Gepubliceerd: 25 juni 2019
Indiener(s): Henk Nijboer (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35210-IX-4.html
ID: 35210-IX-4
Wijzigingen: 35210-IX-6

Nr. 4 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER

Ontvangen 25 juni 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «2019» ingevoegd «en wijziging van de Wet bedrijfsleven 2019».

II

In de beweegreden wordt na «2019» ingevoegd «alsmede dat het wenselijk is om de Wet bedrijfsleven 2019 te wijzigen teneinde het verlagen van het tarief van de vennootschapsbelasting terug te draaien».

III

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

De Wet bedrijfsleven 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7.4, onderdeel I, wordt in de laatste kolom van de in artikel 22 opgenomen tabel «16,5%» vervangen door «20%» en wordt «22,55%» vervangen door «25%».

B

In artikel 7.5, onderdeel B, wordt in de laatste kolom van de in artikel 22 opgenomen tabel «15%» vervangen door «20%» en wordt «20,5%» vervangen door «25%».

Toelichting

Dit amendement schrapt de geleidelijke verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting. Bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 heeft de coalitie voor een stapsgewijze verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting gestemd. Het tarief in de eerste schijf werd per 2019 19% en in de tweede schijf 25%. Vanaf 2020 dalen die tarieven naar 16,5% en 22,55% respectievelijk. In 2021 naar 15% en 20,50%. Dit amendement maakt dit ongedaan, en zet de tarieven per 2020 op 20% en 25% zoals in het jaar 2018 gold. Pas als de lonen significant stijgen kan weer worden gedacht aan tariefverlaging in de vennootschapsbelasting. Dit in overeenstemming met de uitlatingen van de Minister-President op het VVD-festival op 15 juni 20191. De indiener acht het verstandig van de Minister-President dat hij inziet dat de verhouding tussen wat deze regering doet voor het bedrijfsleven ten opzichte van wat het doet voor mensen uit de pas loopt. Ieder najaar kan de balans worden opgemaakt of de cao-lonen voldoende zijn gestegen om een belastingverlaging voor het bedrijfsleven te kunnen accepteren. Zo lang dat niet gebeurt kan de opbrengst van dit amendement worden besteed aan een tegemoetkoming in de koopkracht van mensen, bijvoorbeeld via lastenverlichting. De indiener acht dit sowieso een betere aanwending van middelen.

Nijboer