Gepubliceerd: 20 december 2018
Indiener(s): Erik Ziengs (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid ruimte en infrastructuur
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35088-5.html
ID: 35088-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 20 december 2018

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond (BRO) met betrekking tot bronhouderschap modellen, kwaliteitscontrole en enkele verbeteringen. Zij willen de regering op één onderdeel van het wetsvoorstel graag een paar vragen stellen. Voorgesteld wordt om het beheer van de basisregistratie ondergrond niet in de wet op te dragen aan een bij naam genoemde beheerder, maar die beheerder bij ministeriële regeling aan te wijzen. De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de taken van die beheerder. Wat zijn precies die taken? Aan wat voor een soort organisatie c.q. persoon moet worden gedacht als het gaat om de beheerder? Wordt dit buiten of binnen het ministerie belegd? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

De leden van de CDA fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA fractie zijn benieuwd of bodemverontreinigingen allen in de BRO opgenomen worden.

De leden van de CDA fractie vernemen graag welke extra administratieve lasten deze wijzigingen met zich meebrengen en waar die neerdalen.

De leden van de CDA fractie vernemen graag wat de positie van deze wet is ten opzichte van de Omgevingswet en of (en wanneer) opname in de Omgevingswet is voorzien.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de wijziging Wet basisregistratie ondergrond. Na het lezen van de memorie van toelichting hebben zij nog enkele vragen.

In de memorie van toelichting lezen de leden van de D66-fractie dat de eerste tranche uit vier registratieobjecten bestaat. In de bijbehorende tabel zijn er echter maar drie te lezen. Kan de regering toelichten waarom er maar drie worden weergeven en tegelijkertijd in de tekst wordt beschreven dat er vier registratieobjecten zijn?

De leden van de D66-fractie lezen daarbij dat dit de eerste tranche is. Kan de regering toelichten welke andere registratie-objecten er nog op de planning staan om in de volgende tranches te worden toegevoegd en op welk moment? Kan de regering toelichten hoe hiermee uitvoering wordt gegeven aan de aangenomen motie van de leden Ronnes en Van Gerven over «informatie over bodemverontreiniging met prioriteit in de Basisregistratie Ondergrond opnemen»(kamerstuk 34 864, nr.15)? Kan de regering daarbij toelichten op welke wijze prioriteit wordt gegeven aan registreren van verontreinigde bodems, in het verlengde van voornoemde motie?

De leden van de D66-fractie lezen in de memorie van toelichting «Kwaliteitscontrole is in het kader van de BRO erg belangrijk» en dat er alleen sprake is van jaarlijkse zelfcontrole op de ingebrachte bronnen. Kan de regering toelichten hoe de kwaliteit van informatie wordt geborgd? Is er sprake van externe controle en rapportage naast de «zelfcontrole»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan de regering toelichten op welke wijze dit plaatsvindt of zal plaatsvinden?

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers