Ontvangen ter Griffie op 21 april 2022.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 26 mei 2022.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 27 mei 2022.
Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2022
Hierbij bied ik u aan een ontwerp van een ministeriële regeling tot wijziging van de Regeling beheer batterijen en accu's 2008, de Regeling mededelingenformulier batterijen en accu's 2008, de Regeling beheer autobanden en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparaten in verband met het per 1 januari 2023 van kracht worden van algemene regels met betrekking tot de regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor batterijen en accu's, autobanden en voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten op grond van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Verzamelregeling wijziging bestaande UPV’s)1. Voor de inhoud van de ontwerpregeling verwijs ik u naar de ontwerp Nota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt het vaststellen van de ontwerpregeling niet eerder dan vier weken nadat de ontwerpregeling aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Op grond van artikel 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het Meireces van uw Kamer met een week verlengd.
De ontwerpregeling is de equivalent van het Verzamelbesluit wijziging bestaande UPV’s (Kamerstuk 35 267, nr. 29). Uw Kamer heeft het ontwerp van deze AMvB in het kader van de daarvoor voorgeschreven voorhangprocedure in de procedurevergadering van 23 februari 2022, agendapunt 11, voor kennisgeving aangenomen.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen