Gepubliceerd: 20 januari 2021
Indiener(s): Ockje Tellegen (VVD)
Onderwerpen: europese zaken internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35658-5.html
ID: 35658-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 20 januari 2021

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

I ALGEMEEN

1

1. Inleiding

2

2. Doel en inhoud verordeningen

2

3. Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

3

4. Financiële gevolgen

3

5. Inwerkingtreding

3

6. Overig

3

I ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Uitvoeringswet Erasmusprogramma en Europees Solidariteitskorps en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden hebben geen opmerkingen of vragen bij het wetsvoorstel. Wel hebben zij nog enkele vragen over de gevolgen van de Brexit voor studenten die in het Verenigd Koninkrijk willen studeren. De leden van de CDA-fractie vinden het van belang dat er gezocht wordt naar mogelijkheden dat studenten, tegen redelijke prijzen, toegang blijven houden tot de universiteiten in het Verenigd Koninkrijk.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel betreffende de Uitvoeringswet Erasmusprogramma en Europees Solidariteitskorps. Erasmus geeft jongeren, studenten en leraren de kans om gemakkelijk een periode ervaring over de grens op te doen. Zo leren ze meer over zichzelf en over de ander. Deze leden wensen de regering nog enkele vragen te stellen over het wetsvoorstel.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Uitvoeringswet Erasmusprogramma en Europees Solidariteitskorps. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie vragen wat de positie van Nederland was in de Europese Raad als het gaat om het Erasmusprogramma en het Europees Solidariteitskorps. Kan de regering deze positie onderbouwen? Hoeveel organisaties in Nederland maken gebruik van het Solidariteitskorps? De leden van deze fractie vragen of beide voorstellen een verordening betreffen zonder lidstaatopties. Is het voorstel vooral een technisch voorstel ter verdeling van onder andere de nationale autoriteiten die verantwoordelijk worden voor de uitvoering van beide voorstellen, zo vragen zij.

2. Doel en inhoud verordeningen

De leden van de D66-fractie vragen de regering toe te lichten welke overeenkomsten en verschillen het Europees Solidariteitskorps en de maatschappelijke diensttijd van elkaar hebben. Kan de regering kwantificeren hoeveel Nederlandse jongeren de afgelopen jaren hebben geparticipeerd in of zijn bereikt met het Europees Solidariteitskorps en de maatschappelijke diensttijd?

De leden van de SP-fractie constateren dat deze uitvoeringswet tot doel heeft de Europese identiteit te versterken. Zij vragen wat de Europese identiteit precies behelst en hoe deze met behulp van het Solidariteitskorps versterkt gaat worden.

Daarnaast heeft het wetsvoorstel als doel jongeren bij elkaar te brengen om een meer inclusieve samenleving op te bouwen, kwetsbare mensen te helpen en maatschappelijke problemen aan te pakken. Dit is uiteraard allemaal bewonderenswaardig menen deze leden, maar kan dit niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt of een vermindering van mogelijke stageplaatsen?

Dit Solidariteitkorps is een nieuw vehikel om bestaande programma’s samen te voegen en de doelgroep uit te breiden met kansarme jongeren, aldus de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het algemeen overleg, gehouden op 15 november 2017, over de Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport.1 In welke opzicht faalden bestaande programma’s, zoals het European Voluntary Service, in het bereiken van kansarme jongeren en hoe kan ervan worden uitgegaan dat deze groep nu wel wordt bereikt?

3. Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

De leden van de D66-fractie vragen de regering toe te lichten welke gronden ter overweging liggen om private rechtspersonen aan te wijzen als nationaal agentschap. Past dat binnen de financiële relatie en de sturingsrelatie van het Rijk met de betreffende organisaties?

4. Financiële gevolgen

De leden van de VVD-fractie zien dat er € 3.154.000 wordt begroot voor het Erasmusprogramma en € 899.839 voor het Solidariteitskorps. Zijn beide bedragen volledig benut in 2020 of is er sprake van onderuitputting? Kan de regering een overzicht geven van de bedragen die zijn gespendeerd onder het programma Solidariteitskorps en voor wie of welke organisaties?

5. Inwerkingtreding

De leden van de D66-fractie constateren dat bij het opstellen van de memorie van toelichting de inwerkingtreding van de Erasmusverordening en Verordening Europees Solidariteitskorps niet bekend was of ingevuld is. Zij vragen de regering of inmiddels bekend is wanneer de verordeningen naar verwachting van kracht worden.

6. Overig

Brexit

De leden van de CDA-fractie zien dat door de Brexit Europese studenten niet meer de drempelloze mogelijkheid hebben om in het Verenigd Koninkrijk te studeren en visa versa. Tijdens het notaoverleg over de Brexit deal op 28 december 2020 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken toegezegd dat het kabinet met het Verenigd Koninkrijk (VK) in overleg gaat, ook omdat het Verenigd Koninkrijk heeft aangekondigd zelf een programma te willen gaan maken ter vervanging van het Erasmusprogramma.2 Het kabinet heeft heel specifiek toegezegd zich in te spannen voor een alternatief Erasmusprogramma met het Verenigd Koninkrijk om studentenuitwisselingen wederzijds mogelijk te blijven maken. Hoe staat het met dit overleg? Zijn daarvoor de eerste contacten gelegd en lopen dergelijke gesprekken via de Europese Unie of voert Nederland deze bilateraal? Voert de regering de motie van het lid Bouali c.s. over de uitwisseling van studenten uit?3 Zo ja, wat is de voortgang daarvan? Welke strategie hanteert de regering daarbij? Gaat de regering de uitvoering van deze motie bilateraal of in EU-verband oppakken?

Wat merken (aankomende) studenten in Nederland en het Verenigd Koninkrijk van de Brexit? Hoe urgent is het om op korte termijn met een oplossingen te komen? Welke gevolgen heeft de Brexit-deal voor bestaande Erasmusstudenten in het Verenigd Koninkrijk en studenten uit het Verenigd Koninkrijk in Europa? In hoeverre kunnen zij hun studieprogramma’s afronden? Wanneer moeten Europese Economische Ruimte (EER-)studenten zich uiterlijk aanmelden voor Britse universiteiten voor het collegejaar 2021–2022 en verwacht de regering voor die tijd een alternatief voor het Erasmusprogramma, zo vragen deze leden.

Wat worden de kosten voor Nederlandse studenten om visa te regelen voor het Verenigd Koninkrijk? Welke termijnen zijn hiervoor voorzien? Wat worden de kosten van een visum voor studenten uit het Verenigd Koninkrijk die in Nederland willen komen studeren? De Minister van Buitenlandse Zaken heeft toegezegd te onderzoeken hoe de kosten voor studenten beperkt blijven, maar was niet bereid op voorhand te zeggen dat Nederland dan zomaar nationaal de rekening gaat oppikken.4 Kan hier al meer duidelijkheid over gegeven worden? Staat dit ook op de agenda van de Europese Commissie en EU-VK-onderhandelaren? Zo nee, wanneer gaat Nederland dat dan in het Europese overleg adresseren?

In hoeverre zal de Brexit naar verwachting zorgen voor een grotere toestroom van EER-studenten die nu voor Nederland kiezen in plaats van het Verenigd Koninkrijk omdat ze in ons land geen visum aan hoeven vragen en tegen wettelijk collegegeld kunnen studeren? Hoe wil de regering, ook vanwege de conclusie uit het interdepartementaal beleidsonderzoek Internationalisering van het (hoger) onderwijs dat de toegenomen instroom van internationale studenten druk zet op de kwaliteit en financiering van het hoger onderwijs, grip krijgen op de instroom?5 Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie van de leden Wiersma en Van der Molen over nadere afspraken over studentmobiliteit?6

De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld in het besluit van de Britse regering om niet deel te nemen aan het Erasmusprogramma. Vanwege de taal, het rijke aanbod en de kwaliteit van het Britse hoger onderwijs was het Verenigd Koninkrijk een populair land voor Nederlandse studenten. Deze leden hebben bij het notaoverleg over de Brexit op 28 december 2020 reeds de toezegging gekregen dat het kabinet zich zal inspannen voor een alternatief Erasmusprogramma met het Verenigd Koninkrijk om studentenuitwisselingen wederzijds mogelijk te blijven maken.7 Ook hebben zij aanvullende vragen gesteld in het schriftelijk overleg op 19 januari jl. over het verslag van de videoconferentie EU Onderwijsministers op 30 november 2020.8 Deze leden vragen de regering toe te lichten of een wettelijke grondslag nodig is voor de uitvoering van een uitwisselingsprogramma met één land. Zo ja, voorziet deze uitvoeringswet daar ook in?

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De griffier van de commissie, De Kler