Gepubliceerd: 3 oktober 2023
Indiener(s): Peter Valstar (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36435-VI-4.html
ID: 36435-VI-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 oktober 2023

De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 3 oktober 2023 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Valstar

Adjunct-griffier van de commissie, Muller

1

Vraag: Kunt u toelichten waarom de uitgaven aan de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) afnemen met

€ 98.000 (van € 5,295 miljoen naar € 5,197 miljoen) en wat de verwachte gevolgen zijn van deze verlaging voor de taken van de ATKM?

Antwoord:

Het budget van ATKM neemt af met 98.000 in verband met aanvullende loon- en prijsbijstelling dat wordt gebruikt voor 2024. Deze verlaging heeft geen gevolgen voor de taken van ATKM.

2

Vraag: Kunt u toelichten waarom de uitgaven aan het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) afnemen met € 1,552 miljoen (van € 3,071 miljoen naar € 1,519 miljoen) en wat de verwachte gevolgen zijn van deze verlaging voor de taken van de NCSC?

Antwoord:

De verlaging van het budget van het NCSC is het gevolg van een budgetoverheveling naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het organiseren van het One Conference 2023 (0,367 mln.), toekenning prijsbijstelling aan het NCSC (1,072 mln.) en de verwerking van de loonbijstelling (0,113 mln.). De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten opzichte van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024. Deze verlaging heeft geen gevolgen voor de taken van NCSC.

3

Vraag: Kunt u toelichten waarom de bijdrage aan de Autoriteit Persoonsgegevens wordt verlaagd met € 391.000?

Antwoord:

De verlaging hangt samen met 2 technische correcties. Er is sprake van een afname van 0,471 mln in verband met de loonontwikkeling van de CAO Rijk. In 2023 is er teveel loonbijstelling verstrekt aan onder andere de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit bedrag is gereserveerd op de begroting van JenV en wordt betrokken bij de toedeling van de compensatie voor loonbijstelling in 2024. Daarnaast is er sprake van een toename ad. 0,08 mln. dat teveel in rekening is gebracht voor het gebruik van het personeelsinformatiesysteem P-Direkt.

4

Vraag: In hoeverre is in het digitaliseren van de Omgevingswet het achteraf mogelijk om aanpassingen te doen in de geldende wet- en regelgeving (die door de Omgevingswet in één proces wordt samengevoegd)?

Antwoord:

Per 1 januari 2024 treedt het stelsel van de Omgevingswet in werking. Die wet- en regelgeving wordt dan ook digitaal ontsloten.

Het blijft, net als nu onder het huidige recht het geval is, mogelijk om die regelgeving later weer aan te passen. Aanpassingen blijven dus mogelijk. De wijzigingen worden vervolgens ook in de digitale systemen verwerkt. De gebruiker van die systemen krijgt dan dus de aangepaste regelgeving te zien.

5

Vraag: Is het voor burgers mogelijk om geen gebruik te hoeven maken van de Europese digitale identiteit (eID) en de Wallet?

In hoeverre houden burgers de vrijheid om zich afzijdig te houden van de genoemde Europese digitale identiteit/wallet? In hoeverre is de privacy van burgers gewaarborgd met een Europese digitale identiteit/wallet? Welke effecten heeft het voor de burger als er middelen worden geïnvesteerd in een Europese digitale identiteit/wallet?

Antwoord:

Ja. Het gebruik van de wallet, zoals dat volgt uit het voorstel voor een raamwerk van Europese digitale identiteit, is te allen tijde vrijwillig. Uw Kamer heeft diverse moties aangenomen op dit onderwerp. Ik heb uw Kamer bij brief d.d. 2 december 2022 (2022D51695) gemeld dat ik aan die moties uitvoering zal geven. Daarmee heb ik toegezegd om nationaal wettelijk te borgen dat gebruik van de digital wallet te allen tijde vrijwillig is en niemand vanwege het niet beschikken of gebruiken van een wallet in publieke ruimten mag worden geweigerd. Ook heb ik toegezegd het gebruik van een wallet nationaal niet te verplichten en te waarborgen dat onlinetoegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD.

Privacy is een van de belangrijkste waarden bij de ontwikkeling van wallets binnen het Europese voorstel. Daarnaast bouwt het Europese voorstel voort op de waarborgen die volgen uit de AVG. Tevens bevat het Europese voorstel aanvullende privacy waarborgen zoals gescheiden opslag van gegevens en transparantie vooraf van waar de gegevens voor gebruikt zullen worden (door registratie vooraf).

Burgers worden door de introductie van wallets gefaciliteerd in het voeren van regie over hun gegevens. Door deze ontwikkeling kunnen zij hun gegevens op makkelijke wijze ook in andere lidstaten en/of andere toepassingen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het huren van een auto of het inschrijven bij een universiteit.

6

Vraag: Hoe worden de bedeelde middelen van het ICTU verdeeld over de projecten? Welke projecten lopen er en komen er, en hoe worden de middelen daarover verdeeld? Zou er inzage kunnen komen over de exacte doelen van de hiervoor opgevraagde projecten waarvoor het ICTU extra middelen ontvangt?

Antwoord:

De ICTU-middelen worden verdeeld over de volgende projecten (een selectie van projecten met financieel volume groter dan € 0,5 mln.):

  • Single Digital Gateway: geeft burgers en bedrijven makkelijk toegang tot digitale overheidsdienstverlening in de Europese Unie (€ 2,0 mln.);

  • NL Design System: het doel is dat de gehele overheid in Nederland samenwerkt aan een begrijpelijke, gebruiksvriendelijke en toegankelijke online dienstverlening (€ 1,1 mln.);

  • Ondersteuning large scale potential pilot Europese Digitale Identiteit: het doel is om de implementatie van het raamwerk voor de Europese Digitale Identiteit, de ID Wallets binnen Europa en de implementatie van het Once Only Technical System onder de Single Digital Gateway verordening te testen en te stimuleren (€ 5,4 mln.);

  • Opzet en opschaling Algoritmeregister: in het Algoritmeregister publiceren steeds meer overheidsorganisaties de algoritmes die zij gebruiken in hun werk (€ 1,1 mln.);

  • Programma Realisatie Interbestuurlijke Datastrategie (Kamerstukken II 2021/22, 26 643, nr. 797): de Interbestuurlijke Datastrategie streeft naar verantwoorde inzet van data voor maatschappelijke opgaven, waarmee het bijdraagt aan de doelen van het programma Werk aan Uitvoering en de werkagenda Waardengedreven Digitaliseren (€ 7,5 mln.);

  • Overheidsbrede cyberoefening: deze oefening heeft als doel om overheidsbrede samenwerking te stimuleren, te oefenen met cyberincidenten en best practices te delen (€ 0,5 mln.).

7

De wijziging van € 2,4 mln heeft betrekking op interne overboekingen ter financiering van de personeelskosten voor het begrotingsjaar 2023; gedeeltelijke ICT-kosten; en een eenmalige bijdrage aan een TNO-project voor het stimuleren van cyberweerbaarheid. Dit zijn uitgaven ten behoeve van het DTC-beleid, er is dus geen sprake van een afname van de uitgaven aan het DTC.

Integendeel, de beschikbare budgetten nemen komende jaren toe tot structureel € 9,0 miljoen per jaar vanaf 2027, verdeeld over het beleidsinstrument en het apparaatsartikel. Deze bedragen zijn momenteel voldoende om uitvoering van haar taken, zoals vastgelegd in het wetsvoorstel Bevordering digitale weerbaarheid bedrijven. Deze bedragen zorgen voor financiële dekking voor zowel de personeelsuitgaven als de materiële uitgaven voor wat betreft het verstrekken van algemene en specifieke dreigingsinformatie aan bedrijven en het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven.