Gepubliceerd: 27 juni 2023
Indiener(s): Peter Valstar (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36350-VII-10.html
ID: 36350-VII-10

Nr. 10 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 27 juni 2023

De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstellen van wet voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 2 juni 2023 voorgelegd aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Economische Zaken en Klimaat en van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 26 juni 2023 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Valstar

De adjunct-griffier van de commissie, Muller

Vragen en antwoorden

Vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

1

Vraag:

Hoeveel wordt er door het Ministerie van BZK ingehuurd aan extern ICT-personeel in fte en in bedrag? Graag een uitsplitsing per jaar van 2018 tot nu.

Antwoord:

De ICT inhuur door het Ministerie van BZK inclusief de agentschappen* is als volgt:

Jaartal

ICT inhuur (€ x1000)

2022

125.822

2021

119.880

2020

102.228

2019

77.173

2018

79.006

Bron: JBR bijlage tabellen en figuren: tabel externe inhuur

Jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of JBR (Zie voor 2022 de JBR 2022: P.122, Tabel 60 toelichting externe inhuur).

*Let op: omdat bij RvIG vanaf 2020 een andere rubricering voor de inhuurkosten is gebruikt, zijn de in bovenstaande tabel in de jaren 2020 t/m 2022 bij RvIG opgenomen bedragen niet meegenomen in de totalen van het jaarverslag van BZK. Voor 2022 bedroegen deze kosten € 7,768 mln. voor 2021 € 4,958 mln. en voor 2020 € 3,084 mln.

Het kabinet heeft in 2009 besloten een sturingsinstrumentarium voor externe inhuur in te voeren (brief van de Minister van BZK van 24 juni 2009, Tweede Kamer, 2008–2009, 31 701, nr. 21). De kern hiervan is een norm voor de uitgaven van externe inhuur als percentage van de totale personele uitgaven. Conform het sturingsinstrumentarium voor externe inhuur, de definities en modellen in de Rijksbegrotingvoorschriften registreren we de bedragen uitgegeven aan externe inhuur, echter niet uitgedrukt in FTE. Om deze reden is de externe inhuur niet uit te splitsen in fte.

2

Vraag:

Hoeveel wordt er door de verschillende agentschappen ingehuurd aan extern ICT-personeel in fte en in bedrag? Graag een uitsplitsing per jaar van 2018 tot nu.

Antwoord:

Uitgaven aan externe ICT inhuur door de agentschappen van het Ministerie van BZK in euro (€ x 1.000) uitgesplitst van 2018 tot 2022:

Kosten Externe inhuur ICT (€ x1000)

2022

2021

2020

2019

2018

DHC

263

291

89

292

503

Logius

37.482

38.967

36.767

28.879

25.014

RvIG*

7.768

4.958

3.084

2.706

1.364

RVB

11.625

9.436

9.675

9.385

7.979

P-Direkt

102

454

459

0

35

FMH

135

0

0

0

57

UBR

27.219

18.009

10.051

3.488

2.470

SSC-ICT

44.253

39.146

35.715

28.473

38.839

Totaal

128.847

111.261

95.840

73.223

76.261

*Let op: omdat bij RvIG vanaf 2020 een andere rubricering voor de inhuurkosten is gebruikt, zijn de in bovenstaande tabel in de jaren 2020 t/m 2022 bij RvIG opgenomen bedragen niet meegenomen in de totalen van het jaarverslag van BZK.

3

Vraag:

Hoeveel middelen worden er via het Gemeentefonds voor DigiD en andere ICT-omgevingen overgemaakt?

Antwoord:

In de 1e suppletoire wet 2023 wordt een bedrag van € 8 mln. overgeboekt van het Gemeentefonds naar het artikel 6.8. Het artikel 6.8 is beschikbaar voor de financiering van het beheer en exploitatie, de doorontwikkeling en de vernieuwing van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).

Het bedrag van € 8 mln. heeft betrekking op het gebruik door de gemeenten van de GDI in 2022. Tevens heeft dit bedrag betrekking op de definitieve afrekening van het gebruik door de gemeenten in 2021.

In het bedrag van € 8 mln. is een bedrag van € 2,7 mln. opgenomen voor het gebruik van DigiD door de gemeenten in hun dienstverlening. Een bedrag van € 5,3 mln. heeft betrekking op de overige diensten van de GDI.

Vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

4

Vraag:

Hoeveel middelen zijn er sinds de oprichting van de MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) uitgekeerd en hoeveel aanspraak is erop gemaakt?

Antwoord:

Er is sinds de start van de MIT in 2013 tot en met 2021 (voor 2022 is nog geen data beschikbaar) ruim € 440 mln. aan subsidiebedrag toegekend. Hiertegenover staat een aangevraagd bedrag van ruim € 960 mln. in dezelfde periode.

5

Vraag:

Hoeveel calls waren er in 2022 op het budget onder het Deep Tech Fund?

Antwoord:

In 2022 is er 1 capital call binnen gekomen voor het Deep Tech Fund, deze call is in 2023 uitbetaald.

6

Vraag:

Hoeveel fte (en voor hoeveel euro) huurt het Ministerie van EZK ICT-personeel extern in?

Antwoord:

Externe inhuur wordt niet in fte bijgehouden in de administratie van EZK. EZK heeft in 2022 voor een bedrag van € 149.738.000,– ICT-personeel ingehuurd. Dit betreft de externe inhuur van ICT-personeel van het kerndepartement inclusief alle agentschappen en buitendiensten van EZK. Het agentschap Dictu heeft het grootste aandeel in de externe inhuur van ICT-personeel, omdat de Dictu een ICT leverancier is binnen de rijksoverheid en veel moeite heeft om voldoende eigen ICT-personeel aan te stellen in de huidige ICT-markt.

7

Vraag:

Hoeveel gebruik is er in totaal gemaakt van omscholingstrajecten op het gebied van ICT door het Ministerie van EZK?

Antwoord:

In totaal zijn er 120 aanvragen, gelijkelijk verdeeld over 2021 en 2022 voor de Omscholingsregeling op het gebied van ICT toegewezen.

8

Vraag:

Hoeveel middelen zijn er sinds de start van dit kabinet uitgegeven aan de versteviging van cybersecurity van het MKB?

Antwoord:

Het kabinet werkt aan de versterking van de digitale weerbaarheid van het bedrijfsleven, waaronder het MKB, via het Digital Trust Center (DTC), de City Deal «Lokale weerbaarheid Cybercrime» en Samen Digitaal Veilig. In totaal is er sinds de start van het kabinet € 9,45 mln. besteed. Het Digital Trust Center (DTC) verhoogt de weerbaarheid van niet-vitale bedrijven door het geven van informatie en advies en door middel van het aanjagen van samenwerking. Dit doet zij door diverse kennisproducten en tools aan te bieden via onder andere de website, de online community, door samenwerkingsverbanden te stimuleren en door algemene en specifieke dreigingsinformatie te delen. Een nieuwe tool is de CyberVeilig Check voor ZZP’ers en het mkb. Sinds de start van het kabinet is in totaal € 8,7 mln. aan het DTC besteed. Hierbij gaat het om de kasperiode 2022 (start Rutte IV) tot en met medio 2023. In de City Deal «Lokale weerbaarheid cybercrime», een samenwerkingsverband tussen de Ministeries van BZK, EZK, JenV en gemeenten, worden innovatieve lokale en regionale pilots uitgevoerd om de weerbaarheid van inwoners en ondernemers, waaronder het MKB, te verhogen. In 2022 heeft het Ministerie van JenV in dit kader ongeveer 2,5 ton beschikbaar gesteld voor zes innovatieve cyberpilots voor het MKB. De resultaten van deze zes projecten worden in juni 2023 gepresenteerd op een congres georganiseerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Het platform Samen Digitaal Veilig, een initiatief van MKB-Nederland, draagt bij aan het cyberveiliger maken van het MKB via een brancheaanpak. In 2022 is door het Ministerie van Justitie en Veiligheid 5 ton hierin geïnvesteerd. De voorlichtingsactiviteiten van het DTC, de City Deal en het project Samen Digitaal Veilig zijn opgenomen in het nieuwe meerjarige actieprogramma Veilig Ondernemen 2023–2026 van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing. Het versterken van de MKB-weerbaarheid tegen cybercrime is één van de speerpunten binnen dit Actieprogramma.

9

Vraag:

Hoe groot is de extra stroombelasting van de toegenomen Artificiële Intelligentie (AI) in Nederland?

Antwoord:

Naar het thema digitalisering en duurzaamheid is nog weinig (wetenschappelijk) onderzoek verricht. Het is lastig om onderscheid te maken tussen energieverbruik van het gebruik van verschillende technologieën zoals AI. Wel is bekend dat het trainen van grote AI-modellen, zoals ChatGPT, veel computerkracht kost vanuit datacenters. Veel datacenters zijn nu al verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen en 94% van de elektriciteit voor de ICT-sector wordt momenteel groen ingekocht. Maar het is belangrijk om het inzicht in de relatie tussen digitalisering en duurzaamheid te vergroten. De Minister van EZK laat daarom op dit moment onderzoek doen naar de impact van digitalisering op duurzaamheid en de rol die digitale technologie kan spelen in het faciliteren van de duurzaamheidsambities. Ook is zij in gesprek met de Nationale Coalitie Duurzame Digitalisering om te kijken hoe we met stakeholders binnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen tot een echte «twin transition» kunnen komen. Mede op basis daarvan zal de Minister van EZK aan het eind van dit jaar een actieplan over digitalisering en duurzaamheid naar de Kamer sturen.

10

Vraag:

Wat is de reden dat de uitgaven voor het Nationaal Groeifonds-project AiNed met name in latere jaren (t/m 2027) worden verwacht? Welke gevolgen heeft deze verschuiving van uitgaven voor de beleidsdoelen?

Antwoord:

In de memorie van toelichting, p. 12 en 13, is bij het NGF-project AiNed sprake van een kasschuif waarbij het budget in 2023 met € 14,7 mln. wordt verlaagd met uitgaven in latere jaren. Deze verschuiving heeft geen gevolgen voor de beleidsdoelen. Het gaat hier om een relatief kleine administratieve aanpassing binnen de totale toekenning van € 204,5 mln. om de EZK-begroting in lijn te brengen met de oorspronkelijk uitgavenplanning voor het AiNed project.

Vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

11

Vraag:

Waar worden de gelden voor cybersecurity (oplopend tot 38,7 mln. vanaf 2027) precies aan besteed?

Antwoord:

Deze worden besteed aan het aantrekken van extra personele capaciteit in dit vakgebied (ca. 100 fte) en aan investeringen in hard- en software. De nadruk ligt hierbij op de preventieve, detectie- en lifecycle maatregelen.

12

Vraag:

Hoeveel middelen zijn er aan het cybersecuritybudget toegekend naar aanleiding van de motie-Hermans (Kamerstuk 35 788, nr. 120).

Antwoord:

Hier is geen informatie over beschikbaar. In de NLCS1 staat beschreven welke stappen dit kabinet concreet neemt om ondernemers te beschermen tegen digitale dreiging. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Hermans. Voorbeelden van concrete maatregelen zijn: de versterking van het Digital Trust Centre (DTC) en het stimuleren van een branche-gerichte aanpak door een subsidie voor het project «samen digitaal veilig».

13

Vraag:

Zijn de middelen voor onderhoud en vervanging van het C2000 communicatienetwerk gedekt binnen de huidige begroting?

Antwoord:

Ja.

14

Vraag:

Waarom wordt het budget voor het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) in de 1e suppletoire begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid verlaagd met bijna € 20 miljoen en welke gevolgen heeft dit voor de uitvoering van de wettelijke taak van het NCSC?

Antwoord:

Er is geen sprake van een verlaging van het budget van het NCSC. Dit is een technische overboeking. De middelen voor de opdrachten aan het NCSC maken onderdeel uit van het programmabudget van de NCTV. Op basis van de opdracht aan het NCSC worden deze middelen overgeboekt vanuit de NCTV naar het NCSC. Deze overboeking zorgt ervoor dat de middelen op het apparaatsbudget van het NCSC beschikbaar komen.

Overkoepelende vragen en antwoorden die betrekking hebben op de drie bovenstaande begrotingsstaten

Geen vragen.