.

J

Na artikel 5.1.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.1.7

  • 1. Bij het voeren van een telefonisch of elektronisch gesprek als bedoeld in artikel 3a.1.2., onderdeel a, worden IP-adres en telefoonnummer van deze persoon verwerkt, voor zover deze noodzakelijk zijn om:

    • a. het contact tot stand te brengen tussen de persoon en degene die met deze persoon dit gesprek voert;

    • b. de bereikbaarheid te verbeteren.

  • 2. Bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3a.1.2, onderdeel a, kunnen persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, worden verwerkt tijdens een elektronisch gesprek, voor zover deze uit eigen beweging door de persoon met wie het gesprek wordt gevoerd worden meegedeeld.

  • 3. De organisatie die de taken als bedoeld in artikel 3a.1.2, onderdeel a, uitvoert, is slechts bevoegd informatie uit een elektronisch gesprek, waarin mogelijk persoonsgegevens, waaronder bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, zijn opgenomen verder te verwerken als daarop pseudonimisering als bedoeld in artikel 4, onderdeel 5, van de Algemene Verordening gegevensbescherming is toegepast en vervolgens onafgebroken wordt gecontinueerd en voor zover dat noodzakelijk is ten behoeve van een doelmatige en doeltreffende uitvoering van deze taken.

  • 4. Bij het in behandeling nemen van klachten kunnen persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard van de persoon die een telefonisch of elektronisch gesprek heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3a.1.2, onderdeel a, worden verwerkt.

K

Artikel 5.2.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, vervalt «, Veilig Thuis,».

2. Onder vernummering van het tweede tot en met zevende lid tot derde tot en met achtste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Veilig Thuis gebruikt het burgerservicenummer van een persoon met het doel te waarborgen dat de in het kader van de uitvoering van deze wet te verwerken persoonsgegevens op die persoon betrekking hebben.

3. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door «eerste en tweede lid».

4. In het vijfde lid (nieuw) vervalt «, bedoeld in het derde lid,».

5. In het zesde lid (nieuw), onderdeel a, aanhef, en onderdeel b, wordt «eerste lid» telkens vervangen door «eerste en tweede lid».

6. In het zevende lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door «zesde lid».

7. In het achtste lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door «eerste en tweede lid», wordt «tweede tot en met vijfde lid» vervangen door «derde tot en met zesde lid» en wordt «zesde lid» vervangen door «zevende lid».

L

In artikel 5.3.4, tweede lid, wordt «op grond van deze wet» vervangen door «in verband met de uitoefening van de taken, bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid,».

M

Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De aan de toezichthoudende ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de toezichthoudende ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar, onverminderd artikel 5.2.4.

ARTIKEL IV

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op patiëntendossiers.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en van artikel 88 van deze wet, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

B

In artikel 100a vervallen onderdeel b alsmede de aanduiding «a.» voor het eerste onderdeel en de dubbele punt in de aanhef.

ARTIKEL V

Artikel 39 van de Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. hebben de aan de ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, mede betrekking op patiëntendossiers.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de ambtenaren indien deze gebruik maken van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

ARTIKEL VI

Artikel 13:1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers van betrokkenen.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

ARTIKEL VII

Artikel 60 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers van cliënten.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

ARTIKEL VIII

De Wet langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van het zesde lid tot het zevende lid, wordt in artikel 3.2.3 een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Voor zover noodzakelijk kan het CIZ bij de behandeling van een aanvraag gebruikmaken van de informatie die aan haar is verstrekt voor de beoordeling van een aanvraag voor een besluit tot opname en verblijf, een verzoek om een rechterlijke machtiging of een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in de artikelen 21, 24 en 37 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, alsmede van de informatie die is opgenomen in een advies aan de officier van justitie als bedoeld in artikel 28a van diezelfde wet. Deze informatie kan bestaan uit persoonsgegevens, waaronder bijzondere categorieën van persoonsgegevens als bedoeld in paragraaf 3.1 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.

B

Artikel 10.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers van verzekerden.

2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Voor zover de betrokken zorgverlener uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de zorgverlener deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de in het eerste lid bedoelde ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken zorgverlener.

C

In artikel 10.4.3 vervallen het eerste lid alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid.

ARTIKEL IX

De Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 100 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid komt als volgt te luiden:

  • 6. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op een recept.

2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het recept verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de in het eerste lid bedoelde ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

B

Artikel 116a vervalt.

ARTIKEL X

De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt vervangen door twee leden, luidende:

  • 2. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op de gegevens, bedoeld in artikel 2.

  • 3. Voor zover de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten dan wel de Stichting uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van de gegevens verplicht is, kan diegene deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de in het eerste lid bedoelde ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten dan wel op de Stichting.

B

Artikel 10a komt te luiden:

Artikel 10a

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige bevruchting verricht of doet verrichten ter handhaving van het bepaalde in artikel 2.

ARTIKEL XI

De Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 18.4.5, eerste lid, onderdeel e, wordt, onder vervanging van de puntkomma aan het einde door een punt, een zin toegevoegd, luidende:

Deze regels kunnen de verwerking van persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens, betreffen;

B

Artikel 18.4.7h wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt als volgt te luiden:

  • 5. De aan de in artikel 18.4.7e, eerste lid, bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

2. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de ambtenaren, bedoeld in artikel 18.4.7e, eerste lid. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.

ARTIKEL XII

De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op gegevens, waaronder gegevens over gezondheid.

2. In het vierde lid wordt «overeenkomst» vervangen door «wettelijk voorschrift» en wordt «hij» vervangen door «diegene».

B

Artikel 4.2, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Onze Minister is bevoegd een last onder dwangsom op te leggen aan de zorgaanbieder die het bepaalde in de artikelen 2.1 en 2.2 niet naleeft.

ARTIKEL XIII

Artikel 28 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op gegevens over de gezondheid van proefpersonen.

2. In het derde lid wordt «overeenkomst» vervangen door «wettelijk voorschrift» en wordt «hij» vervangen door «diegene».

ARTIKEL XIV

De Kaderwet VWS-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister is bevoegd persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid en andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens, van degene die de subsidie aanvraagt dan wel van degene die anderszins betrokken is bij de aanvraag te verwerken indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag, het verlenen dan wel vaststellen van een subsidie.

ARTIKEL XV

De Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1.1 en 2.4, eerste lid, wordt telkens «Inspectie SZW» vervangen door «Nederlandse Arbeidsinspectie».

B

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «Op grond van deze wet worden geen gegevens» wordt een dubbele punt geplaatst.

2. Voor de tekst «over gezondheid verstrekt indien» wordt de aanduiding «a.» geplaatst.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel a (nieuw) door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • b. verstrekt over zorg verleend door zowel civiele zorgverleners, als de militair geneeskundige dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet ambtenaren defensie aan een militair ambtenaar in werkelijke dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1, in verbinding met onderdeel b van de Wet ambtenaren defensie, alsmede de militair aan wie buitengewoon verlof met behoud van militaire inkomsten is verleend;

  • c. verstrekt over zorg verleend door de militair geneeskundige dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet ambtenaren defensie aan civiele patiënten.

C

In hoofdstuk 2 wordt na paragraaf 2 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2a. Gegevensuitvraag college of ziektekostenverzekeraar bij fraudeonderzoek

Artikel 2.7a

  • 1. Een college of een ziektekostenverzekeraar die op grond van artikel 2.3, derde lid, gegevens heeft ontvangen van het Informatieknooppunt zorgfraude, kan de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van fraude in de zorg, opvragen bij andere colleges of ziektekostenverzekeraars welke de opgevraagde gegevens kosteloos verstrekken.

  • 2. De bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens kunnen persoonsgegevens, gegevens over de gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard zijn.

  • 3. Een college of een ziektekostenverzekeraar kan uitsluitend gegevens opvragen als bedoeld in het eerste lid als dat college of die ziektekostenverzekeraar een onderzoek is gestart naar fraude in de zorg gepleegd met:

    • a. zorg of overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet;

    • b. zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg;

    • c. maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; of

    • d. jeugdhulp als bedoeld in de Jeugdwet.

  • 4. Een college of ziektekostenverzekeraar die gegevens heeft ontvangen van een ander college of ziektekostenverzekeraar draagt er zorg voor dat de verwerking van de gegevens wordt beëindigd als niet langer een onderzoek wordt gedaan naar fraude in de zorg.

Artikel 2.7b

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de beveiliging en de bewaartermijn van de gegevens, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid.

D

In artikel 3.2, onderdeel A, wordt in de ingevoegde begripsomschrijving «Inlichtingenbureau» na «Onze Minister» ingevoegd «van Volksgezondheid, Welzijn en Sport».

ARTIKEL XVI

Indien artikel I van de Wet van 25 augustus 2023 tot wijziging van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in verband met de tweede evaluatie van de wet, het actieplan ter ondersteuning van donorkinderen en de omvorming van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting tot publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel X van deze wet, wordt artikel X van deze wet als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A, tweede lid, wordt «artikel 2» vervangen door «de artikelen 1a, 2, eerste of tweede lid, of 12a, derde lid,».

2. In onderdeel A, derde lid, wordt «de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten» telkens vervangen door «de verrichter» en wordt «de Stichting» telkens vervangen door «het College».

3. Onderdeel B komt te luiden:

B

Artikel 10a komt te luiden:

Artikel 10a

Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom aan de verrichter ter handhaving van het bepaalde in de artikelen 2, eerste of tweede lid, 12a, eerste of derde lid, en 13, derde lid.

b. later in werking treedt dan artikel X van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel O, komt te luiden:

O

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 2» vervangen door «de artikelen 1a, 2, eerste of tweede lid, of 12a, derde lid,».

2. In het derde lid wordt «de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten» telkens vervangen door «de verrichter» en wordt «de Stichting» telkens vervangen door «het College».

3. In onderdeel P vervalt in de in te voegen zinsnede «10, tweede lid,» en wordt aan het slot ingevoegd «en wordt «aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die kunstmatige bevruchting verricht of doet verrichten dan wel de Stichting» vervangen door «aan de verrichter»».

ARTIKEL XVII

Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XVIII

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet gegevensverwerking VWS I.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,