Ontvangen 1 december 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 10 Tegemoetkoming ouders worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 42.000 (x € 1.000).
II
In artikel 11 Uitvoeringskosten worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.500 (x € 1.000).
De geboorte van een eerste kind gaat gepaard met een forse kostenpost voor gezinnen, onder andere vanwege een eventuele verbouwing, de aanschaf van een kinderwagen of babykamer. Dit amendement regelt daarom een eenmalige uitkering van € 1.000 voor ouders die vanaf 1 juli 2023 hun eerste kindje krijgen. Indiener is van mening dat een tegemoetkoming in deze kosten bijdraagt aan een gezinsvriendelijk beleid. De regeling geldt ook voor geadopteerde kinderen.
In 2023 worden volgens de geboorteprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ongeveer 84.000 eerstgeborenen verwacht. Gelet op de uitvoeringstechnische aspecten acht indiener het wenselijk de maatregel per 1 juli 2023 in te laten gaan. Met dit amendement wordt structurele verwerking van de maatregel beoogd. Dekking voor het jaar 2023 wordt gevonden in het verlagen van het budget voor het coronatoegangsbewijs. Daartoe is een amendement ingediend op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.1 Dekking voor na 2023 wordt gezocht in het versneld afbouwen van de kinderopvangtoeslag voor huishoudens met een inkomen vanaf ongeveer € 85.000.
Stoffer