Gepubliceerd: 26 november 2019
Indiener(s): Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35350-XIII-2.html
ID: 35350-XIII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

INHOUDSOPGAVE

Blz.

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

2

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

1

Leeswijzer

3

2

Het beleid

4

3

De beleidsartikelen

7

4

De niet-beleidsartikelen

25

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. D. Wiebes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw 2e suppletoire begroting 2019

Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2019. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1. Leeswijzer.

  • 2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.

  • 3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.

  • 4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.

  • 5. In deze 2e suppletoire begroting is er geen sprake van aanpassingen in de agentschapsparagrafen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is met ingang van 16 oktober 2019 beleidsverantwoordelijk voor het versterken van gebouwen in Groningen en het bieden van een toekomstperspectief voor de regio. Tot 16 oktober 2019 betrof dit de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Met nota van wijziging bij de begroting 2020 worden met ingang van 1 januari 2020 de budgetten ten behoeve van de versterkingsoperatie van gebouwen in Groningen evenals de budgetten voor het Nationaal Programma Groningen van het Ministerie van EZK (XIII) toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van BZK (VII).

Voor 2019 vindt de uitvoering van dit beleid nog plaats via de EZK-begroting. Om die reden wordt de nu voorliggende suppletoire begroting van EZK ondertekend mede namens de Minister van BZK.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Het beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

4.609.162

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

4.910.029

Stand incidentele suppletoire begroting 2019

 

5.024.429

   

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

Terugbetaling boetes ACM

1

45.571

Decentralisatie MIT

2

‒ 14.200

Verduurzaming industrie

2

‒ 22.732

Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE) en Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI)

4

‒ 18.244

SDE+

4

‒ 12.423

Verduurzamingsopgave Groningen (plafond relevante uitgaven)

5

‒ 16.781

Bijdrage NAM aan het Nationaal Programma Groningen

5

103.100

Rijksbijdrage Batch 1588

5

42.000

Schadebetalingen

5

71.800

Brutering vergoeding interim-akkoord

5

363.000

Overige mutaties

 

‒ 24.073

   

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

5.541.447

Toelichting op de belangrijkste uitgaven

Terugbetaling boetes ACM

Door een gerechtelijke uitspraak heeft de ACM een boete die eerder was ontvangen moeten terugbetalen aan de NS. Inclusief de terug te betalen wettelijke rente gaat het om een bedrag van € 42,5 mln. Daarnaast zijn enkele kleine boetes terugbetaald.

Decentralisatie MIT

Voor de uitvoering van het decentrale deel van de MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) wordt € 14,2 mln overgeboekt naar het Provinciefonds.

Verduurzaming industrie

Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE) en Demonstratieregeling Energie Innovatie (DEI)

Op de klimaatenveloppemiddelen die bestemd zijn voor de Verduurzaming industrie (artikel 2) en de TSE en DEI (beide artikel 4) is sprake van lagere uitgaven. Omdat vooruitlopend op het afsluiten van het Klimaatakkoord slechts middelen beschikbaar waren voor 2019, moesten projectvoorstellen voldoen aan een 1-jarige bestedingseis, hetgeen het aantal aanvragen beperkte. Deze eis zal niet gelden voor toekomstige subsidieaanvragen.

SDE+

Voor de uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) wordt in totaal € 12,4 mln budget overgeheveld naar Rijkswaterstaat.

Verduurzamingsopgave Groningen (plafond relevante uitgaven)

In 2019 is de versterking nog onvoldoende op snelheid waardoor er nog zeer beperkt subsidieaanvragen zijn geweest voor de regeling duurzaamheid in combinatie met versterking.

Bijdrage NAM aan het Nationaal Programma Groningen

In het akkoord op hoofdlijnen met Shell en Exxon Mobil is afgesproken dat de NAM in totaal € 500 mln bijdraagt aan het Nationaal Programma Groningen. De bijdrage in 2019 bedroeg € 150 mln. Deze bijdrage kan door de regio in 2019 niet volledig worden omgezet in kansrijke projecten (- € 45 mln) omdat er onvoldoende projecten zijn ingediend. Daarnaast is er uit dit budget € 1,9 mln beschikbaar gesteld voor de aanpak van gezondheidsgevolgen van de aardbevingen.

Rijksbijdrage Batch 1588

Betreft de bijdrage vanuit het Rijk voor de versterking van de woningen in Batch 1588. Dit bedrag is afkomstig van de Aanvullende Post. Vanuit het Nationaal Programma Groningen is daarnaast ook € 42 mln beschikbaar gesteld voor Batch 1588, waarmee in totaal € 84 mln beschikbaar is.

Schadebetalingen

De verwachte stijging van de uitgaven aan schadevergoedingen komt voornamelijk door de stuwmeerregeling en versnellingen van de Tijdelijke commissie mijnbouw Groningen (TCMG).

Brutering vergoeding interim-akkoord

Deze mutatie volgt uit het interim-akkoord met Shell en Exxon over de snellere beëindiging van de Groninger gaswinning. Hierin staat dat de Staat een voorschot van € 90 mln netto aan NAM zal betalen. In de begroting is geraamd het brutobedrag, dat hoger ligt vanwege constructies in het gasgebouw en omdat NAM over een aanbetaling wettelijk btw en vpb verschuldigd is. Zie ook brief van 14 november over diverse onderwerpen met betrekking tot de EZK-begroting.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

4.179.847

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

4.251.232

Stand incidentele suppletoire begroting 2019

 

4.422.182

   

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

High Trust

1

‒ 24.246

Verlaging onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

4

‒ 55.160

Aardgasbaten

5

‒ 770.000

Bijdrage NAM aan het Nationaal Programma Groningen

5

150.000

Overig

 

1.965

   

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

3.724.741

Toelichting op de belangrijkste ontvangsten

High Trust

Op basis van de huidige realisatie wordt de raming van de boeteontvangsten met € 24,2 mln verlaagd. De ACM is onafhankelijk in de keuze al dan niet een boete op te leggen. Het bedrag aan boetes dat feitelijk wordt ontvangen, kan daarom fors fluctueren en is moeilijk te ramen.

Verlaging onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

Op basis van de prognoses van de ministeries van EZK, LNV en BZK van de in 2019 te besteden middelen wordt de geplande onttrekking aan de begrotingsreserve met € 55,2 mln verlaagd.

Aardgasbaten

In de raming van de gasbaten zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • Bijstelling (- € 470 mln) op basis van de meest recente prijsverwachting en de versnelling van de afbouw van de gaswinning in Groningen, conform Kamerbrief van 8 februari 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 580) en de reductie van de Groningenproductie tot 11, 8 miljard Nm3 in een gemiddeld jaar in het gasjaar 2019-2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 678).

  • Bijstelling (- € 450 mln) door het eenmalig versterken van het eigen vermogen van EBN met 450 mln. Dit vindt plaats door een lagere dividendafdracht aan de Staat. Deze versterking geeft EBN een robuustere buffer voor de afnemende inkomsten door de afbouw van de Groningen gaswinning en hoge verplichtingen voor aardbevingsschade- en opruimkosten.

  • Verhoging aardgasbaten (€ 150 mln) naar aanleiding van het interim-akkoord . Deze mutatie bestaat uit de winstafdrachten van EBN (€ 90 mln) en NAM (€ 60 mln) in het kader van het interim-akkoord met Shell en Exxon over de snellere beëindiging van de Groninger gaswinning. Zie ook de mutatie «Brutering vergoeding interim-akkoord» bij de uitgaven.

Bijdrage NAM aan het Nationaal Programma Groningen

In het akkoord op hoofdlijnen met Shell en Exxon Mobil is afgesproken dat de NAM in totaal € 500 mln (gespreid over de jaren 2019–2029) bijdraagt aan het Nationaal Programma Groningen. Daarnaast draagt het Rijk € 650 mln bij.

3 De beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

197.060

209.709

209.709

7.914

49.412

267.035

Waarvan garantieverplichtingen

      

Waarvan overige verplichtingen

197.060

209.709

209.709

7.914

49.412

267.035

Uitgaven

196.389

200.660

200.660

7.914

43.262

251.836

Waarvan juridisch verplicht

 

97%

97%

  

99%

       

Subsidies

400

543

543

70

‒ 112

501

Cyber security

400

543

543

70

‒ 112

501

       

Opdrachten

11.545

11.617

11.617

‒ 542

43.545

54.620

Onderzoek & opdrachten

2.543

2.617

2.617

201

‒ 613

2.205

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties

6.347

6.488

6.488

‒ 679

‒ 98

5.711

Digital trust centre

1.122

979

979

‒ 64

‒ 915

0

Cyber security

1.533

1.533

1.533

 

‒ 400

1.133

Terugbetaling boetes ACM

    

45.571

45.571

       

Bijdrage aan agentschappen

26.846

30.902

30.902

4.201

‒ 146

34.957

Bijdrage RVO.nl

8.756

8.701

8.701

2.677

‒ 1

11.377

Bijdrage Agentschap Telecom

18.090

22.201

22.201

1.524

‒ 145

23.580

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

153.794

153.824

153.824

4.076

0

157.900

Bijdrage Metrologie

9.338

9.302

9.302

181

 

9.483

Raad vvor de Accreditatie

195

261

261

‒ 20

 

241

Bijdrage ACM

714

714

714

22

 

736

Bijdrage aan het CBS

143.547

143.547

143.547

3.893

 

147.440

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.804

3.774

3.774

109

‒ 25

3.858

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut

1.130

1.130

1.130

26

 

1.156

Bijdrage aan internationale organisaties

2.674

2.644

2.644

83

‒ 25

2.702

       

Ontvangsten

31.062

31.934

31.934

0

‒ 24.226

7.708

Ontvangsten ACM

162

162

162

  

162

Ontvangsten High Trust

30.200

30.200

30.200

 

‒ 24.246

5.954

Diverse ontvangsten

700

1.572

1.572

 

20

1.592

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingbudget wordt per saldo met € 49,4 mln verhoogd.

Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Terugbetaling boetes ACM (€ 45,6 mln). Eerder in 2019 heeft de ACM na een gerechtelijke uitspraak de NS de boete moeten terugbetalen die in 2017 was opgelegd en van de NS was ontvangen. Inclusief de terug te betalen wettelijke rente gaat het om een bedrag van ongeveer € 42,5 mln. Daarnaast zijn enkele lagere boetes terugbetaald.

  • Bijdrage internationale organisaties (€ 4,3 mln). De verplichting voor betaling van de contributie voor de internationale Telecommunicatie (ITU) voor de jaren 2019 t/m 2022 is meerjarig vastgelegd. Het verplichtingenbudget is hiervoor opgehoogd, de dekking hiervoor komt uit de jaren 2020, 2021 en 2022.

Uitgaven

Opdrachten

Terugbetaling boetes ACM

Zie toelichting onder de verplichtingen.

Ontvangsten

Ontvangsten High Trust

Deze mutatie betreft Ontvangsten High Trust (- € 24,2 mln). De ACM is onafhankelijk in de keuze al dan niet een boete op te leggen, en ook in het bepalen van de hoogte van een op te leggen boete. Het bedrag aan boetes dat feitelijk wordt ontvangen, kan daarom fluctueren en is moeilijk te ramen. Op basis van de gerealiseerde ontvangsten begin september van bijna € 6 mln is het verschil daarvan met de begrote € 30,2 mln afgeboekt.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

2.135.414

2.197.964

2.218.964

38.440

‒ 23.741

2.233.663

Waarvan garantieverplichtingen

1.300.000

1.300.000

1.300.000

  

1.300.000

Waarvan overige verplichtingen

835.414

897.964

918.964

38.440

‒ 23.741

933.663

Uitgaven

937.668

975.006

992.506

16.654

‒ 85.674

923.486

Waarvan juridisch verplicht

 

82%

82%

  

96%

       

Subsidies

146.319

144.355

161.855

6.103

‒ 61.070

106.888

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

34.747

29.191

29.191

337

‒ 13.800

15.728

Eurostars

17.958

17.119

17.119

174

‒ 1.193

16.100

Bevorderen ondernemerschap

14.301

19.065

19.065

970

‒ 1.457

18.578

Biobased Economy

 

