Ontvangen 12 maart 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt het voorgestelde artikel 10 als volgt gewijzigd:
1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Enig beding of besluit dat de eigenaar of beheerder van een winkel verplicht een winkel voor het publiek geopend te hebben op in artikel 2, eerste lid, bedoelde dagen of tijden dan wel dat degene die anders dan in een winkel een bedrijf uitoefent als bedoeld in artikel 2, tweede lid, verplicht tot het te koop aanbieden of verkopen van goederen op die dagen of tijden, is nietig.
2. In het tweede lid wordt «bekend zijn gemaakt» vervangen door «bekend zijn gemaakt en voor een beding of besluit, bedoeld in lid 1a, dat op die datum bestaat».
In de Winkeltijdenwet kiest de wetgever voor een bescherming van specifieke dagen en tijden waarop het in beginsel verboden is winkels te geopend te hebben. Het gaat dan om nationale vrije dagen, de zondag en de tijd tussen 22:00 uur en 6:00 uur. De gemeenteraad kan vrijstelling verlenen van deze verboden, zodat winkels op deze dagen en tijden toch open kunnen zijn. Ondergetekende is van mening dat deze vrijstellingen niet mogen leiden tot dwang voor winkeliers doordat zij op grond van bedingen of besluiten van verhuurders of winkeliersverenigingen verplicht zouden zijn hun winkels open te stellen. Winkeliers verdienen in ieder geval bescherming tegen deze dwang en hebben het recht op rust op de door de wetgever bijzonder beschermde dagen en tijden. Dat past bij een duurzame economie.
Deze bepaling vult de regeling aan die winkeliers beschermt tegen eenzijdige wijziging van openingstijden. Het wetsvoorstel keert zich in algemene zin tegen eenzijdige wijziging van openingstijden waarmee winkeliers niet uitdrukkelijk hebben ingestemd. Daarmee blijft het risico bestaan dat winkeliers vanwege hun zwakkere onderhandelingspositie tegen hun zin toch instemmen met wijzigingen. Met het oog op de door de wetgever bijzonder beschermde dagen en tijden is daarom een extra waarborg wenselijk.
Een nieuw lid in artikel 10 bepaalt dat bedingen en besluiten die winkeliers of anderen die een bedrijf uitoefenen verplichten hun winkel te openen op een door de wetgever bijzonder beschermde dag of tijd nietig zijn. Dit geldt voor elke vorm van een beding of besluit. Het kan onder meer gaan om contracten, reglementaire bepalingen of besluiten van een winkeliersvereniging. Het amendement sluit aan bij de keuze van het wetsvoorstel om de rechtsgevolgen van deze nietigheid voor bestaande bedingen en besluiten te laten ingaan op de dag van inwerkingtreding van het wetsvoorstel.
Stoffer