Kamerstuk 35528-20

Appreciatie van het amendement van de leden Van den Berge en Kuiken bij wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen personen met een publieke taak (Wet uitbreiding taakstrafverbod) (Kamerstuk 35528-19)

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen personen met een publieke taak (Wet uitbreiding taakstrafverbod)

Gepubliceerd: 2 februari 2021
Indiener(s): Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35528-20.html
ID: 35528-20

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR RECHTSBESCHERMING EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2021

In deze brief treft u aan onze appreciatie van het amendement van de leden Van den Berge en Kuiken over de introductie van een hardheidsclausule bij de toepassing van het taakstrafverbod (Kamerstuk 35 528, nr. 19).

Blijkens de toelichting willen de indieners hiermee mogelijk maken dat de rechter, in gevallen waarin het taakstrafverbod geldt, toch een taakstraf kan opleggen, bijvoorbeeld in gevallen waarin een psychiatrisch behandeling nodig wordt geacht of wanneer het opleggen van een taakstraf de beste waarborgen lijkt te bieden voor behandeling en begeleiding.

Wij zien reden het amendement te ontraden. Het wetsvoorstel, maar ook de bestaande regeling van het taakstrafverbod, bieden naar ons oordeel afdoende mogelijkheden voor het bieden van rechterlijk maatwerk. In gevallen waarin het taakstrafverbod geldt, kunnen behandeling en begeleiding nog steeds van de sanctie onderdeel zijn. Zowel in de tenuitvoerlegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als in het verband van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke gevangenisstraf, bestaat daarvoor de noodzakelijke ruimte. Een gevolg van het amendement zou zijn dat in de gevallen waarin het taakstrafverbod geldt, toch een taakstraf zou kunnen worden opgelegd. In de mogelijkheden om daarbij sancties te combineren, brengt het amendement echter geen wijzigingen aan. Dit betekent dat een taakstraf enkel kan worden gecombineerd met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, óók in de situatie die deze leden voor ogen hebben en waarvoor de wens bestaat de rechter meer ruimte te bieden om behandeling en begeleiding onderdeel van de sanctie te laten zijn. Zo bezien heeft het amendement geen meerwaarde. Daarnaast zijn wij van oordeel dat met een algemene hardheidsclausule de bedoeling van de wetgever om bij geweld tegen functionarissen met een publieke taak geen taakstraf op te leggen, te eenvoudig kan worden omzeild. Dit vinden wij onwenselijk en ook om die reden ontraden wij het amendement.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus