Gepubliceerd: 31 mei 2023
Indiener(s): Meijers , Jorien Wuite (United Democrats)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36337-4.html
ID: 36337-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 mei 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 17 april 2023 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Bij brief van 17 mei 2023 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Wuite

De griffier van de commissie, Meijers

1

Hoe gaat ervoor worden gezorgd dat de extra bijdragen die worden aangekondigd zo snel mogelijk daadwerkelijk gebruikt kunnen worden en wat gaat Nederland doen om de snelheid in het proces te bewaken?

De nieuwe bijdragen zijn gericht op urgente noden zoals geïdentificeerd door de Oekraïense autoriteiten en de multilaterale instellingen, zoals steun voor het aankomend landbouwseizoen, herstel van infrastructuur en ontmijning. De Wereldbank voert bijvoorbeeld kritieke projecten uit op het gebied van infrastructuur, gezondheidszorg, huisvesting en energie, grotendeels via het Ukraine Relief Trust Fund. De Nederlandse ongeoormerkte bijdrage aan dit trust fund zal snel kunnen worden ingezet voor de reeds lopende projecten. Nederland zal oog houden op de ontwikkelingen binnen de fondsen en projecten die ondersteund worden om de snelheid in het proces te bewaken.

2

Klopt het dat de € 10 miljoen voor humanitaire ontmijning in Oekraïne afgaat van het budget voor Official Development Assistance (ODA)? Zo ja, waarom is hiervoor gekozen?

Nee. De EUR 10 miljoen voor humanitaire ontmijning valt onder de OESO-definitie van wat gerapporteerd mag worden als ODA, maar wordt net zoals (een belangrijk deel van) eerdere uitgaven voor steun aan Oekraïne gefinancierd uit additionele middelen. Deze steun gaat daarmee niet ten koste van het bestaande ontwikkelingssamenwerkingsbudget, maar is een verhoging van het totale ODA-budget.