Kamerstuk 35080-22

Reactie op motie van de leden Van Wijngaarden en Groothuizen over opvragen van de verklaring omtrent het gedrag (Kamerstuk 35080-19)

Dossier: Wijziging van onder meer het Wetboek van Strafrecht in verband met de herwaardering van de strafbaarstelling van enkele actuele delictsvormen (herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen)

Gepubliceerd: 21 mei 2019
Indiener(s): Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35080-22.html
ID: 35080-22

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2019

Op 16 mei heeft uw Kamer tijdens de behandeling van de Wet herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen gesproken over de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) (Handelingen II 2018/19, nr. 83). De leden Van Wijngaarden (VVD) en Groothuizen (D66) dienden een motie in waarin wordt verzocht de VOG ook aan te kunnen vragen zonder belanghebbende partij (Kamerstuk 35 080, nr. 19).

Ik ontraad deze motie. De VOG mag volgens de huidige wet- en regelgeving alleen in behandeling worden genomen door screeningsautoriteit Justis wanneer er een risico voor de samenleving bestaat, hetgeen momenteel bij vrijwel alle VOG-aanvragen verondersteld wordt. Het aanvragen van de VOG is een zorgvuldig proces waarbij aanvrager, belanghebbende en screeningsautoriteit Justis allemaal een eigen positie vervullen. Het weghalen van de belanghebbende uit de VOG-procedure zou deze balans verstoren.

Het is aan de belanghebbende partij (de werkgever, het stagebedrijf of vrijwilligersorganisatie) of er een VOG moet worden aangevraagd en voor welke functie. Een vermelding van de precieze werkzaamheden is daarbij zeer relevant. Aan de hand van deze informatie bepaalt Justis of eventuele geregistreerde Justitiële Documentatie (JD) een belemmering vormt, voor het goed kunnen uitoefenen van de taak of functie waarvoor de VOG wordt aangevraagd.

De belanghebbende bereidt de VOG-aanvraag voor, door aan te geven op welke risicogebieden moet worden gescreend. Vanwege privacy- en re-integratiedoeleinden mag alleen de betrokkene (werknemer, stagiaire, vrijwilliger) de daadwerkelijke VOG-aanvraag indienen bij Justis. De aanvrager ontvangt vervolgens de VOG of een VOG-weigering. Omdat dit oordeel van Justis als privéinformatie wordt beschouwd, bepaalt de VOG-aanvrager zelf wat hij met het bericht van Justis doet; voorleggen aan de belanghebbende of juist niet.

De VOG-screening is altijd maatwerk. Bij het schrappen van de belanghebbende partij uit het VOG-proces bestaat het risico dat de beschreven balans wordt verstoord. Daarnaast zou een VOG, bij het ontbreken van een belanghebbende, voor velerlei doeleinden kunnen worden aangevraagd; ook als er geen risico voor de samenleving bestaat. Ik ben daarom geen voorstander van een VOG die zonder betrokkenheid van de belanghebbende kan worden aangevraagd.

Ik heb wel begrip voor de overweging uit het debat dat personen willen weten of zij een VOG kunnen krijgen. Voor jongeren is hiervoor al een app ontwikkeld. Ook is het voor iedereen mogelijk inzage te vragen in de eigen Justitiële Documentatie.

Ik kan uw Kamer toezeggen nader te onderzoeken welke aanvullende maatregelen ik kan nemen om personen te faciliteren bij hun vraag of ze naar verwachting een VOG voor een specifiek profiel kunnen krijgen. Ik kan u over de uitkomsten volgend jaar berichten.

Overigens is screeningautoriteit Justis voortdurend bezig met het optimaliseren van het huidige werkproces. Op dit moment ontwikkelt Justis applicaties zodat de administratieve lasten voor de VOG-aanvragers en belanghebbende partijen minder worden.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker