Kamerstuk 36360-V-6

Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2022 (Kamerstuk 36360-V-1)

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2022

Gepubliceerd: 5 juni 2023
Indiener(s): Rudmer Heerema (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-V-6.html
ID: 36360-V-6

Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het jaarverslag van 17 mei 2023 inzake het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2022 (Kamerstuk 36 360 V, nr. 1).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema

De griffier van de commissie, Westerhoff

1

Waarom wordt het maken van terugkeerafspraken niet genoemd met betrekking tot migratie, daar waar het versterken van de buitengrenzen, grip krijgen op irreguliere migratie en secundaire migratiestromen binnen de EU tegengaan, wel als prioriteiten worden genoemd? Is het maken van terugkeerafspraken een prioriteit voor u?

Antwoord

Zoals beschreven op pagina 16 van het jaarverslag, heeft Nederland zich hard gemaakt voor verbeterde samenwerking met doorreis- en herkomstlanden om irreguliere migratie te beperken, terugkeer te bevorderen en migranten te beschermen. Deze geïntegreerde aanpak is een absolute prioriteit van het kabinet. De bilaterale en EU-inzet liggen daarbij in elkaars verlengde.

2

In hoeverre gaan de consulaire activiteiten van de Nederlandse ambassade en/of consulaten in Rusland nog door op dit moment, daar waar Rusland vijftien Nederlandse diplomaten heeft uitgezet? Welke strategie hanteert u momenteel met betrekking tot het inzetten van diplomaten in Rusland?

Antwoord

Als gevolg van het besluit van de Russische autoriteiten om Nederlandse diplomaten tot person non grata te verklaren, was Nederland genoodzaakt om per 25 april 2022 de reguliere Schengen visumverlening (Kort Verblijf Visa, KVV) in Rusland op te schorten. Daarnaast is het tot op heden niet gelukt om overeenstemming te bereiken met de Russische autoriteiten over de voorwaarden waaronder over en weer nieuwe diplomaten kunnen worden uitgewisseld. Dat heeft geleid tot een onhoudbare situatie voor het Nederlandse consulaat-generaal in Sint-Petersburg, waardoor Nederland ook genoodzaakt was om op 20 februari 2023 het consulaat-generaal tijdelijk te sluiten. De Nederlandse ambassade in Moskou is met beperkte bezetting open en biedt waar mogelijk Nederlanders consulaire bijstand. Ook blijft het voor vreemdelingen mogelijk om een Machtiging voor Voorlopig Verblijf (MVV) aanvraag in te dienen en een MVV af te halen. De opschorting van de reguliere Schengen visumverlening houdt in dat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen nog Schengenvisa worden verstrekt. Het gaat om visa voor personen die in Rusland een gezin vormden met een Nederlandse burger, visa op humanitaire gronden en visa die Nederland dient af te geven als verplichting die volgt uit (inter)nationale verdragen.

3

Kunt u, daar waar in het verslag genoemd wordt dat samenwerking met het Verenigd Koninkrijk op onder andere het gebied van wapenleveranties nauw is, toelichten wat de huidige situatie is met betrekking tot het leveren van F-16»s aan Oekraïne?

Antwoord

Na de goedkeuring van de Verenigde Staten op 19 mei jl. werkt het kabinet aan een plan om zo snel mogelijk te kunnen starten met de trainingen van Oekraïense piloten en wordt gekeken naar de mogelijkheden om op langere termijn en op duurzame wijze invulling te geven aan de trainingsbehoefte. Nederland trekt hierin nauw op met Denemarken, België en het Verenigd Koninkrijk, in de toekomst eventueel aangevuld met andere partners en de industrie. Uw Kamer wordt over de precieze modaliteiten van de trainingen geïnformeerd zodra die concreet zijn ingevuld. Eventuele levering van F-16 gevechtsvliegtuigen vergt een additioneel besluitvormingsproces.

4

Waarom is er er alleen bij Marokko het afgelopen jaar vanuit beide landen duidelijke inzet geweest om resultaten te boeken op prioritaire thema's, zoals migratie? Met welke andere landen in Noord-Afrika zijn met betrekking tot migratie al gesprekken bezig? Welke resultaten zijn er hiermee het afgelopen jaar geboekt? Welke landen heeft u nog op het oog voor toekomstige gesprekken met betrekking tot migratie?

Antwoord

Versterkte inzet van de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat de bilaterale relatie met Marokko sterk verbeterd is. Dit heeft geleid tot goede samenwerking op verschillende dossiers, van veiligheidsbeleid tot migratie.

De inzet is om ook met de andere Noord-Afrikaanse landen op genoemde prioritaire thema’s goed samen te kunnen werken. Met alle vijf landen in Noord-Afrika is de regering in dialoog, zowel in Europees als bilateraal verband.

Het is niet het geval dat enkel in partnerschap met Marokko gesprekken gaande zijn over migratie en in dat kader resultaten zijn geboekt. Met verschillende landen wordt gewerkt aan een migratiepartnerschap, waaronder Irak, Egypte, Niger en Nigeria. Deze geïntensiveerde samenwerking begint langzaamaan vruchten af te werpen. Het is een kwestie van de lange adem om duurzame resultaten te behalen.

5

Daar waar in het verslag staat dat Nederland zich in internationaal verband heeft ingezet in 2022 voor het beschermen van mensenrechten van mensen in Afghanistan, heeft Nederland zich ook ingezet om migratie uit Afghanistan te beperken? Zo ja, op welke manier en wat was hier het effect van? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

In lijn met motie Piri en Van der Lee (Kamerstuk 27 925, nr. 906) is de Nederlandse inzet voor opvang in de regio van Afghanistan geïntensiveerd. Het programma is gestart in 2022 en richt zich op bescherming, huisvesting, water en sanitatie, onderwijs en werkgelegenheid voor gastgemeenschappen, vluchtelingen en ontheemden in de Afghaanse regio. Het is nog te vroeg om te spreken over het effect, programma’s worden nauw gemonitord om de effectiviteit van de aanpak vast te stellen en indien nodig bij te stellen. Er wordt met gelijkgezinde landen ook gewerkt aan een aanpak die bescherming van Afghaanse vluchtelingen in de regio waarborgt. Zo heeft Nederland zich recentelijk aangesloten bij het Support Platform for the Solutions Strategy for Afghan Refugees (SSAR). Dit platform zoekt met internationale organisaties, de EU en andere landen naar een gezamenlijke oplossing voor de Afghaanse vluchtelingensituatie.

De Europese Commissie steunt via verschillende programma’s onder het Instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) Afghaanse vluchtelingen en ontheemden in onder meer Pakistan, Iran, en Afghanistan, alsook het versterken van migratiemanagement en bescherming langs de gebruikelijke migratieroutes. Daarnaast is er een Team Europe Initiative opgezet voor Afghaanse ontheemding om de gezamenlijke EU impact te versterken. Nederland neemt daaraan deel.

6

Welke gevolgen denkt u dat de toenemende instabiliteit in de Hoorn van Afrika gaat hebben voor de migratiedruk op Europa vanuit deze regio? Welke maatregelen neemt Nederland om grip te krijgen op deze migratiestroom?

Antwoord

Toenemende instabiliteit in de Hoorn van Afrika zal voor toenemende ontheemding zorgen, eerst naar buurlanden, daarna verder. Dit geldt echter alleen voor de mensen die hier de financiële middelen voor hebben, het merendeel (85%) wordt in de regio opgevangen en zal naar verwachting daar blijven. Migratie naar Europa lijkt vooralsnog met name vanuit West-Afrikaanse landen te komen (Ivoorkust, Guinea, Senegal). Nederland zet enerzijds in op migratiepartnerschappen met landen zoals Marokko om grip te krijgen op migratie, anderzijds op opvang in de regio om opvanglanden o.a. in de Hoorn van Afrika te ondersteunen in het huisvesten van grote aantallen vluchtelingen.

7

Hoe reflecteert u op de Nederlandse inspanning met betrekking tot migratie in Europees verband? Welke lessen trekt uit het afgelopen jaar met betrekking tot migratie?

Antwoord

Het kabinet heeft het afgelopen jaar de inzet op migratie geïntensiveerd. Effectieve samenwerking binnen de Europese Unie is daarbij cruciaal. Nederland heeft begin dit jaar het initiatief genomen om migratie hoger op de Europese politieke agenda te krijgen door middel van agendering van het onderwerp op de Europese Raad. Deze bespreking heeft ertoe geleid dat er verschillende acties zijn ingezet in Europees verband op het gebied van versterking van de Europese buitengrenzen (binnen de kaders van internationale verdragen), betere naleving van bestaande afspraken zoals de Dublinregels, en intensivering van migratiepartnerschappen met landen van herkomst en transit door betere inzet van het brede EU-instrumentarium volgens een whole-of-government aanpak. Het kabinet is positief over de impact die de agendering van migratie in Europees verband heeft gehad. Implementatie is nu van groot belang. Parallel blijft Nederland zich voor een effectief, rechtvaardig en humaan migratiebeleid in de Europese Unie onverminderd inzetten voor een akkoord op het asiel- en migratiepact, waarin Nederland een balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid nastreeft. Het kabinet stelt zich constructief op om tot voortgang te komen en werkt waar mogelijk samen met andere EU-lidstaten.

8

Wat zijn de prioriteiten voor de intensivering van de bilaterale relatie met Frankrijk als belangrijke strategische partner?

Antwoord

Nederland hoopt middels het versterken, verbreden en verdiepen van de bilaterale relatie met Frankrijk beter bij te kunnen dragen aan een weerbaar Europa met geopolitieke slagkracht: dit is de rode draad die op dit moment door de Frans-Nederlandse relatie loopt en dit was zodoende een centraal thema bij het recente inkomend staatsbezoek en regeringsconsultaties met Frankrijk (11–12 april 2023). Thema’s als economische weerbaarheid en open strategische autonomie zijn bepalend voor het Europa van de toekomst en daarom ook thema’s waar Frans-Nederlandse samenwerking nodig is. Dat geldt in het verlengde daarvan ook voor defensie, versterken van het EU concurrentievermogen, verdedigen van Europese waarden en uitgangspunten van de democratische rechtsstaat. Ook migratie, klimaat, energie, innovatie en justitiële samenwerking staan centraal in de samenwerking met Frankrijk. Daarnaast is het voor Nederland van blijvend belang om aan te sluiten op de Frans-Duitse as in Europa, en in Brussel een strategische partner te hebben in Frankrijk. De Frans-Duitse as is ook van belang voor de institutionele hervormingen die nodig zijn om de EU slagvaardig te houden, nu en in de toekomst.

9

Hoe weegt u het belang van migratie in de uitgangspunten voor de Nederlandse inzet op het terrein van internationale veiligheid? Op welke manier speelt het onderwerp migratie hier een rol in?

Antwoord

Migratie en (internationale) veiligheid zijn nauw met elkaar verbonden. Migratie kan zowel gevolg als oorzaak van conflict zijn. Ook is migratie als drukmiddel een voorbeeld van hoe hedendaagse machtspolitiek wordt bedreven buiten het klassieke veiligheidsdomein. In De Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (Kamerstuk 30 821, nr. 178) geeft het kabinet deze dwarsverbanden weer en wordt de strategische koers voor het geïntegreerde Koninkrijksbrede veiligheidsbeleid uitgezet.

10

Hoe beoordeelt u het driejarig lidmaatschap van Nederland van de VN-Mensenrechtenraad?

Antwoord

Het Koninkrijk ziet de naleving van mensenrechten als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid. Als lid van de Mensenrechtenraad heeft het Koninkrijk zichtbaar verantwoordelijkheid genomen voor het VN-mensenrechtensysteem en droeg het bij aan een sterkere Mensenrechtenraad die de internationale mensenrechtennormen en -standaarden verdedigt. Concreet resulteerde dit, ondanks moeilijke onderhandelingen, in versterkte of gecontinueerde monitoring van de mensenrechtensituatie en/of accountability voor mensenrechtenschendingen in onder meer Rusland (inclusief onderzoek naar gevolgen Russische agressieoorlog tegen Oekraïne), Syrië, Iran, Myanmar, Ethiopië. Het Koninkrijk droeg tevens bij aan behoud en waar mogelijk intensivering van de inzet van de Mensenrechtenraad op gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, vrijheid van meningsuiting (incl. veiligheid van journalisten), gelijke rechten LHBTIQ+, mensenrechtenverdedigers, vrijheid van religie of levensovertuiging. Deze resultaten in ogenschouw nemend is het oordeel over het lidmaatschap positief. De Mensenrechtenraad heeft zich bevestigd als belangrijkste multilaterale forum voor de bescherming en bevordering van mensenrechten. Vanuit deze optiek is besloten tot een hernieuwde kandidaatstelling van het Koninkrijk voor een zetel in de Mensenrechtenraad voor de periode 2024–2026.

11

Hoe beoordeelt u de mogelijkheid om in de toekomst digitaal te stemmen voor Nederlanders in het buitenland?

Antwoord

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het verkiezingsproces, ook voor kiezers buiten Nederland. De Minister van BZK heeft naar aanleiding van een Franse proef met online stemmen voor kiezers in het buitenland Kamervragen beantwoord, waarin het standpunt rond internetstemmen wordt gegeven (Aanhangsel Handelingen 2021/22, nr. 3408). Daarin wordt het standpunt kenbaar gemaakt dat het kabinet geen nieuwe kwetsbaarheden in het verkiezingsproces wil introduceren. Het introduceren van internetstemmen maakt het verkiezingsproces kwetsbaar voor cyberrisico’s waarbij er risico’s zijn voor deze waarborgen, zoals het stemgeheim, de stemvrijheid en de integriteit. Deze waarborgen wegen zwaar. Omdat bij het uitbrengen van de stem nu geen digitale middelen worden gebruikt, is er geen kwetsbaarheid voor digitale dreigingen en digitale risico’s.

12

Hoe beoordeelt u de impact van het Nederlandse Internationaal cultuurbeleid in het afgelopen jaar?

Antwoord

Op basis van de eerste rapportages van partners en terugkoppeling van onze posten in het buitenland ziet het kabinet het afgelopen jaar veel positieve ontwikkelingen binnen het Internationaal Cultuurbeleid (ICB). Uitvoerende organisaties hebben de ICB-steun na COVID-19 pandemie weten om te zetten in projecten en evenementen die de Nederlandse cultuursector in het buitenland stevig neer te zetten. De behoefte aan cultuur blijft onverminderd sterk en Nederlandse makers doen het goed op het internationale toneel. Ook in de internationale erfgoedsamenwerking zijn belangrijke resultaten behaald. Zo heeft de Nederlandse steun voor de cultureel erfgoed in Oekraïne talloze instellingen geholpen om waardevolle objecten te beschermen. Daarnaast is er veel internationale aandacht voor de innovatieve kracht van Nederlandse ontwerpers en makers op het gebied van duurzaamheid. In de voortgangsrapportage over het Internationaal Cultuurbeleid over 2022, die in de loop van dit jaar aan uw Kamer gestuurd zal worden, volgt een uitgebreider appreciatie van de impact van het ICB.

13

Welke concrete resultaten verwacht u van de structurele ophoging van het budget voor het postennet? Bent u bereid migratie en specifiek het maken van migratieafspraken een belangrijkere taak te maken van het postennet?

Antwoord

Om in de huidige kabinetsperiode de belangen van Nederland, Nederlandse burgers en ondernemers wereldwijd nog beter te bevorderen, is een veilig en sterk postennet noodzakelijk. Dat geldt voor de hele internationale keten: van posten tot aan de ankerpunten en ondersteuning bij Buitenlandse Zaken en Rijksbreed. Dit vertaalt zich in prioritaire thema’s waarop personele versterking is ingezet om concrete resultaten te behalen.

Beleidsprioriteiten

Nederland neemt een leidende rol om de EU slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij werkt Nederland intensief samen met gelijkgezinde landen en waar nodig vormen we kopgroepen om tot oplossingen te komen, bijvoorbeeld op de gebieden klimaat, migratie, veiligheid, handel en het tegengaan van belastingontwijking.

Sterk toegenomen geopolitieke concurrentie dwingt Nederland om in te zetten op versterking en verbreding van coalities, m.n. binnen Europa (incl. de Westelijke Balkan) waarmee we gezamenlijke strategische belangen hebben, o.a. richting Azië, VS en Afrika. Investeren in economische diplomatie ondersteunt duurzaam internationaal verdienvermogen in lijn met de grote transitieopgaven voor de Nederlandse economie en met integrale aandacht voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO).

Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking zijn en blijven aanvullende inspanningen noodzakelijk. Om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te realiseren en uit welbegrepen eigenbelang: de COVID-19 pandemie en klimaatverandering tonen aan dat problemen meer dan ooit grensoverschrijdend zijn en dat grondoorzaken moeten worden aangepakt, ook in arme landen. Ook ten aanzien van de grondoorzaken van migratie is extra inzet nodig. Demografische ontwikkelingen maken een toename van de migratiedruk op Europa onontkoombaar. Vanuit het oogpunt van irreguliere migratie blijft Nederland inzetten op het bestrijden van grondoorzaken met een regionale focus op de Sahel, Hoorn van Afrika, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Migratie

Migratie is reeds een prioritaire taak van het postennet. Op vrijwel alle posten in voor Nederland prioritaire migratie herkomst- en transitlanden zijn medewerkers werkzaam op het thema migratie. We zien reeds dat dit bijdraagt aan versterkt begrip van de migratiecontext in desbetreffende landen en aan intensivering van migratiesamenwerking met de partneroverheden.

14

Hoe beoordeelt u het belang van Nederland als gastland voor diplomatieke missies en internationale organisaties in 2022?

Antwoord

In het belang van de internationale rechtsorde en van ons land wil Nederland een goede vestigingsplaats voor Internationale Organisaties (IO’s) zijn. Van oudsher is een groot aantal IO’s op het gebied van de internationale rechtsorde in Nederland gevestigd. Dat hangt nauw samen met de reputatie van Den Haag als internationale stad voor Vrede en Recht («legal capital of the world»). Nederland staat als gastland voor IO’s hoog aangeschreven. Bijna 40 IO’s zijn in ons land gevestigd. Internationaal kan Nederland zich als gastland met landen als Oostenrijk (Wenen) en Zwitserland (Genève) meten. IO’s zijn overwegend positief over het vestigingsklimaat in Nederland en over de relatie met de Nederlandse overheid («gastheerschap»). Gastheerschap van IO’s draagt bij aan de internationale statuur van ons land en verstevigt ons internationale netwerk. In Nederland gevestigde IO’s brengen economische voordelen met zich mee op verschillende terreinen: werkgelegenheid, verwerving van kennis (meer R&D), uitgaven door de IO en zijn personeel etc. De status die Nederland als gastland heeft verworven is niet vanzelfsprekend en evenmin vrijblijvend. Inzet van Nederland blijft nodig ook nadat een IO zich hier heeft gevestigd. Dit is een Rijksbrede verantwoordelijkheid. Om de toonaangevende positie van ons land als gastland te behouden en te versterken, moeten het gastlandbeleid en de uitvoering ervan met onze positie en ambitie meegroeien. De bekostiging van het gastlandbeleid (m.n. kosten van huisvesting) is blijvend aandachtspunt.

15

In hoeverre ondervindt het MATRA-programma ten behoeve van het versterken van de rechtsstatelijkheid van Oekraïne hinder van de oorlog? Welke concrete resultaten zijn er in 2022 behaald inzake het versterken van de rechtsstatelijkheid van Oekraïne?

Antwoord

Vanwege de oorlog zijn met name de locaties van uitvoering aangepast naar ofwel het westen van het land of buiten Oekraïne. In de eerste maanden direct na de Russische invasie hebben er geen studiebezoeken of trainingen plaatsgevonden, wel is er nauw contact geweest tussen het ministerie en de uitvoeringspartners om verzoeken snel te beantwoorden. Door middel van verschillende trainingen, studiebezoeken en kennisuitwisseling is de capaciteit van de volgende onderdelen van de Oekraïense rechtsstaat opgebouwd: de War Crimes Unit, onderdelen van het Oekraïense Ministerie van Justitie die zich bezig houden met het gevangeniswezen, Obukhiv District Cour van de regio Kyiv, Desnyanskyy District Court van Kyiv, 7th Administrative Court of Appeal, North Commercial Court of Appeal, Kyiv Court of Appeal. Daarnaast heeft het Matra-programma in de regio Prozorro een anti-corruptie project ondersteund dat door middel van een transparante website de verkoop regelt van bezittingen en land die tijdens de oorlog in beslag zijn genomen. Een ander project heeft in kaart gebracht welke (rechtstaat)hervormingen nodig zijn voor Oekraïense toetreding tot de Europese Unie. Tenslotte is er follow-up aan de Ukraine Accountability Conference gegeven door een studie te financieren die in kaart brengt wat er de Oekraïense rechterlijke macht nodig heeft om de enorme aantallen oorlogsmisdaden, aanvallen op burgers en andere aan de oorlog gerelateerde misdaden te berechten.

16

Wat is de reden voor het feit dat de Nederlandse bijdrage aan het Internationaal Strafhof al jaren afneemt? Hoe verhoudt deze trend zich met andere landen?

Antwoord

Nederland draagt bij aan het Internationaal Strafhof in de vorm van de verplichte bijdrage en in de vorm van een rentekorting t.b.v. het gebouw.

De verplichte Nederlandse bijdrage aan het Internationaal Strafhof (ISH) is in de afgelopen jaren niet af-, maar toegenomen. De reden daarvoor is tweeërlei: (1) het door de Assembly of States Parties (ASP) van het ISH toegekende budget is toegenomen, en (2) Nederland betaalt een hoger percentage van het door de ASP toegekende budget door een wijziging van de verdeelsleutel (scale of assessement). De door het ISH gehanteerde verdeelsleutel is gebaseerd op de door de VN gehanteerde verdeelsleutel, die gerelateerd is aan het Bruto Nationaal Inkomen van de lidstaten. De hoogte van het bedrag dat onder «Realisatie 2022» wordt genoemd, laat zich verklaren door het feit dat een deel van de verplichte bijdrage vooruit is betaald. De reguliere bijdrage van NL is niet verminderd of veranderd. De geconstateerde daling is een gevolg van veranderende onroerend goedkosten voor het ISH, die NL uit hoofde van gastheerschap heeft.

17

Welke organisaties worden bedoeld onder artikel 1.2, daar waar de uitgaven onder dit artikel miljoenen euro’s hoger uitvallen, omdat er sterker is ingezet op multilaterale organisaties? Welke bedragen kregen zij toegekend?

Antwoord

De aanvullende inzet via het multilaterale kanaal omvat een bijdrage van EUR 2 miljoen aan OHCHR ter versterking van het veldkantoor in Oekraïne.

18

Kunt u concreet toelichten wat de aanpassingen inhouden van de NFRP-MATRA-programma's aan de nieuwe context als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne? Op welke manier worden deze programma’s ingezet om Oekraïne (indirect) te steunen in de oorlog?

Antwoord

Het Matra-programma is aangepast aan de oorlogssituatie in het land op twee manieren. Aan de ene kant zijn nieuwe projecten die de ambassade financiert geselecteerd op basis van hun relevantie in de nieuwe context. Aan de andere kant zijn met name de centrale government-to-government programma’s tijdelijk stilgelegd in de uitvoering (niet in financiering) en/of aangepast. Dit betekent bijvoorbeeld dat de locatie van geplande trainingen zich nu buiten Oekraïne bevindt. Na de invasie van Rusland is Buitenlandse Zaken in nauw contact getreden met de verschillende uitvoerders om te inventariseren of en hoe de lopende projecten moesten worden aangepast.

Matra is bedoeld ter ondersteuning van de rechtsstaat en democratie in de doellanden. In Oekraïne steunt Nederland daarmee de wens van het land om door te gaan met capaciteitsopbouw van de overheid zodat deze kan blijven functioneren ondanks de oorlog. Ook zijn er projecten met de procureur generaal (specifiek de War Crimes Unit) en rechterlijke macht in het land die (in)direct de berechting van (oorlogs)misdaden ondersteunen. Daarnaast zijn er verschillende projecten die desinformatie over de oorlog tegengaan, helpen bij het verwerken van trauma’s van soldaten en oorlogsslachtoffers, en die zich richten op conflict resolutie door onderzoek of lokale wederopbouw projecten.

19

Hoe verklaart u het aanzienlijke verschil tussen hetgeen begroot en gerealiseerd is onder artikel 2.2., Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties, onder «Contra-terrorisme»?

Antwoord

Bijdragen aan internationale organisaties op het gebied van contraterrorisme bestaan uit zowel subsidies als bijdragen. De beschikbare middelen worden jaarlijks verdeeld over contraterrorisme bijdragen en contraterrorisme subsidies op basis van een schatting. De discrepantie in begroting en realisatie van contraterrorisme bijdragen wordt gecompenseerd door contraterrorisme subsidies.

20

Hoe verklaart u het bijna verdubbelen van de post 4.20 «Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen» in 2022? Wat zijn uw verwachtingen voor het aankomende jaar?

Antwoord

Deze stijging wordt verklaard door hogere visa ontvangsten als gevolg van de wereldwijd post-Covid snel toegenomen reisbewegingen. Het laat zich moeilijk voorspellen hoe sterk deze vraag naar visa zich na 2022 blijft voortzetten, maar op basis van aanvragen in eerste kwartaal 2023 is de verwachting dat de visumontvangsten verder zullen stijgen.

21

Op welke post is fraude gepleegd met cheques? Om welke bedragen ging het hierbij, en welke maatregelen heeft u genomen tegen de fraudeur(s)?

Antwoord

Het betrof een post in West-Afrika. Om privacyredenen wordt geen nadere informatie verstrekt over individuele casuïstiek. Het ging om een bedrag van omgerekend EUR 22.000,–. Op het moment dat de fraude werd vastgesteld was de betreffende medewerker reeds met ontslag. Door de (corrupte) rechtsgang in het betreffende land was succesvolle strafrechtelijke vervolging uitgesloten. De terugvordering van het geld is overwogen. Gezien ervaringen van een andere post in dat land was echter duidelijk dat dit hoogstwaarschijnlijk niet succesvol zou zijn en waarschijnlijk enkel tot meer kosten zou leiden. Wel is de ADR cf. instructie van de fraude op de hoogte gesteld en zijn maatregelen genomen m.b.t. het proces rond de inning van cheques.

22

Op welke post is corruptie vastgesteld in het consulaire proces? Hoeveel visa zijn er verstrekt, die gerelateerd kunnen worden aan deze corruptiezaak? Welke maatregelen zijn er nadien genomen?

Antwoord

Het betrof een post in West-Afrika (een andere post dan bij vraag 21). Om privacy redenen wordt er geen nadere informatie verstrekt over individuele casuïstiek. Er is nooit sprake geweest van onterecht verstrekte visa. De betreffende medewerker deed alsof hij invloed had op de visumprocedure, maar had dat in werkelijkheid niet. Hier vroeg hij geld voor van aanvragers. De slachtoffers zijn schadeloos gesteld door het ministerie en de betrokken medewerker was al met ontslag vlak voordat de melding bekend werd. Gelet op de lokale rechtsgang en te verwachten disproportionele straf die betrokkene zou kunnen verwachten in het betreffende land is afgezien van het ter plaatse doen van aangifte.

23

Hoe beoordeelt u het eerste jaar van het Departementaal Crisiscoördinatie Centrum (DCC)? Welke rol heeft het DCC in de context van Soedan gespeelt?

Antwoord

Met de oprichting van het Departementaal Crisiscoördinatie Centrum (DCC) in maart 2022 is opvolging gegeven aan een van de belangrijkste aanbevelingen van de evaluatie van de Afghanistan-crisis. De permanente crisisunit die het DCC vormt, maakt dat de crisisrespons van BZ minder ad-hoc is dan voorheen het geval was. Dit heeft zich onlangs ook uitbetaald binnen de context van de Soedan-crisis, waar het DCC snel en adequaat de crisisrespons heeft gecoördineerd binnen BZ en daarbuiten met Defensie, de NCTV en like-minded partners. Hierdoor zijn BZ en Defensie erin geslaagd om slechts enkele dagen na het uitbreken van het conflict de eerste Nederlandse en andere EU-onderdanen uit het oorlogsgebied te evacueren, waar bijvoorbeeld andere partners zich in eerste instantie uitsluitend hebben gericht op het eigen diplomatieke personeel en pas in een latere fase de eerste burgers hebben geëvacueerd.

Buiten crisistijd werkt het DCC continu aan crisisgereedstelling. Posten worden sinds de oprichting van het DCC actiever begeleid bij het verminderen van kwetsbaarheden binnen de context van de risico’s van de omgeving waarbinnen zij opereren. Hiertoe verzorgt het DCC onder meer trainingen en oefeningen voor het postennetwerk en stelt het DCC met posten in kwetsbare gebieden gedetailleerde crisisplannen op. Ook hebben het afgelopen jaar geregeld zogenaamde pré-crisisberaden plaatsgevonden, waarin het DCC samen met de posten en relevante afdelingen binnen BZ dreigende ontwikkelingen monitort. Zo nodig worden aan de voorkant reeds mitigerende maatregelen getroffen.

Uiteraard blijft er altijd ruimte voor verdere verbetering, maar het DCC is er in sinds zijn oprichting ontegenzeggelijk in geslaagd om de crisisgereedstelling en -respons van BZ te verbeteren.