Kamerstuk 36311-7

Amendement van het lid Beckerman over het niet afschaffen van de huurtoeslag op servicekosten

Dossier: Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag)

Gepubliceerd: 23 mei 2023
Indiener(s): Sandra Beckerman (SP)
Onderwerpen: huisvesting huren en verhuren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36311-7.html
ID: 36311-7

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN

Ontvangen 23 mei 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel B, vervalt.

II

Artikel I, onderdeel G, vervalt.

Toelichting

Indiener omarmt de doelstelling van het kabinet om de toeslagen af te schaffen. Maar onderhavig voorstel is geen afschaffing, maar een vereenvoudiging. Indiener is van mening dat een vereenvoudiging moet leiden tot verbetering. Het afschaffen van de huurtoeslag op servicekosten is geen verbetering, maar een verslechtering.

Deze verslechtering komt bovenop een andere voorgestelde maatregel binnen deze wijziging van de huurtoeslag. In deze vereenvoudiging is namelijk ook voorgesteld om de eigen bijdrage voor de huurtoeslag met structureel vier euro per maand te verhogen. Terwijl het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten al gemiddeld 10 euro per maand kost. En die 10 euro is een gemiddelde, want volgens Aedes1 scheelt het voor veel huurders al snel 30 euro per maand, naar zelfs 48 euro per maand (de maximale huurtoeslag op servicekosten). In deze koopkrachtcrisis is een verslechtering van netto 408 euro per jaar (12 maanden x 30 euro + 12 maanden x 4 euro) echt niet uit te leggen. Het aantal huurtoeslagontvangers dat door deze voorgestelde maatregel geraakt wordt, is zeer omvangrijk te noemen namelijk maar liefst 812.000 huishoudens.

Het kabinet is naarstig op zoek naar koopkrachtmaatregelen die terecht dienen te komen bij de lagere inkomens. Dan dienen juist deze voorgestelde maatregelen niet doorgevoerd te worden om nog erger te voorkomen. Daarnaast is het afschaffen van de huurtoeslag op servicekosten een verslechtertering van de betaalbaarheid van woningen. Deze maatregel druist in tegen het kabinetsbeleid om de betaalbaarheid van woningen te verbeteren. Voorts moet rekening gehouden worden met het feit dat deze afschaffing ook geldt voor toegankelijke woningen voor mensen met een beperking en ouderen.

Onderhavig wetsvoorstel moet leiden tot minder terugvorderingen. Maar terugvorderingen zijn grotendeels het gevolg van wijzigingen in inkomens of te laag ingeschatte inkomens, nabetalingen zijn vooral het gevolg van het bij definitief toekennen meenemen van de jaarlijkse huurverhoging. Daar zal het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten weinig invloed op hebben, terwijl deze vereenvoudiging er overigens niet toe leidt dat verhuurders deze servicekosten niet meer vragen. Er ontstaat anders in feite een all-in huur wat niet mag en wat er indirect ook toe kan leiden dat andere huurders gaan meebetalen aan de services voor deze huurders.

In het coalitieakkoord2 leest indiener het volgende: «Tegelijkertijd hervormen en vereenvoudigen we de huurtoeslag door de maximale huurgrens af te schaffen en over te stappen naar een systeem van normhuren op basis van inkomen. We zorgen dat iedereen deze hervorming kan dragen, met name de laagste inkomens.» Aan deze laatste zin wordt door voorgestelde maatregel niet voldaan, aangezien de laagste inkomens door de armoedegrens zakken. Terwijl de laagste inkomens door de armoedegrens zakken, leidt het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten wel tot een besparing voor het Rijk, maar dat is niet de doelstelling van deze wijzing.

Kortom; het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten is het kind met het badwater weggooien en daarom is indiener van mening dat de huurtoeslag op de servicekosten niet afgeschaft dient te worden.

Beckerman