Gepubliceerd: 26 maart 2020
Indiener(s): Attje Kuiken (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35414-3.html
ID: 35414-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 26 maart 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 23 maart 2020 voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij brief van 24 maart 2020 zijn ze door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

Adjunct-griffier van de commissie, Rijkers

1

Ligt er een berekening ten grondslag aan de verwachte € 10 miljoen aan extra verlies declaraties als gevolg van faillissementen?

Antwoord

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) heeft met het Ministerie van Financiën een pragmatische financiële benadering gehanteerd om op korte termijn de borgstelling voor een tijdelijke kredietfaciliteit onder de landbouwborgstellingsregeling mogelijk te maken. Noch door de banken, noch door het bedrijfsleven zelf is op dit moment een reële inschatting te geven van de liquiditeitsbehoefte als gevolg van de economische impact van de corona-uitbraak. Met € 10 miljoen extra budget kan, uitgaande van een enigermate verhoogd default-risico, tot € 50 miljoen extra borgstelling (hetgeen betekent ruim € 70 miljoen tijdelijke kredieten door de banken) worden verleend aan in de kern gezonde bedrijven. De extra borgstellingen kunnen naar verwachting onder het huidige borgstellingsplafond worden verleend. Daarmee kan LNV de regelingswijziging per ommegaande publiceren, zodat bedrijven en banken hiermee de komende weken kunnen werken. Het bedrijfsleven zal de komende weken steeds meer zicht krijgen op wat de reële liquiditeitsbehoefte bij verschillende scenario’s zal zijn. Op basis van deze informatie zal LNV nauwkeuriger inschattingen kunnen maken of de huidige inzet passend is.

2

Wordt er bij de Borgstelling Midden- en Kleinbedrijf (MKB)-landbouwkredieten nog expliciet rekening gehouden met vitale sectoren binnen de keten, zoals de voedselproductie?

Antwoord

De Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) richt zich op de primaire land- en tuinbouw en is per 18 maart 2020 verruimd. Hiermee kunnen acute liquiditeitsproblemen van in de kern gezonde land- of tuinbouwondernemingen die negatieve economische gevolgen van het coronavirus ondervinden, opgevangen worden. De andere ondernemingen in de agroketens kunnen een beroep doen op de verruimde Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

3

Valt er reeds een toename te bespeuren in het aantal ondernemingen dat een beroep doet op de Borgstelling MKB-landbouwkredieten ten opzichte van eerdere jaren?

Antwoord

Nee, er is op dit moment nog geen reële prognose van het beroep op de verruimde Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL).

4

Hoeveel meer beroep op de borgstellingsfaciliteit wordt verwacht? Hoeveel ruimte is er nog meer binnen het bestaande garantieplafond (€ 120 miljoen)?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik uw Kamer naar het antwoord op vraag 1.

5

Vallen toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onder de cruciale beroepsgroepen?

Antwoord

Ja, deze vallen onder de cruciale beroepsgroepen waar hun werk verbonden is met de beschreven cruciale beroepsgroepen, zoals in de voedselketen. Dit kan zijn direct via bijvoorbeeld keuringen of indirect door het handhaven van het systeem dat voedselveiligheid borgt of import en export mogelijk maakt.

6

Kunt u een nadere specificatie geven van de cruciale beroepsgroep «Voedselketen»?

Antwoord

Om de Nederlandse samenleving draaiende te houden onder de omstandigheden van COVID-19 is een aantal beroepsgroepen aangemerkt als cruciaal. Tot die lijst van cruciale beroepsgroepen behoren ook de mensen werkzaam in de voedselketen. Daarbij moet de voedselketen breed gezien worden, van primaire producenten en levensmiddelenindustrie tot aan levensmiddelenwinkels en alle activiteiten die ondersteunend zijn hieraan, zoals het transport van levensmiddelen, het leveren en ophalen van producten bij boeren en tuinders en de controles en de keuringen die plaats vinden in de voedselketen.

7

Hoeveel Nederlandse slachthuizen slachten minder dan 10 dieren per dag?

Antwoord

Om slachthuizen qua slachtvolume beter vergelijkbaar te maken, worden de verschillende soorten slachtdieren meestal omgerekend naar Groot Vee Eenheden (GVE). Daarbij is bijvoorbeeld een volwassen rund gelijk aan 1 GVE en zijn kleine diersoorten een percentage van GVE. Het is daarbij gebruikelijk het aantal slachtingen te registeren in GVE per week.

Uit de slachtgegevens van 2019 blijken er 91 slachthuizen roodvlees (inclusief slachthuizen die ook grof vrij wild slachten) en 2 slachthuizen pluimvee te zijn die maximaal 10 GVE per week geslacht hebben.

8

Gaat het slachtproces in een bepaald slachthuis door wanneer er door uitval van personeel uitsluitend ante mortem (AM)-keuringen kunnen worden uitgevoerd?

9

Gaat het slachtproces in een bepaald slachthuis door wanneer er door uitval van personeel uitsluitend post mortem (PM)-keuringen kunnen worden uitgevoerd?

Antwoord op vraag 8 en 9

Nee, voor alle bedrijven geldt dat zowel de AM- als de PM-keuring dient te worden uitgevoerd. Van het stilleggen van een slachthuis omdat er niet zowel een AM- als PM-keuring kon worden uitgevoerd, is op dit moment nog geen sprake.

10

Is de verhoging van € 10 miljoen voor de Borgstelling MKB-landbouwkredieten alleen bedoeld om de kosten van extra faillissementen te dekken?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik uw Kamer naar het antwoord op vraag 1

11

Hoe wordt er in slachthuizen omgegaan met het uitgangspunt dat de NVWA geen werkzaamheden uitvoert op locaties waar mensen met klachten van verkoudheid, hoesten of koorts aanwezig zijn (beleid volgens de NVWA-website) en welke gevolgen heeft dit?

Antwoord

Indien de NVWA constateert dat slachthuizen zich niet houden aan alle RIVM-adviezen, vindt er geen NVWA-dienstverlening plaats. De NVWA-dierenarts heeft de mogelijkheid het slachtproces per direct te stoppen en de NVWA-medewerkers zullen van het bedrijf vertrekken als op de slachthuizen medewerkers aanwezig zijn die symptomen van (milde) verkoudheid vertonen. Deze lijn is op 23 maart jl. nogmaals onder de aandacht gebracht middels een brief aan alle slachterijen met permanent toezicht.

12

Hoe beoordeelt u het signaal vanuit de glastuinbouw dat de sector op dit moment € twee miljard schade heeft en dat die schade de komende weken op zal lopen tot ongeveer € vijf miljard euro?

Antwoord

Het signaal vanuit de glastuinbouw dat de schade veroorzaakt door de negatieve economische effecten van de coronacrisis aanzienlijk is, baart mij zorgen. Binnen de land- en tuinbouwsectoren lijkt de glastuinbouw, en de sierteelt in het bijzonder, hard getroffen te zijn. Van het brede pakket generieke maatregelen dat het kabinet op 17 maart jl. heeft aangekondigd, kan ook de sierteeltsector gebruik maken. Ik ben voortdurend met vertegenwoordigers van de sector in overleg of dit pakket aan de behoefte van de sector voldoet of dat de situatie vraagt om noodzakelijke aanpassingen. Daarnaast zal ik mij er ook in Brussel voor inzetten dat de sector maximaal gebruik kan maken van EU-steun.

13

Overweegt u een gericht maatregelenpakket voor de sierteelt, een sector die in het bijzonder geraakt wordt door de huidige crisis?

Antwoord

Op 17 maart jl. heeft het kabinet een breed pakket van generieke maatregelen aangekondigd, waarvan ook de sierteeltsector gebruik kan maken, zoals de tegemoetkoming in de loonkosten, verruiming van regeling Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) met een tijdelijke kredietfaciliteit voor kortlopende kredieten om werkkapitaal te creëren en uitstel van betalingen van belastingen. Het kabinet wil daarbij ook de heffing van de energiebelasting en/of de heffing van Opslag Duurzame Energie (ODE) voor bedrijven in de tweede, derde en vierde belastingschijf tijdelijk uitstellen. Ik volg de ontwikkelingen nauwlettend en ben daarbij voortdurend in gesprek met vertegenwoordigers van de sierteeltsector of dit pakket aan de behoefte van de sector voldoet of dat de situatie vraagt om noodzakelijke aanpassingen. Ook maak ik mij in Europees verband hard voor maximaal gebruik voor de sierteeltsector van EU-steun.