Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 26 september 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland dagelijks onder vuur ligt door cyberaanvallen op zowel vitale als niet-vitale bedrijven;
overwegende dat met het actief scannen op kwetsbaarheden bij aanbieders veel cyberaanvallen tijdig kunnen worden voorkomen;
constaterende dat zowel het Nationaal Cyber Security Centrum als het Digital Trust Center krachtens de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen gericht zijn op dreigingsinformatie delen en adviseren over het nemen van maatregelen aan vitale en niet-vitale aanbieders;
constaterende dat het Dutch Institute for Vulnerability Disclosure op grotendeels vrijwillige basis het internet proactief scant op kwetsbaarheden en deze meldt bij relevante aanbieders;
verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze het Dutch Institute for Vulnerability Disclosure een grotere, formele rol kan gaan spelen in het digitaal veilig houden van Nederland in samenwerking met het NCSC en het DTC;
verzoekt de regering uiterlijk in het voorjaar van 2023 de Kamer te informeren over de uitkomsten van dat onderzoek en de eventuele opvolging van die uitkomsten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rajkowski