Kamerstuk 36200-I-8

Reactie op verzoek commissie over een online video van het programma Zembla over het Kroondomein

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2023

Gepubliceerd: 2 december 2022
Indiener(s): van der Ch. Wal-Zeggelink
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36200-I-8.html
ID: 36200-I-8

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

Op 23 november jl. heeft het programma Zembla een online video over het Kroondomein gepubliceerd. Daarin stelt het programma de gedeeltelijke openstelling van een deel van het gebied ter discussie en de rechten die de Koning heeft met betrekking tot het Kroondomein. Op verzoek van de vaste commissie voor LNV (ingezonden op 24 november 2022) reageer ik middels deze brief op de video.

In de rapportage wordt veel aandacht besteed aan de rechten op basis waarvan de Koning het beheer voert over het Kroondomein. Daarin wordt met name het recht op vruchtgebruik ter discussie gesteld. Vervolgens wordt betoogd dat, in het geval van vruchtgebruik, de Staat zeggenschap heeft over het beheer en de openstelling van het gebied voor het publiek.

Op 21 november jl. heb ik uw Kamer een schriftelijke reactie gestuurd op enkele vragen die het lid Wassenberg heeft gesteld bij de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken en Koning, over de rechten en plichten van de Kroondrager met betrekking tot het Kroondomein. Het programma Zembla heeft in antwoord op recent door hen gestelde vragen een beantwoording van mij ontvangen van gelijke strekking.

Zoals ik in de brief van 21 november jl. heb aangegeven, staan de rechten van de Koning met betrekking tot het Kroondomein niet ter discussie. Deze liggen vast in de Wet op het Kroondomein en de daartoe behorende schenkingsakte. Om deze rechten te duiden is het woord vruchtgebruik gebruikt. Juridisch is dit gebruik inderdaad niet juist, omdat het in het geval van de Koning om unieke rechten en plichten gaat, vastgelegd in de wet. Die rechten en verplichtingen vertonen gelijkenis met de rechten en verplichtingen die een vruchtgebruiker heeft op grond van het Burgerlijk Wetboek, maar gaan op onderdelen ook verder.

Dat het gebruik van de term vruchtgebruik voor onduidelijkheid heeft gezorgd, is vervelend. Deze term zal ik in het vervolg dan ook niet meer gebruiken.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink