Voorgesteld 2 juli 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de opschalingskorting op het Gemeentefonds tot 2025 oploopt tot 975 miljoen euro, terwijl het CPB in het basispad ten behoeve van de doorrekening van verkiezingsprogramma's de opschalingskorting maximeert op 707 miljoen;
overwegende dat de snel oplopende opschalingskorting gemeenten bemoeilijkt een sluitende meerjarenbegroting op te stellen;
van mening dat gemeenten de mogelijkheid moeten hebben de ruimte die het CPB biedt te benutten bij het opstellen van hun meerjarenbegrotingen;
verzoekt de regering, in het gesprek met de provinciale toezichthouders af te spreken dat gemeenten de ruimte die het CPB geeft, mogen benutten bij het opstellen van hun begroting,
en gaat over tot de orde van de dag.
Özütok
Van Raak
Kuiken
Van Otterloo
Bisschop