Voorgesteld 19 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat persvrijheid betekent dat iedereen mag zeggen of schrijven wat hij wil, in kranten en tijdschriften, maar ook via radio, televisie, internet en sociale media, zolang dat niet in strijd is met de wet;
overwegende dat of iets in strijd is met de wet uitsluitend achteraf dient te worden beoordeeld door een rechter;
constaterende dat de regering zich onder het mom van «het tegengaan van de verspreiding van desinformatie» actief bemoeit met uitlatingen die worden gedaan, terwijl die uitlatingen niet in strijd zijn met de wet;
roept de regering op zich niet langer te bemoeien met wat mensen zeggen of schrijven, zolang het niet in strijd is met de wet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meijeren