Voorgesteld 25 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een groep van zeker 1.000 uitgeprocedeerde asielzoekers sinds de coronapandemie niet kan worden uitgezet omdat zij een PCR-test weigeren;
constaterende dat quarantaine en/of een gezondheidsverklaring door veel landen niet wordt geaccepteerd om deze groep mensen terug te nemen;
constaterende dat het kabinet reeds in gesprek is met verschillende landen die te kampen hebben met dezelfde problematiek, waaronder landen als Denemarken en Duitsland;
constaterende dat deze landen bij wet hebben vastgelegd dat PCR-testen onvrijwillig afgenomen kunnen worden bij uitgeprocedeerde asielzoekers, zodat zij alsnog kunnen worden uitgezet;
verzoekt de regering snel te verkennen of, en zo ja, op welke wijze uitgeprocedeerden die door middel van het weigeren van een PCR-test hun proces frustreren, alsnog effectief uitgezet kunnen worden en hierbij ook de mogelijkheden voor een wettelijke grondslag voor een onvrijwillige PCR-test te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Valstar