34,0 %
66,0 %

JA21

PvdD

CU

Omtzigt

PvdA

VVD

FVD

Fractie Den Haan

GL

CDA

SP

DENK

D66

PVV

Groep Van Haga

BBB

SGP

BIJ1

Volt


Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEIJEREN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 1 februari 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «Goedkeuring» vervangen door «Wijziging van de Wet publieke gezondheid en goedkeuring».

II

In de beweegreden wordt na «noodzakelijk is» ingevoegd «de Wet publieke gezondheid te wijzigen teneinde de inzet van het coronatoegangsbewijs te beperken tot personen van achttien jaar en ouder, en».

III

Voor artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 01

De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 58ra van de Wet publieke gezondheid wordt, onder vernummering van het negende tot en met elfde lid tot tiende tot en met twaalfde lid, na het achtste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 9. Ten aanzien van personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt worden geen regels als bedoeld in het eerste lid gesteld.

B

In artikel 58re, zesde lid, wordt «artikel 58ra, negende lid» vervangen door «artikel 58ra, tiende lid».

C

In artikel 68bis, derde lid, wordt «artikel 58ra, tiende lid» vervangen door «artikel 58ra, elfde lid».

Toelichting

Dit amendement regelt dat het coronatoegangsbewijs wordt afgeschaft voor kinderen die jonger zijn dan 18. De inzet van coronatoegangsbewijzen leidt ertoe dat met name kinderen onder een enorme sociale druk staan om zich te laten vaccineren. Zo kunnen kinderen zonder coronatoegangsbewijs niet meer met vriendjes en vriendinnetjes naar de bioscoop of mee naar sociale uitjes.

Kinderen in de leeftijd van 13 tot 18 zijn extra gevoelig voor groepsdruk en sociale uitsluiting. In de praktijk blijkt dat veel kinderen zich louter en alleen laten vaccineren, zodat zij niet worden buitengesloten. Het is in het bijzonder voor kinderen onacceptabel dat zij op welke wijze dan ook onder druk worden gezet om zich te laten vaccineren. Andere redenen dan eventuele gezondheidsvoordelen zouden nooit doorslaggevend mogen zijn bij de keuze om al dan niet een medische behandeling te ondergaan.

Van Meijeren Pouw-Verweij Van Haga Van der Plas Van Baarle