Kamerstuk 35594-16

Amendement van het lid Omtzigt c.s. ter vervanging van nr. 15 over dat de ondergrens van de redelijke vergoeding nooit negatief zal bedragen

Dossier: Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers


87,3 %
12,7 %

Volt

SGP

CU

PvdA

D66

JA21

SP

CDA

BIJ1

Groep Van Haga

BBB

PvdD

Fractie Den Haan

GL

VVD

Omtzigt

PVV

DENK

FVD


Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 151

Ontvangen 16 januari 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel E, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «twee leden» vervangen door «drie leden».

2. Na de aanhef wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3a. De redelijke vergoeding kan niet worden vastgesteld op een negatief bedrag.

3. In het voorgestelde vierde lid wordt «regels» vervangen door «nadere regels».

Toelichting

De hoogte van de redelijke vergoeding voor kleinverbruikers voor de door hen op het net ingevoede elektriciteit is momenteel niet wettelijk gespecificeerd. Met het voorliggende wetsvoorstel wordt het mogelijk om een ondergrens voor deze redelijke vergoeding in lagere regelgeving op te nemen. Het is belangrijk dat inwoners, gezien hun zwakke onderhandelingspositie richting grote bedrijven, worden beschermd en kunnen rekenen op een redelijke vergoeding voor de door hen op het net ingevoede elektriciteit. Een redelijke vergoeding is ook van cruciaal belang om draagvlak voor de verdere verduurzaming van ons electriciteitsnet te kunnen blijven behouden. Daartoe moet een redelijke terugverdientijd van de investering in zonnepanelen gegarandeerd blijven.

Om die reden voorziet dit amendement erin dat de ondergrens van die vergoeding nooit negatief zal bedragen. Immers, met een negatieve terugleververgoeding zou de investering voor zonnepanelen zich nooit meer terugverdienen.

In de praktijk betekent dat dit indien de energieprijs op de spotmarkt negatief is en het contract voorziet in een terugleververgoeding op basis van de spotprijs, dat daar dan een ondergrens van nul in zit en de kleinverbruiker niet hoeft te betalen om energie terug te leveren aan het net.

Omtzigt Erkens Grinwis Van Haga