152

152

495

‒ 50

597

Cofinanciering EFRO

27.464

27.344

27.344

‒ 75

‒ 2.705

24.564

Bijdrage aan ROM's

5.507

5.507

5.507

154

 

5.661

Verduurzaming industrie

43.900

43.535

43.535

‒ 5.000

‒ 24.845

13.690

Startup-beleid

   

4.000

 

4.000

Urgendamaatregelen Industrie

  

17.500

5.000

‒ 20.100

2.400

Invest-NL

    

1.000

1.000

Overig

2.442

2.442

2.442

48

2.080

4.570

       

Garanties

56.892

56.892

56.892

188

0

57.080

BMKB

36.375

36.375

36.375

188

 

36.563

Groeifaciliteit

8.772

8.772

8.772

  

8.772

Garantie Ondernemersfinanciering

11.745

11.745

11.745

  

11.745

       

Opdrachten

19.578

17.843

17.843

66

‒ 3.808

14.101

Onderzoek en opdrachten

3.898

3.853

3.853

156

‒ 906

3.103

Caribisch Nederland

1.237

1.190

1.190

‒ 1

‒ 97

1.092

ICT beleid

5.871

4.917

4.917

95

‒ 646

4.366

Regeldruk

2.206

2.039

2.039

30

‒ 285

1.784

Regiekosten regionale functie

650

650

650

‒ 14

‒ 167

469

Invest-NL

 

543

543

  

543

Cyber security

3.216

3.216

3.216

‒ 269

‒ 797

2.150

Small Business Innovation Research

2.500

1.435

1.435

69

‒ 910

594

       

Bijdrage aan agentschappen

94.099

109.249

109.249

2.042

‒ 10.154

101.137

Bijdrage RVO.nl

78.499

92.036

92.036

1.620

‒ 1.561

92.095

Bijdrage Agentschap Telecom

1.949

505

505

53

‒ 39

519

Bijdrage Logius

887

887

887

23

‒ 225

685

Invest-NL

12.764

15.821

15.821

346

‒ 8.329

7.838

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

296.809

304.321

304.321

13.172

2.625

320.118

Bijdrage aan TNO

152.551

159.587

159.587

9.656

2.590

171.833

Kamer van Koophandel

120.821

121.297

121.297

2.862

35

124.194

Bijdrage aan NWO-TTW

23.437

23.437

23.437

654

 

24.091

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

323.971

342.346

342.346

‒ 4.917

‒ 13.267

324.162

Internationaal Innoveren

46.336

44.210

44.210

 

‒ 6.710

37.500

PPS toeslag

142.950

143.690

143.690

3.607

‒ 2.395

144.902

TO2 (excl. TNO)

45.355

46.355

46.355

3.092

2.500

51.947

Topsectoren overig

6.285

24.590

24.590

‒ 18.313

‒ 3.932

2.345

Ruimtevaart (ESA)

68.610

68.910

68.910

1.636

3.282

73.828

Bijdrage NBTC

8.860

8.860

8.860

176

 

9.036

Overige bijdragen aan organisaties

5.575

5.731

5.731

‒ 115

‒ 1.012

4.604

Economische ontwikkeling en technologie

   

5.000

‒ 5.000

0

       

Ontvangsten

113.157

124.490

124.490

0

‒ 4.699

119.791

BMKB

33.000

33.000

33.000

  

33.000

Groeifaciliteit

8.000

8.000

8.000

  

8.000

Garantie Ondernemersfinanciering

13.000

13.000

13.000

  

13.000

Luchtvaartkredietregeling

9.906

9.906

9.906

 

‒ 7243

2.663

Rijksoctrooiwet

36.312

40.312

40.312

 

688

41.000

Eurostars

5.094

5.094

5.094

 

2534

7.628

Joint Strike Fighter

5.000

5.000

5.000

 

‒ 2245

2.755

Diverse ontvangsten

2.845

10.178

10.178

 

1567

11.745

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen zijn in totaal met € 23,7 mln verlaagd. De belangrijkste oorzaken betreffen de volgende mutaties:

  • MKB Innovatiestimulering Topsectoren, MIT (- € 13,8 mln). Deze mutatie betreft een overboeking naar het Provinciefonds ten behoeve van de uitvoering van het decentrale deel van de MIT (€ 14,2 mln) en een bijdrage van het ministerie van LNV ten behoeve van MIT-haalbaarheidsprojecten voor visserij (€ 0,4 mln).

  • Voor het aangaan van de subsidieverplichting aan Invest-NL voor de ontwikkeltaken in het jaar 2020 is het verplichtingenbudget met € 10,3 mln verhoogd.

  • Urgendamaatregelen Industrie (- € 11,9 mln). Het verschil in verplichtingen van ‒ € 11,9 mln wordt verklaard door:

    - Het terugdraaien van een verplichtingenschuif ten behoeve van het project Twence in verband met vertraging van het project (- € 3,5 mln).

    - Terugstorting van een deel van het budget voor 2019 in de begrotingsreserve voor Urgenda in verband met een lager vermoedelijk beloop van de subsidieregeling versnelde investeringen Klimaat en Industrie (- € 5,9 mln).

    - Vertraging in de realisatie van overige specifieke Urgendamaatregelen (- € 2,5 mln).

  • Verduurzaming industrie (- € 13,1 mln). Het verschil in verplichtingen van ‒ € 13,1 mln wordt voor een groot deel verklaard door het tegenvallende beroep op de DEI+ (pilots en demo-regeling voor de industrie) en de TSE-regeling voor onder andere Carbon Capture (Usage) and Storage (CCUS)-projecten als gevolg van de 1-jarige bestedingseis die in 2019 nog geldt en de Stikstofproblematiek. Daarnaast wordt het verschil verklaard uit een overboeking naar het gemeentefonds voor het project Asbeter (- € 0,65 mln), een bijdrage aan NWO voor verbreding van de regeling KIEM GoChem, onderdeel van het Kennis- en Innovatiecontract Topsectoren 2018-2019 (- € 1,25 mln) en enkele kleinere bijdragen aan de NEa en RVO voor uitvoeringskosten vormgeving CO2-heffing Industrie respectievelijk een specifieke beschikking voor pre engineering en haalbaarheidsonderzoek.

Uitgaven

Subsidies

MIT

Deze mutatie betreft een overboeking naar het Provinciefonds ten behoeve van de uitvoering van het decentrale deel van de MIT (€ 14,2 mln) en een bijdrage van het ministerie van LNV ten behoeve van MIT-haalbaarheidsprojecten voor visserij (€ 0,4 mln).

Verduurzaming industrie

De verlaging van ‒ € 24,8 mln wordt voor het grootste deel verklaard door het beperkte beroep op de regeling voor Verduurzaming industrie, zoals toegelicht bij de verplichtingen. Daarnaast betreft het de hiervoor toegelichte mutaties inzake het project Asbeter, de KIEM GoChem-regeling en de bijdragen aan de NEa en RVO.

Urgendamaatregelen Industrie

Het verschil in kas van ‒ € 20,1 mln wordt verklaard door:

  • De vertraging in de uitvoering van het project Twence (- € 5,0 mln).

  • De terugstorting van een deel van het budget voor 2019 in de begrotingsreserve voor Urgenda in verband met een lager vermoedelijk beloop van de subsidieregeling versnelde investeringen Klimaat en Industrie (- € 12,6 mln).

  • Vertraging in de realisatie van overige specifieke Urgendamaatregelen (- € 2,5 mln).

Bijdrage aan agentschappen

Invest-NL in opbouw

Dit betreft de onderuitputting op het budget voor de ontwikkeltaken van Invest-NL in opbouw (- € 1,9 mln), de onderuitputting op het transitiebudget Invest-NL (- € 5,4 mln) en een overheveling van € 1 mln naar het instrument Invest-NL in de categorie subsidies in het kader van de subsidie voor de ontwikkeltaken van Invest-NL na formele oprichting van Invest-NL.

Het budget voor de ontwikkeltaken is niet volledig benut omdat de organisatie van Invest-NL nog in opbouw was in 2019. Het transitiebudget is beperkt benut omdat het zwaartepunt van de transitiekosten ligt bij de overgang van medewerkers en regelingen van RVO naar de internationale investeringsinstelling die op een later moment zal plaatsvinden.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

Voor de regeling Internationaal Innoveren vindt in 2019 een lagere uitfinanciering plaats op de reeds aangegane verplichtingen (- € 6,7 mln). Bij de oorspronkelijke raming van de kasbudgetten voor deze regeling is uitgegaan van een aantal aannames met betrekking tot het verwachte kasritme van uitfinanciering. Omdat wordt bevoorschot naar liquiditeitsbehoefte is het daadwerkelijke kasritme niet precies vooraf te bepalen. In eerdere jaren is meer bevoorschot dan de oorspronkelijke raming, waardoor de realisatie in 2019 een tegengestelde beweging laat zien.

Economische Ontwikkeling en Technologie

De € 5 mln voor economische ontwikkeling en technologie wordt ingezet voor een verhoging van de Nederlandse inschrijving in ESA-programma’s tijdens de ministeriële ESA-conferentie in november 2019. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Amhaouch (Kamerstuk 24 446, nr. 68)

Ontvangsten

De ontvangsten voor de luchtvaartkredieten vallen € 7,2 mln lager uit. Enkele projecten zijn niet succesvol beëindigd waardoor er ook geen aflossing meer zal plaatsvinden op het verstrekte krediet.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Er worden bij 2e suppletoire begroting geen stortingen en onttrekkingen geraamd ten gunste of laste van deze begrotingsreserves, omdat dit vooraf moeilijk is in te schatten. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Tabel 6 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

91.456

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

91.456

Tabel 7 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

67.112

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

67.112

Tabel 8 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

22.779

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

22.779

Tabel 9 Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

9.261

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

9.261

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

145.275

234.408

234.408

‒ 5.491

‒ 200

228.717

Waarvan garantieverplichtingen

      

Waarvan overige verplichtingen

145.275

234.408

234.408

‒ 5.491

‒ 200

228.717

Uitgaven

177.977

263.498

263.498

291

‒ 89

263.700

Waarvan juridisch verplicht

 

66%

66%

  

67%

       

Subsidies

1.081

2.493

2.493

7.650

0

10.143

Smart Industry

281

1.685

1.685

‒ 450

 

1.235

Haalbaaarheidsstudies STW

800

808

808

  

808

Thematische Technology Transfer

   

8.100

 

8.100

       

Leningen

170.284

251.635

251.635

‒ 12.538

0

239.097

Startups / MKB financiering

      

Volledig revolverend

      

Fund to Fund

25.851

29.043

29.043

  

29.043

Co-investment venture capital instrument / EIF

10.154

20.308

20.308

  

20.308

Deels revolverend

      

Innovatiekrediet

52.997

57.629

57.629

  

57.629

Risicokapitaal Seed Capital

32.971

58.368

58.368

  

58.368

Vroegefasefinanciering / informal investors

15.335

19.917

19.917

‒ 5.000

 

14.917

Startups / MKB

10.928

6.286

6.286

  

6.286

NL-Califonië Duurzaam E-mobility fund

2.539

    

0

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

      

Met vermogensbehoud

      

Fundamenteel en toegepast onderzoek

16.500

55.168

55.168

‒ 23.371

 

31.797

Onco research

2.500

4.385

4.385

‒ 67

 

4.318

Smart Industry

509

531

531

  

531

Thematische Technology Transfer

   

15.900

 

15.900

       

Bijdrage aan agentschappen

6.612

9.370

9.370

5.179

‒ 89

14.460

Bijdrage RVO.nl

6.612

9.370

9.370

5.179

‒ 89

14.460

       

Ontvangsten

28.500

28.500

28.500

5.562

0

34.062

Fund to Fund

2.900

2.900

2.900

  

2.900

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

   

5562

 

5.562

Innovatiekrediet

17.000

17.000

17.000

  

17.000

Seed Capital

8.600

8.600

8.600

  

8.600

Toelichting

Er vinden op dit artikel geen begrotingsmutaties plaats die toelichting behoeven.

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

10.686.729

10.691.347

10.788.247

1.011.175

9.673

11.809.095

Waarvan garantieverplichtingen

71.300

67.880

67.880

  

67.880

Waarvan overige verplichtingen

10.615.429

10.623.467

10.720.367

1.011.175

9.673

11.741.215

Uitgaven

2.878.275

2.888.550

2.985.450

3.616

‒ 28.810

2.960.256

Waarvan juridisch verplicht

 

95%

92%

  

100%

       

Subsidies

2.637.199

2.633.749

2.730.649

‒ 8.945

‒ 26.896

2.694.808

Tenderregeling Energie-Innovatie

71.490

58.262

58.262

4.904

‒ 5.909

57.257

SDE+ projecten (hernieuwbare energie)

50.000

48.040

48.040

‒ 18.781

 

29.259

Energie-efficiency

2.368

2.233

2.233

1.800

‒ 292

3.741

Green Deals

500

500

500

 

‒ 250

250

Demonstratie regeling Energie-Innovatie (DEI)

41.000

73.165

73.165

‒ 5.235

‒ 15.251

52.679

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

3.300

1.500

1.500

  

1.500

Projecten Klimaat en Energieakkoord

6.400

6.400

6.400

‒ 1.550

‒ 3.275

1.575

MEP

47.025

47.025

47.025

‒ 45.789

 

1.236

SDE

652.451

652.151

652.151

 

‒ 2.100

650.051

SDE+

1.550.434

1.545.879

1.545.879

‒ 843.139

‒ 13.923

688.817

Storting in Begrotingsreserve Duurzame Energie

   

902.632

 

902.632

Aardwarmte

15.000

15.000

15.000

 

5.000

20.000

ISDE-regeling

100.000

100.000

100.000

  

100.000

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

61.000

50.005

50.005

‒ 4.700

38

45.343

Carbon Capture and Storage (CCS)

3.080

2.365

2.365

 

3.535

5.900

Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)

   

150

 

150

Hoge Flux Reactor

7.651

7.250

7.250

  

7.250

Elektrisch rijden

   

45

‒ 1

44

Caribisch Nederland

3.000

3.000

3.000

599

1.701

5.300

Overige subsidies

22.500

20.974

20.974

119

‒ 4.669

16.424

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

    

11.000

11.000

Maatregelen voor CO2-reductie

  

96.900

 

‒ 2.500

94.400

       

Leningen

0

0

0

3.000

0

3.000

Lening EBN

   

3.000

 

3.000

       

Garanties

4.700

4.780

4.780

0

0

4.780

Verliesdeclaratie aardwarmte

 

3.500

3.500

  

3.500

Storting in begrotingsreserve aardwarmte

4.700

1.280

1.280

  

1.280

       

Opdrachten

12.357

9.547

9.547

360

‒ 2.300

7.607

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

1.816

1.516

1.516

390

‒ 37

1.869

SodM onderzoek

2.500

2.500

2.500

‒ 75

‒ 825

1.600

Uitvoeringsagenda Klimaat

823

823

823

‒ 106

‒ 317

400

Klimaat mondiaal

359

359

359

65

 

424

Onderzoek en opdrachten

6.859

4.349

4.349

86

‒ 1.121

3.314

       

Bijdrage aan agentschappen

53.069

71.707

71.707

3.946

895

76.548

Bijdrage aan RVO.nl

40.621

60.932

60.932

3.557

2.145

66.634

Bijdrage aan KNMI

1.193

2.117

2.117

‒ 601

113

1.629

Bijdrage aan NEA

7.875

6.295

6.295

887

‒ 1.255

5.927

Bijdrage aan NVWA

720

820

820

20

‒ 20

820

Bijdrage aan RIVM

1.467

  

46

‒ 46

0

Bijdrage aan RWS

1.193

1.543

1.543

37

‒ 42

1.538

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

130.010

131.960

131.960

4.412

7.470

143.842

Doorsluis COVA-heffing

111.000

111.000

111.000

  

111.000

TNO kerndepartement

17.269

19.219

19.219

4.364

7.964

31.547

TNO-SodM

1.741

1.741

1.741

48

‒ 494

1.295

       

Bijdrage aan medeoverheden

24.356

23.940

23.940

153

‒ 8.093

16.000

Uitkoopregeling

24.356

23.940

23.940

153

‒ 8.093

16.000

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

16.584

12.867

12.867

690

114

13.671

Bijdrage aan ECN

15.135

11.418

11.418

‒ 75

255

11.598

Internationale contributies

1.449

1.449

1.449

765

‒ 141

2.073

       

Ontvangsten

2.232.211

2.320.085

2.491.035

1.195

‒ 59.131

2.433.099

Ontvangsten COVA

111.000

111.000

111.000

  

111.000

Opbrengst heffing ODE (SDE+)

1.730.000

1.730.000

1.730.000

  

1.730.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

2.511

2.511

 

‒ 131

2.380

Onttrekking reserve duurzame energie

78.000

78.000

78.000

  

78.000

ETS-ontvangsten

300.000

380.000

380.000

  

380.000

Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

  

170.950

 

‒ 55.160

115.790

Diverse ontvangsten

10.700

18.574

18.574

1.195

‒ 3.840

15.929

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget bij Miljoenennota met ruim € 1 mld heeft voor het grootste deel (€ 903 mln) betrekking op de voorziene storting van de onderuitputting op de SDE- en SDE+-middelen in de reserve duurzame energie: een dergelijke storting leidt ook tot een verplichting. Daarnaast is het verplichtingenbudget van de TSE opgehoogd met circa € 25 mln en is er € 48 mln verplichtingenbudget gereserveerd voor een lening aan EBN, zodat EBN deel kan nemen aan geothermieprojecten. Tenslotte is het verplichtingenbudget met € 24 mln opgehoogd om de vierjaarlijkse subsidie aan de Hoge Flux Reactor (HFR) toe te kunnen zeggen.

De ophoging van het verplichtingenbudget bij Najaarsnota met € 9,7 mln hangt vooral samen met de bijdrage die aan EBN verstrekt wordt voor de uitvoering van de FEED (Front-End Engineering Design)-fase van het Porthos-project in de Rotterdamse haven.

Uitgaven

Subsidies

Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE) 

Demonstratie-regeling Energie Innovatie (DEI)

Op de klimaatenveloppemiddelen die bestemd zijn voor de TSE en de DEI is sprake van onderuitputting. Omdat deze middelen voorafgaand aan het afsluiten van het Klimaatakkoord slechts voor 2019 beschikbaar waren, impliceerde dit dat enkel eenjarige projecten gefinancierd konden worden. Aan deze eis voldeden slechts een beperkt aantal projecten.

SDE+

Voor de uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) wordt in totaal € 12,4 mln budget overgeheveld naar Rijkswaterstaat. Daarnaast levert EZK een bijdrage van € 1,5 mln aan het door de provincie Noord-Holland op te zetten garantiefonds geothermie: dit bedrag wordt overgeheveld naar het Provinciefonds.

Aardwarmte 

EBN heeft aangegeven dat er een tekort is op het zogenaamde SCAN-programma (Seismische Campagne Aardwarmte Nederland), nu LTO heeft aangedrongen op hogere meewerkvergoedingen voor agrariërs voor het gebruik van hun land voor seismisch onderzoek. Hiertoe wordt het budget voor het SCAN-programma opgehoogd met een bedrag van € 5 mln.

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

Het Urgendaproject Twence (toegelicht bij artikel 2) zal vanwege de langere doorlooptijd van de Europese staatssteuntoets niet in 2019 worden gecommitteerd. € 11 mln van de voor dit project voor 2019 geraamde middelen wordt gestort in de Begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie 2019. Deze middelen kunnen dan in 2020 voor dit project aan de begrotingsreserve worden onttrokken.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

TNO-kerndepartement

De bijdrage aan ECN-TNO wordt met een bedrag van € 7,2 mln opgehoogd om een investeringssubsidie ter verbetering van de kennisinfrastructuur te kunnen verstrekken.

Bijdrage aan medeoverheden

Uitkoopregeling

Voor de uitkoop van huiseigenaren die loodrecht onder hoogspanningslijnen wonen is in 2017 € 140 mln beschikbaar gekomen voor de periode 2017-2021. Van het voor 2019 beschikbare budget van € 24,1 mln wordt een onderuitputting verwacht van € 8,1 mln vanwege een beperkt beroep op de regeling.

Ontvangsten

Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie 

Op basis van de prognoses van de ministeries van EZK, LNV, BZK en I&W van de in 2019 te besteden Urgenda-middelen wordt de geplande onttrekking aan de Urgenda-reserve met € 55,2 mln verlaagd. Het gaat om lagere onttrekkingen bij uitgaven voor CO2-reductie projecten uitgevoerd door LNV (€ 12,5 mln), BZK (€ 27,6 mln) en EZK (€ 15,1 mln).

Toelichting op de begrotingsreserves

Tabel 12 Begrotingsreserve Duurzame energie (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

2.239.406

+ Geraamde storting

902.632

– Geraamde onttrekking

‒ 78.000

Stand (raming) per 31/12/2019

3.064.038

De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie. In 2019 zal naar verwachting zo’n € 903 mln onbenutte (kas)middelen in de begrotingsreserve gestort worden. De verwachte onttrekking van € 78 mln betreft de tranche 2019 van de tijdelijke onttrekking aan de begrotingsreserve die bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 aan de orde is geweest (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4 , blz. 5 - 7).

Tabel 13 Begrotingsreserve Aardwarmte (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

21.554

+ Geraamde storting

1.279

– Geraamde onttrekking

‒ 3.500

Stand (raming) per 31/12/2019

19.333

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.

Tabel 14 Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

6.600

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2019

6.600

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN/NRG – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

Tabel 15 Begrotingsreserve Maatregelen voor CO2-reductie (Bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2019

500.000

+ Geraamde storting

11.000

– Geraamde onttrekking

‒ 115.790

Stand (raming) per 31/12/2019

395.210

Het kabinet heeft additionele maatregelen genomen om aanvullende CO2-reductie te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen in het najaar van 2018 nog onzeker was, heeft het kabinet destijds besloten deze eventuele maatregelen via een tijdelijke begrotingsreserve mogelijk te maken. De reserve loopt tot en met 2020 en wordt gekoppeld aan artikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) van de EZK-begroting. De reserve is bij Najaarsnota 2018 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van EZK coördineert de set aan maatregelen om CO2 te reduceren. De uitvoering van de maatregelen voor CO2-reductie vindt deels plaats door LNV, IenW en BZK. Via Incidentele Suppletoire Begrotingen (ISB’s) zijn de door deze departementen te besteden middelen beschikbaar gesteld.

3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

140.111

247.033

247.033

231.335

354.713

833.081

Waarvan garantieverplichtingen

      

Waarvan overige verplichtingen

140.111

247.033

247.033

231.335

354.713

833.081

Uitgaven

140.471

247.393

247.393

231.335

354.353

833.081

Waarvan juridisch verplicht

 

77%

77%

  

100%

       

Subsidies

25.790

84.405

84.405

121.274

‒ 63.681

141.998

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

10.273

14.340

14.340

307

 

14.647

Verduurzamingsopgave (plafond relevante uitgaven)

10.517

16.881

16.881

1

‒ 16.781

101

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

 

44.400

44.400

108.000

‒ 46.900

105.500

Instrumentarium Woningmarkt

5.000

8.784

8.784

12.966

 

21.750

       

Inkomensoverdrachten

57.500

57.500

57.500

0

71.800

129.300

Schadevergoedingen

57.500

57.500

57.500

 

71.800

129.300

       

Opdrachten

13.105

21.251

21.251

98.006

351.534

470.791

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

7.111

11.994

11.994

‒ 1.363

‒ 6.350

4.281

Werkbudget

5.994

9.257

9.257

15.369

‒ 5.116

19.510

Versterken

   

84.000

 

84.000

Interim-akkoord met Shell en Exxon

    

363.000

363.000

       

Bijdrage aan agentschappen

44.076

84.237

84.237

8.055

‒ 3.450

88.842

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

41.991

82.152

82.152

8.582

‒ 3.450

87.284

Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen

2.085

2.085

2.085

‒ 527

 

1.558

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

4.000

‒ 1.850

2.150

Organisatie- en programmabudget (T)IVO

   

4.000

‒ 1.850

2.150

       

Ontvangsten

1.749.491

1.720.797

1.720.797

‒ 314.792

‒ 300.895

1.105.110

Schadevergoedingen

57.500

62.800

62.800

 

35.905

98.705

Uitvoeringskosten Schade

41.991

107.997

107.997

5.208

‒ 36.800

76.405

Aardgasbaten

1.650.000

1.550.000

1.550.000

‒ 470.000

‒ 300.000

780.000

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

   

150.000

 

150.000

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Uitgaven

Subsidies

Verduurzamingsopgave (plafond relevante uitgaven)

In 2019 is de versterking nog onvoldoende op snelheid waardoor er nog zeer beperkt subsidieaanvragen zijn geweest voor de regeling duurzaamheid in combinatie met versterking.

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

De bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen kan in 2019 door de regio niet volledig omgezet worden in kansrijke projecten omdat er onvoldoende projecten zijn ingediend. De raming wordt daarom met € 45 mln verlaagd. Dit budget blijft meerjarig beschikbaar.

In het kader van de aanpak gezondheidsgevolgen aardbevingen stelt het Rijk een additioneel bedrag van € 5,4 mln beschikbaar voor sociale en emotionele ondersteuning (o.b.v. GGD rapport), voor een periode van twee jaar, uit zowel landelijke als regionale middelen. De kosten worden 50/50 verdeeld over NPG (regio) en het Rijk. Dat betekent: € 2,7 mln voor het Rijk, € 2,7 mln voor NPG (regio). Uit het NPG 2018 is € 0,8 mln al eerder beschikbaar gesteld voor aardbevingscoaches. Dus moet er uit NPG (regio) nog € 1,9 mln worden gedekt. Hiervan wordt bij Najaarsnota vanuit het Nationaal Programma Groningen € 1,9 mln beschikbaar gesteld.

Inkomensoverdrachten

Schadevergoedingen 

De raming van de schadebetalingen voor Groningen wordt bij Najaarsnota verhoogd. De verwachte stijging van de uitgaven komt voornamelijk door de stuwmeerregeling en versnellingen van de Tijdelijke commissie mijnbouw Groningen (TCMG).

Opdrachten

Interim-akkoord met Shell en Exxon 

Opbouw bruto bedrag

In het Interim Akkoord met Shell en Exxon is vastgelegd dat NAM een vergoeding krijgt voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg en een voorlopig bedrag van € 90 mln netto. Dit bedrag wordt verrekend zodra er definitieve afspraken zijn gemaakt. Gegeven de wettelijke bepalingen en de overeenkomsten ten aanzien van het Gasgebouw, vereist dit een brutering van het genoemde bedrag.

Volgens de Mijnbouwwet draagt NAM een winstaandeel af aan de Nederlandse Staat. Verder draagt de NAM vennootschapsbelasting af. De totale omvang van deze twee elementen is € 90 mln. Dit betekent dat NAM een vergoeding van € 180 mln moet ontvangen om uiteindelijk € 90 mln netto over te houden.

De betaling van het voorlopig bedrag hangt samen met de inzet van Norg en de versnelde sluiting van het Groningenveld. De Overeenkomst van Samenwerking (1963)1 bepaalt dat EBN voor 40% deelneemt in alle baten en lasten van het Groningenveld. Op basis hiervan moet EBN ook een vergoeding ontvangen, naar rato van de economische verhoudingen (60% NAM, 40% EBN). Wanneer NAM € 180 mln ontvangt, dient EBN een bedrag van € 120 mln te ontvangen. Dat brengt het totaal op € 300 mln. Over dit bedrag moet 21% btw in rekening worden gebracht, waardoor het totaalbedrag uitkomt op bruto € 363 mln.

Terugvloei naar staatskas

Van het totaalbedrag van € 363 mln komt € 273 mln weer terug naar de staatkas. € 63 mln btw wordt afgedragen aan de Belastingdienst. De vergoeding voor EBN (à € 120 mln) komt in twee delen terug: € 30 mln wordt als vennootschapsbelasting afgedragen aan de Belastingdienst en het resterende bedrag (€ 90 mln) wordt uitgekeerd aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Van de betaling aan NAM (à € 180 mln) wordt de helft afgedragen: een winstaandeel met een omvang van € 60 mln aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en € 30 mln vennootschapsbelasting aan de Belastingdienst. Op die manier houdt NAM een voorlopig bedrag over van netto € 90 mln.

Niet-relevant voor uitgavenkader

Het volledige bedrag wordt beschouwd als niet-relevant voor het uitgavenkader. Het nettobedrag van € 90 mln betekent wel een belasting van het EMU-saldo.

Tabel 17 Interim-akkoord Shell en Exxon (Bedragen x € 1 mln)

Totaal

363

‒       BTW

63

‒       Bedrag excl. btw

300

  

Toekomend aan EBN (40%)

120

‒       Vennootschapsbelasting

30

‒       Winstafdracht aan EZK

90

Toekomend aan NAM (60%)

180

‒       Waarvan winstaandeel voor EZK

60

‒       Vennootschapsbelasting

30

‒       Voorlopig bedrag netto

90

Ontvangsten

Schadevergoedingen

Op 13 juni 2019 is de stuwmeerregeling opengesteld door de TCMG. De uitgaven voor de schadebetalingen die vallen onder de stuwmeerregeling waren niet eerder begroot. Daardoor worden de uitgaven voor schadebetalingen in 2019 hoger dan gepland. Daar staan ook hogere ontvangsten van NAM tegenover.

Uitvoeringskosten schade 

De uitvoeringskosten voor de schadebetalingen die samenhangen met de stuwmeerregeling zijn lager in vergelijking met de reguliere schadeafhandeling. Daarnaast waren de uitvoeringskosten in 2018 lager dan gepland waardoor er nog een bedrag beschikbaar was uit 2018 wat ingezet is voor de uitvoeringskosten in 2019. In totaliteit vallen daardoor in 2019 de uitvoeringskosten voor RVO ter ondersteuning van de TCMG lager uit dan oorspronkelijk geraamd. Daar staan ook lagere ontvangsten van NAM tegenover.

Aardgasbaten

Versterking eigen vermogen Energie Bedrijf Nederland (EBN)

Het eigen vermogen van EBN wordt in 2019 eenmalig met € 450 mln versterkt. Dit vindt plaats door een lagere dividendafdracht aan de Staat. Dit geeft EBN een robuustere buffer voor de afnemende inkomsten door de afbouw van de Groningen gaswinning en hoge verplichtingen voor aardbevingsschade- en opruimkosten. Tot voor kort had EBN slechts een solvabiliteit van 4,5%, deze bedraagt nu 12,5%.

Verhoging aardgasbaten interim-akkoord

Deze mutatie bestaat uit de winstafdrachten van EBN (€ 90 mln) en NAM (€ 60 mln) in het kader van het interim-akkoord met Shell en Exxon over de snellere beëindiging van de Groninger gaswinning.

Meerjarige overzichtstabel Groningen

Aansluitend een meerjarige overzichtstabel met alle middelen van het Rijk bestemd voor Groningen, verdeeld over de begroting van de departementen en het decentrale budget.

Tabel 18 Meerjarige overzichtstabel Groningen (Bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Totaal

Begroting departementen

       

Begroting EZK

860.598

166.077

166.076

13.746

  

1.206.497

Begroting OCW

4.000

4.500

4.500

   

13.000

Begroting BZK

1.119

111.148

109.774

45.602

40.848

39.540

348.031

        

Budget Decentraal

       

Nationaal Programma Groningen via Gemeentefonds

4.600

     

4.600

Totaal

870.317

281.725

280.350

59.348

40.848

39.540

1.572.128

4 De niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Tabel 19 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoenennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

278.382

287.971

287.971

31.428

‒ 10.311

309.088

Uitgaven

278.382

287.971

287.971

31.428

‒ 10.311

309.088

       

Personele uitgaven

190.251

193.449

193.449

29.216

‒ 5.393

217.272

- waarvan eigen personeel

165.146

168.382

168.382

‒ 384

9.192

177.190

- waarvan inhuur externen

7.607

7.353

7.353

13.417

134

20.904

- waarvan overige personele uitgaven

17.498

17.714

17.714

16.183

‒ 14.719

19.178

       

Materiële uitgaven

88.131

94.522

94.522

2.212

‒ 4.918

91.816

- waarvan ICT

20.278

20.278

20.278

1.363

‒ 3.998

17.643

- waarvan bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

15.738

15.770

15.770

‒ 2.017

 

13.753

- waarvan DICTU

26.285

29.011

29.011

‒ 943

859

28.927

- waarvan overige materiële uitgaven

25.830

29.463

29.463

3.809

‒ 1.779

31.493

       

Ontvangsten

25.426

25.426

25.426

0

‒ 455

24.971

- waarvan ACM

18.134

18.134

18.134

 

‒ 455

17.679

- waarvan SoDM

3.150

3.150

3.150

  

3.150

- waarvan CPB

1.643

1.643

1.643

  

1.643

- waarvan kerndepartement

2.499

2.499

2.499

  

2.499

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De raming van de personele uitgaven wordt verlaagd met € 5,4 mln onder andere op grond van :

  • Lagere uitgaven vanuit in het verleden ingehouden middelen voor loon- en prijsbijstellingen en geparkeerde overhevelingen à € 16,5 mln. Incidenteel komt het voor dat EZK loon- en prijsbijstellingen niet uitkeert aan dienstonderdelen, om tegenvallers op latere momenten op te kunnen vangen. De middelen die vanwege de lagere uitgaven à € 16,5 mln beschikbaar zijn gekomen, worden aangewend voor het tekort opgelopen door terugbetalingen van ACM-boetes op artikel 1.

  • Hogere personele uitgaven voor de Nationaal Coördinator Groningen (€ 5 mln). Deze middelen zijn overgekomen vanuit het onderzoeksbudget NCG op artikel 5.

  • Extra personeelsuitgaven die gedekt worden door IenW voor de kosten van het toezicht dat de ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen (€ 2,3 mln).

  • Een verhoging van € 2,5 mln voor de personele budgetten van de directie Bedrijfsvoering vanwege aan de herinrichting gerelateerde aanpassingen.

  • Extra personele uitgaven voor de voorbereiding op de enquête Tweede Kamer over gaswinning Groningen (€ 0,5 mln).

Materiele uitgaven

De raming voor de materiele uitgaven wordt verlaagd met € 4,9 mln op grond van:

  • Lagere uitgaven aan ICT-ontwikkeling en de met LNV gedeelde dienstonderdelen (€ 7 mln). Deze vrijgekomen middelen worden onder andere aangewend voor het tekort dat opgelopen is door terugbetalingen van ACM-boetes en tegenvallende ACM-boeteontvangsten op artikel 1.

  • Overhevelingen van de EZK-begroting naar de Shared-Service Organisatie FMHaaglanden (€ 2,1 mln).

  • Een verhoging van het materieel budget van de NCG met € 4 mln. Deze middelen zijn overgeheveld uit het werkbudget NCG op artikel 5.

Toelichting op de ontvangsten

Er is € 0,5 mln afgeboekt bij het ontvangstenbudget, omdat er minder ontvangsten worden verwacht voor de bijdrage aan de ACM uit de markt van de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post.

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

Tabel 20 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand incidentele suppletoire begroting (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoenennota 2020

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

0

46.951

46.951

‒ 46.951

0

0

Uitgaven

0

46.951

46.951

‒ 46.951

0

0

       

Loonbijstelling

 

20.398

20.398

‒ 20.398

 

0

Prijsbijstelling

 

25.210

25.210

‒ 25.210

 

0

Onvoorzien

 

1.343

1.343

‒ 1.343

 

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Er zijn geen mutaties bij het artikel «Nog onverdeeld».