Kamerstuk 35845-20

Gewijzigd amendement van het lid Van Baarle ter vervanging van nr. 8 over het ongedaan maken van de verlaging van de indexatie in het jaar 2024

Dossier: Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024

Gepubliceerd: 25 oktober 2021
Indiener(s): Stephan van Baarle (DENK)
Onderwerpen: gezin en kinderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35845-20.html
ID: 35845-20
Origineel: 35845-8

48,7 %
51,3 %

BBB

DENK

CU

VVD

CDA

PVV

Groep Van Haga

BIJ1

SP

GL

Fractie Den Haan

SGP

Volt

D66

Omtzigt

JA21

PvdA

FVD

PvdD


Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN BAARLE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 25 oktober 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «2022, 2023 en deels over 2024» vervangen door «2022 en 2023».

II

In de beweegreden wordt «2022, 2023 en deels over 2024» vervangen door «2022 en 2023».

III

In artikel I wordt het voorgestelde artikel 13a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen de dubbele punt aan het slot van de aanhef, de aanduiding «a.» voor onderdeel a, onderdeel b, en wordt in de tekst «; en» vervangen door een punt.

2. In het tweede lid vervallen de dubbele punt aan het slot van de tweede zin, de aanduiding «a.» voor onderdeel a, en onderdeel b, en wordt in de tekst «;» vervangen door een punt.

Toelichting

Met dit amendement stelt de indiener voor om de door het kabinet voorgestelde verlaging van de indexatie van de kinderbijslag in 2024 ongedaan te maken. Dit wordt geregeld door het eerste en tweede lid, onderdelen b, uit het voorgestelde artikel 13a van de Algemene Kinderbijslagwet te schrappen. Deze bepaling regelt dat de kinderbijslag per januari 2024 met 0,1%-punt minder wordt geïndexeerd. Met het schrappen van het onderdeel stelt de indiener dus voor om in 2024 de kinderbijslag wél volledig te indexeren. Uit de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2020/21, 35 845, nr. 6, pag. 9) blijkt dat de opbrengst van de 0,1% punt lagere indexatie per 2024 wordt gebruikt om de andere uitgaven uit het pakket aan maatregelen te dekken. Dit is bovenop het restant, dat ontstaat door de niet indexering van de kinderbijslag over de jaren 2022 en 2023, die voor eenzelfde doeleinde wordt gebruikt. Hieruit blijkt dat de lagere indexatie van de kinderbijslag in 2024 dus niet financieel noodzakelijk is om de in het wetsvoorstel genoemde te dekken maatregelenpakket van € 400 miljoen te dekken. Voorts valt te verwachten dat door de inflatie de opbrengsten van de niet-indexatie van de kinderbijslag hoger uit zullen vallen. Ook dit maakt een lagere indexatie in 2024 onnodig.

Dit amendement wordt gewijzigd naar aanleiding van de ingediende nota van wijziging.1

Van Baarle