Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID MAATOUG C.S.

Ontvangen 9 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 8bd als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de verkrijging van een vermogensbestanddeel in het kader van een fusie of splitsing waarbij vermogen onder algemene titel wordt verkregen geacht een met de rechtshandelingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, vergelijkbare rechtshandeling te zijn. De eerste zin is niet van toepassing voor zover het vermogensbestanddeel op grond van de van toepassing zijnde regels voor de fusie of splitsing te boek wordt gesteld op de waarde waarvoor het ten tijde van de fusie of splitsing te boek stond gesteld bij het gelieerde lichaam dat zijn vermogen in het kader van de fusie of splitsing onder algemene titel overdraagt.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «dit artikel» vervangen door «het eerste en tweede lid» en er wordt een zin toegevoegd, luidende: De eerste zin is niet van toepassing op een verkrijging als bedoeld in het derde lid.

Toelichting

Dit amendement stelt zeker dat de verkrijging van een vermogensbestanddeel onder algemene titel in het kader van een fusie of een splitsing voor de toepassing van de flankerende maatregel van het voorgestelde artikel 8bd van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt beschouwd als een met een kapitaalstorting, winstuitdeling teruggaaf van gestort kapitaal, liquidatie-uitkering of een daarmee vergelijkbare rechtshandeling.

De verkrijging van een vermogensbestanddeel onder algemene titel in het kader van een fusie of splitsing is in hoge mate vergelijkbaar met de verkrijging van een vermogensbestanddeel door middel van een kapitaalstorting. Bij een fusie of splitsing worden namelijk in de regel door de verkrijgende rechtspersoon van rechtswege aandelen toegekend. Net als bij de verkrijging van een vermogensbestanddeel door middel van een kapitaalstorting, kan bij de verkrijging van een vermogensbestanddeel door middel van een fusie of splitsing dubbele niet-heffing ontstaan vanwege een waarderingsverschil.

In het voorgestelde artikel 8bd, eerste en tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) is geregeld dat rechtshandelingen die vergelijkbaar zijn met de in die leden opgesomde rechtshandelingen in de kapitaalsfeer, eveneens onder het toepassingsbereik van genoemd artikel 8bd vallen. Dit amendement regelt dat de verkrijging van een vermogensbestanddeel in het kader van een fusie of splitsing waarbij vermogen onder algemene titel wordt verkregen, geacht wordt een met de in genoemd artikel 8bd, eerste en tweede lid, opgesomde rechtshandelingen vergelijkbare rechtshandeling te zijn. Dit amendement ziet niet op de overgang van een vermogensbestanddeel voor zover die overgang in het kader van de fusie of splitsing fiscaal gefaciliteerd is en ingevolge de regels voor die facilitering de boekwaarde van dat vermogensbestanddeel, zoals dat ten tijde van de fusie of splitsing geldt bij het lichaam dat zijn vermogen in het kader van de fusie of splitsing onder algemene titel overdraagt, wordt doorgeschoven. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om fusies of splitsingen met toepassing van de regels ter implementatie van de Fusierichtlijn1 of vergelijkbare regelgeving in andere staten. De toevoeging aan het voorgestelde artikel 8bd, vierde lid (nieuw), Wet Vpb 1969 regelt dat de hybridebepalingen van het voorgestelde artikel 8bc, derde en vierde lid, Wet Vpb 1969 niet van toepassing zijn op de verkrijging van een vermogensbestanddeel in het kader van een (niet-gefaciliteerde) fusie of splitsing waarbij vermogen onder algemene titel wordt verkregen.

Het budgettaire effect van dit amendement is nihil.

Maatoug Nijboer Gündoğan Azarkan